• No results found

Dit onderzoek richt zich op de gevolgen voor de Rabobank Beilen-Wijster n.a.v. de nota Visie Rabobank 2005+. Het gaat hier om de ontwikkeling van de bank in relatie tot de genoemde modellen uit het Eindadvies, zodat ook in de toekomst de gewenste kwaliteit en continuïteit geboden kan worden aan haar klanten. Een opschaling van de bank, die als noodzakelijk gezien wordt door de colleges, maar ook rekening houdt met de invloed op de drie kompaswaarden: Klantwaarde, Medewerkerwaarde en Financiële Stabiliteit.

Dit hoofdstuk geeft informatie over de probleemduiding en doelstelling van het onderzoek, wat onderzocht wordt, welke vraagstelling centraal staat en beantwoord moet worden en op welke wijze het onderzoek zal worden uitgevoerd en verantwoord.

3.2 Probleemduiding

Binnen de Rabobank Groep heeft de Adviesgroep 2005+ in juli 2003 een eindadvies opgesteld onder de noemer: De toekomst van de lokale bank – Visie Rabobank 2005+. De Adviesgroep bestond uit bestuurders, toezichthouders en directeur-bestuurders van aangesloten banken, aangevuld met directeuren van Rabobank Nederland. De Adviesgroep had tot taak het uiteindelijke advies vast te stellen en uit te brengen aan de raad van bestuur.

In het Eindadvies wordt de toekomst van de lokale banken beschreven gericht op een minimaal vereiste grootte van een lokale bank. Hierbij is rekening gehouden met het leveren van kwaliteit aan klanten, het borgen van continuïteit, economische activiteiten in de gebieden en logische verbanden tussen bepaalde gebieden en plaatsen. Per provincie is in kaart gebracht welke gebieden en plaatsen zullen worden samengevoegd tot één werkgebied. Toekomstige fusies dienen hierop afgestemd te zijn. De colleges van de Rabobank Beilen-Wijster hebben zich uitgesproken voor fusie conform de nota Visie Rabobank 2005+. Dit betekent voor de Rabobank Beilen-Wijster één of meerdere fusies binnen 2 – 5 jaren. Met de Rabobank Assen-Rolde-Smilde is inmiddels een intentieverklaring getekend om per 1 juli 2007 te gaan fuseren. Veel fusies en reorganisaties gaan gepaard met (veel) onrust onder de medewerkers en klanten met als gevolg een negatieve invloed op de drie resultaatgebieden van de Rabobank Groep: Klantwaarde, Medewerkerwaarde en Financiële Stabiliteit. De directie van de Rabobank Beilen-Wijster vraagt zich af op welke wijze de fusie zo succesvol mogelijk kan plaatsvinden, zodat de drie resultaatgebieden zo min mogelijk negatief zullen worden beïnvloed door de fusie oftewel hoe kan de effectiviteit van fusie toenemen?

3.3 Doelstelling

De doelstelling is om door middel van onderzoek vast te stellen wat de invloed is van fusie op de drie resultaatgebieden Klantwaarde, Medewerkerwaarde en Financiële stabiliteit. De resultaatgebieden worden bepaald door verschillende factoren. Uit analyse van deze factoren worden de conclusies en aanbevelingen geformuleerd. Deze conclusies en aanbevelingen zijn bestemd voor de directie van de Rabobank Beilen-Wijster.

3.4 Vraagstelling

De managementvraag is in feite: hoe kan de effectiviteit van een fusie bij de Rabobank Beilen-Wijster toenemen?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden wordt onderzocht wat de bepalende factoren zijn van de drie resultaatgebieden en vervolgens geanalyseerd. De centrale vraag is als volgt geformuleerd:

Wat is de invloed van een toekomstige fusie van de Rabobank Beilen-Wijster op de drie resultaatgebieden (klantwaarde, medewerkerwaarde en financiële stabiliteit)?

3.5 Deelvragen

Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden heb ik een achttal deelvragen opgesteld, die tezamen een voldoende antwoord moeten geven op de centrale vraag waaruit ze zijn afgeleid. Deze deelvragen hebben betrekking op de bepalende factoren per resultaatgebied en een analyse per resultaatgebied.

a. Wat zijn de bepalende factoren (vanuit de literatuur) voor Klantwaarde? b. Wat zijn de bepalende factoren (vanuit de literatuur) voor Medewerkerwaarde? c. Wat zijn de bepalende factoren (vanuit de literatuur) voor Financiële stabiliteit?

Voor het verkrijgen van een juiste analyse zijn deze factoren vervolgens retrospectief gemeten bij een aantal betrokkenen. Het is van belang om te weten hoe en op welk moment de betrokkenen de bepalende factoren beoordelen. Hiervoor is de volgende tijdsbalk toegevoegd.

T0 T1 T2 T3 Figuur 3.1 Tijdsbalk onderzoek

Legenda:

T0 = vóór fusiedatum T1 = fusiedatum T2 = na fusiedatum

T3 = ondervragingsmoment

d. Welke conclusies kunnen worden vastgesteld aan de hand van de ervaringen van de onderzoeker op fusiegebied m.b.t. bepalende factoren?

e. Wat is het oordeel van de medewerkers over deze bepalende factoren op het moment T0 en T2?

f. Wat is het oordeel van de directies van de Rabobanken Assen-Rolde-Smilde, Noordenveld en Beilen-Wijster en fusiebegeleider over deze bepalende factoren en de resultaten? g. Wat zouden de directies van genoemde banken en fusiebegeleider nog willen toevoegen? h. Welke verbeteringen of veranderingen zijn te adviseren om te komen tot een succesvolle fusie?

Verantwoording en toelichting op deelvragen: a t/m c.

Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden moeten we in eerste instantie weten

wat er in de literatuur staat vermeld omtrent de bepalende factoren van de drie resultaatgebieden binnen de Rabobank Groep.

d. In dit onderzoek is tevens de etno-methodologie (P. ten Have, 1997) gehanteerd. De

onderzoeker zal vanuit de ik-persoon zijn ervaringen beschrijven en op basis hiervan tot een aantal conclusies komen.

e. De onrust bij medewerkers leidt tot een negatieve invloed op de resultaatgebieden. Het is daarom van belang om te weten wat de ervaring van medewerkers is omtrent genoemde factoren op de momenten T0 en T2? Indien medewerkers geen fusie hebben meegemaakt, wordt hen gevraagd hun verwachtingen uit te spreken op de momenten T0 en T2.

f. Bij fusies spelen de lokale directeuren en fusiebegeleider een cruciale rol. De

fusiebegeleider begeleidt banken tijdens het fusieproces. Het is van belang om te weten hoe zij de resultaten beoordelen.

g. De directies en fusiebegeleider zijn betrokken (geweest) bij verschillende fusieprocessen. Vanuit hun ervaring zou het kunnen dat zij vinden dat er nog factoren ontbreken.

h. De antwoorden op deze vraag geven inhoud aan de aanbevelingen, die gedaan worden aan de directie van de Rabobank Beilen-Wijster.

3.5 Conceptueel model

Een conceptueel model (Braster 2000) wordt gedefinieerd als het voorlopige antwoord op een vraagstelling. Het heeft betrekking op:

• Onderzoekseenheden: wat hoort nog wel bij het onderzoek en wat niet? • Eigenschappen van onderzoekseenheden (de concepten)

• De relaties tussen eigenschappen van onderzoekseenheden (de hypothesen)

In het boek De kern van Methodologie van Jonker en Pennink (2000), wordt gesproken over een aantal denkbeelden over het te onderzoeken probleem. Deze denkbeelden komen overeen met het bovengenoemde.

Ik wil het conceptueel model nader toelichten a.h.v. deze drie denkbeelden. a. Onderzoekseenheden

-de theorie omtrent fusie-succesfactoren in relatie tot de drie resultaatgebieden -de succesfactoren uit de praktijk

-de fusiebegeleider, directeuren en medewerkers

-drie lokale banken (Assen-Rolde-Smilde, Noordenveld en Beilen-Wijster) -Rabobank Nederland

b. Eigenschappen van onderzoekseenheden

Ik zal starten met bestudering van de theorie. Vervolgens zal ik interviews houden met een fusiebegeleider van Rabobank Nederland en drie directeuren van bovengenoemde lokale banken. Tevens zullen medewerkers worden gevraagd naar hun belevingen a.h.v. vragenlijsten. De praktijkervaringen van de onderzoeker zullen eveneens worden vermeld. De onderzoeker zal op deze wijze de eigenschappen van de onderzoekseenheden nader kunnen invullen.

c. De relaties tussen eigenschappen van onderzoekseenheden

Vervolgens zal er een verbinding worden gelegd tussen de verschillende eigenschappen van onderzoekseenheden. Deze verbindingen moeten een antwoord geven op de vraagstelling in dit onderzoek en zodoende voldoen aan de doelstelling van het onderzoek. Het zal uiteindelijk moeten resulteren in een aantal aanbevelingen voor de Rabobank Beilen-Wijster.

Het conceptueel model wordt als volgt weergegeven:

Figuur 3.2 Conceptueel model

In dit model worden verschillende kleuren pijlen gebruikt. Deze betekenen het volgende. De rode pijlen geven de input weer vanuit de vragenformulieren, de interviews en de eigen ervaringen van de onderzoeker per resultaatgebied. De groene pijlen geven de onderlinge verbondenheid weer tussen de drie resultaatgebieden. In hoofdstuk 4 wordt deze verbondenheid nader toegelicht aan de hand van de waarde-winstketen (Value Profit Chain). De blauwe pijlen geven per resultaatgebied de conclusies en aanbevelingen weer, die uiteindelijk het antwoord geven op de vraagstelling binnen dit onderzoek. Indien de effectiviteit van de fusie toeneemt, zal dit ook in omgekeerde richting een positief effect hebben op de resultaatgebieden.

3.6 Methode van dataverzameling

Voor dit onderzoek heb ik gebruik gemaakt van verschillende dataverzamelingstechnieken. Door middel van literatuurstudie en documentatieanalyse is onderzocht welke factoren bepalend zijn voor Klantwaarde, Medewerkerwaarde en Financiële Stabiliteit. De bepalende factoren zijn per resultaatgebied weergegeven. Daarmee was het eerste onderdeel van dit onderzoek afgerond. Vervolgens zijn er vragenlijsten verspreid onder medewerkers van drie lokale banken en interviews gehouden met de drie directeuren van deze banken en een fusiebegeleider van Rabobank Nederland om inzicht te verkrijgen in hun waardering van deze bepalende factoren.

Literatuuronderzoek

Binnen de Rabobank Groep wordt het Rabobank Sturingsmodel gehanteerd, bestaande uit

Klant Medewerker

Financiële Stabiliteit Effectiviteit

stabiliteit. Om antwoord te krijgen op de verschillende vragen is literatuur bestudeerd op het gebied van klantwaarde, medewerkerwaarde en financiële stabiliteit. Aangezien in dit onderzoek de relatie wordt gelegd met fusies is ook literatuur over de succes- en faalfactoren van fusies geraadpleegd.

Voor een uitgebreid overzicht van de diverse literatuur wordt verwezen naar de literatuurlijst. Documentenanalyse

Ter aanvulling op de literatuur is documentatie geraadpleegd, die binnen de Rabobank Groep voorhanden is en te maken heeft met fusies en het Rabobank Sturingsmodel. Het betreft hier: -Nota Visie 2005+

-Fusieleidraad 2004 Rabobank Groep

-Scripties over andere fusies binnen de Rabobank. -Klantloyaliteitsonderzoeken

-Medewerkertevredenheidsonderzoeken -Financiële cijfers

Vragenlijsten/interviews

De medewerkers van de Rabobanken Beilen-Wijster en Assen-Rolde-Smilde zullen worden geraadpleegd middels vragenlijsten. Er is bewust gekozen voor de medewerkers van deze beide banken, omdat inmiddels de intentieverklaring door beide banken is getekend om te fuseren per 1 juli 2006. Inmiddels is deze datum om uiteenlopende redenen met een jaar verschoven naar 1 juli 2007. Tevens hebben de medewerkers van de Rabobank Noordenveld een vragenlijst ontvangen, omdat zij kortgeleden daadwerkelijk te maken hebben gehad met een fusie en dus vanuit hun fusiepraktijk kunnen reageren.

Interviews met de directeuren van voornoemde drie banken en een fusiebegeleider van Rabobank Nederland zullen eveneens plaatsvinden. Deze interviews zullen mondeling plaatsvinden. Het zullen open interviews zijn a.h.v. een lijst met globale vragen en de vragenlijst voor de medewerkers.

Ervaring van de onderzoeker

Naast bovengenoemde vragenformulieren en interviews wordt in dit onderzoek de etnomethodologie gehanteerd. Vanuit de ik-persoon zal de onderzoeker zijn ervaringen op het gebied van fusies beschrijven en uiteindelijk een aantal conclusies vaststellen.

Participeren en observeren

In dit onderzoek is tevens sprake van participerende observatie (Dr. J.F.A. Braster, 2000) zowel binnen de eigen bank als bij collega managers.

3.7 Randvoorwaarden

De volgende randvoorwaarden gelden bij dit onderzoek: -Het onderzoek mag maximaal 12 maanden duren.

-Het onderzoek wordt gedaan voor de Rabobank Beilen-Wijster. -Het onderzoek wordt tevens verricht bij twee andere lokale banken.

-Uitgegaan wordt van (toekomstige) fusies conform de nota Visie 2005+ (Rabobank Groep).

4 HET THEORETISCH KADER