• No results found

Onderzochte projecten

4 Empirisch onderzoek

4.3 Onderzochte projecten

In het empirische onderzoek is een aantal projecten onderzocht. Deze worden in bijlage 2 genoemd. Hierbij is aangegeven of het gaat om bestaande of nieuwe dienstverlening, wat het karakter van de dienstverlening is en wie de functionarissen voor het sourcingsproject zijn die geïnterviewd zijn. Om een beeld te krijgen van de diverse projecten is in deze paragraaf een korte beschrijving gemaakt waarin het onderwerp en de scope van de projecten kort worden toegelicht. Dit gebeurt aan de hand van informatie uit beschikbare projectdocumentatie en de uitleg die de respondenten in de interviews hebben gegeven. Aan het eind van de paragraaf worden de diverse projecten nog een keer in een tabel op een rij gezet.

E-Wellfare Afghanistan: De scope van dit project omvat het ontwerpen en implementeren van een oplossing voor het aanbieden van internet en telefoon verbindingen voor contact met het thuisfront. Hierbij hoort ook de satelliet koppeling naar Nederland. In beginsel wordt gestreefd naar een kostenneutraal exploitatieplan waarbij de uitgezonden militair tegen een gereduceerd tarief naar huis kan bellen en internet kan gebruiken. Het project heeft plaatsgevonden in 2006 en 2007 en de dienstverlening, die is geoutsourced naar de markt, wordt op het moment van dit onderzoek nog steeds aangeboden. Het besluitvormingstraject heeft plaatsgevonden voordat er gestructureerd beleid bestond en heeft dus plaatsgevonden zonder de uitvoering van een sourcingstoets zoals deze nu bestaat.

Binnen het toenmalige DTO (Defensie Telematica Organisatie nu IVENT) bestond een afdeling exotische netwerken belast met vergelijkbare dienstverlening op het moment dat dit project liep. De kennis was dus tot op zekere hoogte aanwezig binnen de organisatie. In de besluitvorming voor dit project was echter de inschatting dat de dienstverlening op de gewenste schaal niet op korte termijn zelf kon worden ingevuld. Belangrijke stakeholders in dit project zijn voornamelijk de staf van de commandant der strijdkrachten en de commandant landstrijdkrachten. Beide hadden geen werkelijke voorkeur voor zelfdoen of sourcen, maar wel voor een zo snel mogelijk realiseerbare oplossing. DTO had een voorkeur voor zelf uitvoeren om diverse redenen, waarbij behoud van werkgelegenheid en mogelijk ook behoud van invloed op de uitvoering in het ICT werkveld belangrijk waren.

Multifunctionals: Project multifunctionals omvat het aanbieden en onderhouden van apparaten voor multifunctioneel kopiëren en printen binnen heel Defensie. Het ging hierbij in beginsel om ongeveer 12000 printers en ongeveer 2500 kopieerapparaten. Deze moesten door ongeveer 3000 multifunctionals vervangen worden. Eerste aanleiding tot het project is het aflopen van de huurcontract voor een groot deel van beschikbare Canon kopieerapparaten. Het project zou in

beginsel een besparing van ongeveer 6 mln per jaar moeten opleveren. Print services werden voorheen voornamelijk verzorgt door DTO, inmiddels BG IVENT genaamd (bedrijfsgroep informatievoorziening en technologie). Teven valt binnen de scope van het project het op niveau houden van verbruiksartikelen zoals papier en toner. Dit project is afgerond in 2008 waarbij de dienstverlening volledig naar de markt is gebracht. Alle machines worden onderhouden, bevoorraad en geleverd door Xerox. Ook voor dit traject is nog geen sourcingstoets in de huidige vorm uitgevoerd, omdat deze nog niet beschikbaar was.

De aanloop voor dit project is het meest lastige deel van het hele traject geweest. Er moesten namelijk grote logistieke inspanningen worden geleverd door zowel BG IVENT en Xerox om de duizenden aanwezige kopieerapparaten en printers te vervangen. Ook is gevoeligheid van informatie belangrijk. Moderne digitale apparaten slaan namelijk alle afdrukken op op een harde schijf. Hierdoor kunnen eventuele vertrouwelijke kopieën achteraf gereproduceerd worden vanaf deze harde schijf. Vooral binnen de bedrijfsgroep IVENT speelde het mogelijke verlies aan werkgelegenheid een belangrijke rol in de kritische houding ten opzichte van sourcing.

Telefonie(unified Communications): Het project telefonie is terug te vinden op de sourcingskalender van Defensie. Deze sourcingskalender is in principe een planning waarin diverse vormen van dienstverlening binnen Defensie aan bod komt voor de uitvoering van een sourcingstoets. De sourcingstoets voor het project telefonie is gedurende dit onderzoek in volle gang. Belangrijke eigenschap van telefonie binnen Defensie is dat het gaat om ten opzichte van de markt verouderde technologie. De markt is in de afgelopen jaren sterk veranderd en deze technologische vooruitgang zal waarschijnlijk de komende jaren doorzetten. Belangrijke concepten hierin zijn voice over IP en een vervolgstap hierop in het zogenaamde Unified Communications. Hierbij wordt het soort communicatie en de locatie waar de gebruiker zich bevindt steeds minder belangrijk. Het gebruik van de Blackberry is hier een voorbeeld van.

Voor de inrichting en vervanging van de bestaande dienstverlening zijn grote investeringen benodigd. De scope van het project omvat de vervanging van de bestaande telefooncentrales en het beheer van het telefoonnet en alle hierbij behorende apparatuur. Naast de verouderde technologie speelt een lopende bezuinigingsmaatregel op gebruikskosten van telefonie ook een rol. Op dit moment wordt de jaarlijkse begroting voor telefoonkosten (infra- en verbruikskosten) ruim overschreden. Een eventuele nieuwe technologie moet hierin uitkomst bieden.

Datacenters: Het Ministerie van Defensie heeft voor de opslag en verwerking van haar digitale informatie (data) de beschikking over drie grote datacenters in Maasland, Woensdrecht en Den Helder. Deze locaties zijn historisch tot stand gekomen. Het grootste probleem op dit moment is dat met de huidige Defensie datacenterinfrastructuur de instandhouding van de informatievoorziening voor Defensie en haar ketenpartners naar de toekomst toe niet te borgen is zonder ingrijpende maatregelen op het gebied van Defensie datacenters. Grote problemen van infrastructurele aard zoals stroomvoorziening en koeling vormen hierin een hoofdreden. Een tijdelijke update om de bestaande functionaliteit voort te zetten tot ongeveer 2015 zal ongeveer 18 mln euro gaan kosten. Hiermee kunnen echter geen van de in de toekomst verwachte wensen van de organisatie ingevuld worden. Daarnaast verlopen, evenals bij telefonie, ontwikkelingen op het gebied van applicatiehosting en storage in hoog tempo en zijn investeringen voor inrichting en vervanging erg hoog. Een mogelijke oplossing voor de huidige problemen zou een sourcingsvorm kunnen zijn.

De sourcingstoets voor datacenters is, evenals die voor telefonie geïnitieerd vanuit de sourcingskalender. Het project bevindt zich in de fase van de uitvoering van de sourcingstoets. De besluitvorming heeft dus nog niet plaatsgevonden. De huidige scope van dit project omvat de herinrichting van de huidige datacenterinfrastructuur van Defensie (housing) en het leveren en beheren van de benodigde servers en serverbeheer. De doelmatigheid van sourcing voor beide zaken wordt onderzocht.

Militaire bloedbank: De Militaire Bloedbank voorziet militair-geneeskundige eenheden tijdens buitenlandse missies en op schepen van bloedproducten. De Militaire Bloedbank produceert diepgevroren bloedproducten en is daarmee uniek in de wereld. Verder verricht de bloedbank bloedgroeponderzoek en wetenschappelijk onderzoek3. Ook worden opleidingen aan medisch personeel gegeven voor het gebruik van bevroren bloedproducten.

De sourcingstoets voor de militaire bloedbank bevindt zich in de uitvoerende fase tijdens de uitvoering van dit onderzoek. De scope van het project omvat het invriezen van donorbloed, de kwaliteitscontrole en gecontroleerde distributie hiervan naar uitzendgebieden. De aanvoer van bloed wordt op dit moment al verzorgd door de bloedbanken van Sanquin. Dit is de enige “marktpartij” (non profit stichting) die mogelijk de dienstverlening zou kunnen overnemen in geval van sourcing. Er is dus geen concurrentie in de markt wat de kans op een verhoging van effectiviteit en efficiëntie verkleint.

Onderhoud vliegtuigmotoren: Het onderhoud voor de vliegtuigmotoren van Defensie wordt op het moment uitgevoerd op de vliegbasis Woensdrecht door de Defensie Materieel Organisatie (DMO). Het onderhoud dat hier wordt uitgevoerd is het zogenaamde hoger onderhoud. Dit betekent dat het gaat om grote onderhoudsbeurten en revisies van motoren. Het kan hierbij ook om modificaties gaan. Kleinere werkzaamheden worden uitgevoerd op de diverse vliegbases waar de vliegtuigen gestationeerd zijn. Het onderhoud wordt uitgevoerd in diverse stappen. Er zijn hiervoor diverse zogenaamde backshops waar specialistische werkzaamheden worden uitgevoerd of waar specifieke deelsystemen worden onderhouden.

Onderhoud vliegtuigmotoren is een project waarvoor een sourcingstoets loopt. De exacte scope voor de eventuele sourcing staat nog ter discussie. In eerste instantie wordt in dit project het groot onderhoud van alle vliegtuig motoren van de Nederlandse Defensie betrokken. In dit project wordt een PPS constructie overwogen. Hierbij wordt een joint venture opgericht waarin de Nederlandse overheid en een aantal commerciële partijen deelnemen. Om uiteindelijk tot een grotere doelmatigheid te komen moet de joint venture die wordt opgericht de mogelijkheid krijgen om ook bij andere klanten (lees buitenlandse overheden) werk binnen te halen. Naast het behalen van een bepaalde kostenbesparing zijn het zekerstellen van het motorenonderhoud voor Defensie op Woensdrecht, het invullen van het maintenance valley concept en het bijdragen aan het regional support centre voor de Joint Strike Fighter de belangrijkste doelstellingen. Het maintenance valley concept staat voor een samenwerking van diverse partijen om de Nederlandse Vliegtuigindustrie, hieraan gelieerde sectoren en de bijbehorende kennisinfrastructuur voor Nederland te behouden. De locatie Woensdrecht moet hierin een belangrijk punt worden. Met het project zijn grote gevolgen voor werkgelegenheid en economie gemoeid.

3 Beschrijving afkomstig van

Defensie Catering: Paresto is de Defensie cateraar. De organisatie is enkele jaren geleden ontstaan uit de bestaande catering organisaties van de diverse krijgsmachtdelen. Zij is verantwoordelijk voor de uitvoering van alle catering binnen Defensie in Nederland. Hiervoor zijn er 140 locaties en werken er ongeveer 1400 mensen. Naast de reguliere catering is Paresto verantwoordelijk voor de catering in uitzendgebieden. De uitvoering hiervan is voor Afghanistan uitbesteedt aan de Supreme. Controle op de uitvoering van de dienstverlening wordt door Paresto medewerkers uitgevoerd. Als laatste is Paresto binnen Nederland verantwoordelijk voor de zogenaamde calamiteiten catering. Hiervoor dient de organisatie vanuit 12 kazernelocaties in Nederland bij bijvoorbeeld rampen (watersnood, varkenspest, gebiedsevacuaties, etc…) in korte tijd grote aantallen getroffen burgers van voeding te kunnen voorzien.

De scope van de sourcingstoets omvat de uitvoering van catering op de kazernes in Nederland en tijdens oefeningen. Er bevinden zich op de markt diverse spelers die de dienstverlening zouden kunnen overnemen. Hierbij is de eis van Defensie om buiten reguliere tijden dienstverlening te willen een groot probleem. Ook de invulling van calamiteiten catering is voor de meeste cateraars in de markt een probleem. Op het moment van dit onderzoek is de sourcingstoets reeds uitgevoerd, maar wordt gewacht op besluitvorming. Deze is inmiddels al enkele malen uitgesteld.

Nationaal Militair Museum: Het museaal bestel van het ministerie van Defensie bestaat uit zes musea: 1) Marinemuseum in Den Helder, 2) Mariniersmuseum in Rotterdam, 3) Legermuseum in Delft, 4) Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg, 5) Museum Bronbeek in Arnhem en 6) Marechausseemuseum in Buren. Daarnaast bestaan er op dit moment een dertigtal kleinere zogenaamde traditiekamers. Er zijn tekortkomingen op het gebied van de fysieke behuizing van de musea, het beheer en onderhoud van de meeste collecties vertoont gebreken, en het ontbreekt tot op heden aan een heldere museale visie en eenduidig beleid. Om de situatie te verbeteren heeft staatssecretaris Van der Knaap (Def) in 2006 besloten tot het herinrichten van het museaal bestel Defensie. De zes musea zullen worden ondergebracht in één stichting, de Stichting Nationaal Militair Museum (NMM). Het Militaire Luchtvaart Museum en het Legermuseum worden gehuisvest in het nieuw te bouwen Defensiemuseum.

In het kader van het project herinrichting museaal bestel moet het nieuw te vormen Defensie museum op de voormalige vliegbasis Soesterberg gevestigd worden. Dit betekent dat een deel nieuwbouw en herinrichting van de bestaande infrastructuur op de vliegbasis moet plaatsvinden. Er heeft voor dit project een Public Private Comparator (PPC) plaatsgevonden waarin geconcludeerd is dat een PPS constructie tot een doelmatigheidsverbetering kan leiden. De voorgestelde PPS zal hierbij de vorm van een DBFM contract moeten krijgen.

In de tabel op de volgende pagina worden de belangrijkste kenmerken van de onderzochte projecten op basis van de empirische resultaten samengevat. In de tabel is door middel van + en – aangegeven of een kenmerk voor (+) of tegen (-) sourcing spreekt.

Naam project Belangrijkste kenmerken in sourcingsbeslissing E-Wellfare Afghanistan (+)Snelle implementatie noodzakelijk.

(+)Technisch complex.

(-)Risicovolle omgeving voor implementatie. Multifunctionals (+)Technische ontwikkelingen in de markt.

(+)Verwachte kosten verlaging. (-)Verlies van werkgelegenheid?

Telefonie (+)Noodzaak tot vernieuwen van het huidige systeem (grote investering). (+)Snelle ontwikkelingen in de markt.

(+)Politieke druk door bezuinigingen bij Defensie aanvullend op het vigerende beleid van de SG.

Datacenters (+)Noodzaak tot vernieuwen van huidige infrastructuur (grote investering). (+)Verwachte kostenbesparing door grote concurrentie.

(-)niet uit ontwikkelde dienstverlening kan leiden tot zeer inefficiënt contract. (-)Grote afhankelijkheid met het primair proces voor bepaalde toepassingen. (-)Integriteit van data.

Militaire bloedbank (+)Zeer kleine organisatie kan leiden tot afbreukrisico’s. (-)Slechts 1 speler in de markt (ook niet commercieel). (-)Van groot belang voor zorg personeel in uitzendgebied. (-)Ruilobject in internationale context.

Onderhoud vliegtuigmotoren

(+)Behoud van eigen onderhoudscapaciteit voor Defensie.

(+)Ondersteunen maintance valley concept en hierdoor behoud van vliegtuigindustrie en de bijbehorende kennisinfrastructuur in Nederland. (+)Door de toename van het aantal vliegtuig types en kleinere aantallen

escalatie van kosten en complexiteit.

(-)Verlies van directe controle over de uitvoering van het onderhoud. Defensie Catering (+)Verwachte kostenbesparing.

(+)Veel marktpartijen.

(-)Rol in oefening en uitzending en crisiscatering.

(-)Heeft gevolgen voor een grote groep laagopgeleid personeel. Nationaal Militair

Museum

(+)Niet beschikbaar zijn van voldoende financiële middelen om zelf uit te voeren.

(-) Verlies van controle over creatieve en educatieve waarde van het eindproduct.