• No results found

Hoofdstuk 9 in de landelijke rapportage van de VMR 2007 vormt daarvoor een voorbeeld

5. Slachtofferschap en ondervonden delicten

5.3 Ondervonden delicten

De mate waarin de bevolking met veel voorkomende criminaliteit wordt geconfronteerd blijkt niet alleen uit het aandeel dat zelf slachtoffer is geworden van delicten, maar ook uit het aantal voorvallen waarmee de bevolking wordt geconfronteerd. Hoewel gegevens over slachtofferschap en over ondervonden delicten in grote lijnen overeenkomen, hebben zij toch hun eigen karakteristiek. Iemand kan immers meer dan éénmaal slachtoffer worden van eenzelfde soort delict.

In de IVM is per soort delict waarvan iemand sinds 1 januari van het voorgaande kalender-jaar slachtoffer is geweest, gevraagd in welk kalender-jaar en in welke maand het laatste en eventu-eel het voorlaatste voorval plaatsvond. Ook is per soort delict gevraagd hoe vaak hij of zij daarvan in totaal in de laatste twaalf maanden slachtoffer is geworden. Van het laatste

voor-Centraal Bureau voor de Statistiek 66

val is bovendien gevraagd of dit in de eigen buurt, elders in de eigen gemeente, ergens anders in Nederland of in het buitenland gebeurde. Op basis van deze gegevens kan een verantwoorde schatting worden gemaakt van het aantal delicten dat de inwoners binnen 12 maanden in Nederland hebben ondervonden17.

De volgende paragrafen hebben hierop betrekking.

5.3.1 Ondervonden delicten – totaal

Volgens de IVM-2008 werden de inwoners in twaalf maanden binnen Nederland naar schat-ting geconfronteerd met in totaal bijna 5,8 miljoen delicten (uitgezonderd overige delicten).

Dit komt overeen met 44 voorvallen per 100 inwoners.

De schatting op basis van de VMR is echter duidelijk lager (vergelijk ook het totale slachtof-ferpercentage).Het (absolute en relatieve) aantal ondervonden delicten volgens de VMR is bovendien sinds 2005 geleidelijk en voortdurend gedaald. Voor een deel is dit toe te schrij-ven aan een seizoenseffect (in het vierde kwartaal blijkt het aantal ondervonden delicten altijd lager is dan in het eerste kwartaal).

Grafiek 5.13

In Nederland ondervonden delicten - totaal (delicten per 100 inwoners)

delicten per 100 inw oners

0 20 40 60 80 100

2005 2006 2007 2008-I

2008-IV

IV M V MR

Er zijn grote verschillen tussen de regio’s in het aantal ondervonden delicten per 100 inwo-ners. Dit varieert van 26 in Noord- en Oost-Gelderland tot bijna het drievoudige (77) in Am-sterdam-Amstelland. Behalve in Noord- en Oost-Gelderland ligt het totale aantal delicten per 100 inwoners ook in de regio’s Drenthe, Noord-Holland Noord, Hollands Midden, Zeeland, Brabant-Noord en Limburg-Noord onder het landelijke gemiddelde. In Utrecht, Amsterdam-Amstelland, Haaglanden en Rotterdam-Rijnmond ligt dit duidelijk hoger dan gemiddeld.

17De vragen over details van afzonderlijke voorvallen wijken in de IVM sterk af van die in de VMR. Zie bijlage 1 voor nadere bijzonderheden hierover.

Grafiek 5.14

Door de bevolking in Nederland ondervonden delicten – totaal naar politieregio (delicten per 100 inwoners), IVM 2008

5.3.2 Ondervonden geweldsdelicten

Volgens de IVM-2008 hadden de inwoners in Nederland te maken met bijna 1,2 miljoen geweldsdelicten; dat zijn bijna negen geweldsvoorvallen per 100 inwoners. Volgens de VMR is er geen sprake van een duidelijke toe- of afname van het aantal ondervonden geweldsde-licten.

Grafiek 5.15

In Nederland ondervonden geweldsdelicten (delicten per 100 inwoners)

delicten per 100 inw oners

0 5 10 15 20 25

2005 2006 2007 2008-I

2008-IV

IV M V MR

Centraal Bureau voor de Statistiek 68

Van de onderscheiden geweldsdelicten heeft meer dan de helft (bijna 700.000 voorvallen) betrekking op bedreigingen. Dit komt overeen met vijf bedreigingen per 100 inwoners. Sek-suele delicten kwamen bijna 300.000 keer voor (2 per 100 inwoners); met mishandelingen werden de inwoners in totaal 200.000 keer geconfronteerd.

Per regio varieert het aantal geweldsdelicten per 100 inwoners van vijf (Drenthe, Noord- en Oost-Gelderland, Zeeland, Midden- en West-Brabant) tot vijftien (Amsterdam-Amstelland).

In de drie eerstgenoemde regio’s en in Brabant-Noord is dit aandeel lager dan het landelijke gemiddelde. Alleen in Amsterdam-Amstelland is dit significant hoger dan voor Nederland als geheel.

Grafiek 5.16

Door de bevolking in Nederland ondervonden geweldsdelicten naar politieregio (delicten per 100 inwoners), IVM 2008

5.3.3 Ondervonden vermogensdelicten

Volgens de IVM-2008 had de bevolking in 12 maanden tijd te maken met in totaal bijna 2,1 miljoen vermogensdelicten. Dit komt overeen met zestien vermogensdelicten per 100 inwoners. Uit de (lagere) overeenkomstige VMR-schatting blijkt een verdere duidelijke daling van vermogensdelicten sinds 2005.

Van de vermogensdelicten komt fietsdiefstal volgens de IVM-2008 met ruim 800.000 voor-vallen (ruim 6 per 100 inwoners) het meeste voor. Overige, niet nader gespecificeerde dief-stallen komen met ruim 500.000 daarna het meeste voor. Inwoners werden ruim 200.000 keer geconfronteerd met zakkenrollerij (bijna 2 per 100 inwoners), hoofdzakelijk zonder geweld. Ook hadden zij te maken met vrijwel even veel inbraken of pogingen daartoe, en met even zovele diefstallen uit de auto. Autodiefstal kwam met bijna 40.000 voorvallen van alle onderscheiden vermogensdelicten het minst vaak voor.

Grafiek 5.17

In Nederland ondervonden vermogensdelicten (delicten per 100 inwoners)

delicten per 100 inw oners

0 10 20 30 40

2005 2006 2007 2008-I

2008-IV

IV M

V MR

Het aantal vermogensdelicten varieert per regio volgens de IVM-2008 van 9 per 100 inwoners in Noord- en Oost-Gelderland en Zeeland tot 31 in Amsterdam-Amstelland.

Behalve in Noord- en Oost-Gelderland en Zeeland ligt het aandeel vermogensdelicten ook in Drenthe, Hollands Midden, Zuid-Holland-Zuid, Brabant-Noord en Limburg-Noord lager dan gemiddeld. Behalve Amsterdam-Amstelland hebben ook Utrecht en Haaglanden een hoger dan gemiddeld aandeel vermogensdelicten per 100 inwoners.

Grafiek 5.18

Door de bevolking in Nederland ondervonden vermogensdelicten naar politieregio (delicten per 100 inwoners), 2008

Centraal Bureau voor de Statistiek 70

5.3.4 Ondervonden vandalismedelicten

Volgens de IVM-2008 werd de bevolking in Nederland geconfronteerd met naar schatting 2,5 miljoen vandalismedelicten. Dat zijn 19 gevallen van vandalisme per 100 inwoners. De schatting op basis van de VMR is voor het vierde kwartaal van 2008 iets lager dan voor de eerdere periodes, met uitzondering van 2007. Over de lager waarde in het vierde kwartaal werd al bij delicten totaal gewezen op een geconstateerd seizoenseffect.

Grafiek 5.19

In Nederland ondervonden vandalismedelicten (delicten per 100 inwoners)

delicten per 100 inw oners

0 10 20 30 40 50

2005 2006 2007 2008-I

2008-IV

IV M

V MR

Van de beide onderscheiden vormen van vandalisme komt beschadiging van/diefstal vanaf de auto met ruim 1,4 miljoen voorvallen verreweg het meeste voor. Met elf gevallen per 100 inwoners is dit ook de meest voorkomende vorm van alle binnen de IVM (en de VMR) on-derscheiden delicten. Met overige vernielingen werden de inwoners 1,1 miljoen keer gecon-fronteerd. Daarmee komt deze vorm van veel voorkomende criminaliteit na autovandalisme op de tweede plaats in aantallen voorvallen.

Per regio varieert het aantal vandalismedelicten waarmee de bevolking volgens de IVM-2008 wordt geconfronteerd van twaalf per 100 inwoners (Drenthe, Noord- en Oost-Gelderland, Noord-Holland Noord, Limburg-Noord) tot 31 (Amsterdam-Amstelland). In de regio’s Drenthe, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Noord-Holland Noord, Brabant-Noord, Limburg-Noord is dit aandeel lager, in Utrecht, Amsterdam-Amstelland, Haaglanden en Rotterdam-Rijnmond significant hoger dan het landelijke gemiddelde.

Grafiek 5.20

Door de bevolking in Nederland ondervonden vandalismedelicten naar politieregio (delicten per 100 inwoners), 2008