• No results found

ONDERAFDELING 4 R ISICOMARGE

In document NL NL (pagina 67-72)

HOOFDSTUK I A LGEMENE BEPALINGEN

ONDERAFDELING 4 R ISICOMARGE

Artikel 37

Berekening van de risicomarge

1. De risicomarge voor de gehele portefeuille verzekerings- en

( )

(a) CoC staat voor het kapitaalkostenpercentage (Cost-of-Capital rate);

(b) de som alle gehele getallen inclusief nul bestrijkt;

(c) SCR(t) staat voor het in artikel 38, lid 2, bedoelde solvabiliteitskapitaalvereiste na t jaar;

(d) r(t+1) staat voor het risicovrije basisrentepercentage voor een looptijd van t+1 jaar.

Het risicovrije basisrentepercentage r(t+1) wordt gekozen op basis van de valuta die in de jaarrekening van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming wordt gehanteerd.

2. Wanneer verzekerings- en herverzekeringsondernemingen hun solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van een goedgekeurd intern model berekenen en bepalen dat het model geschikt is om het in artikel 38, lid 2, bedoelde solvabiliteitskapitaalvereiste op elk tijdstip gedurende de looptijd van de verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen te berekenen, gebruiken de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen het interne model om de in lid 1 bedoelde bedragen van SCR(t) te berekenen.

3. Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen rekenen de risicomarge voor de gehele portefeuille verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen toe aan de in artikel 80 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde branches. Deze toerekening geeft de bijdragen van de branches aan het in artikel 38, lid 2, bedoelde solvabiliteitskapitaalvereiste gedurende de looptijd van de gehele portefeuille verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen op adequate wijze weer.

Artikel 38 Referentieonderneming

1. Bij de berekening van de risicomarge wordt van alle volgende veronderstellingen uitgegaan:

(a) de gehele portefeuille verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming die de risicomarge berekent (de oorspronkelijke onderneming), wordt door een andere verzekerings- of herverzekeringsonderneming (de referentieonderneming) overgenomen;

(b) onverminderd punt a) geldt dat wanneer de oorspronkelijke onderneming overeenkomstig artikel 73, lid 5, van Richtlijn 2009/138/EG gelijktijdig het levens- en het schadeverzekeringsbedrijf uitoefent, de portefeuille met het levensverzekeringsbedrijf samenhangende verzekeringsverplichtingen en de levensherverzekeringsverplichtingen enerzijds, en de portefeuille met het schadeverzekeringsbedrijf samenhangende verzekeringsverplichtingen en de schadeherverzekeringsverplichtingen anderzijds, afzonderlijk door twee verschillende referentieondernemingen worden overgenomen;

(c) de overdracht van verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen heeft betrekking op alle met deze verplichtingen samenhangende herverzekeringsovereenkomsten en regelingen met special purpose vehicles;

(d) de referentieonderneming heeft noch verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen, noch eigen vermogen voordat de overdracht plaatsvindt;

(e) na de overdracht neemt de referentieonderneming geen nieuwe verzekerings- of herverzekeringsverplichtingen op zich;

(f) na de overdracht trekt de referentieonderneming in aanmerking komend eigen vermogen aan voor een bedrag dat gelijk is aan het solvabiliteitskapitaalvereiste dat nodig is om de verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen gedurende de looptijd ervan te dragen;

(g) na de overdracht houdt de referentieonderneming activa aan die gelijk zijn aan de som van haar solvabiliteitskapitaalvereiste en de technische voorzieningen, verminderd met de bedragen die op herverzekeringsovereenkomsten en special purpose vehicles kunnen worden verhaald;

(h) de activa worden op zodanige wijze geselecteerd dat zij het solvabiliteitskapitaalvereiste voor het marktrisico waaraan de referentieonderneming is blootgesteld, tot een minimum beperken;

(i) het solvabiliteitskapitaalvereiste van de referentieonderneming bestrijkt alle volgende risico's:

i) het verzekeringstechnische risico dat aan de overgedragen activiteiten verbonden is;

ii) wanneer dit van materieel belang is, het onder h) bedoelde marktrisico, exclusief het renterisico;

iii) het kredietrisico met betrekking tot herverzekeringsovereenkomsten, regelingen met special purpose vehicles, tussenpersonen, verzekeringnemers en alle andere materiële blootstellingen die nauw met de verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen samenhangen;

iv) het operationele risico;

(j) het in artikel 108 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde verliescompensatievermogen van technische voorzieningen in de referentieonderneming stemt voor elk risico overeen met het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen in de oorspronkelijke onderneming;

(k) voor de referentieonderneming is er geen sprake van het in artikel 108 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen;

(l) behoudens het bepaalde in de punten e) en f) ontplooit de referentieonderneming toekomstige beheeractiviteiten die consistent zijn met de in artikel 23 bedoelde veronderstelde toekomstige beheeractiviteiten van de oorspronkelijke onderneming;

2. Aangenomen wordt dat het in artikel 77, lid 5, eerste alinea, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde solvabiliteitskapitaalvereiste dat nodig is om de verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen gedurende de looptijd ervan te dragen, in de in lid 1 beschreven veronderstelling gelijk is aan het

3. Voor de toepassing van lid 1, onder i), wordt een risico als een materieel risico aangemerkt wanneer het effect ervan op de berekening van de risicomarge de besluitvorming of het oordeel van de gebruikers van die informatie, met inbegrip van de toezichthoudende autoriteiten, zou kunnen beïnvloeden.

Artikel 39

Kapitaalkostenpercentage

Aangenomen wordt dat het in artikel 77, lid 5, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde kapitaalkostenpercentage gelijk is aan 6 %.

ONDERAFDELING5

BEREKENING VAN DE TECHNISCHE VOORZIENINGEN ALS GEHEEL Artikel 40

Omstandigheden waaronder de technische voorzieningen als geheel worden berekend en de te hanteren methode

1. Voor de toepassing van artikel 77, lid 4, tweede alinea, van Richtlijn 2009/138/EG wordt de betrouwbaarheid beoordeeld overeenkomstig de leden 2 en 3 van dit artikel en worden de technische voorzieningen gewaardeerd overeenkomstig lid 4 van dit artikel.

2. De replicatie van kasstromen wordt betrouwbaar geacht wanneer deze kasstromen qua bedrag en qua timing met betrekking tot de onderliggende risico's van deze kasstromen en in alle mogelijke scenario's worden gerepliceerd. De volgende met verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen samenhangende kasstromen kunnen niet op betrouwbare wijze worden gerepliceerd:

(a) met verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen samenhangende kasstromen die afhankelijk zijn van de waarschijnlijkheid dat verzekeringnemers contractuele clausules, met inbegrip van verval- en afkoopclausules, zullen uitoefenen;

(b) met verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen samenhangende kasstromen die afhankelijk zijn van het niveau, de trend of de volatiliteit van sterfte-, invaliditeits-, ziekte- en morbiditeitscijfers;

(c) alle kosten die worden gemaakt bij het nakomen van verzekerings- en herverzekeringsverplichtingen.

3. Financiële instrumenten worden beschouwd als financiële instrumenten waarvoor een betrouwbare marktwaarde waarneembaar is wanneer deze financiële instrumenten op een actieve, diepe, liquide en transparante markt worden verhandeld.

Actieve markten voldoen ook aan artikel 10, lid 4.

4. Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen bepalen de waarde van technische voorzieningen op basis van de marktprijs van de bij de replicatie gebruikte financiële instrumenten.

ONDERAFDELING6

BEDRAGEN DIE OP HERVERZEKERINGSOVEREENKOMSTEN EN SPECIAL PURPOSE VEHICLES KUNNEN WORDEN VERHAALD

Artikel 41 Algemene bepalingen

1. De bedragen die op herverzekeringsovereenkomsten en special purpose vehicles kunnen worden verhaald, worden berekend op een wijze die consistent is met de contractgrenzen van de verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten waarmee die bedragen samenhangen.

2. De bedragen die op special purpose vehicles kunnen worden verhaald, de bedragen die op in artikel 210 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde finite herverzekeringsovereenkomsten kunnen worden verhaald, en de bedragen die op andere herverzekeringsovereenkomsten kunnen worden verhaald, worden elk afzonderlijk berekend. De bedragen die op een special purpose vehicle kunnen worden verhaald, zijn niet groter dan de geaggregeerde maximale risicoblootstelling van dit special purpose vehicle jegens de verzekerings- of herverzekeringsonderneming.

3. Voor de berekening van de bedragen die op herverzekeringsovereenkomsten en special purpose vehicles kunnen worden verhaald, omvatten de kasstromen enkel de betalingen die met de vergoeding van verzekeringsgebeurtenissen en niet-afgewikkelde schaden verband houden. Betalingen die met andere gebeurtenissen of afgewikkelde schaden verband houden, worden niet in aanmerking genomen in de bedragen die op herverzekeringsovereenkomsten en special purpose vehicles kunnen worden verhaald, en evenmin in andere elementen van de technische voorzieningen.

Wanneer voor de kasstromen een deposito is verricht, worden de bedragen die kunnen worden verhaald dienovereenkomstig aangepast om dubbeltelling van de met het deposito samenhangende activa en passiva te vermijden.

4. De bedragen die uit hoofde van schadeverzekeringsverplichtingen op herverzekeringsovereenkomsten en special purpose vehicles kunnen worden verhaald, worden op de volgende wijze afzonderlijk berekend voor premievoorzieningen en voor voorzieningen voor te betalen schaden:

(a) de kasstromen die met voorzieningen voor te betalen schaden samenhangen, omvatten de compensatiebetalingen die verband houden met de schaden die in aanmerking worden genomen in de brutovoorzieningen voor te betalen schaden van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming die risico's overdraagt;

(b) de kasstromen die met premievoorzieningen samenhangen, omvatten alle andere betalingen;

5. Wanneer kasstromen van de special purpose vehicles naar de verzekerings- of herverzekeringsonderneming niet direct afhankelijk zijn van de schadevorderingen op de verzekerings- of herverzekeringsonderneming die risico's overdraagt, mogen de bedragen die uit hoofde van toekomstige schaden op deze special purpose vehicles kunnen worden verhaald, slechts in aanmerking worden genomen voor zover op een prudente, betrouwbare en objectieve manier kan worden geverifieerd dat er geen sprake is van een materiële structurele mismatch tussen de schaden en de

Artikel 42

Correctie voor wanbetaling van een tegenpartij

1. De in artikel 81 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde correcties voor verwachte verliezen door wanbetaling van een tegenpartij worden afzonderlijk berekend van de rest van de bedragen die kunnen worden verhaald.

2. De correctie voor verwachte verliezen door wanbetaling van een tegenpartij wordt berekend als de verwachte contante waarde van de verandering in de kasstromen die ten grondslag liggen aan de bedragen die op die tegenpartij kunnen worden verhaald, welke zich zou voordoen indien de tegenpartij op zeker moment in gebreke zou blijven, onder meer als gevolg van insolventie of een geschil. In dit verband wordt met betrekking tot de verandering in de kasstromen geen rekening gehouden met het effect van elke risicolimiteringstechniek die het kredietrisico van de tegenpartij limiteert en die geen risicolimiteringstechniek is die op het aanhouden van zekerheden is gebaseerd. De risicolimiteringstechnieken waarmee geen rekening wordt gehouden, worden afzonderlijk opgenomen, zonder dat er sprake is van een verhoging van het bedrag dat op herverzekeringsovereenkomsten en special purpose vehicles kan worden verhaald.

3. Bij de in lid 2 bedoelde berekening wordt rekening gehouden met mogelijke wanbetalingsgebeurtenissen die zich tijdens de looptijd van de herverzekeringsovereenkomst of de regeling met het special purpose vehicle voordoen, en met de vraag of en hoe de kans op wanbetaling varieert in de tijd. De berekening wordt afzonderlijk uitgevoerd voor elke tegenpartij en voor elke branche.

Bij het schadeverzekeringsbedrijf wordt de berekening ook afzonderlijk uitgevoerd voor premievoorzieningen en voor voorzieningen voor te betalen schaden.

4. Het in artikel 81 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde gemiddelde verlies dat uit een wanbetaling van een tegenpartij voortvloeit, wordt niet lager geschat dan 50 % van de bedragen die kunnen worden verhaald, exclusief de in lid 1 bedoelde correctie, tenzij er een betrouwbare basis is voor een andere schatting.

5. De kans op wanbetaling van een special purpose vehicle wordt berekend op basis van het kredietrisico dat inherent is aan de activa die door het special purpose vehicle worden aangehouden.

AFDELING4

RELEVANTE RISICOVRIJE RENTETERMIJNSTRUCTUUR

ONDERAFDELING1

In document NL NL (pagina 67-72)