• No results found

Categorie 3: zeer uitgewerkt

4.2.4. V OLGORDE ALINEA ' S

Alle deelnemers hebben in hun schrijfplan al een indeling gemaakt voor de tekst. Dit doen ze door onderscheid te maken tussen de verschillende alinea’s en door gebruik te maken van kopjes om structuur aan te brengen. Dit gebeurde op verschillende manieren, zoals het aangeven van indeling, kern, slot, of door het nummeren van de verschillende alinea's. In de outline planning zijn ze dus al bezig met het indelen van de tekst. Uit de analyse van de volgorde van de alinea's blijkt verder dat de volgorde van de alinea’s in het schrijfplan steeds exact werd overgenomen in de geschreven tekst. In tegenstelling tot wat we zagen bij de volgorde van de ideeën, zijn er bij de volgorde van de alinea's dus geen deviaties in de volgorde zoals die aangegeven wordt in de outline planning en de volgorde van de alinea's zoals die wordt uitgewerkt in de conceptartikelen. Mogelijk gebeurde dit bewust. Het is ook mogelijk dat deelnemers door het maken van het plan een indeling in hun hoofd hadden en deze zonder verder nadenken hebben overgenomen in de uiteindelijke tekst.

De manier waarop de deelnemers de tekst structuren aan de hand van kopjes in de outline planning verschilde wel. Bij het analyseren van de alinea's bleken enkele deelnemers - zoals deelnemer 10(zie figuur 19) - inleiding, slot en verschillende alinea's in de outline planning te noemen. Deze kopjes zijn onderstreept in afbeelding 19. In het voorbeeld is duidelijk te zien dat de deelnemer de bedoeling heeft om de kern van de tekst in verschillende alinea’s uit te werken: alinea 1 en alinea 2.

38

FIGUUR 19. SCHRIJFPLAN DEELNEMER 10

77 procent van de deelnemers koos echter voor een andere manier van structureren en benoemde in de outline planning alleen de onderdelen inleiding, kern en slot. Een voorbeeld hiervan is te zien in figuur 20, de

outline planning van deelnemer 1. De deelnemer noemt het middelste gedeelte van het plan de kern. In de

praktijk werd de informatie uit de kern bij deelnemers met een dergelijke indeling in één of twee alinea's uitgewerkt. Dit kon worden vastgesteld door de ideeën in de outline planning te vergelijken met de ideeën in de tekst van het conceptartikel. Bij het vergelijken van de alinea-indeling is bij deze deelnemers gekeken of de ideeën onder het kopje 'kern' of 'middenstuk' ook daadwerkelijk zijn verwerkt in het midden van de tekst. Het midden van de tekst betekent na de inleiding en voor het slot. Bij deelnemers die de alinea's specifiek benoemden, zoals deelnemer 10, is gekeken of deze alinea's ook in deze volgorde terugkwamen in de tekst. Dit bleek altijd het geval te zijn.

39

FIGUUR 20. SCHRIJFPLAN DEELNEMER 1

4.3.TOTSTANDKOMING VAN DE TEKST

Hoewel de deelnemers de volgorde van alinea’s uit hun outline planning in het schrijfproduct volledig overnamen, bleek uit de procesanalyse dat dit niet steeds de volgorde was waarin zij de tekst schreven. Voor de procesanalyse is gebruik gemaakt van het programma Inputlog waarmee tot in detail te achterhalen is hoe een tekst tot stand gekomen is. Uit de analyse van de Inpulog data is te zien dat acht van de twaalf deelnemers de alinea's van de tekst schreven in de volgorde van het plan. Gedurende het schrijfproces wijzigden zij niets aan de volgorde van de alinea's. Voor deze acht deelnemers geldt dat één van de deelnemers een weinig uitgewerkt schrijfplan gebruikte, twee deelnemers een schrijfplan in de categorie gemiddeld uitgewerkt gebruikten en de overige vijf deelnemers een zeer uitgewerkt schrijfplan gebruikten.

40

zij de tekst schreven. In het programma Inputlog is te zien dat acht van de twaalf deelnemers de alinea's van de tekst schreven in de volgorde van het plan. Gedurende het schrijfproces wijzigden zij niets aan de volgorde van de alinea's. Voor de acht deelnemers die hun tekst in dezelfde volgorde schreven als in het schrijfplan, geldt dat één van de deelnemers een weinig uitgewerkt schrijfplan gebruikte, twee deelnemers een schrijfplan in de categorie gemiddeld uitgewerkt gebruikten en de overige vijf deelnemers een zeer uitgewerkt schrijfplan gebruikten.

Vier van de deelnemers schreven de alinea's echter in een afwijkende volgorde. In tabel 5 is te zien om welke deelnemers dit precies gaat. De deelnemers 6 en 7 gebruikten een weinig uitgewerkt schrijfplan, deelnemer 4 schreef een gemiddeld uitgewerkt schrijfplan en deelnemer 10 schreef een zeer uitgewerkt schrijfplan.

Categorie schrijfplan Deelnemer Alinea’s in volgorde geschreven

weinig uitgewerkt 3 ja

weinig uitgewerkt 6 nee

weinig uitgewerkt 7 nee

weinig uitgewerkt 13 ja

gemiddeld uitgewerkt 4 nee

gemiddeld uitgewerkt 5 ja gemiddeld uitgewerkt 12 ja zeer uitgewerkt 1 ja zeer uitgewerkt 2 ja zeer uitgewerkt 8 ja zeer uitgewerkt 9 ja

zeer uitgewerkt 10 nee

zeer uitgewerkt 11 ja

TABEL 5. VOLGORDE VAN SCHRIJVEN ALINEA'S

De tekst kwam bij deze deelnemers op verschillende manieren tot stand. Voor twee van deze deelnemers is - door middel van de informatie uit de interviews - een verklaring te vinden voor het feit dat zij de tekst in een afwijkende volgorde schreven. Voor de twee andere deelnemers niet. Hieronder wordt het schrijfproces van de vier verschillende deelnemers besproken.

Deelnemer 10 (zeer uitgewerkt) begon met het schrijven van alinea 1. Daarna begint de deelnemer aan de tweede alinea. Voordat deze af is, begint de deelnemer met alinea 3 en pas als deze af is, wordt alinea 2 afgemaakt. De deelnemer geeft hierover zelf aan dat dit door tijdgebrek kwam:

41

"Ik heb eerst de helft van alinea 2 geschreven en toen dacht ik, ik heb nog heel weinig tijd dus laat ik maar een soort conclusie schrijven waar ik naartoe wil en toen heb ik later nog alinea 2 afgeschreven." Deelnemer 10.

Ook deelnemer 4 (gemiddeld uitgewerkt plan) schreef de tekst in een afwijkende volgorde van het plan. Na het schrijven van alinea 2 schrijft deze deelnemer alinea 4. Hoewel de deelnemer hier in het interview niets over zegt, geeft het conceptartikel een mogelijke verklaring. Het betreffende deel van de tekst wordt weergeven in afbeelding 21. In de afbeelding is te zien dat alinea's 2 en 4 voor een groot deel bestaan uit opsommingen van adviezen uit de Schijf van Vijf. Deze adviezen zijn overgenomen uit de bronnen. Tijdens het schrijven van deze stukken tekst is op het beeldmateriaal te zien dat de deelnemer de bronnen voortdurend raadpleegt. Door alinea 4 te schrijven na alinea 2 kan de deelnemer doorgaan met het overnemen van informatie uit de bronnen. Wanneer de deelnemer eerst alinea 3 had geschreven, had de deelnemer de bronnen weg moeten leggen en de informatie er later opnieuw bij moeten zoeken.

FIGUUR 21. ALINEA 2, 3 EN 4 VAN TEKST DEELNEMER 4

Dit gebruik van de bronnen is een mogelijke verklaring voor de afwijkende volgorde tijdens het schrijfproces. Na het schrijven van alinea 4, de alinea bestaande uit opsommingen uit één van de bronnen, is de deelnemer namelijk teruggegaan naar het einde van alinea 2 om vervolgens met het schrijven van alinea 3 te beginnen.