• No results found

Categorie 3: zeer uitgewerkt

4.2.1. I DEEËN IN HET PLAN EN DE TEKST

Na het indelen van de schrijfplannen en het identificeren van de ideeën, zijn de schrijfplannen en artikelen vergeleken met elkaar. Voor de schrijfplannen die minder uitgewerkt waren, was het soms lastig om ideeën uit het plan te vergelijken met ideeën in de tekst. Dit komt doordat soms niet direct duidelijk was wat een deelnemer met een idee bedoelde. Voor het vergelijken van de ideeën in de outline planning en in de tekst van het conceptartikel is daarom ook gebruik gemaakt van de informatie uit de interviews met de deelnemers. In deze interviews lichten de deelnemers het schrijfproces toe.

Tabel 3 toont de resultaten. Het percentage ideeën dat door deelnemers gemiddeld is verwerkt in de tekst is 71,7 procent (SD: 20,1, range: 41,7 - 100). Deelnemers met een schrijfplan in de derde categorie, zeer uitgewerkt, verwerkten 75 procent van de ideeën (SD: 15 , range 53,6 - 92,3) uit het plan in de tekst. Het

25

percentage ideeën dat verwerkt werd door deelnemers met een schrijfplan in de categorie gemiddeld uitgewerkt is 55,9 procent (SD: 7,5 range: 50 - 64,3). Deelnemers met een schrijfplan in de categorie weinig uitgewerkt verwerkten gemiddeld 81,1 procent (SD: 27,7, range 41,7 – 100) van de ideeën uit het plan in de tekst.

De deelnemers met een weinig uitgewerkt plan verwerken dus de meeste ideeën uit hun plan in de tekst. Daarna volgen de deelnemers met een zeer uitgebreid plan. De deelnemers met een gemiddeld uitgewerkt plan verwerken maar iets meer dan de helft van hun ideeën uit de outline planning in de tekst.

Categorie schrijfplan

Deelnemer Aantal ideeën in plan

Aantal ideeën in tekst

Percentage ideeën uit plan in tekst weinig uitgewerkt 3 16 15 93,8 weinig uitgewerkt 6 12 5 41,7 weinig uitgewerkt 7 9 8 88,9 weinig uitgewerkt 13 6 6 100 Gemiddelden 10,8 (SD = 3,5) 8,5 (SD = 3,9) 81,1 (SD = 23,1) gemiddeld uitgewerkt 4 14 9 64,3 gemiddeld uitgewerkt 5 14 7 50 gemiddeld uitgewerkt 12 15 8 53,3 Gemiddelden 14,3 (SD = 0,5) 8 (SD = 1) 55,9 (SD = 7,5) zeer uitgewerkt 1 14 9 64,3 zeer uitgewerkt 2 13 12 92,3 zeer uitgewerkt 8 28 15 53,6 zeer uitgewerkt 9 14 11 78,6 zeer uitgewerkt 10 21 15 71,4 zeer uitgewerkt 11 20 18 90 Gemiddelden 18,3 (SD = 5,3) 13,3 (SD = 2,9) 75 (SD = 13,7) TABEL 3. IDEEËN VERWERKT IN TEKST PER DEELNEMER MET GEMIDDELDEN EN STANDDAARDDEVIATIE

Hieronder wordt uit elke categorie één schrijfplan besproken. De besproken schrijfplannen zijn representatieve voorbeelden voor de andere schrijfplannen in hun categorie.

S

CHRIJFPLAN CATEGORIE

3:

ZEER UITGEWERKT

De deelnemers met een zeer uitgewerkt schrijfplan noteerden hun ideeën over het algemeen in korte zinnen. Hierdoor was het bij deze deelnemers over het algemeen niet lastig om ideeën te identificeren in de bijbehorende tekst. Gemiddeld kwam 75 procent van de ideeën uit het plan van deze deelnemers, terug in de geschreven tekst.

26

Eerder is gekeken naar het schrijfplan van deelnemer 11 (zeer uitgewerkt). Het schrijfplan van deze deelnemer met daarin de genummerde ideeën is te zien in figuur 9. Een deel van de ideeën is geel gearceerd: deze ideeën komen terug in de tekst van de deelnemer. De outline planning bestaat uit korte zinnen, gescheiden door een punt. Een nieuwe zin wordt vaak, maar niet altijd, met een hoofdletter gestart. Bij dit schrijfplan is elke korte zin dan ook als één idee geteld. Net als bij de andere schrijfplannen in deze categorie, worden de ideeën door de deelnemer gedetailleerd weergegeven. In totaal heeft deze deelnemer twintig verschillende ideeën in het plan genoteerd. In de tekst is te zien hoe de ideeën van deze deelnemer zijn genoteerd en op welke manier de ideeën in de tekst zijn verwerkt (zie figuur 10). Van de twintig in het schrijfplan genoteerde ideeën heeft deze deelnemer achttien ideeën verwerkt in de tekst van het conceptartikel.

Het eerste idee dat deze deelnemer heeft genoteerd is de titel van de tekst. Op het schrijfplan staat de titel genoteerd als 'Gezond eten: steeds belangrijker én moeilijker' (1). Deze zin telt als één idee: de zin is op te splitsen in verschillende woorden maar door de formulering en het gebruik van het woord én lijkt het alsof de deelnemer dit als één op zichzelf staand idee heeft bedoeld. Daarnaast noteert de deelnemer elk ander idee ook elke keer als één korte zin. In de tekst is dit eerste idee direct aan te wijzen en komt het idee terug als de titel van het stuk. In de uiteindelijke tekst (figuur 10) is overigens gekozen voor een iets afwijkende formulering, namelijk 'Gezond eten: steeds belangrijker én onuitvoerbaarder' (1). Het woord moeilijker is vervangen door onuitvoerbaarder. Ondanks het betekenisverschil lijkt de deelnemer met beide formuleringen hetzelfde te bedoelen.

27

FIGUUR 9. SCHRIJFPLAN DEELNEMER 11

Ook het derde idee van deelnemer 11 komt terug in de tekst: 'ook blijkt vlees kankerverwekkend' (3) is in de tekst uitgewerkt als 'Nu blijkt bewerkt vlees een significante invloed te hebben op hoe vatbaar je bent voor

kanker' (3). Dit idee is, net als idee 1, niet hetzelfde geformuleerd in het conceptartikel. Inhoudelijk komen de

ideeën echter overeen: in beide formuleringen komt naar voren dat (bewerkt) vlees kanker kan veroorzaken. In het plan lijkt de deelnemer echter voor een kortere formulering te hebben gekozen.

28

FIGUUR 10. TEKST DEELNEMER 11

Het merendeel van de ideeën van deze deelnemer was direct aan te wijzen in de tekst. Voor sommige ideeën was dit lastiger, zoals idee 17: ‘vanuit overheid’. Hier geeft de deelnemer geen inhoudelijke informatie over wat hij precies van plan is te gaan doen. Voor de deelnemer is dit ook een vrij korte manier van een idee noteren. Toch is ook dit idee aan te wijzen in de tekst. De deelnemer heeft een duidelijke structuur aangebracht in het plan, waardoor we in het plan zien dat hij van plan was dit idee te verwerken aan het einde van alinea 2 (in de tekst de één na laatste alinea). Bij het lezen van deze alinea vinden we aan het einde de volgende zin: ‘Kan de

overheid de producten die goed voor je zijn niet subsidiëren en de kankerverwekkende rommel waar je aderen van dichtslippen niet belasten?’ Het woord overheid dat terugkomt in de tekst, maakt het al aannemelijk dat

29

hier hetzelfde idee mee wordt bedoeld. Daarnaast geeft het woord vanuit aan dat er iets vanuit de overheid moet komen. Dit kan uiteraard van alles zijn: een regel, advies, wet. In het conceptartikel heeft de schrijver vervolgens geschreven dat de overheid belasting moet heffen op ongezond eten. Het idee lijkt daarmee terug te komen in deze zin. Het is dan ook zeer aannemelijk dat de deelnemer met deze zin hetzelfde idee bedoelt.

S

CHRIJFPLAN CATEGORIE

2:

GEMIDDELD UITGEWERKT

De deelnemers met een schrijfplan in deze categorie noteerden ideeën op verschillende manieren, namelijk door middel van korte zinnen maar ook door steekwoorden. Dit maakte het soms lastiger om ideeën te identificeren in de tekst. Deze deelnemers verwerkten ook minder ideeën uit het plan in hun tekst. Gemiddeld verwerkten zij 55,9 procent van de ideeën uit hun outline planning in de tekst.

Het schrijfplan van deelnemer 4 (gemiddeld uitgewerkt) is te zien in figuur 11. Het plan van deze deelnemer bestaat uit korte zinnen en steekwoorden. De tekst van deze deelnemer wordt weergeven in figuur 12. Deze deelnemer verwerkte negen van de veertien ideeën in de tekst.

FIGUUR 11. SCHRIJFPLAN DEELNEMER 4

Het eerste idee van deze deelnemer lijkt twee keer te zijn genoteerd: één keer als ‘’de schijf van vijf wordt

aangepast’ (1) en twee regels later als ‘aanpassen schijf van vijf’ (1). In de tekst wordt dit idee als tweede idee

uitgewerkt: ‘Op basis daarvan gaat het Voedingscentrum de Schijf van Vijf aanpassen.’ Hoewel deze deelnemer de ideeën iets minder uitgebreid heeft uitgeschreven in het plan, zijn de meeste ideeën in de tekst nog steeds goed aan te wijzen. Dit was ook het geval bij de andere twee schrijfplannen binnen deze categorie. De schrijfplannen geven inhoudelijk dus nog steeds redelijk veel informatie over de ideeën van de deelnemers.

30

Later in het plan noteerde de deelnemer ideeën iets minder uitgebreid. Het gaat hier om de ideeën 10, 11 en 12. Deze ideeën zijn door de deelnemer als steekwoorden genoteerd en lijken te zijn gekoppeld aan het idee ‘persoonlijk advies’ (9). In de tekst van deze deelnemer komen deze steekwoorden echter niet meer terug. Het woord vlees wordt meerdere malen gebruikt, maar geen enkele keer in combinatie met een (persoonlijk) advies. Om die reden telt dit idee niet als idee dat terugkomt in de tekst.

Wat verder nog opvallend is aan de verwerking van ideeën in de tekst is dat deze deelnemer de ideeën uit de outline planning niet in dezelfde volgorde laat terugkomen in de tekst. Waar deelnemer 11 dit nog wel deed, zien we hier dat deelnemer 4 de volgorde van de ideeën soms heeft aangepast. De volgorde van de ideeën in het plan en in de tekst zal geanalyseerd worden in paragraaf 4.2.3.

FIGUUR 12. TEKST DEELNEMER 4

S

CHRIJFPLAN CATEGORIE

1:

WEINIG UITGEWERKT

De schrijfplannen van de deelnemers uit deze categorie bestaan voornamelijk uit korte steekwoorden. Dit maakte het soms lastig om ideeën uit het plan te identificeren in de tekst. Bij deze deelnemers was het

31

daardoor soms noodzakelijk om de informatie uit de interviews te gebruiken voor het identificeren. Gemiddeld kwamen er wel veel ideeën uit het plan van de deelnemers terug in de tekst. Gemiddeld ging het om 81,1 procent van de ideeën.

Het schrijfplan van deelnemer 3 (weinig uitgewerkt) is een goed voorbeeld voor de plannen in deze categorie. Het schrijfplan van deze deelnemer is te zien in figuur 13 en de tekst in figuur 14. Zoals te zien is in figuur 14 komen maar liefst vijftien van de zestien ideeën van deze deelnemer terug in het conceptartikel. Het eerste idee op het schrijfplan is genoteerd door middel van het steekwoord 'twijfel' (1). Dit woord komt niet letterlijk terug in de tekst. Ook is op het eerste gezicht niet direct duidelijk wat de deelnemer precies bedoelt met dit woord, maar deelnemer gaf hier tijdens het interview wel informatie over. Op de vraag waar de deelnemer aan dacht toen de deelnemer begon met schrijven, kwam het volgende antwoord:

"Nou dat was eigenlijk wat ik zelf ook de hele tijd dacht bij het lezen van dat artikel. Van dat bijvoorbeeld gezond eten heel belangrijk is, maar hoe weet je als consument nou eigenlijk wat gezond is?" Deelnemer 3.

Het sterkst komt deze gedachte naar voren in de zin die in de tekst ook is gemarkeerd met nummer 1: 'Erg fijn,

maar zo weet je als consument niet meer wie er daadwerkelijk de waarheid spreekt. Hoe weet ik nou wat echt gezond is?'.

FIGUUR 13. SCHRIJFPLAN DEELNEMER 3

Veel van de ideeën van deze deelnemer zijn door middel van steekwoorden genoteerd: ‘gevoel’, ‘angst’ en

‘gezond’ bijvoorbeeld. Voor sommige van de ideeën geldt dat ze letterlijk terugkwamen in de tekst. Het idee ‘angst’, dat volgens de structuur van de outline planning in alinea 2 moet komen (de derde alinea van de tekst),

32

is aan te wijzen. In de tekst is dit idee verwerkt in de zin ‘het nieuws heeft bij sommige mensen daadwerkelijk

voor angst gezorgd’. Het woord gevoel komt echter nergens terug in de tekst. Dit woord kan ook verschillende

dingen betekenen: het zou kunnen dat de deelnemer het idee heeft genoteerd omdat ze het idee letterlijk terug wilde laten komen. Het is ook mogelijk dat ze met dit idee een gevoel wilde beschrijven. Op basis van de informatie in het plan, de tekst of het interview is dit echter moeilijk vast te stellen.

Andere ideeën uit het plan van deze deelnemer waren een stuk gemakkelijker terug te vinden in de tekst van het artikel, zoals 'actualiteit (nieuwe Schijf van Vijf'). In de tekst kwam dit idee terug als 'Het Voedingscentrum

heeft net haar nieuwe Schijf van Vijf bekend gemaakt'. Hoewel ook hier de formulering van het idee inhoudelijk

minder is uitgewerkt dan het geval was bij deelnemer 11, was het idee toch duidelijk genoeg geformuleerd in het plan om het terug te kunnen vinden in het conceptartikel. Het woord 'net' (‘Het Voedingscentrum heeft net

haar nieuwe Schijf van Vijf bekend gemaakt’) verwijst duidelijk naar de actualiteit.

33

Tenslotte valt ook voor deze deelnemer op te merken dat de volgorde van de ideeën in de tekst afwijkt van de volgorde van de ideeën in de outline planning (zie voor analyse daarover paragraaf 4.2.3). Bovendien wordt uit deze tekst duidelijk dat de formulering van de ideeën in de tekst soms sterk afwijkt van de formulering van de ideeën in de outline planning. Voor deze deelnemer is dat ook logisch gezien de korte steekwoorden in het plan. Zoals we reeds eerder gezien hebben in de eerdere voorbeelden geldt echter voor andere deelnemers dat er soms duidelijke overlap is tussen de formulering van de ideeën in de outline planning en in de tekst. In de volgende paragraaf zal die overlap geanalyseerd worden in termen van terugkerende frases.

4.2.2.F

RASES

Tijdens het analyseren van de ideeën van de deelnemers viel op dat sommige ideeën zeer specifiek genoteerd waren door de deelnemer en dat diezelfde specifieke formulering werd gebruikt in de tekst. Figuur 15 toont hier een voorbeeld van, afkomstig uit het plan van deelnemer 9 (voorbeeld van zeer uitgewerkt plan). De deelnemer heeft hier een aantal ideeën achter elkaar geplaatst in korte zinnen gescheiden door een komma, waaronder 'probeer een dag zonder vlees eten te overleven'. Dit idee is in het plan specifiek geformuleerd en onderstreekt (zie figuur 15). In de tekst van deze deelnemer komt dit idee in vrijwel dezelfde woorden terug (zie figuur 16). Dit in tegenstelling tot de andere ideeën die te zien zijn in de afbeeldingen, zoals 'kom niet te

vaak bij een fastfoodrestaurant' en 'koop voor de grap eens groente en fruit en google wat je ermee kunt bereiden'. Deze twee ideeën zijn ook specifiek genoteerd in de outline planning maar de deelnemer heeft de

ideeën anders geformuleerd in de tekst. Niet alleen zijn er andere woorden gebruikt, ook inhoudelijk is het idee aangepast.

FIGUUR 15. VOORBEELD FRASE IN PLAN DEELNEMER 9

FIGUUR 16. VOORBEELD FRASE IN TEKST

In dit onderzoek worden ideeën als 'probeer een dag zonder vlees eten te overleven' frases genoemd. Een frase is een idee dat door de deelnemer als (deel van een) zin is genoteerd in het schrijfplan, waarbij gekozen is voor een specifieke formulering die in de tekst van de deelnemer ook terugkomt. Niet alle deelnemers lieten frases uit hun schrijfplan terugkomen in de tekst. In totaal gaat het om vijf deelnemers: deelnemers 2, 5, 9, 11 en 12. Daarvan schreven deelnemers 2, 9 en 11 een zeer uitgewerkt schrijfplan. Het schrijfplan van deelnemer 5 is ingedeeld in de tweede categorie, gemiddeld uitgewerkt, en het schrijfplan van deelnemer 12 in de categorie weinig uitgewerkt. We zien het gebruik van frases dus vooral bij deelnemers met een zeer uitgewerkt schrijfplan. Wat opvallend is bij de twee deelnemers met een gemiddeld of een weinig uitgewerkt plan, is dat beide keren de titel van het artikel een frase is. De rest van de ideeën van deze deelnemers is algemeen en/of door middel van steekwoorden geformuleerd. Het lijkt alsof deze deelnemers al tijdens het maken van de

34

outline planning hebben nagedacht over het formuleren van een passende titel. Bij de andere ideeën hebben

ze dit niet gedaan en lijken ze de specifieke formulering van ideeën uit te werken tijdens het schrijven van het conceptartikel.