• No results found

Protocol lettergreeptraining kinderen groep 5 en

Training 5 Oefenen alle voor en achtervoegsels

Benodigdheden: - Pen, scoreformulier

- Computer met Leesversneller en bestanden: 1) woordleestaak training 5

2) leestekst training 5 Op de camping

1. Inleiding training 5

Het kind vertellen dat er vanaf vandaag alleen nog maar wordt gelezen vanaf de computer.

2. Computer woordleestaak

Kind een lijst woorden laten lezen met behulp van de computer.

De woorden die straks in beeld verschijnen hebben wede vorige keren ook al geoefend, dus misschien herken je ze al. Start het programma Leesversneller op. Selecteer de woordleestaak

van training 5.

De woorden die zo op het scherm komen hebben we per woordstukje roodgemaakt. Tijdens het lezen is het de bedoeling dat jij steeds het woord hardop leest, maar je moet met het woordstukje dat rood is gemaakt meelezen. We gaan het eerst samen proberen, oké? Laat het programma beginnen en lees het eerste woord per rood woordstukje hardop voor en leg uit wat je doet. Laat het tweede en derde woord door het kind produceren, zet de oefening stop en vraag of het begrepen is.

Ben je klaar om dit nu zelf te doen? Start het programma weer. Begin maar. Tussendoor uitleg geven als het niet begrepen is.

Volg onderstaande procedure om de snelheid tussentijds aan te passen. Kijk op het scoreformulier van het kind en stel de lettergreepsnelheid in op de snelheid van de laatst gelezen 12 woorden in training 3. Begin met het eerste scherm; na een tweede keer vastlopen of na een tweede fout wordt de snelheid met eenmaal 2 lettergr/min omlaag gebracht. Als er één of geen fouten worden gemaakt laat je de snelheid met 2 lettergr/min oplopen voor het volgende scherm. Deze procedure herhaalt zich na ieder gelezen scherm. Let op! Het aantal lettergrepen

per minuut van het laatste scherm dient genoteerd te worden op het scoreformulier. Dit is de beginstand voor de volgende woordleestaak.

3. Computer tekstleestaak

Korte kennismaking met de markering van de lettergrepen in het computerprogramma.

Straks ga je weer een verhaaltje lezen op de computer. Net als bij de vorige oefening worden de woordstukjes rood gemaakt. Nu gaan we weer proberen wat sneller te lezen. Start het programma leesversneller op en selecteer de tekst ‘Op de camping’. De beginsnelheid van de markering is eindsnelheid van training 4 minus (-) 5 lettergr/min, en dus per kind verschillend.

Probeer mee te lezen met het rode stukje, maar ga niet zo snel dat je fouten maakt. Ok, nu gaat het echt beginnen, zet ‘m op! Laat het kind hardop het eerste scherm (circa 100 woorden) lezen. Volg onderstaande procedure om de snelheid tussentijds aan te passen.

Begin met het eerste scherm (ongeveer de eerste 100 woorden), na een tweede keer vastlopen wordt de snelheid omlaag gebracht naar met 5 lettergr/min. Bij elke volgende fout wordt de snelheid met eenmaal 5 lettergr/min omlaag worden gebracht. Totdat het kind geen fouten meer maakt. Dit ‘bereikte’ niveau is de startsnelheid voor het volgende scherm. Als er het volgende scherm vloeiend gelezen wordt, laat je de snelheid met eenmaal 5 lettergr/min oplopen voor het volgende scherm tot het kind weer vastloopt en je de snelheid met eenmaal 5 lettergr/min omlaag brengt. Let op! Noteer van de laatste honderd woorden (het laatste scherm) het aantal fout gelezen woorden en het aantal lettergrepen per minuut op het scoreformulier.

Laat het kind de tekst aflezen en geef positieve feedback. Neem afscheid van het kind, zeg dat hij goed gewerkt heeft en vertel wanneer jullie weer verder gaan.

Training 6 - Oefenen alle voor- en achtervoegsels

Benodigdheden: - Pen, scoreformulier

- Computer met Leesversneller en bestanden: 1) woordleestaak training 6

2) leestekst training 6 Het nieuwe buurmeisje

1. Inleiding training 6. Computer woordleestaak

Kind een lijst woorden laten lezen met behulp van de computer.

De woorden die straks in beeld verschijnen hebben wede vorige keren ook al geoefend, dus misschien herken je ze al. Start het programma Leesversneller op. Selecteer de woordleestaak

van training 6.

De woorden die zo op het scherm komen hebben we per woordstukje roodgemaakt. Tijdens het lezen is het de bedoeling dat jij steeds het woord hardop leest, maar je moet met het woordstukje dat rood is gemaakt meelezen. We gaan het eerst samen proberen, oké? Laat het programma beginnen en lees het eerste woord per rood woordstukje hardop voor en leg uit wat je doet. Laat het tweede en derde woord door het kind produceren, zet de oefening stop en vraag of het begrepen is.

Ben je klaar om dit nu zelf te doen? Start het programma weer. Begin maar. Tussendoor uitleg geven als het niet begrepen is.

Volg onderstaande procedure om de snelheid tussentijds aan te passen. Kijk op het scoreformulier van het kind en stel de lettergreepsnelheid in op de snelheid van de laatst gelezen 12 woorden in training 3. Begin met het eerste scherm; na een tweede keer vastlopen of na een tweede fout wordt de snelheid met eenmaal 2 lettergr/min omlaag gebracht. Als er één of geen fouten worden gemaakt laat je de snelheid met 2 lettergr/min oplopen voor het volgende scherm. Deze procedure herhaalt zich na ieder gelezen scherm. Let op! Het aantal lettergrepen per minuut van het laatste scherm dient genoteerd te worden op het scoreformulier. Dit is de beginstand voor de volgende woordleestaak.