• No results found

2. Van Averijhaven tot Energiehaven 25

2.2. Nut en noodzaak Energiehaven

2.2.1. Nut en noodzaak

Daarnaast is over het toekomstig gebruik van de Averijhaven tussen het Rijk, de gemeente Amsterdam en de gemeente Velsen een convenant opgesteld. In dat convenant is in de basis afgesproken dat het bag-gerdepot op termijn ontmanteld moet worden.

Op basis van de geconstateerde nautische onveilige situatie en het convenant Averijhaven is het project Lichteren Buitenhaven IJmuiden tot stand gekomen. Dit heeft ertoe geleid dat de gemeente Velsen in 2016 het bestemmingsplan Averijhaven heeft vastgesteld; dit bestemmingsplan maakt het mogelijk om de Averijhaven in te richten als lichterlocatie.

Voordat de werkzaamheden voor het ontmantelen van het baggerdepot en het verplaatsen van de lich-terlocatie naar de Averijhaven zijn gestart, is echter marktvraag ontstaan naar een bedrijventerrein met kade ten behoeve van de bouw en het onderhoud van windparken op zee. In het onderzoek “Kentallen Kosten Baten Analyse” (kKBA) 3 uit 2018 is geconcludeerd dat de strategische locatie van de Averijhaven kansen biedt voor bedrijvigheid gerelateerd aan de energietransitie, door het faciliteren van de realisatie en exploitatie van windparken op zee. De voorgenomen verplaatsing van de lichterlocatie naar de Averij-haven kan geen doorgang vinden als de AverijAverij-haven ingericht wordt tot EnergieAverij-haven. De huidige lichter-locatie in het Noorderbuitenkanaal is een nautisch knelpunt en moet worden verplaatst, hiervoor biedt het Noorderbuitenkanaal voldoende ruimte.

2.2. Nut en noodzaak Energiehaven

In de NRD4 is het planvoornemen beschreven zoals dat in december 2019 is vastgesteld op basis van de analyses in het kKBA en in bijlage 1 van de NRD. Dit voornemen is gekozen op basis van een rendabele business case voor de Energiehaven én een lichterlocatie die zoveel mogelijk voldoet aan de principes van

‘vlot en veilig’ voor het scheepvaartverkeer. Deze paragraaf licht de noodzaak voor de Energiehaven toe en geeft een samenvatting van het trechteringsproces dat is doorlopen om tot het planvoornemen te komen.

2.2.1. Nut en noodzaak

De opgave voor de Energiehaven bestaat uit twee delen:

1. de aanleg van een nautisch veilige lichterlocatie (verplaatsing bestaande lichterlocatie);

2. een uitvalsbasis creëren voor de realisatie en het onderhoud van de offshore windvelden.

3 Rho Adviseurs voor leefruimte in opdracht van Provincie Noord-Holland (juni 2018). Energiehaven IJmond, Velsen, Kentallen Kos-ten BaKos-ten Analyse (definitief concept), zie bijlage 1b.

4Van Averijhaven tot Energiehaven IJmuiden - Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor de m.e.r.-procedure voor de bestemmings-planwijziging, Royal Haskoning DHV, 5 december 2019.

26 Van Averijhaven tot Energiehaven

Nautisch veilige lichterlocatie

Zoals in paragraaf 1.1 aangegeven vormt de huidige lichterlocatie (IJ-palen) een nautisch knelpunt. Deze lichterlocatie is vanaf 1998 in gebruik genomen. Ondertussen heeft een schaalvergroting in de scheep-vaart plaatsgevonden. Met de bouw van een grotere zeesluis wordt geanticipeerd op de komst van meer en grotere schepen. Tevens is er afgelopen jaren meer inzicht gekomen in de invloed van passerende schepen op de troskrachten van afgemeerde schepen.

In het verleden hebben zich verscheidene incidenten voorgedaan rondom de lichterlocatie en is gebleken dat in bepaalde situaties nautische knelpunten ontstaan. Hier liggen verschillende oorzaken aan ten grondslag, zoals:

- De lichtervoorziening ligt in de vaargeul naar de Noordersluis en de Hoogovenhaven, wanneer een schip aan de IJ-palen ligt afgemeerd, wordt de vaarweg aanzienlijk versmald, wat de doorvaart van bepaalde grote of windgevoelige schepen bemoeilijkt.

- Door de zuigende werking van sommige passerende grote schepen, kunnen trossen breken van bulk-carriers aan de IJ-palen.

- In verband met de zuigende werking moeten passerende schepen hun snelheid verminderen, terwijl ze tijdens het binnenlopen tevens een bepaalde minimumsnelheid moeten hebben om te kunnen manoeuvreren.

Door de vervanging in 2019 van de lichterinstallatie door twee nieuwe afmeerpalen en zes trospalen, liggen de schepen aanzienlijk beter afgemeerd en is de kans op incidenten sterk afgenomen.

Daarnaast is het verplaatsen van de lichterlocatie een voorwaarde voor de geplande uitbreiding van het zeesluizencomplex in het Noorderbuitenkanaal. Om deze redenen moet de huidige lichterlocatie worden verplaatst.

Marktpotentie offshore wind

Nederland heeft grote ambities op het gebied van offshore wind. Figuur 2.1 geeft de structuurvisiekaart uit de ontwerp-structuurvisie “Windenergie op Zee” waarop de locaties van de windvelden op zee worden aangegeven die in de komende 30 jaar tot ontwikkeling gebracht zouden moeten worden5. Gefaseerd naar jaren geeft figuur 2.2 het jaarlijks aantal te realiseren windturbines aan op basis van het Energieak-koord (tot 2023), de Energieagenda (tot 2030) en de realisatie van 30 GW tot 2050 nabij de Doggerbank678.

5 Ministerie van Infrastructuur en Milieu & Ministerie van Economische Zaken (juli 2016). Ontwerp-Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee: Aanvulling gebied Hollandse kust. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-776490.pdf

6 SER (september 2013). Energieakkoord voor duurzame groei. http://www.ser.nl/~/media/files/internet/publicaties/ove-rige/2010_2019/2013/energieakkoord-duurzame-groei/energieakkoord-duurzame-groei.ashx

7 Ministerie van Economische Zaken (december 2016). Energieagenda: naar een CO-arme energievoorziening.

https://www.rijks-Van Averijhaven tot Energiehaven 27

Rho adviseurs voor leefruimte 98004.20200174

vestiging Rotterdam

Figuur 2.1: Structuurvisiekaart wind op zee (Ontwerp-Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee, Min. I&M)

Figuur 2.2: Marktpotentie offshore wind9

9 HaskoningDHV Nederland B.V. (9 februari 2017). Eindrapport Offshore Strategie.

28 Van Averijhaven tot Energiehaven

Op 27 maart 2018 heeft de Minister van Economische Zaken een brief naar de Tweede kamer gestuurd waarin hij de ambities toelicht ten aanzien van het voorgenomen toe te voegen vermogen van wind op zee in de periode 2023-2030, inclusief een fasering en het jaartal van geprognosticeerde in gebruik name10. In de brief wordt de routekaart voor de realisatie van windmolens op zee in de jaren 2023-2030 aangegeven. In de routekaart tot 2030 wordt ervan uitgegaan dat in de periode 2023-2030 minimaal 7 gigawatt aan vermogen gerealiseerd wordt.

In de routekaart wordt tevens een beperkte doorkijk gegeven voor de periode na 2030:

- voortzetting van de bouw van windparken op zee in de al aangewezen windenergiegebieden;

- regie door het Rijk bij de ruimtelijke besluiten en voorbereidende onderzoeken;

- stimuleren van innovatie en concurrentie;

- voorbereiding op grootschalige multinationale windparken en op internationale verbindingen op zee.

Dit betekent dat er in de periode tot 2050 van de marktpotentie offshore wind uitgegaan wordt van:

- Periode 2023-2030: totaal volume 11,5 gigawatt (toevoeging in periode: 7 gigawatt);

- Periode 2031-2050: totaal volume 32 gigawatt (toevoeging in periode: 20,5 gigawatt).