• No results found

Nogmaals onderwijs

In document Niet langer met de ruggen naar elkaar (pagina 144-148)

De Sultan Ahmet Moskee in Zaandam Zuidoost

3.5 Nogmaals onderwijs

In het vorige hoofdstuk stelden we dat vanwege de voortgeschreden onderwijssegregatie er om interetnische contact te stimuleren niet zozeer behoefte is aan ontmoetingsac- tiviteiten op school, maar tussen scholen. In Zaanstad vonden we hiervan een fraai voorbeeld. Hier draait al jaren een stedelijk uitwisselingsproject dat beoogt een beter begrip voor elkanders cultuur tot stand te brengen door kinderen en ouders van ver- schillende groepen bij elkaar te laten logeren. De gedachte is dat kinderen door bij elkaar te logeren de dagelijkse gang van zaken in de huishouding zien van een andere dan hun eigen cultuur. Het idee voor het project 'Logeren om te leren' (LOL) ontstond in 1996, toen 25 kinderen van christelijke basisschool de Loopplank (een overwegend zwarte school) en de openbare basisschool Herman Gorter (overwegend witte school) met acht leerkrachten van beide scholen op uitnodiging van de Turkse omroep TRT naar Turkije gingen om mee te doen aan het Internationaal Kinderfeest (23 april). Deze ervaring, en met name de ervaring met de gastgezinnen waar de kinderen toen verbleven, was zo positief dat er een werkgroep werd opgericht met als doel het organiseren van een uitwisseling met groepjes kinderen uit verschillende culturen. Deze werkgroep is inmiddels overgaan in de stichting Logeren om te leren.

Er zijn inmiddels vijf Zaanse basisscholen bij het project betrokken. Ieder jaar kunnen tussen de tien en twintig kinderen mee naar het kinderfestival in Ankara. Tijdens het verblijf worden de kinderen ondergebracht bij gastgezinnen. Voor kinderen is dit een behoorlijk spannende, emotionele en gezellige leerreis. Het is spannend om een andere cultuur van zo dichtbij mee te maken, emotioneel omdat het ver van huis is en de ouders niet mee gaan, en leerzaam omdat ze met een veelvoud aan facetten van de Turkse cultuur te maken krijgen.

“Ze nemen op een heel natuurlijke manier kennis van een andere cultuur. Het gaat om verschillen, maar ook juist over dingen die hetzelfde zijn. Op deze manier proeven ze aan andere culturen” (Resp. 15).

Het project 'Logeren om te leren' is niet alleen gericht op uitwisseling tussen de Zaanse basisscholen en Turkije, maar als een spin-off ontstond ook een uitwisseling tussen de vijf betrokken basisscholen. Het interessante is dat de scholen die aan het LOL- project meedoen qua etnische samenstelling sterk van elkaar verschillen. Van de vijf

RMO

advies 37

145

Bijlage 3: De w aarde v an interetnisc h cont act

betrokken basisscholen kan er één (een christelijke basisschool) als 'zwart' gekarakte- riseerd worden, met overwegend allochtone leerlingen. Twee andere basisscholen (een openbare en een christelijke) kunnen met slechts 10 procent leerlingen van bui- tenlandse komaf 'wit' genoemd worden. De resterende twee scholen zijn qua etnische samenstelling redelijk gemengd. Het LOL-project fungeert als brug tussen de etnisch gesegregeerde basisscholen en brengt kinderen én ouders van witte en zwarte basis- scholen in Zaandam Zuidoost jaarlijks in ieder geval voor minimaal één nacht letterlijk dicht bij elkaar. Het feit dat het gaat om ontmoeting tussen scholen in plaats van ont- moetingen binnen één school maakt het LOL-project uniek en zeker voor de onderhavige studie zeer relevant.

Het jaarlijks terugkerende logeerweekend begon in april 1997 op het gemeentehuis met een ontmoeting tussen 46 deelnemende kinderen en hun ouders. De kinderen kunnen vooraf opgeven of ze uit logeren willen gaan of dat ze liever een kind bij hen thuis willen uitnodigen. Vervolgens worden ze aan elkaar gematched: kinderen van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht, maar uit een andere cultuur logeren een nachtje bij elkaar. Vooraf kunnen kinderen met elkaar schrijven of bellen. De kinderen ontmoeten elkaar op een feestelijke bijeenkomst in de moskee of gemeentezaal, gaan daarna mee met het gastgezin en zijn de volgende ochtend te gast op de school van het kind uit het gastgezin. Inmiddels doen jaarlijks ruim 100 kinderen mee aan het Logeerproject. Kinderen uit groep 7 en 8 (soms uit groep 6) logeren één nacht bij een kind met een andere culturele achtergrond thuis. De volgende dag wordt er tijdens de les uitgebreid aandacht aan de nacht bij het gastgezin besteed. Zowel de kinderen als hun ouders zijn erg enthousiast over de logeerpartijen. Vaak gaat het verder dan die ene overnachting en houden kinderen en hun ouders ook daarna nog contact met elkaar. Het project heeft de aanmoedigingsprijs van de stichting Noord-Holland NU gekregen.

Naast het logeren bij kinderen van andere scholen in Zaanstad, wat nu al negen keer heeft plaats gevonden, zijn Zaanse basisschoolleerlingen inmiddels ook al drie keer naar het kinderfestival in Ankara geweest. Dit kinderfestival is een grootschalig evenement waaraan kinderen uit vijftig tot tachtig landen deelnemen. Behalve kinderen uit Zaanstad hebben ook basisschoolleerlingen Amsterdam, Almere en Beverwijk één of meerdere keren aan dit project meegedaan. Deze trip van Nederlandse basisschoolleerlingen naar het Kinderfestival in Ankara wordt vanuit Nederland georganiseerd. De organi- satie en de kinderen vertegenwoordigen Nederland op het festival. De projectleider vertelt over de achtergronden van dit project:

“We moeten ook vooral leuke dingen met elkaar doen, in plaats van alleen maar praten en stilstaan bij de dingen die slecht gaan. Ik heb ook het gevoel dat de moord op Theo van Gogh en Pim Fortyn in Zaandam Zuidoost tot minder spanningen en problemen heeft geleid dan in andere soortgelijke wijken en steden in Nederland. In deze wijk is minder frustratie en meer tolerantie dan in andere wijken” (Resp. 15).

RMO

advies 37

146

Niet langer met de r

uggen naar elkaar

De organisator hoopt dat het project ertoe bijdraagt dat er meer kennis over en weer is over verschillen en overeenkomsten tussen de culturen. Centraal staat het wegha- len van vooroordelen en het stimuleren van onderlinge verdraagzaamheid en bin- ding tussen kinderen met verschillende culturele achtergrond.

“Tien jaar geleden was er veel meer een wij-zijgedachte. Veel mensen waren toen ook erg tegen de moskee in de wijk. De autochtonen zeggen nu dat het ook 'hun' moskee is. Het contact tussen de groepen en de bekendheid met en kennis over de Turkse cultuur hebben hieraan bijgedragen” (Resp. 15).

Het project 'Logeren om te leren' (LOL) heeft duidelijk een hoger doel dan alleen het stimuleren van een ontmoeting tussen kinderen met verschillende culturele achtergron- den. De these van de projectleider is dat meeting leidt tot kennisuitwisseling, en uit- eindelijk tot begrip van en respect voor elkaar. Het contact in Zaanstad tussen kinderen uit verschillende bevolkingsgroep en het contact van Zaanse basisschoolleerlingen met kinderen en docenten in Turkije (en met het Turkse onderwijssysteem) zorgt ervoor dat de betrokkenen op een natuurlijke wijze kennis krijgen over de overeen- komsten en verschillen tussen andere culturen - de Turkse cultuur in het bijzonder.

3.6

Conclusie

In dit hoofdstuk zijn een aantal initiatieven en projecten beschreven waarvan de bedoeling verder gaat dan alleen het bevorderen van een ontmoeting tussen mensen met verschillende culturele en etnische achtergronden. De rode draad in de hier besproken initiatieven en projecten is dat gepoogd wordt om mensen, groepen en organisaties met verschillende achtergronden daadwerkelijk met elkaar in gesprek te brengen, zodat ze kunnen kennisnemen van elkaar en er misschien meer wederzijds begrip en respect ontstaat. Dit laatste is overigens niet zeker. Elkaar leren kennen leidt niet automatisch tot meer begrip en meer respect voor elkaar. Mensen kunnen elkaar leren kennen en tot de ontdekking komen dat ze elkaar echt niet mogen. Bekend maakt niet altijd bemind. Toch is dat niet de ervaring bij de hier besproken initiatieven en projecten. Zelfs het Rotterdamse islamdebat waarvan velen aanvankelijk vreesden dat het vooral polariserend zou werken en de 'wij-zijtegenstellingen' in de stad zouden verscherpen, werkte uiteindelijk toch positief uit, althans volgens betrok- kenen. Zoals de geciteerde Rotterdamse moskeebestuurder zei: “Moslims en niet-moslims zijn met elkaar in gesprek, spreken steeds minder over wij en zij.”

Een kenmerk van de hier beschreven initiatieven en projecten is dat ze zich doorgaans niet richten op een algemeen publiek, maar op specifieke groepen. Veel activiteiten richten zich op vrouwen, andere activiteiten op kinderen (en in tweede instantie op hun ouders). Ook 'geloven' is een gemeenschappelijk referentiekader waarbinnen interetnische contacten en interreligieuze uitwisselingen (in de Verenigde Staten spreekt men van 'interfaith meetings') mogelijk zijn. Het belang van godsdienst en interreligieuze ontmoetingen als middel om interetnisch contact te bevorderen was

RMO

advies 37

147

Bijlage 3: De w aarde v an interetnisc h cont act

voor ons redelijk verrassend. Wij zouden in ons sterk geseculariseerde Nederland bijna vergeten dat godsdienst voor veel migrantengroepen erg belangrijk is. Dit geldt niet alleen voor moslims, maar ook voor de vele en veelkleurige christelijke migranten- kerken die overal in de grote steden van ons land ontstaan. Interreligieuze uitwisselingen tussen gevestigde en nieuwe christelijke kerken en groepen, joodse synagogen en islamitische moskeeën bieden ongekende aanknopingspunten voor interetnische en interculturele contacten.

In dit hoofdstuk is ook uitvoerig stilgestaan bij het Rotterdamse islamdebat zoals dat de afgelopen twee jaar is gevoerd. Het Rotterdamse islamdebat is waar- schijnlijk het bekendste en meest besproken voorbeeld van een interculturele dialoog in Nederland. Hoewel het nog te vroeg is om iets definitiefs over de uitkomsten en effecten van dit debat te zeggen, zijn betrokkenen er verrassend positief over. Hoewel aanvankelijk werd gevreesd dat het debat de polarisatie en etnische tegen- stellingen in de stad zou versterken, melden deelnemers aan de debatten dat er juist een open gesprek is ontstaan en dat er juist niet meer in termen van 'wij' en 'zij' wordt gesproken. Bij de kleinschaliger wijk- en buurtdebatten was dit in nog sterkere mate het geval dan bij de grotere stadsdebatten. Ook wanneer men naar de gemaakte afspraken van het slotdebat, de concrete uitkomsten van het Rotterdamse islamdebat, kijkt kan men niet volhouden dat de hele exercitie 'tegen allochtonen' of 'tegen moslims' was gericht. Rotterdammers worden opgeroepen niet te discrimineren en een 'respectvolle dialoog' met elkaar aan te gaan. Het Rotterdamse gemeentebestuur zou een actief antidiscriminatiebeleid moeten voeren en bovendien met werkgevers moeten spreken over meer werkgelegenheid voor allochtone groepen. Omgekeerd wordt van moslimorganisaties verwacht dat ze actief stelling nemen tegen religieus getint geweld en dat ze zich openstellen voor de Nederlandse samenleving.

Natuurlijk is het de vraag wat er in de praktijk van deze afspraken terechtkomt. Maar voorlopig lijkt het erop dat het islamdebat de Rotterdammers van verschillende achtergronden dichter bij elkaar heeft gebracht.

Het Rotterdamse islamdebat is uitvoering besproken en becommentarieerd in de Nederlandse media. Ver weg van al deze media-aandacht gebeuren er ook nog andere aardige dingen, zoals het project 'Logeren om te leren' (LOL) in Zaanstad. Kinderen van verschillende scholen en met verschillende culturele achtergronden logeren bij elkaar en gaan met elkaar naar school. Dit intercultureel logeren is zo belangwekkend omdat het een concreet antwoord geeft op de vraag hoe kinderen van verschillende etnische groepen - ondanks de ver voortgeschreden onderwijsse- gregatie in de Nederlandse steden - elkaar toch kunnen ontmoeten en leren kennen. Dit kan niet zozeer door ontmoetingsactiviteiten op scholen, maar door activiteiten tussen scholen. Andere voorbeelden hiervan zijn gezamenlijke sportdagen of andere gemeenschappelijke activiteiten van 'witte' en 'zwarte' scholen. Andere instituties in de Nederlandse samenleving kunnen hieraan een voorbeeld nemen.

RMO

advies 37

148

Niet langer met de r

uggen naar elkaar

Afspraken maken over de buurt

4.1

Inleiding

Interetnische ontmoeting en kennisuitwisseling kunnen leiden tot meer begrip en respect voor elkaar. Een stap verder is dat deze ontmoetingen en contacten tussen mensen en groepen met verschillende culturele achtergronden worden gebruikt om concrete afspraken te maken, bijvoorbeeld over de (gewenste) gang van zaken en omgangsvormen in de buurt, in de openbare ruimte, op school, enzovoort.

Interetnisch contact vormt dan niet zozeer een doel op zich, maar een middel tot ver- betering van de (ervaren) leefbaarheid en veiligheid. Voorbeelden van dit soort initiatieven zijn projecten gericht op het opstellen van een stadsetiquette of leefregels in een park of op straat. Cruciaal hierbij is dat deze leef- of omgangsvormen niet van bovenaf worden opgelegd, maar dat bewoners van diverse etnische groepen onderling met elkaar in gesprek komen en afspraken maken over wat ze wel en niet willen accepteren in de buurt, hoe ze die regels willen handhaven, enzovoort. In Rotterdam poogt men zulke afspraken tussen bewoners te stimuleren binnen het project 'Mensen Maken de Stad'.

In document Niet langer met de ruggen naar elkaar (pagina 144-148)