• No results found

De netwerksamenleving

In document De roep om de menselijke mens (pagina 32-35)

Al vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt er in brede kring op gewezen dat de samenleving zich in een fundamenteel transformatieproces bevindt (Ansoff, 1985; Toffler, 1989). Volgens Castells wordt de modernisering voor een groot deel bepaald door de technologische ontwikkelingen op het gebied van informatie en communicatie. Deze hebben vanaf de jaren zeventig ingrijpende gevolgen gehad voor de economie.4 Er is sprake van een mondiale economie in die zin, dat de kapitaalmarkt zich niets meer aantrekt van nationale grenzen. “A new economy emerged in the last quarter of the twentieth century on a world scale (Castells, 2010:77). Netwerken vormen een

essentieel onderdeel van de nieuwe economie en zijn voor organisaties onontbeerlijk om stand te houden in de nieuwe economie. “Networks are spreading throughout the entire economy, phasing out, through competition, previous, rigid forms of business

organization” (Castells, 2010:161). “Cooperation and networking offer the only possibility of sharing costs and risks, as well as keeping up with constantly renewed information. Networks also act as gatekeepers. Inside the networks, new possibilities are relentlessly created. Outside the networks, survival is increasingly difficult” (Castells, 2010:187).

4

Castells (2010) concludeert dat de informatie- en communicatietechnologie een volslagen ander ontwikkelingspad volgt dan eerdere technologieën. In zijn opvatting is er sprake van een reflexieve ontwikkeling. Het reflexieve karakter bestaat daaruit, dat ieder product van deze technologie tegelijkertijd ook weer grondstof is voor nieuwe producten (informatie), waardoor een permanente versnelling van het innovatieproces ontstaat. Dit zelfversnellende vermogen heeft in ongeveer twintig jaar een nieuwe economische toestand tot stand gebracht.

Als gevolg van onder meer de schaalvergroting in markten, de toenemende concurrentie en het invoeren van nieuwe informatietechnologieën is het algemeen beeld dat de omgeving van organisaties turbulenter en complexer is geworden. Van organisaties wordt verwacht dat zij zich intern weten aan te passen aan, en elastisch meebewegen met de wijzigende omstandigheden. “In a dynamic, evolutionary perspective there is a fundamental difference between two types of organizations: organizations for which the reproduction of their system of means becomes their main organizational goal; and organizations in which goals, and the change of goals, shape and endlessly reshape the structure of means. I call the first type organizations bureaucracies; the second type, enterprises” (Castells, 2010:187).

Het eindeloos opnieuw vormgeven aan structuur en middelen veroorzaakt een

verschuiving op het gebied van arbeid en arbeidsomstandigheden. Er ontstaan flexibele vormen van arbeid ter vervanging van vaste en voltijdse contracten. Een ander kenmerk is dat permanente ontwikkeling van mensen noodzakelijk is. Al was het maar om de wat Scharmer ‘de schaduwzijde van de netwerkorganisatie’ noemt, te vermijden. “Zij die niet over de juiste soorten kennis, vaardigheden en netwerken beschikken, worden sociaal buitengesloten en gepolariseerd. Het verlies van een leven lang werk en sociale zekerheid, zowel als het verzwakte onderhandelingsvermogen van veel arbeiders hebben geleid tot een hoger aantal uiteengevallen gezinnen” (Scharmer, 2011:122). Samenvattend wordt volgens Castells de wereld waarin wij momenteel leven in een bepaalde richting geduwd door de gevolgen van de mondiale economie en de daarbij behorende opkomst van de netwerksamenleving.

Schnabel (2000) is het hier mee eens en voegt hier de volgende langlopende en deels samenhangende maatschappelijke trends aan toe: individualisering, intensivering en informalisering. Individualisering leidt tot verminderende afhankelijkheid en tot toenemende vrijheid van keuze met betrekking tot de inrichting van het eigen leven. Intensivering verwijst naar de veranderende dynamiek en de toenemende betekenis van de belevingscomponent in het moderne leven. De beleving van werk, relaties, het eigen leven, et cetera, staat steeds sterker in het teken van het verlangen naar een intense beleving en ervaring. Bij intensivering van beleving en ervaringen hoort ook een sterkere oriëntatie op het eigen gevoel. Het eigen gevoel wordt zo niet alleen de toetssteen voor wat het leven biedt, maar ook voor de kwaliteit van de omgang.

en organisatievormen, zoals die zich vooral in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw hebben ontwikkeld.

Kortom: de maatschappelijke vooruitgang wordt voortgedreven door de technologische en economische ontwikkelingen en tegelijkertijd is er sprake van een toenemende individualisering van de samenleving. Als gevolg hiervan zien we de opkomst van de netwerksamenleving, de mondialisering van de economie, de doorbraken op het gebied van informatie- en communicatietechnologie, de flexibilisering, de individualisering en de intensivering. Deze trends hebben een duurzaam karakter en veroorzaken

vraagstukken die elkaar deels kunnen overlappen en zelfs tegenstrijdig kunnen zijn. In 1967 had de Amerikaanse filosoof Churchman het over zogenaamde ‘wicked

problems’, problemen die zich moeilijk laten afbakenen of omschrijven en onderdeel zijn van aan elkaar gerelateerde dilemma’s (Hundman, 2010). Deze wilde of ongetemde problemen hebben als kenmerk dat ze niet eenduidig gedefinieerd kunnen worden. Oorzaak, beloop en oplossing van deze problemen zijn niet altijd duidelijk of eenvoudig te achterhalen. “Every such problem interacts with other problems and is therefore part of a set of interrelated problems, a system of problems… I choose to call such a system a mess”, aldus Ackoff (1974:24). Wicked problems kunnen beschouwd worden als een symptoom van een ander probleem. De lange geschiedenis van wicked problems laat zien dat het hier om situaties gaat die zowel cognitief als sociaal complex en onzeker zijn. Daar blijft het niet bij. De term ‘wicked’ drukt ook uit dat de situaties moreel en politiek diffuus en ambigue zijn. Hiermee stuit ik op een volgend aspect van wicked problems. Eén van de oorzaken van het ontstaan van nieuwe wicked problems is het feit dat deze diffuse en ambigue situaties worden benaderd met oplossingsmethoden die meer en soms alleen geschikt zijn om gestructureerde problemen op te lossen. Indien er sprake is van het predicaat ‘probleem’, dan vindt er een automatische downloading plaats van ingeslepen denkkaders en methodieken (Scharmer, 2011). De onvermijdelijke tegenstellingen en paradoxale kanten van een wicked problem vragen volgens mij om een andere hrm-benadering. Er is sprake van het ‘wicked’ zijn van een bepaalde situatie, waarbij de verantwoordelijkheid ligt bij de gehele professie. Met andere woorden: bij het vakgebied.

In document De roep om de menselijke mens (pagina 32-35)