2020 2019
€ €
11. Huuropbrengsten
Huren woningen Daeb 12.570.920 12.246.069
Huren niet-woningen Daeb 99.711 104.350
Huren woningen Niet-Daeb 646.191 635.946
Huren niet-woningen Niet-Daeb 509.811 499.452
13.826.633 13.485.817
Huurderving Daeb -50.156 -22.239
Huurderving Niet-Daeb -3.816 -4.312
13.772.661 13.459.266
Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 13.772.661 13.459.266
12. Opbrengsten servicecontracten
Opbrengsten servicecontracten 860.980 754.373
13. Lasten servicecontracten
Lasten servicecontracten 911.850 734.755
De bedragen die in rekening worden gebracht voor levering en diensten, en overige onroerende en roerende zaken zijn gebaseerd op de geraamde c.q. werkelijke kosten. Zij worden jaarlijks, indien noodzakelijk, aangepast.
Jaarlijks vindt afrekening plaats met de huurders met betrekking tot de leveringen en diensten over het voorgaande jaar.
14. Lasten verhuur en beheeractiviteiten
Toegerekende personeelskosten 388.002 378.869
Toegerekende afschrijvingen 31.681 28.359
Toegerekende overige organisatiekosten 135.422 157.461
555.105 564.689 De toegerekende organisatiekosten aan verhuur en beheeractiviteiten volgen uit de kostenverdeelstaat.
Daarin worden de organisatiekosten, welke onder andere bestaan uit lonen en salarissen en overige bedrijfskosten, op basis van een interne inschatting van de urenbesteding naar activiteiten verdeeld.
Hierbij wordt in hoofdlijnen onderscheid gemaakt naar exploitatie, projectontwikkeling, verkoop en leefbaarheid.
LONEN, SALARISSEN EN SOCIALE LASTEN
Lonen en salarissen 1.123.472 1.018.858
Sociale lasten 213.381 221.776
Pensioenlasten 185.007 169.250
Overige personeelskosten 129.212 115.921
1.651.072 1.525.805
PERSONEELSLEDEN
Gedurende het jaar 2020 had de corporatie gemiddeld 18 werknemers in dienst (2019: 18). Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten. Geen van de werknemers is buiten Nederland werkzaam (2019: -).
De organisatiekosten zijn toegerekend op basis van een kostenverdeelstaat, op basis van het aantal fte (2019: idem). Op basis hiervan is onderstaande verdeelstaat toegepast op de toe te rekenen organisatiekosten:
Totaal te verdelen kosten volgens kostenverdeelstaat 2020 2019
Afschrijvingskosten € 134.811 € 113.223
Beheerskosten
Automatiseringskosten € 229.809 € 227.621
Bestuurs- en toezichtskosten € 70.915 € 66.541
Huisvestigingskosten € 45.822 € 41.521
Autokosten € 12.576 € 17.736
Overige beheerskosten € 66.392 € 50.197
Heffingen
Belastingen € -2.957 € -2.666
Verzekeringen € 17.203 € 12.447
Contributies € 28.122 € 33.678
Overige heffingen € 14.700 € 14.063
Overige bedrijfslasten
Advieskosten € 88.767 € 126.152
Incassokosten € -2.534 € 20.161
Dotatie dubieuze debiteuren € 7.447 € 17.731
Diverse bedrijfslasten € - €
-Totaal overige lasten € 576.263 € 625.180
Personeelslasten
Lonen en salarissen € 1.123.472 € 1.027.464
Sociale lasten € 213.381 € 221.776
Pensioenpremies € 185.007 € 169.250
Reis- en verblijfskosten € 11.309 € 13.769
Vergoedingen € 9.770 € 7.329
Opleidingskosten € 17.128 € 46.121
Overige personeelslasten € 91.005 € 48.702
Totaal personeelslasten € 1.651.071 € 1.534.411
De kosten zijn op basis van de volgende percentages verdeeld:
Lasten verhuur en beheer 23,50%
Lasten onderhoudsactiviteiten 32,89%
Netto resultaat verkoop vastgoed 4,00%
Overige organisatiekosten 32,25%
Leefbaarheid 7,36%
2020 2019
€ €
15. Lasten onderhoudsactiviteiten
Planmatig onderhoud 1.013.104 1.046.803
Klachtenonderhoud 364.030 339.344
Planmatig onderhoud projecten 1.723.510
-Mutatieonderhoud 374.077 205.023
Toegerekende personeelslasten 543.037 570.884
Toegerekende afschrijvingen 44.339 42.732
Toegerekende overige organisatiekosten 189.533 237.265
4.251.630 2.442.051
16. Overige directe operationele lasten exploitatie bezit
Heffingen OZB en waterschap 728.220 717.637
Verzekeringen 34.582 30.238
Overige kosten 15.113 10.441
Bijdrageheffing AW 9.704 10.916
Verhuurdersheffing 1.119.270 1.485.915
Verhuurbijdrage 4.164 4.054
1.911.053 2.259.201
17. Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille
Voor het verkochte sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie is de boekwaarde de marktwaarde in verhuurde staat. Voor het teruggekochte vastgoed onder VOV dat is doorverkocht zonder voorwaarden, is de boekwaarde de marktwaarde op terugkoopmoment onder aftrek van de contractuele korting.
Het in de winst-en-verliesrekening verantwoorde resultaat bij verkoop van vorengenoemd vastgoed is derhalve beperkt, gezien het geringe verschil tussen de opbrengstwaarde en de boekwaarde.
Opbrengst verkopen VOV woningen 3.144.623 1.565.318
Boekwaarde VOV woningen -1.704.656 -1.077.727
Opbrengst verkopen bestaand bezit - 467.990
Verkoopkosten -7.603 -63.224
Boekwaarde bestaand bezit - -313.340
VOV uit voorraad -294.650
-1.137.714 579.017
Onder de verkoopopbrengst is opgenomen de verkoop van alle resterende VOV woningen
(terugkoopplicht). De boekwaarde van de VOV woningen betreft het activa saldo per 31 december 2019 (€ 19.882.629) minus het passiva saldo per 31 december 2019 (€ 18.177.973).
2020 2019
€ €
18. Toegerekende organisatiekosten
Toegerekende personeelslasten 66.043 14.322
Toegerekende afschrijvingen 5.392 1.072
Toegerekende overige organisatie kosten 23.051 5.952
94.486 21.346
WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE
19. Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille -3.918.977 -6.787.473
Project 2020 2019
Onderdijk € - € 39.708
Veersedijk € 3.116 €
-Warmtenet € - € 60.676
Aanpak Banckert € -768.173 € 1.501.600
Wocozon € 3.917 € 5.280
Energiebeleid laagbouw € 2.392 € -266.291
Energieproject hoogbouw € 2.856.847 € 5.446.500
Marijkestraat € 1.820.879 €
-Totaal € 3.918.977 € 6.787.473
20. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Waardeveranderingen vastgoed in exploitatie 22.668.294 34.045.047
21. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder
voorwaarden - 549.855
NETTO RESULTAAT OVERIGE ACTIVITEITEN 22. Opbrengst overige activiteiten
Opbrengst overige activiteiten 260.937 223.557
23. Overige organisatiekosten
Toegerekende personeelslasten 532.470 448.792
Toegerekende afschrijvingen 43.477 33.593
Toegerekende overige organisatiekosten 185.845 186.522
Accountantskosten 127.981 113.857
889.773 782.764
24. Leefbaarheid
Vastgoed gerelateerde leefbaarheid 13.165 18.686
Toegerekende personeelslasten 121.519 112.938
Toegerekende afschrijvingen 9.922 8.454
Toegerekende overige organisatiekosten 42.413 46.938
187.019 187.016
2020 2019
€ €
25. Financiële baten en lasten
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 23.128 23.097
Rentelasten en soortgelijke kosten -1.622.976 -2.041.205
-1.599.848 -2.018.108 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
Rentebaten 23.128 23.097
Rentelasten en soortgelijke kosten
Betaalde rente op kapitaal-marktleningen -1.612.425 -2.027.816
Overige rentelasten -10.551 -13.389
-1.622.976 -2.041.205 26. Mutatie belastinglatentie
Schattingen
De acute en latente belastingen in de jaarrekening zijn bepaald met inachtneming van de fiscale regels volgens de door de sector met de belastingdienst gemaakte afspraken (VaststellingsovereenkomstI en II). De toepassing van deze regels is op een aantal onderwerpen niet zonder meer duidelijk en voor discussie vatbaar. Deze onderwerpen zijn onder andere het onderscheid tussen onderhoudskosten en verbeteringen, de toerekenbare kosten inzake projectontwikkeling en de inschatting van het op basis van een fiscale winstplanning naar verwachting te verrekenen deel van beschikbare fiscale verliezen. Eerst bij de aangifte zal blijken of en in hoeverre de fiscus de door de groep gevolgde standpunten zal overnemen en accorderen. Om die reden kan de in de jaarrekening bepaalde acute en latente belasting achteraf nog aan veranderingen onderhevig zijn.
De ATAD heeft vooralsnog geen nadelige effecten bij Rhiant.
Het gemiddelde wettelijke belastingtarief is 25%. De effectieve belastingdruk is 2,9% (2019: 0,4%).
Het verschil tussen het toepasselijke belastingtarief en de effectieve belastingdruk wordt hoofdzakelijk verklaard door verschillen tussen de commerciële en de fiscale waardering van het vastgoed.
Belastingdruk winst-en-verliesrekening
De belastinglast/-bate over het resultaat in de winst-en-verliesrekening bestaat uit de volgende componenten:
2020 2019
€ €
Vennootschapsbelasting -523.486 -118.488
27. Resultaat deelnemingen
Aandeel resultaat Rhiant Holding BV 22.493 22.586
Afwikkeling deelneming Stadsherstel Drechtsteden NV - -3.632
22.493 18.954
11. OVERIGE INFORMATIE
BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Leningenruil Vestia:
Rhiant gaat mee in het voorstel van Vestia voor de leningenruil. Dit onder de volgende voorwaarden:
• Vestia wordt gesplitst in 3 corporaties
• Alle corporaties leveren een evenredig aandeel in de financiële bijdrage (op enkele uitzonderingen na)
• De medewerking en bijdragen van BZK, WSW en AW zijn noodzakelijk.
De financiële impact is voor Rhiant ongeveer € 12 tot max € 14 per VHE voor de komende 40 jaar.
Effect huurbevriezing: De huurbevriezing voor Rhiant heeft voor 2021 een financieel effect van
€ 214 duizend. Dit is een behoorlijk financieel effect wat niet zomaar opgevangen kan worden.
De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de
continuïteitsveronderstelling van Stichting Rhiant. Echter, als gevolg van de uitbraak van het coronavirus wereldwijd, zijn door de Nederlandse overheid ingrijpende maatregelen genomen om de verspreiding van dit virus onder controle te krijgen. Deze maatregelen en mogelijke maatregelen die nog volgen, hebben naar verwachting belangrijke financiële gevolgen voor ondernemingen in Nederland. Deze gevolgen zijn op dit moment nog niet te overzien. De door de Nederlandse overheid genomen maatregelen kunnen impact hebben op de ontwikkeling van de netto-omzet en daarmee de ontwikkeling van het resultaat van Stichting Rhiant. Ook de financiële positie (liquiditeit en solvabiliteit) van Stichting Rhiant kan daardoor onder druk komen te staan, met als gevolg mogelijke onzekerheid over de continuïteitsveronderstelling.
Door de Nederlandse overheid is een breed pakket aan maatregelen aangekondigd ter ondersteuning van ondernemers. Op grond van de financiële positie van Stichting Rhiant per balansdatum en de positieve invloed van de ondersteuningsmaatregelen door de overheid die de negatieve financiële gevolgen van de uitbraak van het coronavirus zullen beperken, acht het bestuur van Stichting Rhiant een duurzame voortzetting van de bedrijfsuitoefening niet onmogelijk. De jaarrekening is dan ook opgemaakt uitgaande van de veronderstelling van continuïteit van de onderneming.
BESTEMMING VAN HET RESULTAAT OVER HET BOEKJAAR 2019
De jaarrekening 2019 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen gehouden op 18 juni 2020. De vergadering Raad van Commissarissen heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel.
BESTEMMING VAN DE WINST 2020
De directie stelt voor om de winst over 2020 in 2021 als volgt te verwerken:
Resultaat 23.879.852
Toevoeging aan de overige reserves 23.879.852
PENSIOENLASTEN
De gehanteerde pensioenregeling van Stichting Rhiant is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPUW). De belangrijkste kenmerken van deze pensioenregeling zijn:
• Er is sprake van een ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
• Er is sprake van een middelloonregeling.
• De pensioenleeftijd is afhankelijk van de AOW pensioenleeftijd.
• De regeling kent zowel een levenslang als een tijdelijk partner- en wezenpensioen, waarbij het partner- en wezenpensioen is verzekerd op risicobasis.
• Voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen stelt het bestuur van het pensioenfonds jaarlijks een premie vast met een maximum van 25% van de
ouderdomspensioengrondslag respectievelijk 25% van de ouderdomspensioengrondslag gecorrigeerd met de deeltijdfactor.
• Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, zal het bestuur van het pensioenfonds de ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken van gewezen deelnemers aanpassen overeenkomstig de consumentenprijsindex voor alle huishoudens. De toeslagverlening is
voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagverlening en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Het bestuur van het pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken worden aangepast.
De belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst zijn:
• Deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds is verplicht gesteld voor de werknemers en bestuurders van de toegelaten instelling.
• De toegelaten instelling is uitsluitend verplicht tot betaling van de vastgestelde premies. In geen geval bestaat een verplichting tot bijstorting.
• Er is geen sprake van recht op teruggave/premiekorting.
De beleidsdekkingsgraad van SPW bedraagt ultimo 2020 109,4% (31-12-2019: 110,7%). Hiermee voldoet het pensioenfonds niet aan de minimale vereiste 125% die voorgeschreven is door De Nederlandse Bank (DNB) en daarmee ontstaat een dekkingstekort.
SPW heeft een herstelplan ingediend bij DNB waarin wordt aangetoond hoe het pensioenfonds verwacht binnen de geldende termijn uit het reservetekort te komen. Het herstelplan is goedgekeurd door DNB.
2020 2019
€ €
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
Materiële vaste activa 134.811 114.210
134.811 114.210 Honoraria en overige kosten accountant
Controle van de jaarrekening Baker Tilly 82.112 65.666
Andere controlewerkzaamheden Baker Tilly 5.950 11.000
88.062 76.666
Bovenstaande honoraria, verwerkt op basis van factuurstelstel, betreffen de werkzaamheden die bij de Stichting zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties).