• No results found

5.2 Aanpassing naar de Nederlandse cultuur

5.2.5 Nederlands contact

Contact met Nederlanders is zowel van belang voor het acculturatieproces, als voor het sociaal kapitaal van migranten. Dit kan ertoe leiden dat mensen wellicht makkelijker de juiste baan vinden of makkelijker hulp in een netwerk kunnen zoeken voor anderen dingen.

De mate van contact met Nederlanders en respondenten loopt erg uiteen. Laurens en Lië die naar Nederland zijn gekomen met één ouder die een Nederlandse afkomst heeft, gaan voornamelijk met Nederlanders om. De rest van de respondenten hebben wel

Nederlandse vrienden, maar ook vrienden met een andere afkomst. Rebecca en Valéria die ook op jonge leeftijd naar Nederland kwamen gaan voornamelijk met andere Nederlanders met een migratieachtergrond om. Een aantal respondenten zeggen ook ‘veel Nederlandse vrienden’ te hebben, maar een aantal respondenten geeft ook aan dat ze minder contact hebben met Nederlanders dan dat zij zouden willen.

Om ‘echt vrienden’ te worden met Nederlanders schijnt voor veel respondenten een lastige opgave te zijn. Het schijnt voor de respondenten vaak als ‘moeilijk’ te worden ervaren om vriendschappen te sluiten met Nederlanders. Ook Alice heeft hier problemen mee:

‘’Volgens mij basisschool en middelbare school daar maak je je vrienden. [...] Ik heb niet zoveel vrienden op m’n werk gemaakt, men maakt geen vrienden hier op de werkvloer. Tenminste, dat is mijn ervaring, en dat vind ik raar.’’

Net zoals Alice lopen ook veel andere respondenten er tegen aan dat Nederlanders geen echte vriendschappen meer op de werkvloer zouden maken. Dit zou gevolgen hebben voor degenen die hier niet op school hebben gezeten. Veel hebben dus het idee dat

Nederlanders al op jonge leeftijd de vrienden maken waarmee ze de rest van hun leven omgaan. De respondenten lijken vaak het gevoel te hebben dat ze niet bij een

vriendengroep betrokken worden en zoeken vaak allerlei oorzaken waardoor dit niet gelukt zou zijn. Vaak wordt er gezegd dat ‘Nederlanders niet spontaan zijn’, en daardoor de ‘lol eraf’ gaat. Nederlanders zouden vooral ‘vriendschappen in kleine groepjes’ hebben, waar Brazilianen juist met veel ‘grote groepen’ omgaan. Veel ervaren het als lastig om zich tussen een groep Nederlanders te ‘wringen’ om zo in contact te komen. Vaak worden er toch grote sociale verschillen ervaren vanuit de Brazilianen, waardoor vriendschappen met

Nederlanders niet altijd goed gaan. Degene die dit ervaringen lijken niet altijd erg hun best doen om in vriendschappen met Nederlanders te investeren. Het lijkt er af en toe op dat ze zitten te wachten totdat een vriendschap ‘aan komt waaien’. Sommige respondenten geven wel aan dat het wellicht ook aan henzelf kan liggen, er is toch sprake van een ‘culturele afstand’. Brazilianen die wel veel Nederlandse vrienden hebben, noemen regelmatig dat er ‘andere Brazilianen’ zijn die niet met Nederlanders om gaan maar alleen maar met

Brazilianen.

Het lijkt dus makkelijker te zijn vriendschappen te maken met Nederlanders wanneer je al op jonge leeftijd naar Nederland komt. Veel respondenten hebben er moeite mee om op latere leeftijd nog vriendschappen met Nederlanders te sluiten. Dit is niet bij iedereen het geval maar wel bij het grootste deel. Brazilianen zijn gewend om grote vriendengroepen te hebben, dit is vaak niet het geval met het aantal Nederlandse vrienden dat zij hebben.

5.2.6 Uitgeburgerd?

Maar in hoeverre is een respondent zelf tevreden met de mate van aanpassing aan de Nederlandse samenleving? In deze paragraaf wordt gekeken naar hoe de Brazilianen dit ervaren, en of ze wellicht iets anders hadden gedaan in het proces van aanpassing als zij het over zouden mogen doen.

Opvallend is, ondanks de vele tegenslagen of strubbelingen die de respondenten eerder benoemd hebben, geen van hen zegt hun leven in Nederland anders had willen doen. Het enige wat een klein aantal respondenten noemt is dat zij ‘beter Nederlanders’ hadden willen spreken en/of schrijven, maar verder is er niemand die zegt iets te willen

veranderen wanneer de komst naar Nederland over gedaan mocht worden. Veel van hen geven letterlijk aan dat ze ‘tevreden’ zijn met hoe het nu is ondanks dat Nederland niet hun land van herkomst is, net als Clarissa:

‘’Ik ben helemaal tevreden [...] het is niet mijn land, maar is thuis.’’

Opmerkelijk is dan toch dat hiervoor verschillende tegenslagen of strubbelingen zijn genoemd, maar de respondenten hier blijkbaar niets aan willen veranderen. Hieruit lijkt het dat Brazilianen misschien wel voor lief nemen wat ze hebben. Ook nu lijkt het dat eigenlijk iedereen tevreden is met het leven wat er geleid wordt en dat hierin geen aanpassing nodig is, ook al is het niet allemaal rozengeur en maneschijn.

De respondenten zouden de manier waarop zij zich hebben aangepast naar de Nederlandse samenleving niet over willen doen. Een enkeling had alleen beter Nederlands willen leren. Het lijkt erop dat Brazilianen voldoende nemen met wat zij hebben.

5.2.7. Deelconclusie

De afgelopen paragrafen stonden in het teken van Nederland als nieuw land voor de Brazilianen. Aanpassing speelt een belangrijke rol in het concept integratie (Berry, 1997), daarom zal de volgende deelvraag worden beantwoord: Hoe verloopt het proces en de mate van aanpassing van Brazilianen in Nederland?

De eerste ervaringen in Nederland van de Brazilianen ervaren zij als positief. Het niet bekend zijn met de Nederlandse taal vormt voor velen wel een heikel punt, wat een gevoel van uitsluiting kan geven. Sommige Brazilianen hadden hierdoor het gevoel dat zij als een buitenstaander worden gezien, dit sluit aan bij het concept van “de ander” van Simmel (1908/2012). In veel gevallen voelen de Brazilianen ondanks de grote verschillen zich wel welkom. Dit geldt zowel voor de respondenten die hier voor een partner kwamen als voor degenen die met een andere reden naar Nederland migreerden. Dit is belangrijk volgens Penninx (2005), hij benadrukt het belang van goede interetnische relaties omdat dit zorgt voor een sterkere sociale cohesie in de samenleving.

Veel van de respondenten zijn voor de liefde naar Nederland gekomen en hadden daardoor meteen een woning. Degene die niet voor de liefde hier naar toe kwamen zijn via een Nederlandse of Braziliaanse kennis aan een woning gekomen. Dit benadrukt het belang van sociaal kapitaal (Calhoun et al., 2012; Portes, 2000). Zonder de kennissen zou het voor de respondenten waarschijnlijk lastiger zijn geworden om een woning te vinden. De meeste respondenten geven aan niet een baan via een kennis te hebben gekregen, ze zijn hier in veel gevallen zelf achteraan gegaan of hebben hulp van hun partner gekregen. Naast ongeschoold werk hebben ook veel respondenten een baan weten te bemachtigen door hun

kennis van talen. Vanuit het sociaal kapitaal (Calhoun et al., 2012; Portes, 2000) zou eerder de verwachting zijn dat de Brazilianen via dit ook een baan zouden vinden, maar blijkbaar is dit niet het geval.

Naast de inburgeringscursus die de meeste respondenten hebben moeten volgen, ontbrak het de respondenten vaak aan verder informatie over hulp dat zij zouden kunnen krijgen. Daarom is hier vaak geen gebruik van gemaakt. Wel hebben de meesten contact met Nederlanders gehad die zich om hen bekommerden, waardoor ze door een of meerdere individuen zijn geholpen.

Het aantal Nederlandse vrienden dat de respondenten in de afgelopen jaren hebben gemaakt is in de meeste gevallen niet erg veel. Vaak zijn er toch grote verschillen tussen de Brazilianen en Nederlanders, waardoor vriendschappen niet altijd goed gaan. Bij een aantal respondenten is dit niet het geval, zij hebben juist wel veel Nederlandse vrienden en geven aan niet per se iets met andere Brazilianen in Nederland te maken hebben. Je kan zeggen dat er bij hen sprake is van de exit-hypothese (Weijters & Scheepers, 2003), maar bij de meeste respondenten is dit niet het geval.

De meeste respondenten zijn helemaal tevreden met hoe ze zich hebben aangepast naar de Nederlandse cultuur en ze zouden het niet over willen doen, omdat ze vinden dat het nu al goed is gegaan. Een enkeling had wel de Nederlandse taal nog beter onder de knie willen krijgen.

Om deel te kunnen nemen aan de Nederlandse samenleving moeten Brazilianen verschillende aanpassingen doen. Over het algemeen voelen Brazilianen zich welkom in Nederland, wat positief is voor sociale cohesie. Tijdens of nadat de meeste Brazilianen een inburgerings- of talencursus volgen gaan zij aan het werk. Veel van de respondenten gaan uiteindelijk bij een internationaal georiënteerd bedrijf werken, waardoor zij in ieder geval tijdens hun werk vaak geen Nederlands hoeven te spreken.

Voor de vraag ‘’hoe verloopt het proces en de mate van aanpassing van Brazilianen in Nederland?’’ is er een beeld geprobeerd te schetsen van het process van aanpassing. Brazilianen voelen zich wel erg geaccepteerd in Nederland, ondanks dat ze niet altijd veel contact met Nederlanders hebben. Het vinden van een woning en baan lijkt niet al te lastig te zijn en Brazilianen zijn over het algemeen tevreden met hun plek in de Nederlandse samenleving.