• No results found

4.NATIONAAL-SOCIALISTISCHE ARCHITECTUUR IN NEDERLAND

4.7 Nationaal-socialistische woningbouw in Heerlen

Vanaf 1942 werd er in Heerlen actief gebouwd aan een nationaal-socialistische woonwijk naar ontwerp van Karl Gonser en Hans Georg Oechler (1906-?), beide adepten van de Stuttgarter Schule. De wijk was bestemd voor Duitse mijnwerkers die tijdens de oorlog naar Limburg werden

uitgezonden. De Staatsmijnen waren op aanmoediging van Hermann Göring door de bezetter

89 Agricola 1995, 81-84. 90 Agricola 1995, 81.

geconfisceerd voor oorlogsdoeleinden en Duitse mankracht werd hier nu ingezet om de steenkoolproductie op peil te houden. Het rijkscommissariaat wilde de arbeiders voorzien van geschikte en nabijgelegen woningen die gebaseerd waren op de principes van Hitlers woningwet uit 1942.91 Walter Münster, die in Oostenrijk een prominente functie had vervuld bij een nationaal- socialistische woningbouwvereniging, zag dit als een kans om naam te maken en richtte naar

aanleiding van het plan in samenwerking met dr. H. Roloff van het Reichsstelle für Raumordnung de Algemeene Volksvesting NV (AVNV) op. Volgens de statuten was deze naamloze vennootschap er op gericht om de algehele woonomstandigheden in Nederland te verbeteren. Dit zou moeten

geschieden door bestaande woningen in gebruik te krijgen en te exploiteren en door zelf projecten te realiseren.92 Aan wie deze woningen dan zouden toekomen, wordt uit de statuten niet bekend, maar het feit dat het eerste project bestemd was voor Duitse mijnwerkers is uiteraard veelzeggend. De ambitie van de AVNV was om door heel Nederland woningbouwprojecten te realiseren, maar er werd klein begonnen, te weten in Limburg. Uit een briefwisseling tussen Münster en Oechler blijkt dat zowel in Heerlen als in Venlo plannen waren om een ware Duitse Siedlung op te richten.93 In hoeverre in Venlo aanstalte is gemaakt voor de realisatie van een vestiging is verloren gegaan, maar over het project in Heerlen is met behulp van archiefmateriaal veel te achterhalen.

Münster was bijzonder verheugd over het woningbouwproject in Heerlen, wat blijkt uit de gedrevenheid waarmee hij te werk ging. Zo correspondeerde hij actief met collega’s van Duitse en Oostenrijkse woningcorporaties om hen op de hoogte te stellen van het prestigieuze project in Nederland en hen tevens om advies te vragen. Een brief van Friedrich Eimler, leider van de

Gemeinnützige Aktien-Gesellschaft für Angestelten-Heimstätten (GAGFAH) in Berlijn wijst er zelfs

op dat Münster al in een vroeg stadium studiereizen had ondernomen naar door de GAGFAH gebouwde Heimstätten in Aken-Burscheid en Aken-Beverau. Eimler, die bijzonder geïnteresseerd was in het project in Nederland en zich ook gevleid voelde door de interesse die Münster in zijn werkzaamheden toonde, was zelfs zo behulpzaam om foto’s en bouwtekeningen op te sturen van deze projecten. Helaas zijn de afbeeldingen niet in het archief bewaard gebleven, vanwege het vriendelijke doch dringende verzoek van Eimler om het materiaal weer terug te sturen wanneer Münster het niet langer nodig had. Het bleef echter niet bij bouwtekeningen uit de reeds gerealiseerde woonwijken, Eimler nodigde Münster zelfs uit voor een werkbezoek naar Krefeld am Niederrhein, waar een

Siedlung in aanbouw was die hem waarschijnlijk des te meer zou interesseren:

‘Mit Rücksicht darauf, dass Sie Siedlungen in der Provinz Limburg erstellen wollen, und diese sicherlich auch einen holländischen Charakter haben sollen, gestatte ich mir, Sie auf unsere Bauvorhaben in der Stadt Krefeld am Niederrhein hinzuwiesen, und zwar insbesondere auf unser

91Agricola 1995, 61.

92 NIOD, 039:2244. Statuten van de NVAV

93 NIOD, 039:2244. In een briefwisseling tussen Münster en Oechler wordt gesproken van een vergelijkbaar project van de NVAV in Venlo. Hier is verder niets over terug te vinden in de archieven.

umfangreiches Bauvorhaben zwischen Schlageterallee, Sollbrüggenpark und Schönwasserpark (...) Die Häuser sind dem holländischen Stil angepasst, sie sind in Ziegelrohbau ausgeführt und zwar in holländischem Besander (...) Vielleicht beitet sich für Sie die Möglichkeit gelegentlich einmal auch dieses Siedlung zu besichtigen (...) Die Siedlung ist noch nicht vollständig fertig, da die letzte Planung mit Rücksicht auf den Krieg noch nicht durchgeführt ist, aber schon in ihrer jetzigen Gestaltung bietet sie für jeden Beschauer ein angenehmes Bild.’94

Zoals uit deze briefwisseling blijkt, ging de voortgang van het project in Krefeld am Niederrhein gestaag, vanwege de belemmerende oorlogsinspanningen. Het bouwjaar waarin werd aangevangen met de mijnwerkerskolonie, 1942, is daarom opmerkelijk. In dit jaar werd immers de algehele bouwstop afgekondigd. De Abteilung Bauwirtschaft kreeg de controle over alle beschikbare bouwmaterialen en voor iedere vorm van bouwactiviteit moest officiëel een aanvraag worden ingediend bij het rijkscommissariaat. De Maria Christinawijk, zoals de wijk later genoemd zou worden, viel echter onder kriegswichtige Wohnungbau, waardoor een uitzondering kon worden gemaakt.95 Aangezien de woningen bestemd waren voor mijnwerkers die een bijdrage leverden aan de oorlogsindustrie, kon de bouw van de woonwijk worden gerechtvaardigd. De locatie die Münster op het oog had, een terrein aan de Brunsummerheide, was gelegen in het noorden van de stadskern van Heerlen en grensde aan de wijk Heksenberg die eind jaren twintig was aangelegd. Deze plek was echter al vóór de bezetting door de gemeente aangewezen voor een uitbreidingsplan, zij het met een andere verkaveling. Het feit dat de gemeente reeds plannen met het terrein had, kon Münster echter niet deren. Officieel kon het perceel slechts worden vrijgegeven met toestemming van de

burgermeester, maar deze wist dat als hij zou weigeren, de Duitsers de zaak via de provincie of zelfs via binnenlandse zaken zouden spelen, waardoor de locatie als nog in de handen van de bezetter zou komen. De fel anti-Duitse burgermeester W.G. van Grunsven gaf daarom pro forma goedkeuring aan het project, maar had in werkelijkheid geen enkele zeggenschap. Aangezien Münster en Roloff hun mijnwerkerskolonie als een feilloos plan zagen, vergaarden zij zelfs nog extra grond ten noordwesten van het stedebouwkundig plan van Gonser en Oechler, om na de Endsieg op nog grotere schaal woningen te kunnen plaatsen. 96 Eerst begon men echter met de uitvoering van het reeds bestaande ontwerp. In het stedebouwkundig plan van Georg en Oechler is een onderscheid gemaakt tussen de openbare ruimte, in het zuidoosten van de wijk, en een woongedeelte gesitueerd in westelijke en noordelijke richting. Twee wegen ontsluiten de westelijk gelegen wijk en vormen een directe verbinding tussen de woonwijk en het openbare gedeelte. Het openbare gedeelte is ruim opgezet en

94 NIOD, 039:2244. Brief van Friedrich Eimler aan Walter Münster.

95 De wijk werd pas na de bezetting omgedoopt tot de Maria Christinawijk. In de volksmond werd er aan gerefereerd als de ‘’Hermann Göringkolonie”, naar een gerucht dat deze nazibons de locatie ooit zou hebben bezocht. De bezetter had nog geen naam aan de wijk gegeven. De wijk wordt in de Duitse correspondentie steevast met de algemene term Siedlung aangeduid.

96 Rijckheyt, 16-2643. Verslag van bespreking met R. Roloff over de formele procedure ter verwerving van het terrein door F. Bakker Schut.

wordt gedomineerd door een groot langwerpig plein. Dit deel van de wijk heeft een belangrijke sociale en politieke functie. Aan één van de zijflanken is een monumentaal pand ontworpen,dat dienst doet als partijgebouw. De overige bebouwing, die het plein grotendeels omsluit, is bestemd voor andere politieke en bestuurlijke activiteiten (afb.4.7.). Daarbij is het plein zelf uiteraard onmisbaar voor grootschalige partijmanifestaties en ander nationaal-socialistisch vertoon. Een dergelijk politiek centrum, een zogenaamde Gau, werd in ieder nationaal-socialistisch woningbouwproject verplicht gesteld. Het zou bijdragen aan de gemeenschapszin in de wijk en oefende tevens controle uit op de bevolking. De rest van de wijk in Heerlen is opgevuld door talloze woningen voor de Duitse

mijnwerkers. Woningstroken die evenwijdig aan elkaar liggen, worden afgewisseld door U-vormige bouwblokken die naar de straatzijde open zijn. Ook is er naar het ideaal van de Stuttgarter Schule veel groen de wijk in gehaald door middel van gemeenschappelijke tuinen, die in het midden van de woonblokken zijn geplaatst. Langs sommige woningen zijn trappen geplaatst naar de lager gelegen straat, een oplossing van de architecten voor de vele hoogteverschillen op het perceel. Al in april 1942, twee maanden na de aankoop, wordt een start gemaakt met de uitvoering van dit

stedebouwkundig plan. De bouw verloopt in samenwerking tussen de gemeente Heerlen en het

Baubüro, een onderafdeling van Siedlung und Bauten. Men besluit te beginnen met de realisatie van

de 240 woningen die aan de westkant waren gepland om daarna de resterende woningen en het partijgebouw af te bouwen.97 In 1945 zijn echter slechts 95 van de 240 woningen gereed. Door de capitulatie komt van de rest van de plannen uiteraard niets meer terecht.