• No results found

4.NATIONAAL-SOCIALISTISCHE ARCHITECTUUR IN NEDERLAND

5. DE NAZIFICATIE VAN DE GEBOUWDE OMGEVING TIJDENS DE BEZETTINGBEZETTING

5.4 Den Haag

Den Haag bleef tijdens de bezetting de politieke hoofdstad van het land. Nationaal-socialistische overheidsbekleders namen de plek in van de Nederlandse regering, die met koningin Wilhelmina naar Engeland was gevlucht. Veel overheidsgebouwen werden direct door de Duitsers overgenomen. Zo werd de Haubtabteilung Verkehr gevestigd op Binnenhof 20,in het kwartier der Staten-Generaal, het gebouw waarin ook de Trêveszaal is gesitueerd.125 Het Referat Handels- und Divisenpolitik werd ondergebracht in het gebouw van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, de

Haubtabteilung inneres in het pand voor Binnenlandse Zaken en de Haubtabteilung Volksaufklärung und Propaganda in het paleis van prinses Juliana op Kneuterdijk 20.126 Ook de inauguratie van Arthur Seyss-Inquart op 29 mei 1940 was veelzeggend voor de lijn die de Duitsers wilden volgen. Uitgerekend de Ridderzaal, het hart van de democratie, werd uitgekozen als locatie voor de inwijdingsceremonie van Seyss-Inquart tot Reichskommissar für die besetzten niederländischen

Gebiete (afb. 5.5. en 5.6.). Een dag later wordt in de Telegraaf de ceremonie als volgt beschreven:

125 Website Monumentenzorg Den Haag

‘De Rijkscommissaris, Rijksminister Seyss-Inquart, heeft gisteren het burgerlijke bestuur over ons land overgenomen tijdens een plechtigheid in de Ridderzaal, die veertig minuten duurde en een eenvoudig karakter droeg. Zij werd besloten met het spelen van het Duitsland lied en het Horst Wessellied, dat alle Duitschers – de Duitschen groet brengend- meezongen. 127

Ook de biograaf van Seyss-Inquart, Henk Neuman, stelt dat de ceremonie vrij sober was. Behalve het zingen van Duitse liederen, werd er tijdens de inauguratie niet uitgepakt met opzichtig nationaal- socialistisch vertoon. De ruimte was slechts gedecoreerd met wat bloemstukken, van vlaggen en vaandels was geen sprake. Seyss-Inquart nam ook geen plaats op de troon van de koningin, maar stond tijdens zijn rede achter een spreekgestoelte.128 Wellicht werd voor deze soberheid gekozen ter compensatie van de gevoelige locatie waar de plechtigheid plaatsvond. Daarbij paste het ingetogen karakter bij de boodschap die Seyss-Inquart tijdens zijn rede uitdroeg, van een Duits civiel bestuur dat met de beste bedoelingen voor Nederland aantreedt. Volgens Seyss-Inquart was het niet de bedoeling van Duitsland om de Nederlandse bevolking imperialistisch in het nauw te drijven of politieke overtuigingen op te dringen. ‘Wij willen ons in ons optreden alleen laten leiden door de

noodzakelijkheid van den huidigen bijzonderen toestand.’129 Deze uitspraken werden Seyss-Inquart later zeer kwalijk genomen en zouden hem voorgoed het stempel geven van schijnheilige leugenaar. Op de plechtigheid in de Ridderzaal waren overigens alle secretarissen-generaal aanwezig. De regering in ballingschap ondersteunde de benoeming niet, maar omwille van de toekomstige samenwerking, durfden de Nederlandse ambtenaren niet weg te blijven. De feestelijke lunch die naderhand plaatsvond, sloegen zij echter af.130

De Duitsers kozen dus gevoelige locaties voor de vestiging van hun macht. Toch lijkt het mee te vallen in hoeverre er visueel een nationaal-socialistisch stempel op de gebouwde omgeving werd gedrukt. Niet alleen de ceremonie in de Ridderzaal was sober qua aankleding, nationaal-socialistisch vertoon was überhaubt zeldzaam in de regeringsstad. Zo werden het Binnenhof en andere

overheidslocaties niet permanent versierd met hakenkruisvlaggen of andere decoraties. Slechts het interieur van de gebouwen werd aangekleed naar nationaal-socialistische maatstaven. Zo is er een afbeelding bekend van de Haubtabteilung Volksaufklärung und Propaganda waarbij een zaal is versierd volgens de gebruiken van nazi-Duitsland, met een grote adelaar hangend boven het spreekgestoelte, geflankeerd door hakenkruissymbolen. Het gaat hier echter om een besloten manifestatie voor Duitse overheidsbeambten, het is geen openbare bijeenkomst in de publieke ruimte.131 Ook het Binnenhof lag er tijdens de bezetting doorgaans neutraal bij. In 1941 werden zelfs overduidelijk nationaal-socialistische vieringen, zoals de verjaardag van Hitler en de beëdiging van het eerste WA-bataillon voor het Vrijwilligerslegioen Nederland, niet bijgestaan door nationaal- 127 De Telegraaf 30-5-1940, 2.

128 Neuman 1989, 120. 129 De Telegraaf 30-5-1940, 2. 130 Van Berkel 2012, 151.

socialistische symbolen (afb. 5.7. en 5.8.). Op de ceremonie voor Hitlers verjaardag was geen vlag te bekennen op het Haagse Binnenhof en tijdens de beëdiging van het WA-bataillon was slechts ‘Victorie= Duitsland wint (op alle fronten)’ op de grond gekalkt.132 Opmerkelijk is dat in 1942 voor een uitvoerigere aankleding van het Binnenhof werdd gekozen. Tijdens de beëdiging van het

personeel van de Nederlandsche Ambulance op 10 maart 1942 en de beëdiging van een bataillon voor het Vrijwilligerslegioen een dag later, op 11 maart 1942, werden vlaggen met swastika’s, afgewisseld met het oranje-blanje-bleu, aan de omliggende bebouwing bevestigd (afb.5.9. en 5.10.). Vooral het feit dat dit bij de installatie van de Nederlandsche Ambulance gebeurde is treffend, omdat dit een vrijwillige, particuliere organisatie was die geen onderdeel was van de Waffen SS -al droeg de eenheid een Duits uniform omdat optreden in burger niet mogelijk zou zijn in verband met de behandeling van gewonde militairen.133 Dat ook voor deze ceremonie voor nationaal-socialistische aankleding werd gekozen, zou kunnen duiden op een sterkere inspanning van de bezetter om hun politieke ideologie in het openbaar te verspreiden.

Hoewel de aankleding van de openbare ruimte tot een minimum beperkt lijkt te blijven, zijn hierin wel verschillende fasen te onderscheiden. Terwijl er in 1940 nog maar weinig nationaal- socialistische symbolen in het straatbeeld opdoken, zijn op fotomateriaal vanaf 1941 steeds vaker swastika’s en SS-vlaggen te zien. De opleving van nationaal-socialistisch vertoon lijkt zijn top te bereiken tussen de zomer van 1941 en 1943. Deze verandering van opstelling gaat hand in hand met een grote kentering in het beleid van Arthur Seyss-Inquart. In mei 1940 beweerde hij nog stellig dat de Nederlandse bevolking zo min mogelijk zou worden aangetast, maar in de zomer van 1941, na de inval van de Sovjet-Unie, was van deze belofte niets meer over. Tijdens een toespraak op het

Museumplein in Amsterdam, waar later verder op wordt ingegaan, kondigde hij een volgende fase in de nazificering van Nederland aan, waarbij organisaties die zich niet vanzelf hadden gevoegd in de nazi-politiek, moesten verdwijnen.134 Deze agressieve benadering is ook terug te zien in het gebruik van de openbare ruimte.

In Den Haag was dit duidelijk zichtbaar in de Dierentuin, waar vanaf de zomer van 1941 met regelmaat nationaal-socialistische bijeenkomsten plaatsvonden. Waarom specifiek voor deze locatie werd gekozen, is overigens moeilijk te achterhalen, maar hoogst waarschijnlijk was het een

pragmatische keuze. De Dierentuin was goed bereikbaar en beschikte over een grote zaal, waar ook vóór de bezetting al politieke bijeenkomsten werden gehouden, onder andere van de NSB.135 Al direct vanaf de bezetting werd de Haagse Dierentuin door de bezetter benut. In 1940 werden geëvacueerde bewoners uit Rotterdam in de grote zaal ondergebracht en ook dieren uit diergaarde Blijdorp vonden hier tijdelijk hun onderkomen.136 Vanaf 1941 werd de locatie het vertrekpunt voor soldaten uit het 132 Beeldbank WO2, beeldnummers 25932,76552, 81714, 81717.

133 Beeldbank WO2, beeldnummer 82037. 134 De Jong 1969-1991, 104, deel 5. 135 Beeldbank WO2, beeldnummer 136 Beeldbank WO2, beeldnummer 41176.

Vrijwilligerslegioen Nederland, die middels een felle propagandacampagne geronseld werden om voor nazi-Duitsland te vechten tegen de bolsjewieken in Oost-Europa.Voor deze uitzendingen werd een eenvoudige ceremonie gehouden voor de jongemannen die ten strijde trokken. Het 19e eeuwse hoofdgebouw van de Dierentuin, ook wel het Moorse gebouw genoemd vanwege de overduidelijke referenties aan Noord-Afrikaanse architectuur, werd tijdens deze bijeenkomst aangekleed met swastikavlaggen.137 In 1941, toen één van de eerste transporten van de soldaten van het

Vrijwilligerslegioen plaatsvond, werden vlaggen van bescheiden formaat van de balustrades in de grote zaal naar beneden gehangen. Deze bijeenkomst was nog vrij sober van karakter, maar vanaf 1942 werden de bijeenkomsten steeds talrijker en groter. In dit jaar werden belangrijke nationaal- socialistische feestdagen, zoals de viering van de Putsch van 1933, de verjaardag van Hitler en het oogstfeest op deze locatie gevierd (afb.5.11). Daarnaast werd de Dierentuin steeds vaker het decor voor redevoeringen van prominente nationaal-socialisten die een bezoek brachten aan Nederland. Zo sprak SS-leider Heinrich Himmler Duitse en Nederlandse nationaal-socialisten toe tijdens zijn bezoek aan de Nederlandse SS in het voorjaar van 1942 en ook DAF-topman Robert Ley deed de Dierentuin aan tijdens zijn reis door Nederland.138

Het decoratieprogramma verliep volgens een vast stramien. Op het podium werd het grootst uitgepakt met de aankleding, hier bevonden zich doorgaans baniervlaggen met swastika’s die alle aandacht naar zich toetrokken. Deze vlaggen werden aangevuld met een vlag die direct betrekking had op het thema van de bijeenkomst en centraal achter het spreekgestoelte werd geplaatst. De balustrades werden aangekleed met kleinere ornamenten, doorgaans symbolen van een hakenkruis in combinatie met guirlandes. Hoewel de basis van het decoratieprogramma vaststond, verschilde de mate van aankleding en de symboliek die werd gekozen uiteraard per bijeenkomst.

Zo werd de Moorse zaal op 20 april 1942 ter ere van Hitlers 53e verjaardag groots aangekleed (afb.5.12.). Boven het spreekgestoelte hing een enorme adelaar, het symbool van Duitsland, met een hakenkruis. Aan weerszijden van het spreekgestoelte stonden vier baniervlaggen waarop ook hakenkruizen waren afgebeeld. Het podium werd geflankeerd met grote vergulden kransen, waarin swastika’s waren aangebracht. Om de zaal een feestelijk karakter te geven, werden de balkons royaal versierd met festoenen, die werden afgewisseld door kleine vergulden hakenkruismedaillons. Het woord werd gevoerd door Generaal-Commissaris Schmidt van de NSDAP en de heer van Geelkerken van de NSB. Ook de echtgenote van Seyss-Inquart was op de bijeenkomst aanwezig. Seyss-Inquart zelf vierde Hitlers verjaardag in Utrecht, waar hij ook een redevoering hield. Beeldmateriaal is van deze gebeurtenis echter niet beschikbaar, noch wordt er in de kranten duidelijk vermeld op welke locatie de viering plaats vond.139 Het 9-jarige bestaan van het Derde Rijk werd in de Dierentuin op een soortgelijke manier herdacht als Hitlers verjaardag. De hakenkruizen aan weerszijden van het podium

137 Beeldbank WO2, beeldnummer 37003.

138 Beeldbank WO2, beeldnummers 29876, 31942. 139 Leidsch Dagblad, 22 april 1942.

waren ditmaal alleen vervangen door adelaars. Tijdens deze viering kon men via de radio naar Hitler’s toespraak luisteren, waarna het Duitse volkslied werd gezongen.

Tijdens het oogstfeest dat de NSDAP in samenwerking met de NSB organiseerde, was de Moorse Zaal in de Dierentuin wederom feestelijk versierd, met extra veel aandacht voor

bloemdecoraties die aansloten bij het thema van de bijeenkomst. De kroonluchter midden in de zaal werd vol gehangen met guirlandes en ook aan de rand van het podium waren diverse bloemstukken aangebracht. Ook in 1943 vond nog een aantal bijeenkomsten plaats in de diergaarde van Den Haag, waaronder de jaarlijkse Putsch-viering en een rouwceremonie voor Generaal Fritz Schmidt, de voormalig leider van het Generalkommissariat zur Besonderen Verwendung (afb.5.13.). Met de bouw van de Atlantikwall is het echter gedaan met de ceremonies, het militaire bouwwerk wordt dwars door de Dierentuin aangelegd, waardoor deze grotendeels wordt gesloopt. Het is overigens niet duidelijk of hierna naar een vervangende locatie werd gezocht voor politieke plechtigheden of dat dit soort ceremonies met de steeds heviger wordende oorlogsdreigingen sowieso naar de achtergrond verdwenen. Dit laatste is echter aannemelijk, omdat steeds meer overheidsgebouwen van Den Haag verhuisden naar andere delen van het land en de nadruk vooral op oorlogsvoering kwam te liggen.

5.5 Amsterdam

Net als in Den Haag, kwamen er ook veel Duitsers naar Amsterdam tijdens de bezetting. Waar in sommige delen van Nederland de eerste soldaten pas laat in 1944 werden gesignaleerd -aldus een ooggetuige in de documentaire De Oorlog-, was het in Amsterdam vanaf mei 1940 al gebruikelijk om een geüniformeerde Duitser aan te treffen.140 Niet alleen personeel van de Wehrmacht, maar ook medewerkers van de veiligheidsdiensten vestigden zich in de hoofdstad. Ondanks de grote

hoeveelheid Duitsers die naar Amsterdam trok, lijkt het hier ook wel mee te vallen met het nationaal- socialistisch vertoon in de openbare ruimte. Opvallend is ook dat de omgeving rondom de Dam, toch het symbolische hart van de stad, nauwelijks werd ingezet voor politieke activiteiten. De NSB verkoos het plein en het aangrenzende Rokin met regelmaat voor manifestaties en optochten, maar de Duitsers gebruikten de Dam nauwelijks als decor voor het promoten van hun ideologie. Het

hoofdkwartier van de SS was overigens wel aan de Dam gevestigd, maar ondanks het grote SS- symbool op de etalage lijkt ook hier geen sprake van permanente aankleding door middel van vlaggen.141 Het buurgebouw, het Paleis op de Dam, werd voor het overgrote deel met rust gelaten. Waar de bezetter in Den Haag niet schroomde om bestaande overheidsgebouwen in gebruik te nemen en Paleis Soestdijk zelfs de locatie moest worden voor een Napola, kreeg het Paleis op de Dam tijdens de bezetting geen nationaal-socialistische functie. Of dit vanwege praktische redenen het geval was, of dat de Duitsers zich realiseerden dat ingebruikname van dit gebouw tot te veel weerstand bij de bevolking zou leiden, is niet bekend.

140 De Oorlog, NPS, 2009, aflevering 2

Vooral de betere wijken in Amsterdam-Zuid vielen bij de bezetter in de smaak. Hier werden dan ook veel officieren gehuisvest. Pension Lucie en pension Westerhout in de Gabriël Metsustraat waren al snel volgeboekt met Duitse militairen en ook in de omliggende straten werden woningen aan hen verhuurd. Dit betekende overigens een goede boterham voor veel makelaars en andere

tussenpersonen gedurende de hele oorlog.142 De bezetter woonde niet alleen in Amsterdam-Zuid, ook een aantal belangrijke werkplekken was hier gevestigd. Zo was in de Gabriël Metsustraat, op de hoek met het Museumplein, een oud schoolgebouw omgebouwd tot een kazerne voor de

Ortskommandantur (afb.5.14). Deze Ortskommandantur voerde het toezicht op het gedrag van Duitse

militairen en op de naleving van luchtbeschermingsmaatregelen door de garnizoenen. Op last van de

Ortskommandant werden woonruimte en andere gebouwen gevorderd, Wehrmachtheime ingericht en

verkeersborden geplaatst.143 Op een illegale foto uit december 1944 is deze Ortskommandantur te zien. Het gebouw ligt er op deze afbeelding weinig representatief bij voor het nazi-regime. Behalve wat barricaden van prikkeldraad en een bord over het betreden van het terrein is hier nergens aan af te lezen dat het hier om een belangrijk gebouw van de bezetter gaat. De foto is echter laat in de oorlog genomen, toen de situatie in Nederland steeds schrijnender werd en alle aandacht op de

oorlogsvoering was gericht. Eerder genomen foto’s wijzen er echter ook op dat Amsterdam nauwelijks als decor werd ingezet voor het uitdragen van het nationaal-socialisme. Op het Cornelis Troostplein, hoek Ferdinand Bolstraat, werd de Polizeikaserne geopend op 2 juli 1941. De Duitsers wilden het Nederlandse politieapparaat volledig in hun greep krijgen. Een ingrijpende reorganisatie naar Duits model werd uitgevoerd. De korpsen van gemeentepolitie, rijkspolitie en grenspolitie werden samengevoegd tot staatspolitie en rechtstreeks onder Duits bevel geplaatst. Een sterke militarisering was het gevolg. Om de nazificatie van het politiekorps te vervolmaken werd in Schalkhaar een speciale politieschool. opgericht, waar politieagenten een opleiding kregen in SS- stijl.144 De opening van de kazerne laat echter niet zien dat het hier om een verregaande verandering in nationaal-socialistische richting gaat. Op fotomateriaal is te zien dat er een defilé plaatsvindt langs hoogwaardigheidsbekleders Senator Dr. Böhmker, Burgemeester Voute, Generalkommissar für das

Sicherheitswesen Rauter, Generaal Schumann en commissaris van Politie, Tulp, waar zowel

politiemannen te paard als te voet aan deelnamen. Verder is er echter geen spoor van nationaal- socialistische symbolen die op de nazificatie van de politie wijzen (afb.5.15).

Op 26 juni 1941 lijkt er met een grote openbare manifestatie echter sprake van een kentering in het beleid van de bezetter. Niet alleen op organisatorisch niveau, maar ook in de presentatie in de publieke ruimte kwam verandering met een toespraak van Arthur Seyss-Inquart op het Museumplein. Aanleiding voor de massabijeenkomst was de inval van de Sovjet-Unie, die op het eerste gezicht succesvol leek te zijn voor Duitsland. Seyss-Inquart twijfelde er dan ook geen moment aan dat de

142 De Oorlog, NPS, 2009, aflevering 2. 143 De Oorlog, NPS, 2009, aflevering 2.

Sovjet-Unie spoedig ten val zou worden gebracht. Ook meende hij dat Nederland, die als één van de weinige landen de Sovjet-Unie niet had erkend en over het algemeen anti-communistisch was, zich dankzij de inval nu sterker achter de Duitsers zou scharen. Dit was voor de bezetter het moment om actie te ondernemen en Nederland dwingender in nationaal-socialistische richting te sturen. Om die reden werden, op de NSB na, alle politieke partijen opgeheven en ook werd een plan beraamd om strenger op te treden tegen het Huis van Oranje, dat nu openlijk achter de Sovjet-Unie stond en het Nederlandse volk opriep tot verzet.145 Het was dus een nieuw politiek offensief dat door Seyss-Inquart werd ingezet, waar de toespraak op het Museumplein, destijd nog het IJsclubterrein geheten, één van de eerste uitingen van was.146

Tijdens zijn toespraak, die langer dan een uur duurde, schetste Seyss-Inquart de strijd van Duitsland als een strijd voor Europa, tegen de vernietigende kracht van het bolsjewisme.

‘Uw voorvaderen zijn reeds 800 jaar geleden en steeds weer daarheen getrokken en belangrijke bouwstenen van de Europese cultuur en denkwereld geweest. Sedert geslachten ontbreekt gij bij de vervulling van deze gemeenschappelijke Europese taak. De Duitse soldaten, in wier gelederen reeds thans uw zonen staan, halen thans het Oosten terug. Thans gaat het er om, dit Europees gebied definitief voor Europa te winnen. Gij bouwt aan de toekomst voor uw kinderen als gij thans mede aantreedt (...) Ik zelf beschouw deze betoging als het uitgangspunt van de nationaal-socialistische reorganisatie ook in Nederland die thans, nu de beslissing in het Oosten valt, ook hier moet worden aangepakt. Daarom zijn alle instellingen en politieke ideeën die reactionair een nieuwe ontwikkeling willen tegenhouden een beletsel voor een gelukkige toekomst. Wij zullen ze opruimen.’ 147

De bijeenkomst was verplicht voor het gehele personeel van het Reichskommissariat en formaties van de WA. De Nationale Jeugdstorm en de Duitse en Nederlandse Arbeidsdienst traden op als een soort erewacht.148 Daarnaast werd de bijeenkomst enorm onder de Nederlandse bevolking gepromoot en werden zelfs extra treinen ingezet om iedereen naar Amsterdam te krijgen. Op de voorpagina’s van de kranten werd de toespraak van Seyss-Inquart groots aangekondigd en ook door Amsterdam hingen spandoeken die de burgers richting het IJsclubterrein moesten leiden (afb.5.16.)149

‘Nu valt de beslissing! Ook voor de toekomst van Nederland. Nederlanders, komt in grooten getale op vrijdag den 27 juni 1941, aanvang 20-uur, naar het Ijsclubterrein, waar de gemachtigde van den Führer, Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seys Inquart spreekt’150

145 De Jong 1969-1991, 102-106, deel 5. 146 Van Berkel, 2012, 150.

147 De Jong 1969-1991, 102, deel 5. 148 De Jong 1969-1991, 104, deel 5. 149 De Telegraaf 26 juni 1941, 1.

Opmerkelijk is overigens dat de naam van Seyss-Inquart hier onjuist op werd gespeld, met één S te weinig.

Niet alleen de aankondiging van de massabijeenkomst werd op grote schaal gevoerd, ook de aankleding van het evenement zelf was bijzonder uitgesproken. Op het IJsclubterrein werd pal voor het Rijksmuseum een groot spreekgestoelte geplaatst waarvanaf Seyss-Inquart de bevolking kon