• No results found

De mogelijkheid tot vervanging in het kader van een sanctieregeling

§1. Vervangingsgronden

49. Eén van de belangrijkste vernieuwingen van de nieuwe wet is het gegeven dat er nu termijnen worden opgelegd aan degene die betrokken zijn bij de procedure van de vereffening-verdeling. Sommige van deze termijnen worden ook opgelegd aan de notaris. In artikel 1220, §2, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek heeft de wetgever een sanctieregeling ingeschreven waarbij de partijen de notaris-vereffenaar kunnen vervangen in geval van overschrijding van de overeengekomen en/of wettelijk bepaalde termijnen. Het is namelijk niet de bedoeling dat een notaris de vereffening- verdeling vertraagt.

Daarnaast bevat artikel 1220, §3 van het Gerechtelijk Wetboek ook een grond tot vervanging in het geval dat de notarissen-vereffenaars er niet in slagen om gezamenlijk samen te werken, waarbij de notarissen-vereffenaars kunnen worden vervangen.117 In tegenstelling tot het voormalig artikel 1214 van het Gerechtelijk Wetboek, dat alleen gericht was op een meningsverschil over het opmaken van

115 Zie randnummer 39.

116 C. DECLERCK en S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en C. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13.

117 P. HOFSTRÖSSLER, “De krachtlijnen van de nieuwe procedure: een nieuw draakboek. De gewijzigde rol van

rechter en advocaat”, Bijdrage voor de vormingsdag van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, 2012, 50.

de staat, is het huidig artikel veel ruimer. Elk probleem van samenwerking tussen de twee notarissen kan leiden tot een verzoek bij de rechtbank met de vervanging als gevolg.

§2. Procedure

50. Elke deelgenoot kan, in geval van overschrijding van de termijnen of wanneer de twee notarissen-vereffenaars er niet in slagen om gezamenlijk samen te werken, verzoeken de notaris(sen)-vereffenaar(s) en de partijen op te roepen door middel van een gewone brief neergelegd of gericht aan de griffie.118 Het verzoek van een van de partijen moet geen melding maken dat de vervanging van de notaris-vereffenaar wordt verzocht. Het betreft dus geen echt verzoek tot vervanging van de notaris-vereffenaar maar eerder een verzoek om de notaris(sen)-vereffenaar(s) voor de rechtbank bijeen te roepen.119

51. Binnen de vijftien dagen na deze kennisgeving kan de notaris-vereffenaar zijn opmerkingen tot de rechtbank en tot de partijen richten.120 Dit is voor hem een gelegenheid om te betwisten dat de opgelegde termijnen zijn overschreden, om te beschrijven welke redenen er voorhanden waren om deze overschrijding te rechtvaardigen, om te argumenteren dat de samenwerking met de andere notaris-vereffenaar wel goed verloopt, …. Na de termijn van vijftien dagen roept de griffie de partijen en de notaris(sen) op voor de terechtzitting.121 Vervolgens gaat de rechter de notaris(sen) horen. Nadien moet de rechter beoordelen of de vervanging wel een geschikte sanctie is.122 Het is dus pas ter gelegenheid van de hoorzitting dat de rechter de vervanging van notaris-vereffenaar kan uitspreken, ook als de partijen daar niet uitdrukkelijk om verzoeken.123

De rechter beschikt over alle vrijheid om al dan niet de notaris-vereffenaar te vervangen (hetzij op verzoek van de partijen, hetzij ambtshalve), tenzij alle partijen zich verzetten tegen de vervanging.

118 Art. 1220, §2, eerste lid Ger.W.

119 C., AUGHUET, “Fiche n° 6 – Pour quelles cuases le notaire-liquidateur peut-il refuser sa mission ou demander son

remplacement?, RNB 2016, 135.

120 Art. 1220, §2, derde lid Ger.W. 121 Art. 1220, §2, vierde lid Ger.W.

122 C. DECLERCK en S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en C. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13.

123 C. AUGHUET, “Fiche n° 6 – Pour quelles cuases le notaire-liquidateur peut-il refuser sa mission ou demander son

Dit is dus een verschilpunt met de gewone vervangingsprocedure, op grond van artikel 1211, §1, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek waar de rechter geen opportuniteitsbeoordeling mag uitvoeren maar de vervanging moet toestaan wanneer de notaris-vereffenaar weigert, verhinderd is of indien er omstandigheden zijn die gerechtvaardigde twijfel doen ontstaan over zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid.124

52. In sommige gevallen is de vervanging echter geen goede oplossing omwille van een verder tijdsverlies te voorkomen. Indien de notaris wordt vervangen, zal een nieuwe notaris-vereffenaar namelijk een bepaalde tijd nodig hebben om zich in te werken in het dossier. Het vragen van de vervanging kan ook delicaat zijn omdat de partijen nadien verder moeten met de notaris-vereffenaar die zij wouden vervangen, indien de rechter hun vraag niet inwilligt. Dit geldt ook voor de advocaten van de partijen, die in de toekomst toe ook nog moeten samenwerken met de notaris-vereffenaar. Vandaar zal men niet snel geneigd zijn om de vervanging van de notaris-vereffenaar te vragen op deze manier en zal men zich dan ook verzetten tegen de vervanging.125

53. Een minder vergaande stap die de partijen kunnen nemen wanneer de notaris de kalenderregeling niet naleeft of bij een slechte samenwerking tussen twee notarissen-vereffenaars, is een beroep doen op de ombudsdienst voor het notariaat. De ombudsdienst waakt over de goede werking van het notarisberoep en behandelt alle klachten van derden tegen een notaris in verband met de uitoefening van zijn beroep. De ombudsman zal in beginsel binnen de 90 dagen kosteloos een advies formuleren, dat geen bindend karakter heeft, maar dat wel met een moreel gezag is bekleed. Het nadeel hierbij is dat klachten die voorwerp hebben uitgemaakt van een vordering in rechte, onontvankelijk zijn.126

Daarnaast kan men ook een klacht indienen bij de (voorzitter van de) Provinciale kamer van notarissen of de Benoemingscommissie voor het notariaat.127

124 P. HOFSTRÖSSLER, “De krachtlijnen van de nieuwe procedure: een nieuw draakboek. De gewijzigde rol van

rechter en advocaat”, Bijdrage voor de vormingsdag van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, 2012, 51.

125 C. DECLERCK en S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en C. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13

126 A. VAN DEN BOSSCHE, “De ombudsman”, T.Not. 2015, 598-600. 127 A. VAN DEN BOSSCHE, “De ombudsman”, T.Not. 2015, 595-597.

54. Tijdens de parlementaire bespreking rees de vraag of het niet beter was om andere sancties te bepalen in geval van overschrijding van de termijnen of wanneer twee notarissen-vereffenaars niet goed kunnen samenwerken dan de huidige sanctie, namelijk de vervanging.

De eerste mogelijkheid die naar voor werd geschoven was de verplichting om de zaak automatisch over te maken aan de tuchtinstanties, met name de Provinciale Kamer van Notarissen waar de notaris zijn standplaats heeft.128 Hoewel deze mogelijkheid niet werd weerhouden, kunnen de partijen nog altijd initiatief nemen om alsnog klacht neer te leggen, zoals hiervoor besproken.

De andere mogelijkheid die naar voor werd geschoven was de automatisch dwangsom die wordt opgelegd aan de notaris na het verstrijken van de termijn. De dwangsom zou dan per dag worden opgelegd.129 Deze mogelijkheid was technisch niet mogelijk omdat het Gerechtelijk Wetboek deze sanctie slechts toelaat op vordering van één van de partijen.130

§3. Gevolgen van de vervanging

55. De vervanging van de notaris-vereffenaar zal op grond van artikel 1220, §2 en §3 van het Gerechtelijk Wetboek dezelfde gevolgen teweegbrengen als de vervanging op grond van artikel 1211 van het Gerechtelijk Wetboek. De opdracht van de notaris-vereffenaar zal worden beëindigd en er zal een vergoeding verschuldigd zijn aan de notaris-vereffenaar die wordt vervangen.131 56. Hier is echter een bijkomend gevolg in de wet geschreven. In geval de vervanging van de notaris-vereffenaar wordt uitgesproken op basis van artikel 1220, §2, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek, brengt de griffie de beslissing ter kennis van de kamer van de notarissen van het genootschap waartoe de notaris-vereffenaar behoort. De kamer bepaalt of er vervolgens een tuchtstraf bepaald bij artikel 96 van de Organieke Wet moet worden uitgesproken.132 Dit werd in de

128 Wetsvoorstel houdende de hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat

2010-11, 405/6, 56-57.

129 Wetsvoorstel houdende de hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat

2010-11, 405/6, 57.

130 Art. 1385bis, eerste lid Ger.W.

131 Zie voor de bespreking hiervan randnummer 45-47. 132 Art. 1220, §2, zesde lid Ger.W.

wet ingeschreven opdat de notarissen hun vervanging niet als een verlossing zouden zien maar eerder als een echte straf.133

Het is echter wel opmerkelijk dat dezelfde kennisgeving niet herhaald wordt in artikel 1220, §3 van het Gerechtelijk Wetboek. Bovendien is deze kennisgeving ook niet vervat in artikel 1210 van het Gerechtelijk Wetboek. Naar mijn mening zal de wetgever dit niet nodig achten omdat deze vervangingsgronden niet noodzakelijk een fout uitmaken door de notaris, in tegenstelling tot de notaris-vereffenaar die de termijnen niet respecteert.