• No results found

Mogelijkheden tot harmonisatie naar één Europees Sociaal Model

het behoud van de verschillende verzorgingsstaten en het vrije arbeidersverkeer. Doordat het sociale beleid en vooral de inrichting van de verzorgingsstaat een nationale aangelegenheid is, terwijl het vrije arbeidersverkeer en de daaruit voortvloeiende wetgeving een Europese aangelegenheid is, zijn er aanwijzingen te vinden dat er sprake is van welvaartstoerisme. Waarbij arbeiders vanuit de minder gunstige sociale modellen eerder geneigd zijn om te verhuizen naar modellen met een gunstiger klimaat en meer sociale bescherming. Om te kunnen blijven spreken van een verzorgingsstaat die niet bezwijkt onder de financiële druk die gecreëerd wordt door arbeidsmigranten is het belangrijk dat er onderlinge afspraken worden gemaakt tussen de verschillende lidstaten. Het overhevelen van het sociale beleid van de lidstaten naar de Europese Unie en daarmee het harmoniseren naar één Europees Sociaal Model

258 J. Leerssen, Nationaal denken in Europa: een cultuurhistorische schets. Amsterdam: Amsterdam University Press 1999, p. 87

48 kunnen bijdragen aan het behoudt van beide belangen. Een sociaal Europa, waarin arbeiders vrij kunnen bewegen naar de plek waar werk voor hen is. Echter zal deze overheveling van het sociale beleid naar de Europese Unie niet zonder slag of stoot gaan. Zoals al benoemd aan het begin van hoofdstuk 4 zijn veel Europeanen niet bereid om afstand te nemen van hun opgebouwde sociale zekerheden.

Vanuit de geschiedenis van Duitsland blijkt het echter wel mogelijk om uiteindelijk twee verschillende verzorgingsmodellen, die qua doelen en prestaties van elkaar verschillen, te harmoniseren tot één model. Zoals uit het vorige hoofdstuk blijkt was het in Duitsland mogelijk om de twee verschillende culturen te overbruggen en samen te smelten tot één cultuur met één verzorgingsmodel. De vraag die hieruit voortvloeit, is of het Duitse herenigingsverhaal met de daarbij toegepaste machtstechnieken ook van toepassing kan zijn op de Europese Unie om te kunnen komen tot één Europees Sociaal Model, die niet bezwijkt onder de financiële druk die gecreëerd wordt door arbeidsmigratie. Zoals al uit hoofdstuk 2 van deze scriptie is gebleken, bestaat de Europese Unie alleen al uit vijf verschillende verzorgingsmodellen en binnen deze verzorgingsmodellen zijn er ook weer verschillen te ontdekken. Dit betekent dat er op dit moment gesproken kan worden over een Europese Unie die bestaat uit 28 verschillende verzorgingsstaten. Daarmee is de situatie niet geheel vergelijkbaar met de situatie van Duitsland.

Zoals al eerder beargumenteerd in paragraaf 4.1 deelde Duitsland, en haar inwoners, voor een lange periode eenzelfde achtergrond en eenzelfde geschiedenis, met eenzelfde sociaal model. Voor maar een klein gedeelte van deze periode, namelijk een periode van ongeveer 40 jaar is deze achtergrond anders geweest. In die periode kende de ene helft van Duitsland een communistisch politiek stelsel en een verzorgingsstaat die was ingericht naar communistische idealen, de andere helft van Duitsland kende een kapitalistisch politiek stelsel en een verzorgingsmodel ingericht naar kapitalistische overtuigingen. Uiteindelijk bleek het mogelijk onder druk met toepassing van de machtstechnieken van Foucault dat deze twee verschillen weer terug te brengen waren naar één verzorgingsmodel en een politiek stelsel, met één cultuur.

Echter in tegenstelling tot Duitsland kent de Europese Unie niet een gemeenschappelijke achtergrond zoals deze wel aanwezig was in Duitsland. Deze gemeenschappelijke achtergrond, namelijk het ontstaan van de Europese Unie is pas recentelijk, waarbij de grondleggers van de Europese Unie pas aan het bouwen zijn aan een gemeenschappelijk achtergrond sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw en zijn er zelfs lidstaten die nog geen 10 jaar hierbij horen. Daarbij kunnen er vragen gesteld worden over hoe representatief de Duitse eenwording is voor een situatie als die van de Europese Unie. Toch vallen er enkele lessen te trekken uit de Duitse eenwording die wellicht een positieve bijdrage kunnen leveren aan de harmonisering van de verschillende verzorgingsmodellen, naar één Europees Sociaal Model. In dit hoofdstuk zullen de belangrijkste elementen besproken worden die kunnen bijdrage aan het overbruggen van de verschillende culturen om harmoniseren naar één Europees Sociaal Model te vergemakkelijken.

49

5.1

De hoeders van het vertoog

De Duitse herenigingsgeschiedenis laat in de eerste plaats zien dat voor het creëren van een nieuw vertoog, de hoeders van het oude vertoog afstand dienen te nemen en de macht dienen over te dragen. In Duitsland werd het oude vertoog van de DDR opgeheven toen de Berlijnse muur viel. Vanaf dat moment werden de machtstechnieken van inclusie en exclusie die gebruikt werden in de DDR opgeheven (zie paragraaf 4.3). De inwoners van de DDR werden niet meer letterlijk ingesloten en de westelijke buitenwereld werd niet meer letterlijk buitengesloten van het Oost-Duitse vertoog. De controle van het vertoog van binnenuit, die een sterke nadruk had op het stellen van verboden, werd versoepeld. Na de val van de Berlijnse muur heeft de West-Duitse bondskanselier Kohl alles in het werk gesteld om binnen een paar maanden internationale goedkeuring te verwerven om de Duitse deling op te heffen.259 Dit vond zijn doorwerking op 3 oktober 1990. Hieruit blijkt dat de hoeders van het oude

vertoog afstand zullen moeten nemen van hun rol die ze spelen en de macht moeten overhevelen naar de nieuwe hoeders van het vertoog. Maar wie zijn de hoeders van het vertoog eigenlijk? En wat kunnen de hoeders van het vertoog betekenen voor de Europese Unie?

De hoeders van het vertoog is ook een theorie die afkomstig is van Foucault. Volgens Foucault gebeurde er naast het herdefiniëren van de grenzen van Europa nog iets belangrijks in de periode van het Congres van Wenen. Zoals al eerder werd vermeld in paragraaf 2.1, werd bij het Congres van Wenen het legitieme bezit van de Europese vorsten bekrachtigd. Op dat moment werd er afstand gedaan van het feodale systeem. Dit ging volgens Foucault samen met het overhevelen van de macht van de feodale machthebbers naar het pastoraat. Het pastoraat dient in dit geval gezien te worden als de bevolking (de kudde), waarbij ten opzichte van het oude feodale systeem, het pastoraat de macht verleend aan politieke leiders van een natie door middel van democratie.260 Daarmee zijn de politieke leiders de hoeders van

het vertoog geworden.

Wanneer de situatie van de Europese Unie vervolgens wordt vergeleken met die van Duitsland, zou er gesteld kunnen worden dat om te komen tot een nieuw Europees vertoog, er in tegenstelling tot Duitsland nu 28 hoeders afstand zullen moeten nemen van hun machtspositie in het oude vertoog. Zij (de politieke leiders van Europa) zullen de beslissing moeten nemen om het sociale beleid over te hevelen naar de Europese Unie, ondanks dat de burgers van de Europese Unie hun leven hebben ingericht op basis van het voortbestaan van modellen van sociale bescherming en belastingen en dat dit tot protesten zal gaan leiden. Tot zover is de situatie vergelijkbaar met die van Duitsland, omdat daar ook werd besloten om het oude vertoog op te geven en een nieuwe hoeder aan te wijzen. Echter is deze afdracht van sociaal beleid door de hoeders van de Europese Unie minder een vanzelfsprekendheid dan

259 Duitsland Instituut, ‘De muur valt: einde van de Duitse deling’, http://duitslandinstituut.nl/naslagwerk/135/de-muur-valt-einde-van-de-duitse-deling , geraadpleegd op 14-06- 2015

50 in Duitsland, omdat er in Duitsland maar één hoeder afstand hoefde te nemen van het bestaande vertoog en in Europa betreffen het 28 hoeders.

5.2

Sociale rituelen

Zoals uit de voorgaande hoofdstukken is gebleken, zijn de Europese grenzen ingesteld bij het Congres van Wenen in 1815. Het herdefiniëren van de landsgrenzen ging samen met de eerste ontwikkelingen van het nationalisme. Zo werden niet alleen de grenzen van de verschillende staten binnen Europa geherdefinieerd, maar werden er ook sociale rituelen ontwikkeld die een bijdrage leverden aan het eenheidsgevoel van een natiestaat (zie paragraaf 2.1). Na 1815 werden volksliederen steeds belangrijker en kwam er ook ruimte voor nationale feestdagen die veelal betrekking hadden op historisch belangrijke momenten of plaatsen van die staat. Volgens Foucault dragen deze sociale rituelen bij aan het beheer van een vertoog en dit betekent dat het vertoog ook een natie kan omvatten.

De sociale rituelen zoals beschreven door Foucault zijn een middel om te kunnen bepalen wie toegelaten kunnen worden tot het vertoog en wie niet. Het behoort dan ook tot de restrictieve methoden en wordt gebruikt om de toegang tot het vertoog te kunnen beperken (zie paragraaf 2.1). Sociale rituelen kunnen een positieve bijdrage hebben op het creëren van een gemeenschappelijk visie en om de leden binnen een vertoog aan elkaar te binden. De sociale rituelen zijn eerder gebruikt om de neuzen binnen een staat dezelfde kant op te laten wijzen en zouden wellicht ook op een positieve manier kunnen bijdragen aan een gemeenschappelijke visie binnen Europa en een eenheidsgevoel bevorderen. Het hebben van een gemeenschappelijk visie kan helpen om het harmoniseren naar één Europees Sociaal Model te vergemakkelijken, maar deze gemeenschappelijke visie Europees breed is niet een vanzelfsprekendheid.

Uit de onderzoeken die gedaan zijn door onder andere Joep Leerssen, blijkt dat het ontstaan van nationalisme samenging met het ontstaan van nationale volksliederen, hiermee werden de culturele wortels van een volk benadrukt maar ook de eigenheid van een volk en cultuur.261 De culturele wortels

van een volk werden ook benadrukt door het vieren van feesten op historisch belangrijke plekken, of over historisch belangrijke momenten. Dit laatste zagen we ook terug na de hereniging van Duitsland, waarbij er nieuwe sociale rituelen werden toegevoegd om het vertoog te versterken. Een van die sociale rituelen is de dag van de Duitse eenheid die gevierd op 3 oktober.

Om het Europese vertoog te kunnen versterken, lijken er aanwijzingen te zijn dat deze volksliederen en feestdagen een positieve rol spelen. Voor de Europese Unie zou er bijvoorbeeld meer nadruk gelegd kunnen worden op de dag van Schuman, die op dit moment wel bekendheid heeft binnen de Europese Unie, maar nog niet echt gevierd wordt. Ook zouden er sociale rituelen kunnen worden ingevoerd die meer betrekking hebben de huidige grenzen en historische doorbraken waarbij alle

261 J. Leerssen, Nationaal denken in Europa: een cultuurhistorische schets. Amsterdam: Amsterdam University Press 1999, p. 86

51 lidstaten betrokken zijn. Tevens zou een Europees volkslied een positieve bijdrage kunnen leveren aan het gemeenschappelijke gevoel. Of het invoeren van sociale rituelen ook uiteindelijk zal leiden tot een Europees Sociaal Model is daarmee niet gezegd, het zou alleen kunnen helpen om de culturele verschillen die er zijn binnen de Europese Unie te overbruggen, door nadruk te leggen op de culturele eigenheid van de Europese Unie in plaats van de culturele eigenheid van de verschillende lidstaten.

5.3

Doctrine

Wat tevens blijkt uit de hereniging van Duitsland is dat zodra grenzen veranderen en er nieuwe nationaliteiten worden ontwikkeld of een oude nationaliteiten worden opgeheven en toegevoegd aan een al bestaande nationaliteit wil dat nog niet zeggen dat daarmee ook dezelfde overtuigingen worden gedeeld en dat iedereen zich vanuit deze nationaliteit aan dezelfde overtuigingen conformeert. Dit was zichtbaar toen de DDR werd opgeheven en zich verenigde met de BRD, op dat moment veranderde de nationaliteit van de voormalige DDR inwoners en maakte ze automatisch deel uit van het vertoog van de BRD, op basis van de doctrine zoals beschreven door Foucault. Dit sluit echter spanningen niet uit, omdat men nog niet automatisch de overtuigingen of dezelfde achtergronden deelt. Zoals al eerder in hoofdstuk 4 is benoemd, was dit in Duitsland al een moeilijk situatie en duurde het een aantal jaar voordat de neuzen weer dezelfde kant op gingen staan. Voor de Europese Unie is dit wellicht nog moeilijker omdat de EU te maken heeft met 28 landsgrenzen en om een gezamenlijk doctrine te creëren waarin één Europees Sociaal Model mogelijk is, moeten er 28 verschillen culturen met hun eigen overtuigingen naar elkaar toegebracht worden. Dit zal geen gemakkelijk taak zijn en naar alle waarschijnlijkheid nog een stuk moeilijker dan in Duitsland.

Dat het moeilijk blijkt te zijn om verschillende vertogen, die voortbouwen op nationaliteit, samen te voegen tot één nationaliteit blijkt onder andere uit het Europese burgerschap. Binnen de Europese Unie hebben alle burgers die de nationaliteit van één van de lidstaten hebben, ook automatisch recht op het Unieburgerschap. Toch blijkt het Unie burgerschap an sich niet voldoende om een vertoog mee op te bouwen. Hieruit blijkt eens te meer dat de verschillende machtstechnieken van Foucault elkaar nodig hebben om een vertoog te versterken.

6. Synthese en beantwoording deelvragen en hoofdvraag