• No results found

Mogelijke netaanpassingen

In document Netinnovatie Kottervisserij II (pagina 64-68)

bovenkuil Landings/

5.3 Mogelijke netaanpassingen

5.3.1

Overzicht

Op basis van de literatuur leken de volgende netaanpassingen of materialen het meest voor de hand liggend om te testen in een flyshootnet en de werking ervan visueel te evalueren:

• Groot paneel met vierkante mazen (80 mm) in de rug van het net om te kijken welke soorten er wanneer door ontsnappen, cfr paneel verplicht in de Noordzee.

• Op een helft (L/R) van het paneel met 80mm vierkante mazen kunnen mogelijks korte stukjes touw (2cm) bevestigd worden op dwarse benen die bij stroming in de maasopening fladderen zodat de maas visueel gesloten lijkt, maar de vis bij contact er toch doorheen gaat.

(Er van uitgaande dat makreel meer visueel beslist en wijting meer op contact) • Ontsnappingspaneel boven rijging in zijkant van staart, al dan niet over volledige rug. • Paneel in opvallend wit garen of donker garen.

• Gekleurde of witte lichtjes, al dan niet knipperend.

• Touwen met veel kleine vlotters (loodgecompenseerd) of witte touwen met slechts enkele grote vlotters op het einde (loodgecompenseerd) om vis te ‘leiden’.

• Reep netwerk dat met behulp van 2 touwtjes van ca 20 cm (zodat o.a. platvis er nog vlot onder kan) aan buik is bevestigd en bovenaan omhoog gehouden wordt door vlotters.

5.3.2

Beschrijving getest ontsnappingspaneel

Er werd gebruik gemaakt van een ontsnappingspaneel zoals het ook gebruikt wordt door Flyshooters in de Noordzee (Figuur 41). Het paneel was 1.5 m breed en in totaal 3.4 m lang, bestaande uit vierkante mazen van ongeveer 4.5 op 4.5 cm (gestrekte maasopening van 87.8 ± 2.3 mm). Het paneel zat 10 m voor de aanzet van de staart.

Figuur 41. Nettekening van het gebruikte experimentele net met daarop de locatie van het ontsnappingspaneel en de afmetingen van de overkuil.

Om een goed zicht te krijgen op de ontsnapping door het paneel werd er door Coöperatie Westvoorn ook een overkuil over het paneel gezet met een volle maas van 6 cm (maasopening van 55.2 ± 1.0 mm). Deze werden voorzien van drijvende blaasjes/vlotters om de overkuil mooi open te houden en te vermijden dat hij het paneel zou gaan afdekken (Figuur 42).

Figuur 42: Twee foto’s waarop de overkuil in blauw netmateriaal met oranje drijvende blaasjes te zien is van de buitenkant (links) en van binnenuit waarbij men door de witte vierkante mazen van het ontsnappingspaneel kijkt (rechts).

5.4 Onderwateropnames

5.4.1

Doelstelling

De voornaamste vragen bij aanvang van het project waren • Welke vissoort komt wanneer het net binnen?

• Waar bevindt elke soort zich in de staart van het net waar eventuele scheiding kan gebeuren en hoe reageren ze op de toenemende snelheid tijdens het vangstproces?

• Welke soorten (en grootte) ontsnapt er precies door een ontsnappingspaneel met vierkante mazen in de rug van het net?

• Welke impact hebben mechanische en/of visuele stimuli ter hoogte van het ontsnappingspaneel op ontsnapping(gedrag)?

5.4.2

Methode

Gezien de grote afstand tussen het schip en het net werd er geopteerd om te filmen met go pro’s die met behulp van frames in of op het net bevestigd werden door een technisch medewerker van het ILVO.

5.4.3

Resultaten

Ruwe beelden kunnen opgevraagd worden bij het ILVO. De beste fragmenten zijn eveneens te verkrijgen bij Jaczon of Coöperatie Westvoorn. Een gedetailleerde beschrijving per reis en per fragment is terug te vinden in 0.

5.4.3.1 Reis 1 - maart 2017: net zonder aanpassingen (3 bruikbare trekken)

• Vangst schuift terug van kuil naar staart wanneer er gestopt wordt met halen om uit te pikken. • Eerst platvis in net (onderaan), daarna de rondvis (hoger in staart). Telkens in wisselende

hoeveelheden qua aantal.

• In sommige trekken opent de staart pas laat en komt de vis niet geleidelijk door de staart, maar als 1 grote bal van verschillende soorten.

5.4.3.2 Reis 2 - april 2018: 80 mm ontsnappingspaneel in rug en extra stimuli (9 bruikbare trekken)

Welke vissoort komt wanneer door de staart?

• Net recht en vullend vanaf 25-30 min na te water lating • Platvis komt binnen vanaf laatste 30-40 min van de trek

• Wijting komt het net binnen vanaf laatste 15-30 minuten van trek • Haring komt pas net binnen in laatste 10-15min van trek

• Vaak komt eerste rondvis als een ‘bal’: ze stroppen ergens op en het net opent pas later.

• Sommige trekken ging de vis over het net, andere trekken waren onderpees en spie opgerold: de netopening vist niet elke trek stabiel en betrouwbaar.

Waar bevindt elke soort zich in de staart van het net waar eventuele scheiding kan gebeuren?

• Haring gegroepeerd, soms enkel bovenaan, soms zijkant. Geobserveerde ontsnapping bijna altijd zijdelings.

• Wijting die ergens tegen tikt (bv waar paneel samengezet is) maakt makkelijker beweging omhoog. Paneel met meer ribben zou dus efficiënter kunnen werken. Een ‘dansend’ paneel zal waarschijnlijk ook tot meer ontsnapping leiden.

• Platvis schijft vlot door naar kuil, rondvis probeert zijn positie t.o.v. het net constant te houden zolang de snelheid dat toelaat.

• Hondshaai, inktvis, poon, … ook afzonderlijk. Locatie lijkt meer variabel.

• Regelmatige blijkt vis gemengd als een bal richting kuil te schuiven omdat de staart niet tijdig mooi open ging staan (afhankelijk van tij?). Dit bemoeilijkt uiteraard selectie d.m.v. paneel doordat er weinig

Hoe reageren ze op de toenemende snelheid tijdens het vangstproces?

• Platvis, poon, … vechten zo lang ze kunnen voor en in de mond van het net, maar eens in het net schuiven ze vlot door richting kuil (reeds uitgeput).

• Rondvis: Geen duidelijke beelden van gedrag in netopening, maar eens in het net/de staart houden ze zo lang mogelijk gelijke tred met het hen omringend netmateriaal. Eens snelheid te hoog wordt schuiven ze noodgedwongen door naar de kuil.

• Wijting in combinatie met paneel: zonder overkuil gaat een ontsnapte vis onmiddellijk zijn weg naar boven voortzetten en drijft hij snel af naar achteren. Met overkuil gaat de vis opnieuw proberen gelijke tred te houden t.o.v. netmateriaal rond hem.

Welke soorten (en grootte) ontsnapt er precies door een ontsnappingspaneel met vierkante mazen in de rug van het net?

• Hoe strakker net openstaat, hoe minder ontsnapping. Hoe meer ribbels en plooien, hoe makkelijker ontsnapping optreedt.

• In aanwezigheid van licht lijken ze schichtiger te bewegen. • Aanwezigheid van (lood)touwtjes lijkt geen invloed te hebben.

• Rudimentaire vangstanalyse van trek 3 toont aan dat verlies van commerciële vis door paneel in rug verwaarloosbaar is: 5 maatse wijtingen en een inktvisje op een zak van 200-300 kg geloosde vis. Welke impact hebben mechanische en/of visuele stimuli ter hoogte van het ontsnappingspaneel op ontsnapping(sgedrag)?

• Rode touwen voor het paneel & Witte loodtouwtjes op het einde van het paneel:

- Vissen maken zo min mogelijk contact, maar zien het niet als een bedreiging en zwemmen er rond, voor, achter naargelang ze dat nodig achten.

- Aanwezigheid van (lood)touwtjes lijkt het gedrag van wijting of haring weinig te beïnvloeden en gaf geen aanleiding tot verhoogde ontsnapping door het paneel.

 Verschil met literatuur mogelijk te verklaren doordat deze touwtjes dun waren en traag of niet bewogen, vs dikke koorden met blaasjes die harder trilden en door het water bewogen.

 Geen meerwaarde • Lampen

- Vis lijkt zenuwachtiger te reageren met lampen (of door laag net?) en maakt meer ‘burst’ bewegingen, wat kans op ontsnapping zou moeten vergroten.

 Om verbeterde ontsnapping vast te stellen zouden we (i) de vangstanalyse van trekken met lichtjes moeten vergelijken met trekken zonder (data van januari 2019) of (ii) moeten een vangstvergelijking doen door te werken met een broeknet.

Het nadeel van een broeknet is dat verwerking van de vangst ook gescheiden zou moeten verlopen en het net dus niet gevierd zou kunnen worden vooraleer de vangst uit de ene kuil volledig

verwerkt is en de hopper opnieuw leeg is.

5.4.3.3 Derde reis (januari 2019): net met ontsnappingspaneel (rug) (3 half bruikbare trekken)

• Geen zicht op werking op bodem wegens te donker.

• Voldoende ruimte tussen overkuil en paneel: geen belemmering van ontsnapping • Paneel meestal gegolfd wat ontsnapping vermoedelijk bevordert.

• Overkuil staat telkens mooi horizontaal en in verlengde van de staart.

 Er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat de overkuil de ontsnapping door het paneel belemmerd zou hebben.

5.4.4

Conclusie

Een ontsnappingspaneel (vierkante mazen van 80 mm) lijkt veelbelovend om ondermaatse wijting te laten ontsnappen, zeker omdat het verlies van andere commerciële soorten klein lijkt. Hoe meer het paneel gegolfd lag of bewoog, hoe makkelijker wijting (zijdelings) leek te ontsnappen. Platvis en poon volgen eerder de buik, inktvis stroomt gewoon onder het paneel door en soorten als haring die in school zwemmen blijven bij elkaar

en ontwijken als school het net, ongeacht of ze er door kunnen of niet. Vangstanalyse d.m.v. overkuil is echter nodig om het verlies te kwantificeren en verdere testen in periodes met mul zijn aangewezen om een mogelijk verlies van deze soort vast te stellen.

De aanwezigheid van de overkuil tijdens de uitgevoerde experimenten leek de ontsnapping ook niet te belemmeren. Er was voldoende ruimte tussen overkuil en paneel en de overkuil hing mooi in verlengde en horizontaal boven de staart en kuil waardoor de doorstroming naar achter toe niet belemmerd zou mogen geweest zijn. De resultaten van de vangstanalyse zouden dus representatief moeten zijn voor de situatie zonder overkuil.

In document Netinnovatie Kottervisserij II (pagina 64-68)