• No results found

Bijvangst beperkende net-aanpassingen

In document Netinnovatie Kottervisserij II (pagina 75-77)

Ondermaats Klasse

6 Schol visserij

6.3 Bijvangst beperkende net-aanpassingen

Voor het beperken van de vangst van ongewenste bijvangst van ondermaatse schol (en schar) kan er in deze visserij gekozen worden om een grotere maaswijdte (120-140mm) voor de kuil te gebruiken. Echter, gaat het verminderen van de bijvangst van ondermaatse schol gepaard met een verlies van marktwaardige en waardevolle tongschar. Er is daarom beperkt animo voor het vissen met grotere maaswijdtes.

Een verminderd gevoel van urgentie kan mogelijk een rol gespeeld hebben bij het uitblijven van

experimentele netontwerpen voor de scholvisserij. De regelgeving is aangepast halverwege 2016, vissers uit het BT2-segment (boomkor/puls 80-119 mm) konden vanaf toen ook gebruik maken van de zeedagen uit het BT1-segment (boomkor/puls >120 mm). Dit betekende concreet dat scholvissers met mazen wijder dan 119 mm konden vissen zonder beperkt te worden in dagen dat ze op zee mochten zijn. Het vergroten van de maaswijdte in deze visserij kan aanzienlijk bijdragen in het verminderen van discards.

Het beperken van de ongewenste bijvangst van rog vraagt gezien het formaat van deze dieren om andere aanpassingen. Het vergoten van de maaswijdte wordt niet effectief geacht voor het verminderen van bijvangsten van roggen. Aan de hand van een internationale QuickScan naar het beperken van de bijvangst van rog zijn een tweetal aanpassingen voorgesteld; (i) een scheidingspaneel of –rooster die de grotere roggen van de overige vangst moeten scheiden of (ii) het vissen zonder wekkerketting(en) in een twin-rig ottertrawl (Kynoch et al. 2015). Daarnaast is er tijdens de studiereis naar Zweden geïnformeerd naar mogelijke technische oplossingen (bijlage 8). De Nederlandse Vissersbond heeft onderzocht of er animo was onder de scholvissers om aanpassingen uit de testen. De vissers gaven aan dat bovengenoemde aanpassingen waarschijnlijk ook de vangst van de waardevolle tarbot en griet beperken, gezien zowel grote rog, tarbot en griet een vergelijkbare vorm hebben. Omdat een deel van de besomming van een

7 Conclusies en aanbevelingen

7.2 Tongvisserij

7.2.1

Elektrisch benthos ontsnappingspaneel (eBRP)

De proeven tonen aan dat met een eBRP succesvol bijvangst van benthos en stenen gereduceerd kan worden zonder verlies van maatse tong. Het effect op visdiscards kon niet onderzocht worden door een gebrek aan data, maar er waren geen aanwijzingen dat het gebruik van een eBRP tot noemenswaardige reducties leidde van ondermaatse platvis of rondvis. Een eBRP lijkt voorlopig dus vooral een meerwaarde voor zwaarder vissende boom- of pulskorvaartuigen, waar het lozen van grote hoeveelheden benthos en stenen een significante verbetering kan betekenen voor de viskwaliteit en de mogelijk de selectiviteit in de kuil. Een verbetering in kwaliteit en dus de visconditie van de vissen zou ook een verbetering van de overleving van de discards kunnen beteken. Het wordt aanbevolen om in vervolgonderzoek beide aspecten mee te nemen. De ontwikkeling van pulsmodules die bruikbaar zijn in het net opent nieuwe mogelijkheden om tot een verbeterde scheiding en/of selectiviteit te komen in de staart van het net.

7.2.2

Touwtjespaneel

Het touwtjespaneel was ontworpen om tong en schol te scheiden, waarbij tong in de onderkuil en schol in een bovenkuil opgevangen werd. Essentieel hiervoor is een effectieve scheiding van beide soorten. Dit was echter niet het geval. In de eerste versie per trek het percentage schol en tong in beide kuilen nagenoeg gelijk. Voor het verlengde touwtjespaneel werd echter een groter verschil in de percentages tussen de soorten waargenomen, dit was niet voldoende om dit paneel commercieel toe te passen. Een vervolg zou zich kunnen focussen op het optimaliseren van de passeerbaarheid van het paneel voor tong waarbij onderwateropnames op het paneel tijdens het vissen mogelijk nieuwe inzichten leveren.

7.2.3

Pulse Selector

Met het toepassen van het Pulse selector concept werd geen verlies van marktwaardige vis ten opzichte van het conventionele net waargenomen. Echter was de uitvoering van de borstelpees en extra tunnel en kuil achter de borstelpees niet optimaal waardoor over de effectiviteit van de innovatie op het scheiden van tong en overige vis beperkt uitspraken gedaan kunnen worden. Een vervolg test is aan te raden waarbij de borstels van de pees aan beide uiteinden verlengd worden en de extra tunnel beter in het net bevestigd wordt.

7.2.4

Schanspaneel

Met het schanspaneel met en zonder extra onderpees werd aanzienlijk meer ondermaatse wijting gevangen in het net conventionele tuig. Het toepassen van een lichte extra onderpees met schanspaneel had als gevolg dat er gemiddeld per trek (14.7%) minder tong gevangen werd ten opzichte van het bakboord tuig. In het geval het schanspaneel nogmaals getest wordt is het aan te bevelen om de licht onderpees over de bodem te laten lopen en het paneel hier direct aan te bevestigen. Dit voorkomt dat er ruimte ontstaat tussen de pees en begin van het paneel waardoor wijting er alsnog onderdoor gaat. Video observaties voor de extra onderpees kunnen mogelijk inzicht bieden in het gedrag van zowel tong als wijting en de

gevonden verschillen verklaren.

7.2.5

Kiwikuil

een vervolgontwerp langer te maken en van meer openingen te voorzien. Ook wordt aanbevolen om de openingen in de kiwikuil te optimaliseren naar de breedte en dikte van de kleinste marktwaardige tong (24cm). Voor ondermaatse schol uit de verlengde kiwikuil worden minder beschadigingen waargenomen ten opzichte van de conventionele kuil. Hoewel er minder beschadigingen waargenomen worden is er nog steeds een aanzienlijk percentage van de vissen beschadigd. Indien de vangst efficiëntie en doorstroming van de kiwikuil verbeterd is dient het de aanbeveling om de beschadigingen opnieuw te classificeren, mogelijk heeft een verbeterde doorstroming minder beschadigingen tot gevolg. Ook de ophoping van zand in de kiwikuil is een aandachtspunt, met het aanbrengen van meer openingen in de onderzijde van de kiwikuil wordt dit mogelijk verminderd.

7.2.6

Luchtpuls

Met de luchtpuls geprobeerd om met luchtdruk en dus luchtbellen boven de bodem de vis te stimuleren om de bodem te verlaten. Echter, laten de proeven zien dat in de gebruikte opstelling een zeer beperkt aantal vissen reageert op de luchtbellen. Daarmee lijkt deze methode in deze opstelling nog geen alternatief voor wekkerkettingen of puls gezien de beperkte effectiviteit waarmee tong en schol gestimuleerd worden om de bodem te verlaten.

In document Netinnovatie Kottervisserij II (pagina 75-77)