• No results found

beantwoord.

Amsterdam heeft verschillende ambities op het gebied van mobiliteit; de grootste ambitie is het autoluw maken van de binnenstad. Horecalogistiek is de meest inefficiënte vervoersstroom in de stad. Om deze, en alle vervuilende verkeersbewegingen de stad uit te krijgen moeten slimmere manieren worden gevonden om de groei te faciliteren en de ambities te verwezenlijken. Dit kan gedaan worden door middel van hubs: Hubs zorgen voor minder verkeersbewegingen en een efficiëntere benadering in ruimte en tijd. Door tijdig ruimte te reserveren voor alle benodigde functies binnen de hubs, behoudt de gemeente Amsterdam kansen om aantrekkelijke

stedelijke milieus te combineren met efficiënte overstap- en overslagpunten. Door een efficiëntere organisatie van ruimteclaims wordt ruimte bespaard waar kan worden ingezet op woningbouw, sociaal-maatschappelijke functies, recreatie, sportvoorzieningen, groen en andere functies of stedelijke

voorzieningen.

Er ontstaan kansen voor het combineren van mobiliteit en logistiek in hubs. De aanname is dat het combineren van mobiliteit en logistiek een efficiënte invloed heeft op ruimte en tijd, en dat het bijdraagt aan een autoluwe binnenstad. Het combineren van mobiliteit met logistiek is efficiënt als de juiste logistieke stroom op de juiste locatie is.

Om succesvolle hubs te creëen zijn een aantal randvoorwaarden. De basis van de hubs is mobiliteit. Het is van belang dat verschillende vervoersmodaliteiten aanwezig zijn, de aansluiting op andere

vervoersmodaliteiten seamless verloopt en de first en last mile worden gefaciliteerd. Daarnaast is het van belang dat de hub naast een

overstapfunctie ook een place to be functie moet hebben. Een hub is een plek om te verblijven, ontmoeten en te werken. Als laatst moet de hub inclusief zijn; dit betekent dat het voor iedereen toegankelijk moet zijn, ongeacht inkomen of hoe mobiel een persoon is.

In de laatste deelvraag wordt antwoord gegeven op de vraag ‘‘Op welke manier kunnen de verschillende soorten hubs in Amsterdam functioneren?’’ Hierin zijn de succesfactoren uit hoofdstuk zes toegepast op de

verschillende schalen hubs, te zien in tabellen 5 en 6.

Inleiding

Conclusie

8.1

8.2

Op welke manier is het efficiënt om

te combineren in een (total) hub?

mobiliteit- en logistieke stromen

In de binnenstad van de gemeente Amsterdam is veel horeca en retail te vinden. De kantorenlocaties zijn juist gevestigd aan de ring A10. Bouwlocaties zijn vooral gepland in Amsterdam Noord, aan het IJ. Binnen de ring A10 ten zuiden van het IJ moet de binnenstad autoluw worden. Daarom moet juist hier ingezet worden op hubs.

Het total-hub-netwerk wordt afgewisseld in verschillende schalen hubs. In het centrum zijn vooral mobiliteit + horeca, en mobiliteit + retail hubs te vinden. De grotere treinstations kunnen zich transformeren tot een L- of zelfs XL-hubs, met verschillende logistieke functies. Bouwhubs worden in de buurt van snelwegen of hoofdwegen, zodat de vrachtwagens snel op deze bestemming zijn. Maar ook aan het water, zodat bouwlogistiek over water mogelijk kan worden gemaakt.

Door de hele stad zijn ook verschillende schalen mobiliteitshubs die beperkt logistieke functies heeft, omdat dit op deze plekken overbodig is.

Het total-hub-netwerk wordt opgebouwd in de volgende fasen: Fase 1. Toevoegen van functies aan stations;

Fase 2. Test cases starten in de binnenstad; Fase 3. Uitbreiden van netwerk total hubs.

Uiteindelijk zal het systeem verder groeien tot een uitgebreid total-hub- netwerk in de stad en regio.

De hoofdvraag van dit onderzoek luidt ‘‘In hoeverre is het efficiënt om mobiliteit- en logistieke stromen te combineren in een (total) hub systeem?’’ Het combineren van de mobiliteits- en logistieke stromen in hubs is efficiënt als die combinatie wordt ingezet op de juiste plek. Het realiseren van de juiste soort en schaal hub moet leiden tot een positieve verandering van het aantal vervuilende verkeersbewegingen in de stad en is efficiënt omdat het zo bijdraagt aan een autoluwe binnenstad. Ook zorgt het realiseren van hubs voor meer ruimte, die kan gebruikt worden door nuttige voorzieningen.

Advies 8.3

Mobiliteit is de basis van hubs. Er zijn kansen om in de hubs te combineren met logistiek. Er wordt geadviseerd om vooral in te spelen op de

logistieke sector die in de huidige situatie het minst efficiënt geregeld is; horecalogistiek. Als hier zo vroeg mogelijk op wordt ingespeeld zal dit het meeste impact hebben op de vervuilende verkeersbewegingen in de stad, wat vervolgens weer bijdraagt aan een schone en autoluwe binnenstad. Voor de hubs worden gestart kunnen er functies toegevoegd worden aan verschillende hubs, zo ontstaan de eerste soort hubs organisch.

Hierna is het van belang om een hub te introduceren aan de stad en deze te testen. Niet in de vorm van een pilot, maar in de vorm van een test case. Er is een grote kenniskloof in het combineren van mobiliteit en logistiek. Hierdoor ontstaat er onzekerheid over de impact van de combinatie. Om deze kenniskloof te dichten en de resultaten meetbaar te maken moet er continu monitoring plaats vinden. Dit zal gedaan moeten worden in test cases in de tweede fase van het ontwikkelen van een total-hub-netwerk. De verwachting is dat het total-hub-netwerk een positieve bijdraagt levert aan de stad, maar dit is niet zeker. De test cases kunnen ook een negatief resultaat opleveren, daarom moet er een lang termijnplan worden opgezet om de test cases continu te verbeteren. Met een test case kan adaptief worden gedacht. De eerste test case loopt uit in een nieuwe, betere test case, totdat de hub (en uiteindelijk het total-hub-netwerk) optimaal werkt. Door het continu monitoren en verbeteren van de test cases kan de kenniskloof worden opgevuld met nieuwe inzichten.

Deze test cases kunnen het best worden gestart in een mobiliteit + horeca hub, omdat deze naar verwachting voor het meest impact zorgt.

De test cases kunnen worden gestart op verschillende schalen, maar het is slim om aan te sluiten bij het programma E-hubs van de gemeente Amsterdam. Hierin worden al hubs ontwikkeld op de kleinste schaal. Wanneer de test cases de gewenste resultaten opleveren kan de laatste fase worden gestart, waarin het netwerk zich uitbreidt tot een total-hub- netwerk in de stad.

9.