Misdrijven tegen de 'inwendige veiligheid. Aanslag.
Samenspanning. Hamenspanning legen de. inwendige veiligheid door openbare ambtenaren.
§ 53. Misdrijven tegen de inwendige veiligheid van den staat zijn die handelingen, die de omverwerping van den bestaanden regeeringsvorm of het verstoren van den inwendigen vrede ten doel hebben.
In het militair wetboek komen geene misdrijven voor, die bepaaldelijk tot de hierbedoelde gerekend kunnen worden, of men zon daartoe moeten brengen die betrekkelijk opstand, oproer, samenrottiug, muiterij, samenzwering of complot, welke echter, omdat ze meer bepaald gericht zijn enkel tegen de meerdere of de door deze gegevene orders, niet zoozeer betrekking hebben op de algemeene veiligheid doch meer als verzet zijn aan te merken.
§ 54. Met den dood worden gestraft:
Ie. Degenen die aanslagen smeden of samenspannen met het doel, hetzij van omstooting of verandering der regeering, hetzij van liet in de wapenen brengen der ingezetenen tegen het in Nederlandsch-Indië gevestigd gezag, of die deel uitmaken van eene bende door welke deze misdrijven zijn gepleegd en gevat worden op de plaats der oproerige beweging, of wel die in zulk eene bende eenige betrekking uitoefenen of eenig bevel daarin voeren of het oproer besturen, ook al worden zij niet op de plaats der oproerige beweging gevat,
2e. Degenen die aanslagen smeden of samenspannen met het doel burgeroorlog te verwekken door de ingezetenen tegen elkander te wapenen of tot die wapening te brengen of om verwoesting, mooi'd en plundering in een of meerdere plaatsen te brengen, of die deel uitmaken van eene bende door welke deze misdrij-ven zijn gepleegd en gevat worden op de plaats der oproerige beweging, of wel die in zulk eene bende eenige betrekking uitoefenen of eenig bevel voeren of het oproer bestureu, ook al worden zij niet op de plaats der oproerige beweging gevat.
s. s.
Aanslag bestaat zoodra eene daad is gepleegd of aange-vangen gepleegd te worden om tot liet tenuitvoerbrengen der S. E. 52.53. bovenomschrevens' misdrijven te geraken, ofschoon die
mis-S. I. 55.56. drijven niet zijn voltooid; samenspanning zoodra het besluit tot de onderneming tusschen twee of meer personen is afge-sproken en nog geen aanslag aanwezig is.~
3e. Degenen die met een der doeleinden sub 1 en 2 omschreven S. E. 51. en zonder bevel of machtiging van het wettig gezag gewa-S. I. 54. pende troepen in dienst nemen of doen nemen, soldaten werven
of doen werven of hun wapenen of oorlogsbehoeften ver-schaffen.
4e. Die zonder recht of wettige aanleiding het bevel over eene grootere of kleinere troepenafdeeling, vloot of schip, vesting, post, haven of stad op zich neemt, of tegen het bevel der regeering een krijgsbevel blijft voeren dan wel eene leger-afdeeling bijeenhoudt, na bekomen last die af te danken of te verspreiden.
Die door ontbranding van een mijn gebouwen, magazijnen, tuighuizen of andere landseigendommen in brand steekt of vernietigt (*).
6e. Die zich aan het hoofd, stelt van gewapende benden, daarin eenige betrekking uitoefent of eenig bevel voert, eene vereeni-ging bestuurt, benden aanwerft of doet aanwerven, inricht of doet inrichten, een en ander met bet doel, hetzij om zich meester te maken van publieke eigendommen en bezittingen of gelden of van plaatsen, steden, sterkten, posten, maga-zijnen, tuighuizen, havens, schepen of andere vaartuigen toebehoorende aan den lande, hetzij om openbare eigendommen te plunderen of te verdeden of om tegen de openbare macht, S, E. 57. werkzaam tegen de daders dezer misdrijven, op te treden, S. |. 60. zoomede degenen die willens en wetens aan dergelijke
ver-eenigingen wapens, krijgsbehoeften en werktuigen verschaffen of levensmiddelen toevoeren, dan wel op eenige wijze in verstandhouding treden met de aanvoerders of bestuurders dezer benden.
Zij die tot bovengenoemde benden behooren zonder eenige S. E. 59. betrekking erin uil te oefenen of eenig bevel erin te voeren S. |. 62. en die gevat worden op de plaats der vereeniging worden gestraft met tuchthuisstraf dwangarbeid in den ketting — van vijf tot vijftien jaren.
(*) Zie § 401.
— 24 —
Degenen die, deelnemend aan de hooger genoemde benden zonder daarin eenige betrekking uit te oefenen of erin eenig ï" ?£ t - , V O e r e n' Z i c h °P d e e e r s t e wwnchuwirig van liet S I. 64. burgerlijk of militair gezag of zelfs later daaraan onttrekken worden, wanneer zij buiten de plaats der oproerige vereeniging gevat worden zonder wederstand te bieden en ongewapend, slechts gestraft terzake van de bijzondere misdrijven of over-tredingen door hen persoonlijk begaan.
§ 55. Met tuehthuisstraf dwangarbeid in den ketting -t ,' !!" V a n w *,0t :j j f t i e n j a m i W O n i e" g e S t r a f t ^ die< kennisdragende S. l. 63. van bet doel en den aard der hiervoren bedoelde benden, haar
zonder dwang huisvesting, schuil- of vergaderplaatsen verleenen
§ 5b. Met verbanning - dwangarbeid buiten den ketting van twee tot vijf jaren — worden gestraft:
S. E. 54. IA Degenen die een voorstel doen tot samenspanning, ten doel S. l. 57. hebbende de omstooting of verandering der regeering of het m de wapenen brengen der ingezetenen tegen bet in Neder-landsch-Indië gevestigd gezag, wanneer dat voorstel niet wordt aangenomen en er ook geene samenspanning tot stand komt.
e. Degenen die tot de Mervoren vermelde misdrijven tegen de inwendige veiligheid van Nederlandsch-Indië opruien en als medeplichtigen daaraan moeten worden beschouwd, wanneer de opruiing geenerlei gevolg heeft gehad.
§ 57. Ten slotte zij nog vermeld, dat de openbare ambtenaren schuldig aan gemeen overleg, hetzij door vereenigingen van per-S. E. 74. sonen ot van lichamen aan wie eenig gedeelte van het openbaar S. I. 82. gezag is toevertrouwd, hetzij door afgevaardigden of onderlinge verstandhouding, ten doel of gevolg hebbende eene samenspanning tegen de inwendige veiligheid van Nederlandsch-Indië, met den dood gestraft worden.
S. E. 63 S. I. 66