Stem: Echo hoort myn droeve Klagten.
1.
LIeve Bloempjes, Veld en Boomen Weest tot Troost van myn Verdriet.
De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
Hoor myn Klaagen, Bos en Stroomen! Ach! myn Philis Mind my niet.
Philis hoord niet na myn Zugten,
Nog na traanen, dien ik giet:
Al myn Droefheid noemd zy Klugten. Ach! myn Philis Mind my niet.
2.
In uw' Schaduw, groene Linden, Hier by 't Zoompje van uw' Vliet, Mogt ik daar myn Philis vinden! Maar myn Philis wagt my niet. Pluim-Gedierte help my Kweelen, Dat ik, door een teeder Lied,
Philis kan verrukkend streelen.
Maar, myn Philis hoord my niet. 3.
Kan myn Min haar dus mishaagen Dat zy nooit myn Leed en ziet. Snapster Echo help my Klaagen, Want myn Philis hoord my niet. Moet ik dan die Vreugde derven Dat my Philis Weêr-Min bied, Dan zal ik Wanhoopig sterven. Zonder Philis leef ik niet.
De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
Zang.
Stem: Climeen, Waar heen.
1. ô! MIn, Geen zin
Heb ik in uwe Banden: 'k Wil geen Offerhanden
U doen, om 't genot Van wat zoets, daar Dwaazen
Blind op zyn verzot, Die door uitzinnig raazen
Ieder zyn ten spot. 2.
Neen, neen! Ik meen
De Wyn altyd te Minnen, Die verheugd de Zinnen,
Door den Druk benard. Wyn versterkt het Leeven:
Ja de zwaarste Smart Word door de Wyn verdreeven
Uit het angstig Hart.
De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
3. Zoo veel Ik deel
In Bacchus zoetigheeden, Zoo veel wil de Reeden
Dat ik 't snood Gewoel Van de Minne- Togten
Stel myn Haat ten doel, Wyl die myn nooit bezogten
Dan met wrang Gevoel. 4.
Hy dwaald Die smaald
Op Libers groot vermoogen En twee Lonkende Oogen
Meerder waardig schat Dan een vrolyk Leeven,
Dat het Druive-Nat, Maar niet de Min, kan geeven,
Die het nooit Bezat. 5.
Voor my 'k Beny
Geen vreugde aan Venus Slaaven, Mag ik my slegts laaven
Met den friszen Wyn. Neem vry u genoegen,
Ik neem het myn. Ik zal my altoos voegen
Daar die Dropjes zyn.
De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
De onbezorgde.
Stem: Allemande.
1.
EEn zoete Vreugd Geniet myn Jeugd,
Wyl ik niets doe dan 't geen myn Hart verheugd. Ik zoek myn Zin
Te volgen, in 't Genot van Wyn en Min.
Geen zorg, nog druk,
Bekruipt myn Hart zoo lang Fortuin my streeld En my maar mild bedeeld,
Alwaar men lustig speeld En schoon 't Geluk In 't Speelen my ontvlied, 'k Bedroef my egter niet.
2.
'k Kwel myn Gemoed Om Geld nog Goed,
Want, daar Begeerte word in 't Hart gevoed Woond nimmer Rust:
De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
De zoetste Lust Word daar door uit-geblust.
Ik hou my vry
Van 't geen men met de Naam van Zorgen doopt, Daar men dog niets voor koopt,
Maar wel te zaamen hoopt Veel Slaverny En Rampen en Elend, Die myne Ziel niet kend.
Zang.
Stem: Onlangs geleên, ging ik bedroefd.
1.
HOe nu! myn Lief, myn Ziel, myn tweede Leeven, Mistrouwd gy my en myne opregte Min!
Daar ik geschreeven Heb in myne Zin
Uw Deugd en Schoonte, op dat niets overwin Myn zuiv're Drift, die my vermaak kan geeven.
De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
2.
Waar uit mag dog uwe afkeer voor my spruiten! Heeft iemand, dien ons onderling Vermaak
Uit Nyd wil stuiten,
Spoorloos door zyn Wraak,
My, al te snood, met de een of and're Zaak Beklad? Als of ik ging myn Pligt te buiten.
3.
Dit moet zoo zyn: Want nooit gaf ik u Reeden
Om my te vliên, of my te toonen die Afkeerigheeden Die ik in u zie
t'Zints weinig Tyds: Ach! Philis, Philis vlie Geen Minnaar, dien u steeds heeft aangebeeden.
4.
Vergun my u, myn Engel, eens te spreeken En zeg my dan wat u in my mishaagd:
Verhoor myn smeeken: Ach! roemwaardste Maagd,
Zoo iemand heeft myn vreugd en lust belaagd, Myn Min verraân, 'k zal ligt zyn toeleg breeken.
De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
5.
'k Zal duidelyk myn Onschuld u doen blyken. Dog kon ik u, dat ik nogthans niet weet,
Verongelyken, Met veel Hertenleed
Zal ik betreuren 't geen ik u misdeed.
Myn Min zal nooit, schoon gy my Haat, bezwyken.
Zang.
Stem: Wanneer wy zitten by de Wyn.
1.
'k VErnoeg my niet dat gy my blaakt. ô! Blonde Galathee,
Zoo lang u Hart niet meê Door 't Vuer der Liefde word geraakt. Had ge eens de kragt der Min gesmaakt
Ligt dat gy, heel gedwee, Dan zogt 't geen gy nu wraakt.
2.
Maar, schoon gy had een Hart van Steen, Ik Wanhoop egter niet:
In Steen, gelyk men ziet, Is Vuer verborgen in 't gemeen. Ach! dat door 't Staal van myn Gebeên
De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
U Hart zig toetszen liet! 'k Loof 't my een Ethna scheen.