• No results found

militair beheer

In document BIBLIOTHEEK KITLV (pagina 69-72)

Hij ontvangt de bevelen des Konings, door tusschenkomst van den Minister van Koloniën

C. militair beheer

§ 1« Landmagt.

De Gouverneur is tevens bevelhebber over de land- en zeemagt en van de schutterij in de kolonie.

Het garnizoen bestaat uit drie compagnien van het bataillon jagers n°. 27, waarbij een bataillons-staf, mitsgaders eene compagnie veld-artillerie ; voorts eene compagnie zwarte guides met blanke officieren en onder-officieren, en een peloton invaliden.

De organieke sterkte der verschillende hierboven genoemde corpsen en van het daarbij behoorende geneeskundig personeel, was in 1849 als volgt:

Europesche troepen Bataillon jagers n°. 27 . . Compagnie artillerie . . . Geneeskundig personeel . .

Koloniale corpsen.

Compagnie guides . . . . Geneeskundig personeel . . Peloton invaliden . . . .

Officieren.

18 4 12

34

4 2

6

Onder-officieren en manschappen.

508 169

677

100

— 26

126

^ De voormelde sterkte van de Europesche troepen wordt compleet gehouden door aanvulling uit het moederland en door reëngagementen in de kolonie zelve.

De zwarte guides worden in de kolonie aangeworven, doch de compagnie is moeijelijk voltallig te houden. De guides zijn voornamelijk bestemd om als roeijers op de verschillende buitenposten te dienen. Het peloton invaliden is eigenlijk als overcompleet aan te merken, daar er van dat corps uit den aard der zaak weinig of geen dienst getrokken wordt.

3

t 10 )

ï o t de dienst bij de schutterij te Paramaribo (zie Gouvernementsblad 1835 n°. 14 en 1836 n°. 7) zijn verpligt alle vrije manspersonen, welke aldaar woonachtig zijn, den vollen ouderdom van 18 jaren bereikt en hun negen en veertigste j a a r nog niet voleindigd hebben.

De vrijstellingen van die verpligting strekken zich, behalve de gewone, ook elders geldende redenen, ook uit tot onderscheidene ambtenaren, geestelijken, onderwijzers, heel- en genees-kundigen en andere personen, vermeld in de aangehaalde gouvernementsbladen.

De beoordeeling dezer vrijstellingen is aan eene door den Gouverneur benoemde commissie opgedragen.

In tijden van dringend gevaar, of ook bij het verklaren van Suriname in staat van beleg, moet elk inwoner van Paramaribo, of die aldaar slechts tijdelijk verblijf houdt, daartoe opgeroepen wordende, de wapenen dragen; alsdan houden ook de meeste vrijstellingen op van kracht te zijn.

Tot de schutterij worden niet toegelaten:

a. zij die tot eene onteerende straf zijn verwezen of eerloos verklaard;

b. zij die, uit hoofde van wangedrag, onder curatele zijn gesteld ; c. degenen welke uit de militaire of schutters-dienst zijn gecasseerd.

De o-emanumitteerden mogen niet in de schutterij worden ingelijfd, dan na verloop van twee jaren na de dagteekening van hunnen manumissiebrief.

De ingezetenen die geen deel uitmaken van de schutterij , betalen eene contributie tot in-standhouding derzelve. De regeling daarvan is opgedragen aan eene commissie.

Het beheer van de contributie, boeten en alle andere geldmiddelen, bestemd om de onkosten der schutterij te dekken en het toevoorzigt over alle schutterlijke administratien.

met name die van Meeding en wapening, i s , onder het oppertoezigt van den Gouverneur, opgedragen aan eenen raad van administratie.

De raad van administratie wordt door den Gouverneur benoemd en is zamengesteld uit den kommandant der schutterij, twee kapiteins en drie luitenants, door den kommandant der schutterij voorgedragen, en geadsisteerd door den kwartiermeester als secretaris, en door den officier van kleeding en wapening als adviserend lid, voor zooverre deze daartoe ge-roepen wordt.

Buiten den staf moet de schutterij te Paramaribo, volgens de formatie, zamengesteld zijn uit vijf compagnien.

De staf bestaat uit :

een majoor , als kommandant ; een luitenant- of kapitein-adjudant ; een luitenant- of kapitein-kwartiermeester ;

een luitenant of kapitein, officier van kleeding en wapening;

twee 1ste of 2de luitenants, adjudanten van den Gouverneur;

een chirurgijn-majoor;

twee adjudanten-onderofficieren ;

een tamboer-majoor, | ^ ^ ^ y a n s e r g e a n t.m a j o o r. een kapelmeester, |

vier en twintig muzikanten, met den rang van sergeant;

een sergeant- of korporaal-geweer maker, en

een sergeant of korporaal, ordonnans bij het militair bureau.

De vijf compagnien zijn zamengesteld uit:

een kapitein;

een lsten luitenant;

twee 2de luitenants;

een sergeant-majoor;

vier sergeanten;

een fourier;

acht korporaals, drie tamboers;

een pijper, en tachtig schutters.

De eerste en tweede compagnien zijn zamengesteld uit blanken ; de derde en vierde uit

\ l l J

kleurlingen en de vijfde uit negers. Deze laatste wordt steeds door blanke officieren gekommandeerd.

De schutterij is -bestemd niet alleen, om in tijd van vrede de inwendige rust te helpen handhaven, en tot dat einde, daartoe gelast, de vereischte wachten en piketten te betrekken, maar ook, om in tijd van oorlog met de militaire bezetting mede te werken tot den af-weer van eiken vijandelijken aanval.

De kommanderende officier wordt benoemd door den Gouverneur.

De vacaturen, welke onder het corps officieren ontstaan, worden door den Gouverneur vervuld, op voordragt van den kommanderenden officier.

Tot officier bij de schutterij kunnen ook, mits met hunne toestemming, worden aange-steld zij , die uit hoofde van hunnen ouderdom of ambtsbetrekking niet meer tot het waar-nemen van de sehutterlijke dienst verpligt zijn, maar overigens de vereischten daartoe bezitten.

De leden der schutterij zijn verpligt zich, op eigen kosten, naar het bepaald model te kleeden. Bij onvermogen echter worden ze uit de kas der schutterij gekleed.

I n tijd van oorlog, bij het verklaren van Suriname in staat van beleg, en in het geval dat de schutterij mobiel is verklaard, genieten de officieren en verdere leden derzelve, welke alsdan effective dienst presteren , gelijk tractement, soldij en vivres, of wel schadeloos-stelling voor dezelve, als de Europesche infanterie in de kolonie. Daarentegen is in dat geval de schutterij ook onderworpen aan dezelfde krijgswetten en strafbepalingen, als de militaire troepen.

De straffen, waaraan de leden der schutterij voor overtredingen tegen de sehutterlijke tucht onderworpen zijn, en die door den schuttersraad worden toegepast, bestaan in :

a. geldboeten, niet te boven gaande de som van honderd gulden;

6. huis-arrest, met of zonder acces, voor den tijd van dertig achtereenvolgende dagen;

c. provoost-arrest, voor den tijd van veertien achtereenvolgende dagen;

d. voor zooveel de leden der schutterij betreft welke inferieur aan den rang van officier zijn, degradatie tot eenen minderen rang;

e. cassatie, voor zooveel officieren betreft.

De overtredingen, door leden der schutterij begaan, welke alleen aan onachtzaamheid of slordigheid zijn toe te schrijven en evenzoo geringe vergrijpen tegen de sehutterlijke tucht, worden door.den kommandant der schutterij disciplinair afgedaan en door hem gestraft:

a. met geldboeten, niet te boven gaande de som van twintig gulden;

b. met huis-arrest, ten langste voor acht dagen ;

c. met provoost-arrest, ten langste voor vier maal vier en twintig uren.

De staat van het bataillon schutterij te Paramaribo onder uit0. December 1849, was voldoende. De schutters zijn naar eisch gekleed en gewapend en vrij wel in den wapen-handel geoefend.

Behalve de schutterij te Paramaribo, bestaat er nog in elke der divisien, waarin de kolonie verdeeld is, alsmede in de beide districten Opper- en Neder-Nickerie, eene gewa-pende burgermagt, welker inrigting hierboven reeds is medegedeeld.

§ 2. Zeemagt.

In 1849 heeft het Nederlandsche eskader in de West-Indien bestaan u i t : 1 korvet;

3 brikken : 4 schoeners;

1 stoomschip-]

( I» )

In document BIBLIOTHEEK KITLV (pagina 69-72)