• No results found

3.2 Steekproefkenmerken

3.3.4 Milieuvriendelijke alternatieven

De derde dimensie die wordt onderscheiden is de dimensie milieuvriendelijke alternatieven. Uit de componentanalyse blijkt dat deze dimensie eveneens uit één dimensie staat. De componentanalyse is te vinden in figuur 7 hieronder.

Items

Component 1

17. Ik vind het eenvoudig om energie te besparen

,829

18. Ik weet wat ik allemaal kan doen om energie te besparen

,813

19. Ik vind dat er meer met duurzame energie gedaan moet worden

,694

Figuur 7: Componentanalyse milieuvriendelijke alternatieven

3.3.5 Cronbach’s Alpha

De cronbach’s alpha is van belang om te toetsen of de dimensies betrouwbaar meten. Met betrekking tot de cronbach’s alpha geldt de volgende regel. Een cronbach’s alpha van 0,8 of hoger is betrouwbaar en een cronbach’s alpha van 0,6 of lager is niet betrouwbaar (Gaazendan, van der Leeden & de Heus, 1995).

3.3.5.1 Probleembesef

De dimensie probleembesef scoort een cronbach’s alpha van 0,823. Dit maakt de dimensie betrouwbaar genoeg om mee te nemen in de analyse.

3.3.5.2 Verantwoo

r

delijkheidsgevoel

De dimensie verantwoordelijkheidsgevoel scoort een cronbach’s alpha van 0,674. Dit maakt de dimensie redelijk betrouwbaar.

3.3.5.3 Milieuvriendelijke alternatieven

De dimensie milieuvriendelijke alternatieven scoort een Cronbach’s Alpha van 0,677. Dit maakt de dimensie redelijk betrouwbaar.

3.3.5.4 Groei probleembesef

Voor de dimensie groei probleembesef kan geen betrouwbaarheidsanalyse worden uitgevoerd, omdat hier sprake is van een dimensie met één item.

3.3.5.5 Groei verantwoordelijkheidsgevoel

Voor de dimensie groei verantwoordelijkheidsgevoel kan eveneens geen betrouwbaarheidsanalyse worden uitgevoerd, omdat deze dimensie eveneens bestaat uit één item.

3.4 Controlevariabelen

Er zijn andere variabelen dan de plaatsing van zonnepanelen denkbaar die invloed hebben op probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel met betrekking tot duurzaamheid. In dit onderzoek worden de variabelen geslacht, leeftijd en opleiding meegenomen als controlevariabelen. Deze variabelen hebben mogelijk ook invloed op probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel met betrekking tot duurzaamheid. Ook in eerdere onderzoeken met betrekking tot milieurelevant gedrag zijn leeftijd, opleiding en geslacht meegenomen (Beckers et al., 2004). Hieruit bleek dat oudere vrouwen zich meer met duurzaamheid bezig houden dan jonge mannen (Beckers & al., 2004). Ook ander onderzoek (Grob, 1991; Lehmann, 1999) wijst uit dat vrouwen sterker reageren op milieukwesties dan mannen. Er wordt daarom verwacht dat leeftijd en geslacht ook invloed zullen hebben op de mate van probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel van bewoners met betrekking tot duurzaamheid. In het onderzoek van Beckers & al (2004) is gebleken dat opleiding nauwelijks een effect heeft op probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel met betrekking tot duurzaamheid. Toch wordt opleiding meegenomen in dit onderzoek om te bepalen of er in deze casus ook geen effect waar te nemen is van opleiding op probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel. Uit ander onderzoek (Kollmuss & Agyeman, 2002) blijkt namelijk dat mensen met een langere opleiding meer kennis van milieukwesties hebben, maar deze extra kennis niet hoeft te leiden tot meer milieubewust gedrag.

3.5 Validiteit en betrouwbaarheid

Validiteit en betrouwbaarheid zijn belangrijke voorwaarden voor het uitvoeren van wetenschappelijk verantwoord onderzoek. Hieronder staat beschreven op welke manier validiteit en betrouwbaarheid in dit onderzoek gewaarborgd zijn.

3.5.1 Validiteit

Om de juiste gegevens te krijgen worden alleen bewoners van huurwoningen in de gemeente Gemert-Bakel gevraagd. Bewoners worden onderverdeeld in twee groepen, de groep woonachtig in huizen met zonnepanelen en de groep woonachtig in huizen zonder zonnepanelen. De stellingen die worden voorgelegd aan de respondenten zijn daarbij van toepassing op het thema duurzaam gedrag en de achterliggende overtuigingen en gedachtes van de respondenten met betrekking tot duurzaamheid. Op basis van de uitkomsten van de survey doet de onderzoeker uitspraken over verschillen in probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel tussen de twee verschillende groepen. De interne validiteit is hierbij gewaarborgd, omdat de twee groepen die onderzocht worden verschillen in de onafhankelijke variabele, namelijk of de respondent in een huis met zonnepanelen of in een huis zonder zonnepanelen woont.

De onderzoeker geeft duidelijk aan hoe groot de verschillende groepen waren en de uitkomsten worden uiteengezet in de vorm van tabellen. Daarnaast worden de stellingen als bijlage toegevoegd, zodat de inhoud van de stellingen duidelijk en controleerbaar zijn voor herhaalonderzoek. Het is belangrijk om te vermelden dat het niet gegarandeerd is dat bij herhaalonderzoek exact dezelfde uitkomsten uit het onderzoek volgen. Het gaat in dit onderzoek namelijk om de gedachtegang van mensen en gedachten van mensen zijn erg onderhevig aan verandering. De mening van een bepaald persoon kan van dag op dag veranderd zijn, bijvoorbeeld door nieuwe ervaringen of inzichten. Het is daarom wel mogelijk om dit onderzoek te repliceren, maar het is niet gegarandeerd dat dezelfde uitkomsten volgen uit het onderzoek. Ook kan dit onderzoek geen uitsluitsel geven over hoe inwoners van andere gemeenten denken over het thema duurzaamheid. Er volgt uit dit onderzoek wel een mogelijk scenario wat vergelijkbaar zou kunnen zijn met andere gemeenten of gebieden, maar daar kunnen geen harde uitspraken over worden gedaan.

Nog een belangrijke opmerking is dat in dit onderzoek het in principe onmogelijk is om reversed causality uit te sluiten. Dit houdt in dat een mogelijk verband tussen het wonen in een huis met zonnepanelen en probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel op twee manieren kan optreden. Het is mogelijk dat het plaatsen van zonnepanelen op woningen leidt tot probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel, maar dit effect kan ook omgekeerd tot stand komen. Dit betekent dat probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel bij de bewoner leidt tot het plaatsen van zonnepanelen op woningen. Om dit probleem te ondervangen worden probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel op twee momenten gemeten, op dit moment en twee jaar geleden. De respondenten wordt gevraagd of zij positiever zijn gaan

34

denken over duurzaamheid ten opzichte van twee jaar geleden. Het is namelijk twee jaar geleden, in 2015, dat de woningbouwvereniging is begonnen met het aanbieden van zonnepanelen voor bewoners van huurwoningen. Op deze manier wordt bekeken in hoeverre het probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel is toegenomen ten opzichte van twee jaar geleden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen hoe het probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel zich heeft ontwikkeld bij bewoners van huurhuizen met zonnepanelen en bewoners van huurhuizen zonder zonnepanelen. Daarnaast worden controlevariabelen leeftijd, geslacht en opleiding meegenomen in dit onderzoek om mogelijke andere verklaringen voor verschillen in probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel bij bewoners vast te stellen.

Concluderend is er op de volgende manieren rekening gehouden met de validiteit in dit onderzoek. Wat betreft de dataverzameling worden twee groepen onderzocht die gelijk zijn in aantal en verschillen in de onafhankelijke variabele. De onderzoeker zal de antwoorden op de stellingen van de beide groepen helder en op een wetenschappelijk verantwoorde manier uiteenzetten en analyseren. Daarbij wordt ook verklaard op welke manier de onderzoeker de uitkomsten van de enquête interpreteert en waarom juist op die manier.

3.5.2 Betrouwbaarheid

De betrouwbaarheid in dit onderzoek is als volgt gewaarborgd. De verkregen data wordt uitgewerkt op papier op een heldere en duidelijke manier. De onderzoeker geeft ook duidelijk aan welke waarden hij hecht aan de antwoorden van de respondenten. De statistische conclusies in dit onderzoek worden getrokken bij een alfa van 0,05. Dit betekent dat er minimaal in 95 procent van de gevallen de conclusies van dit onderzoek kloppen. Deze achterliggende informatie is noodzakelijk om dit onderzoek controleerbaar te maken in het kader van een herhaling van dit onderzoek (Everaert & van Peet, 2006). Op deze manier is de kans dat een andere onderzoeker dezelfde uitkomsten uit hetzelfde onderzoek ondervindt het hoogst.

Er moet vermeld worden dat dit onderzoek niet vrij is van toevallige meetfouten. De tijd en omstandigheden rondom de survey zouden tot andere uitkomsten kunnen leiden. De perceptie van een individu kan van de ene dag op de andere dag veranderd zijn door nieuwe ervaringen of inzichten. Deze verandering van perceptie kan ook probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel beïnvloeden, waardoor dezelfde persoon op een ander tijdstip verschillend op dezelfde stellingen gaat reageren. Hierdoor is er sprake van toevallige

35

meetfouten die op kunnen treden als gevolg van omstandigheden (Everaert & van Peet, 2006). Een bepaald tijdstip met bijbehorende omstandigheden zou een mogelijk verband tussen het plaatsen van zonnepanelen op woningen en de mate van probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel bij de bewoners met betrekking tot duurzaamheid onterecht kunnen bevestigen of ontkrachten.

Daarnaast kan de enquête een vertekend beeld geven van de populatie, omdat de enquête via internet wordt verspreid. Dat houdt in dat alleen mensen met toegang tot internet en kennis van de werking van internet deze enquête kunnen invullen, waardoor bepaalde groepen zoals ouderen, ondervertegenwoordigd kunnen zijn in de enquête. Ook is het mogelijk dat de enquête alleen wordt ingevuld door mensen die duurzaam bewust zijn, omdat het onderwerp duurzaamheid juist hen aanspreekt. Mensen die niet duurzaam bewust zijn worden mogelijk niet aangesproken door het onderwerp en zouden daarom de enquête links kunnen laten liggen. Hierdoor treedt er een positiever beeld op van de mate van probleembesef en verantwoordelijkheidsgevoel dan in werkelijkheid het geval is.

Concluderend is het houden van een representatieve enquête erg lastig. Dit komt doordat er waarschijnlijk een vertekend beeld van de populatie optreedt, omdat mensen zonder internet of onvoldoende kennis van de werking van internet niet deel kunnen nemen aan de enquête. Ook kunnen mensen die weinig met het onderwerp duurzaamheid hebben ondervertegenwoordigd zijn in de enquête, omdat zij zich niet aangesproken voelen door het onderwerp. Daarnaast kunnen percepties van mensen door nieuwe ervaringen en inzichten van de ene op de andere dag veranderen. Hierdoor kunnen respondenten op een andere manier op dezelfde stellingen gaan reageren op een verschillend tijdstip. Dit betekent dat de uitkomsten van dit onderzoek gekleurd kunnen worden door omstandigheden die op een bepaald moment spelen.

3.6 Dataverzameling

De enquête is opgesteld en afgenomen via de site enquetesmaken.com. Deze site is gekozen omdat de onderzoeker gebruik kon maken van een studentenaccount waarmee onbeperkt respondenten en antwoorden konden worden opgeslagen. Op donderdag 8 juni 2017 is de link van de enquête in een nieuwsbrief verwerkt en door de woningbouwvereniging verspreid naar alle huurders met een e-mailadres. Hierin stond dat de enquête werd afgenomen in het kader van een samenwerking tussen de woningbouwvereniging en de gemeente Gemert-Bakel om duurzaamheid. Verder stond er in de nieuwsbrief dat de enquête werd afgenomen met als doel

36

om de duurzaamheidsagenda van de gemeente Gemert-Bakel aan te vullen met nieuwe kennis over bewustwording rondom duurzaamheid.

Daarnaast stond in de nieuwsbrief da het invullen van de enquête maximaal tien minuten zou duren. Verder werd de respondenten gegarandeerd dat geen van de antwoorden die zij gaven op hen als persoon waren terug te halen. Met bovenstaande uitleg werd geprobeerd om zoveel mogelijk huurders over te halen om de enquête in te vullen. De uitleg als geheel is terug te vinden in bijlage 4.