• No results found

2 Theoretisch kader

4.1. Port of Moerdijk – Moerdijk

4.1.2 De mate van Succes Port of Moerdijk

De mate van succes wordt afgeleid van de effectiviteit die de samenwerking geniet (zie ook §2.1). Effectiviteit wordt op diens beurt bepaald door de mate waarin gestelde doelen al dan niet bereikt zijn (zie ook §3.4). Gezien de focus van deze thesis op het aspect van klimaatmitigatie en -adaptatie zal de effectiviteit van de samenwerking rondom het haven- en industrieterrein van Moerdijk, en zodoende het succes van deze samenwerking, worden bepaald door de verhouding tussen gestelde en reeds behaalde klimaatmitigatie- en - adaptatiedoelen.

De Havenstrategie 2030 beschrijft de gezamenlijke ambities en doelen van het havenbedrijf, de gemeente Moerdijk en de provincie Noord-Brabant op onder meer het gebied van klimaatmitigatie en -adaptatie. De Havenstrategie bevat grofweg twee ambities met betrekking tot klimaat. Een mitigatie ambitie waarin duurzaamheid centraal staat en een adaptatie ambitie waarin ruimtelijke aanpassingen ter voorbereiding op ongewenste effecten van klimaatverandering centraal staan.

De mitigatie ambitie sluit aan bij Internationale, Europese en landelijke doelstellingen op dit gebied (Verenigde Naties, 2015. The 2030 Agenda for Sustainable Development Goals; Rijksoverheid, 2019. 28 juni. Klimaatakkoord). Zo is een van de gezamenlijke doelen het terugdringen van de Co2-emmissie. Gebaseerd op huidig Europees - en Rijksbeleid streven de samenwerkende partijen naar een vermindering van de uitstoot met 49% in 2030 ten opzichte

van 1990 oplopend tot een vermindering van 98% in 2050 ten opzichte van 1990 (Havenstrategie Moerdijk 2030, 2018, p.35). In de havenstrategie dient de uitstootvermindering te worden gerealiseerd door enerzijds minder grondstoffen en energie te gebruiken en anderzijds de resterende grondstoffen en energie op een duurzame, Co2-neutrale wijze te verkrijgen (Havenstrategie Moerdijk 2030, 2018, p.36).

De klimaatadaptatie ambitie ontleend zijn streefdatums van het landelijke Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (Rijksoverheid, 2018). De ambitie, in de kern, omvat het doel om een volledig klimaatbestendig HIM gerealiseerd te hebben in 2050 (Havenstrategie Moerdijk 2030, 2018, p.36).

Ambitie: Doel:

Klimaatmitigatie

Reduceren Co2 emissie (49% in 2030 en 98% in 2050 t.o.v. 1990)

Energieneutraal HIM

Duurzame productie: terugdringen van gebruik energie, primaire grondstoffen en uitstoot vervuilende stoffen Duurzame mobiliteit: Gebruik van fossiele brandstoffen vervangen door duurzamere opties en inzetten op multimodale vervoersmogelijkheden (transport via leidingen, binnenvaart)

Klimaatadaptatie

Een volledig klimaatbestendig terrein

Participeren in, en volgen van, de ontwikkelingen rondom de verschillende Deltabeslissingen die worden voorbereid binnen het Deltaprogramma en De Rijksstructuurvisie Volkerak-Grevelingen

Kwaliteits- en kwantiteitsverbetering waterhuishouding

Beide ambities gaan gepaard met doelstellingen. Doelstellingen die bijdragen aan het bereiken van de overkoepelende ambities. Deze doelstellingen staan geformuleerd in het

Strategisch Uitvoeringsprogramma en worden weergegeven in tabel 5.

De gestelde doelen dienen ambities te realiseren die gekoppeld zijn aan streefdata van 2030 en 2050. Het zal dan ook nog minimaal tien jaar duren voordat definitief kan worden geconcludeerd of de gestelde doelen en de mate waarin zij bereikt zijn, voldoende zijn. Om echter alsnog een oordeel te kunnen vellen over de effectiviteit van het samenwerkingsverband zal worden gekeken naar wat er is bereikt in de periode vanaf de rectificatie van de Havenstrategie in 2014.

Te beginnen met de mitigatie ambitie. De voor 2030 beoogde reductie van de emissie van vervuilende stoffen van 49 procent ten opzichte van 1990 is verre van gerealiseerd. De totale uitstoot van Co2 is zelfs gestegen van 4,68 miljoen ton Co2 in 2014 naar 4,86 miljoen in 2018 (Arcadis, 2019, p.43).

‘Je kan wel verduurzamen maar als de bedrijvigheid blijft groeien dan stijgt de absolute uitstoot alsnog’

(Gemeente Moerdijk, 2020, 4 september, persoonlijke communicatie).

De economische activiteit op HIM is toegenomen sinds 2014. De verduurzaming van het terrein is onevenredig aan deze groei resulterend in een hogere absolute uitstoot in Co2 (Arcadis, 2019, p.43; Royal Haskoning DHV, 2017, p.10, pp.33-34). Zo zijn midden- en kleinbedrijven sinds 2013 gemiddeld 36 procent minder gaan uitstoten maar zijn de grootste acht bedrijven die zijn gevestigd in Moerdijk, goed voor 60 procent van de totale uitstoot, gemiddeld tien procent meer gaan uitstoten als gevolg van uitbreidingen (Royal Haskoning DHV, 2017, p.31).

Om verduurzaming te realiseren zijn maatregelen die particuliere bedrijven in eigen beheer dienen uit te voeren van groot belang, zo blijkt uit de rapporten van Royal Haskoning (2017) en Arcadis (2018). Dergelijke Maatregelen zijn gericht op het terugdringen van het gebruik van energie en grondstoffen en voor de resterende behoefte in te zetten op duurzame alternatieven. Te denken valt aan: schone en zuinige ketels en fornuizen, monitoring van energieverbruik en Co2-uitstoot, inzet op transitie naar biobrandstof en stoomsystemen optimaliseren door onder meer te besparen op lage drukstroom (Royal Haskoning DHV, 2017, p.26). Maatregelen die cruciaal zijn voor het bereiken van de ambitie maar die vooralsnog moeilijk op gang komen (Port of Moerdijk, 2020, 18 augustus, persoonlijke communicatie).

“We moeten die bedrijven overtuigen dat verduurzaming nodig en in hun eigen voordeel is”

Het samenwerkingsverband kan particuliere bedrijven moeilijk forceren bepaalde duurzaamheidsmaatregelen te treffen. De rol van het samenwerkingsverband is vooralsnog beperkt tot het initiëren van collectieve duurzaamheidsmaatregelen en een faciliterende, informerende en promotende rol met betrekking tot maatregelen op particulier gebied. Dit lijkt de doorzettingskracht van het samenwerkingsverband te schaden.

Die collectieve maatregelen waar het samenwerkingsverband op inzet zijn het multimodale transportnetwerk, een project voor transportatie en gebruik van restwarmte genaamd Energyweb, het vervangen van aardgas met biogas voor zowel de energievoorziening als de chemische productie en het realiseren van hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie (Havenstrategie Moerdijk 2030, 2018, p.35 & p.66; Royal Haskoning DHV, 2017, pp.8-10; Port of Moerdijk, 2020, 18 augustus, persoonlijke communicatie). Het multimodale transportnetwerk, bestaande uit spoor-, leiding- en binnenvaartverbindingen functioneert naar behoren en biedt bedrijven verschillende duurzamere alternatieven ten opzichte van vervoer per vrachtwagen. Het restwarmteproject daarentegen is, ondanks getroffen voorbereidingen, stilgelegd en dreigt verder te stagneren (Provincie Noord-Brabant, persoonlijke communicatie, 28 september 2020). Op lange termijn dient de zogeheten ‘biobased economy’ HIM te voorzien van bio-energie en biologische grondstoffen die inzetbaar zijn voor de chemische industrie waarop het aardgasverbruik terug kan worden gedrongen.

De totale energiebehoefte van HIM bedroeg 69,7 PJ in 2013. Zo’n 9,4 procent, 6,6 PJ, van deze behoefte werd destijds voorzien door hernieuwbare energie, waaronder biogeenafval en andere vormen van biologische energieopwekking (Royal Haskoning DHV, 2017, pp.8- 10). Het samenwerkingsverband zet in op het realiseren van een groter aandeel van hernieuwbare energie, zo zijn in 2020 een windmolenpark bestaande uit 7 molens van 180 meter hoog en een zonnepanelenpark van 18.570 panelen, samen goed voor 32 MWh (Port of Moerdijk, persoonlijke communicatie, 4 september 2020). Dit is echter slechts een klein deel van de totale behoefte (Royal Haskoning DHV, 2017, pp.8-10).

De adaptatie ambitie houdt in dat HIM volledig klimaatbestendig is in 2050. Veel interviewrespondenten geven aan dat deze ambitie lastig te concretiseren is gezien de abstractheid van de term ‘klimaatbestendig.’ In onlangs afgeronde klimaatstresstesten zijn deze gevolgen in kaart gebracht in een poging een concreter beeld te bieden van de huidige situatie alsmede een verwachting van de situatie in 2050 mits er niet wordt ingegrepen. HIM

is als versteend terrein met name gevoelig voor hittestress en wateroverlast (Provincie Noord- Brabant, persoonlijke communicatie, 28 september 2020).

Een nieuwe gezamenlijke aanpak ter bestrijding van deze hittestress en wateroverlast dient te worden geformuleerd in het nog te ontwikkelen watermanagementplan. De aanpak zal draaien om het opvangen en vasthouden van water en de bestrijding van hitte door de ontwikkeling van groene zones. Het samenwerkingsverband wordt hier echter, net zoals het geval is bij de mitigatie ambitie, geconfronteerd met het feit dat zij afhankelijk is van de gevestigde bedrijven die 2600 van de 2900 hectare in bezit hebben (Provincie Noord-Brabant, persoonlijke communicatie, 2 november 2020). Zo wordt de doorzettingskracht wederom geschaad door de rol van het samenwerkingsverband die zich beperkt tot faciliteren van -, informeren over - en het promoten van adaptatiemaatregelen.

In de periode vanaf 2014, het jaar waarin de gezamenlijke doelen en ambities zijn vastgelegd in de Havenstrategie 2030, zijn stappen gezet richting de reductie van de uitstoot, energieneutraliteit en klimaatbestendigheid. De geboekte successen zijn het verkregen inzicht in de mitigatie- en adaptatieopgaven, het gebruik van multimodaal transport en het beperkt vergroten van het aandeel hernieuwbare energie. Desalniettemin weten deze successen vooralsnog geen concreet verschil te maken met betrekking tot de gestelde klimaatambities. Aldus kan worden geconcludeerd dat het samenwerkingsverband tussen de gemeente Moerdijk, de provincie Noord-Brabant en het havenbedrijf Port of Moerdijk vooralsnog weinig effectief is in het realiseren van de gezamenlijke klimaatambities.

4.1.3 Verklarende factoren voor succesvolle samenwerking - Port of Moerdijk

In hoofdstuk 2 zijn verschillende verklarende variabelen voor de mate van succes van een publiek-private samenwerking beschreven. In deze paragraaf wordt een analyse gegeven van de scores van het samenwerkingsverband rondom HIM op deze variabelen en de effecten hiervan op diens mate van succes. Er zijn in totaal acht onafhankelijke variabelen betrokken in deze analyse (zie figuur 1 §2.6).

De mate van vertrouwen in de samenwerking is hoog. Interviewrespondenten geven

aan, ondanks enkele kleine minpunten, een sterk vertrouwen te hebben in de participerende partnerpartijen. Partijen delen relevante informatie met elkaar; geen van de respondenten geeft aan enige problemen te hebben ervaren op dit vlak. Op het gebied van belangen doen zich enkele kleine minpunten voor. Tijdens de interviews werd respondenten gevraagd of de

partnerpartijen in staat zijn hun individuele belangen op zij te zetten wanneer deze volledig of enigszins strijdig zijn met het algemeen belang van het samenwerkingsverband.

Uit de afgenomen interviews blijkt er een duidelijk verschil te zijn tussen belangen die spelen op de lange termijn ten opzichte van belangen op de korte termijn. Zo is er geen of nauwelijks discussie over de gemaakte afspraken zoals deze staan in de Havenstrategie. Dit betreft enigszins abstracte afspraken over de lange termijn. Echter komt het met betrekking tot korte termijn zaken wel voor dat partnerpartijen hun individuele belang boven het belang van het samenwerkingsverband als geheel plaatsen. Het Havenbedrijf, verantwoordelijk voor het bestuur en de uitvoerende taken met betrekking tot de haven van Moerdijk maakt beslissingen die zo nu en dan strijdig zijn met de algemene principes in de Havenstrategie, zoals de vestiging of uitbreiding van een bedrijf hetgeen in de ogen van de provincie en de gemeente niet valt binnen het kader van gemaakte afspraken (Port of Moerdijk, persoonlijke communicatie, 18 augustus 2020). Dit lijkt het wederzijds vertrouwen echter niet zeer te schaden (Gemeente Moerdijk, persoonlijke communicatie, 4 september 2020).

De mate waarin waarden zijn afgestemd is een variabele die beziet of de mate waarin

de verschillen in waarden tussen de verschillende partnerpartijen zijn afgestemd leidt tot een effectiefere samenwerking. De verschillen in het samenwerkingsverband rondom Moerdijk zijn zichtbaar, maar niet zo sterk als mogelijk zou kunnen worden verwacht op basis van de voor deze thesis gehanteerde literatuur (zie §2.3). De grootste verschillen doen zich voor tussen de private partij zijnde het havenbedrijf Port of Moerdijk en de twee publieke partijen zijnde de gemeente en de provincie. Zo legt het havenbedrijf meer nadruk op een efficiënt proces en winstgevendheid en leggen de publieke partijen meer nadruk op een zorgvuldig proces en het dienen van maatschappelijke belangen.

“Winst is wel heel belangrijk, we zijn een bedrijf, dus we moeten ons ook geen maatschappelijke organisatie gaan noemen. Voor onze raad van Commissarissen is het ook belangrijk dat we laten zien dat we winst maken. Maar voor onze aandeelhouders, dat zijn de

gemeente en de provincie, die hebben natuurlijk een paar maatschappelijke doelstellingen die zo ook voor ons belangrijk worden.”

(Port of Moerdijk, persoonlijke communicatie, 18 augustus 2020).

Deze verschillen zijn echter gecreëerd door de publieke partijen zelf die het Havenschap in 2009 omzette in een N.V. en zodoende privatiseerde (zie §4.1.1). De gedachte destijds was dat privatisering het Havenschap een efficiëntere organisatie zou maken dat in staat zou zijn beter in te spelen op de markt (Gemeente Moerdijk, persoonlijke communicatie, 27 oktober 2020). De verschillende waarden die publieke en private partijen aanhangen

worden vaak omschreven als een obstakel voor effectieve samenwerking (§2.3). In het geval van de samenwerking rondom Moerdijk is dit niet zozeer het geval. Participerende partijen zijn immers bereidt te kijken naar het algemeen belang en zodoende te zoeken naar werkbare compromissen wat het effect van de aanwezige verschillen aanzienlijk verminderd (Port of Moerdijk, persoonlijke communicatie, 18 augustus 2020; Provincie Noord-Brabant, persoonlijke communicatie, 2 november 2020). Overigens draagt het feit dat de N.V. in handen is van de provincie en de gemeente bij aan het vermogen om waarden af te stemmen.

De mate van wederzijds begrip voor verschillen draait om de verschillen tussen

partijen op het gebied van hun individuele verantwoordelijkheden en het effect van deze verschillen op de algemene consensus en zodoende de effectiviteit van de samenwerking (zie §2.2). Respondenten erkennen de aanwezigheid van verschillen op het gebied van verantwoordelijkheden. Het private havenbedrijf heeft een zeer afgebakende verantwoordelijkheid, kernachtig beschreven is dit het beheer van de haven, het vertegenwoordigen van de daar gevestigde bedrijven en zodoende het boeken van winst. De gemeente en de provincie dragen echter verantwoordelijkheid over tal van te onderscheiden aspecten (Gemeente Moerdijk, persoonlijke communicatie, 4 september 2020; Provincie Noord-Brabant, persoonlijke communicatie, 28 september 2020).

Naast verschillen op het gebied van de hoeveelheid verscheidene verantwoordelijkheden geven respondenten aan zich te herkennen in het geschetste beeld van publieke partijen die relatief abstracte doelen hanteren. Zowel ambtenaren, werkend bij de provincie of de gemeente, als vertegenwoordigers van het havenbedrijf geven aan dat de abstractie van de gestelde doelen in de Havenstrategie 2030 erg hoog is. Uit interviews blijkt dat het thema klimaat en duurzaamheid een uitschieter is met betrekking tot abstractie. Daarentegen lijken economische doeleinden verder te zijn gespecificeerd.

Na vragen over de consequenties van deze hoge mate van abstractie geven geïnterviewde vertegenwoordigers van de betrokken partijen aan dat de abstractheid van deze doelen niet zozeer een nadeel is maar kan worden beschouwd als een voordeel. De abstractheid geeft ruimte voor een passende interpretatie bij individuele besluiten en maakt het mogelijk om nieuwe afspraken te maken met de Havenstrategie als onderliggend kader. Daarnaast geven respondenten aan dat de hoge mate van abstractie onderlinge conflicten voorkomt, conflicten die zij aanzienlijk vaker ervaren rondom zaken die spelen op een kortere termijn. Afgaand op deze reacties kan worden gesteld dat de hoge mate van abstractie de consensus van betrokken partijen versterkt.

“Omdat ontwikkelingen op het gebied van klimaat voornamelijk lange termijn doelen zijn merk je dat er niet echt heel veel strijdigheid is. Dat zie je meer bij de korte termijn zaken.”

(Gemeente Moerdijk, persoonlijke communicatie, 18 augustus 2020).

Tot slot, respondenten geven aan dat de bestaande verschillen rondom verantwoordelijkheden niet leiden tot conflicten. Daarnaast geven zij aan dat de hoge mate van abstractheid, een gevolg van de ambiguïteit van publieke partijen, een voordeel is. Althans voor de samenwerking rondom klimaatuitdagingen (Gemeente Moerdijk, persoonlijke communicatie, 4 september 2020). De consensus is wellicht gediend bij deze abstractheid, echter lijkt de effectiviteit hierdoor geschaad. Immers lijken de betrokken partijen liever het risico op conflicten te vermijden dan doelen verder te concretiseren teneinde op kortere termijn vooruitgang te boeken.

De mate waarin er sprake is van een doel-middelenconsensus bestaat uit de

indicatoren eensgezindheid over doelen, prioriteiten en over de inzet van middelen. Diverse respondenten gelieerd aan verschillende betrokken partijen geven eenzelfde antwoord. Er zijn weinig of geen conflicten met betrekking tot de doelen. Velen van hen verwijzen hierbij naar de Havenstrategie die is ondertekend in 2014. Met betrekking tot de doelen en de prioriteiten bestaan er van tijd tot tijd verschillen in inzicht, echter zijn deze tot nog toe altijd goed bespreekbaar geweest en zijn er oplossingen gevonden deze verschillen te overbruggen (Provincie Noord-Brabant, persoonlijke communicatie, 2 november 2020).

De variabelen de mate waarin waarden zijn afgestemd en de mate van wederzijds

begrip voor verschillen hebben een positief effect op de mate van consensus (zie §2.3 en

§2.6). Gezien het positieve oordeel over beide variabelen en de scores op de indicatoren gerelateerd aan de variabele De mate waarin er sprake is van een doel-middelenconsensus kan worden geconcludeerd dat de mate van doel-middelenconsensus erg hoog is bij het samenwerkingsverband tussen de gemeente Moerdijk, de provincie Noord-Brabant en Port of Moerdijk.

De mate waarin de integriteit als onafhankelijke organisatie behouden blijft heeft

betrekking op de vraag of er partijen zijn die een dominante positie innemen en hier gebruik van maken om concessies van andere participerende partijen te forceren.

Respondenten zijn duidelijk in hun antwoorden op vragen omtrent deze variabele. De gemeente, de provincie en het havenbedrijf opereren op basis van gelijkwaardigheid. Gezien het feit dat het havenbedrijf in handen is van de decentrale overheden zijn zij in staat het havenbedrijf in een bepaalde richting te dwingen, mogelijk tegen de wil van de directie en de

raad van commissarissen in. Hier is echter nog geen sprake van geweest (Port of Moerdijk, persoonlijke communicatie, 30 oktober 2020). Zodoende is er ook geen sprake van partijen die geforceerde concessies hebben gedaan.

De samenwerking rondom HIM kent een hoge mate van onderlinge gelijkwaardigheid en zo blijft de integriteit van de betrokken partijen als onafhankelijke organisaties behouden en worden interne frustraties voorkomen. Tot slot geven enkele respondenten aan dat het gelijkwaardigheidsprincipe leidt tot doelstellingen en werkwijzen die voor alle partijen werkbaar zijn (Gemeente Moerdijk, persoonlijke communicatie, 4 september 2020).

De complementariteit van unieke attributen van de samenwerkende partijen rondom

HIM is sterk, zo geven respondenten aan. De drie kernpartijen, de gemeente Moerdijk, de provincie en het havenschap zijn elk organisaties met unieke attributen. De gemeente staat dicht bij zijn inwoners en heeft derhalve veel zicht op de wensen en uitdagingen met betrekking tot de leefomgeving. De gemeente heeft daarnaast een faciliterende rol in onder meer het verlenen van vergunningen en kennis met betrekking tot ruimtelijke vraagstukken (Gemeente Moerdijk, persoonlijke communicatie, 4 september 2020). De provincie heeft een vergelijkbare faciliterende rol, met name op het gebied van infrastructuur en mobiliteit en de relaties met andere grote kernen.

Veel respondenten die de gemeente en het havenschap vertegenwoordigen halen expliciet het netwerk van de provincie aan. Dit netwerk heeft een landelijk en Europees karakter en is, zo beweren deze respondenten, in staat de haven van Moerdijk in contact te brengen met onder meer steden die een belangrijke knooppuntfunctie vervullen op het gebied van water- en spoortransport, zoals Rotterdam en Breda. Dit provinciale attribuut lijkt duidelijk aanwezig te zijn maar wordt niet volledig benut ten voordele van de samenwerking als geheel (Port of Moerdijk, persoonlijke communicatie, 18 augustus 2020).

Het havenbedrijf, tot slot, functioneert als beheerder van het haven- en industrieterrein en heeft aanzienlijke expertise op economisch gebied, in het bijzonder het organiseren van de logistiek (Gemeente Moerdijk, persoonlijke communicatie, 4 september 2020). Een ander belangrijk attribuut betreft de rol van het havenbedrijf in het vertegenwoordigen van de op HIM gevestigde bedrijven.

Een van de grootste obstakels voor het behalen van de gestelde klimaatdoelen betreft het enthousiasmeren van bedrijven om verduurzaming in te zetten (zie §4.1.2 & 5.1). Gezien het feit dat er aanzienlijk weinig maatregelen getroffen zijn door individuele bedrijven op HIM kan worden gesteld dat de doorzettingsmacht van het samenwerkingsverband en in het

sterk is als aanvankelijk werd vernomen. Immers geven respondenten aan dat het havenbedrijf zich hier wel degelijk voor inzet (Port of Moerdijk, persoonlijke communicatie, 18 augustus 2020; Provincie Noord-Brabant, persoonlijke communicatie, 2 november 2020).

Hoewel respondenten aangeven dat de som van unieke attributen van individuele partijen omvangrijk is en complementair zijn met elkaar, is er sprake van een gebrek aan doorzettingsmacht; in dit geval het vermogen om bedrijven aan te zetten tot het nemen van verduurzamingsmaatregelen. Een attribuut dat van aanmerkelijk belang is voor het bereiken van de in de Havenstrategie afgesproken klimaatdoelen (zie §4.1.2).

Het type samenwerking in het geval van Moerdijk valt te omschrijven als een