• No results found

4. Wat leren we hieruit voor het hoger professioneel onderwijs van de toekomst? De uitdagingen opgelijst

4.4 Enkele essentieel kritische vragen voor de toekomst

IN VERBAND MET CURRICULA

 Volstaan de competenties van de 21ste eeuw nog om studenten en lerenden voor te bereiden op een competentiewissel naar non-routine skills?

 Hoe belangrijk is de omslag naar competenties voor duurzame ontwikkeling? Hoe verhouden deze generieke meta-competenties zich tot de disciplinaire basiskennis die nu de fundamenten van ons onderwijsaanbod vormen?

 Is het professioneel hoger onderwijs klaar om ‘generatie Z’ te bedienen?

IN VERBAND MET AANBOD

 Hoe verzoenen we een grotere responsiviteit van ons aanbod (voor zowel bachelor- als graduaatsopleidingen) met formeel vastgestelde leerresultatenkaders en beroepscompetentieprofielen? Hoe kan toenemende diversificatie en flexibilisering verzoend worden met de behoefte aan transparantie voor lerenden en werkveld?

 Biedt de huidige organisatie van het hoger onderwijs met een focus op diplomatrajecten voldoende flexibiliteit om multi ,- inter-, en transdisciplinaire curricula op te bouwen?

 In welke mate ondersteunt de binaire en sterk disciplinegerichte opdeling tussen professioneel en academisch hoger onderwijs de toekomstige maatschappelijke noden?

 Hoe bouwen we een relevant aanbod uit voor de graduaatsopleidingen in de context van arbeidsmarkt waarin non-routine cognitieve en manuele taken de bovenhand zullen gaan voeren? Is de rigide structuur en regelgeving rond beroeps- en onderwijskwalificaties hiervoor een geschikt vehikel?

7 “Living well within the limits of our planet” is de titel van The new general Union Environment Action Programme to 2020 van de Europese Commissie.

22 IN VERBAND MET MAATSCHAPPELIJKE ROL

 Stimuleert het huidige financieringsmodel voor het hoger onderwijs (gebaseerd op input- en outputfinanciering) maximaal de maatschappelijke rol van de hoger onderwijsinstellingen? Of leidt het financieringsmodel ook tot een concurrentieslag om de student die belemmerend werkt om volle verantwoordelijkheid op te nemen in de complexiteit van de toekomstige uitdagingen?

 Wat zal het belang van de onderwijsinstelling als entiteit zijn? Stof tot nadenken:

o Dirk Van Damme, hoofd van het Centre for Educational Research and Innovation van de OESO (2014), argumenteert dat ze aan de ene kant belangrijker lijkt te worden omdat de waarde van kwalificaties een steeds groter deel van hun marktwaarde lijken te ontlenen aan de instellingsnaam, wat nog versterkt wordt door het rankingfenomeen. Aan de andere kant zien we dat netwerken geleidelijk delen van institutionele kerntaken overnemen. Als voorbeeld verwijst hij naar 20 Nederlandse onderwijsinstellingen die de krachten bundelen in een gezamenlijk deeltijdaanbod.

o Kennisnet maakt gewag van een mogelijke ‘ontbundeling’ van het hoger onderwijs. Hiermee wordt bedoeld dat belangrijke activiteiten en diensten van het hoger onderwijs door verschillende organisaties zouden kunnen worden uitgevoerd: “Nu verzorgt één instelling de instructie, begeleiding en beoordeling. In de toekomst kunnen online coaches bijvoorbeeld de begeleiding verzorgen. Voor het verzorgen van tentamens worden bedrijven ingezet die tegen lagere kosten online kunnen surveilleren. En MOOC-platforms zouden de beste docenten kunnen inhuren om MOOC’s te maken.” Is het denkbaar dat verschillende deelactiviteiten van het hoger onderwijs door verschillende partijen worden gerealiseerd?

 Waar zal de meerwaarde van niveau VKS8 6 in de toekomst liggen? Dreigt de professionele bacheloropleiding gesandwicht te raken tussen VKS 5 en 7?

 Hoe kunnen we voorkomen dat digitalisering tot (nog grotere) ongelijkheid zal leiden in het onderwijs en op de arbeidsmarkt?

***

8 Vlaamse Kwalificatiestructuur, waarbij niveau 5 verwijst naar HBO5, niveau 6 naar bachelor en niveau 7 naar master.

23

Referentielijst

Barber, M., Donnelly, K. & Rizvi, S. (2013). An avalanche is coming. Higher Education and the Revolution Ahead. Institute for Public Policy Research:

https://www.ippr.org/files/images/media/files/publication/2013/04/avalanche-is-coming_Mar2013_10432.pdf Biesta, G.J.J. (2014). Wat is goed onderwijs? Over kwalificatie, socialisatie en subjectivering. Stichting NIVOZ, http://nivoz.nl/artikelen/wat-is-goed-onderwijs-over-kwalificatie-socialisatie-en-subjectivering/

Cevora (2016). De technologische revolutie. De impact van automatisering, digitalisering en robotisering op de arbeidsmarkt, bedrijfswereld en jobs. Cevora:

https://www.cevora.be/Portals/0/Literatuurstudie%20De%20technologische%20revolutie.pdf.

Davies, S., Mullan, J. & Feldman, P. (2017). Rebooting learning for the digital age: What next for technologyenhanced higher education? Higher Education Policy Institute: http://www.hepi.ac.uk/wp-content/uploads/2017/02/Hepi_Rebooting-learning-for-the-digital-age-Report-93-20_01_17Web.pdf.

Deloitte (2016). De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs. Deloitte State of the State.

Deloitte: https://www2.deloitte.com/nl/nl/pages/data-analytics/articles/286000-studenten-volgen-een-studie-die-opleidt-tot-werk-dat-potentieel-verdwijnt.html.

Departement Onderwijs en Vorming (2008). Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs 2007-2008.

Departement Onderwijs en Vorming: http://onderwijs.vlaanderen.be/nl/statistisch-jaarboek-van-het-vlaams-onderwijs-2007-2008.

Departement Onderwijs en Vorming (2016). Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs 2015-2016.

Departement Onderwijs en Vorming: http://onderwijs.vlaanderen.be/nl/statistisch-jaarboek-van-het-vlaams-onderwijs-2015-2016.

Dochy, F.J.R.C., Berghmans, I., Koenen, A.-K., & Segers, M. (2015). Bouwstenen voor high impact learning: het leren van de toekomst in onderwijs en organisaties. Amsterdam: Boom Lemma uitgevers.

Elchardus, M., & Te Braak, P. (2014). Toekomstverwachtingen van jongvolwassenen. Rapport 3, Carrière en beroep. Onderzoeksgroep TOR, Vakgroep Sociologie, Vrije Universiteit Brussel.

De Vos, A. & Gielens, T. (2016). The future of jobs in chemistry and life sciences. Sectoranalyse chemische industrie, kunststoffen en life sciences in Vlaanderen. Essenscia Vlaanderen:

http://www.essenscia.be/Upload/Docs/Studie_Future_of_Jobs_in_Chemistry_and_Life_Sciences_AMS_essen scia_vlaanderen.pdf.

Federgon (2015). Foresight 2020. Federgon: http://www.foresight2020.be/files/Foresight-NL.pdf.

Frey, C.B., & Osborne, M.A. (2013). The future of employment: How susceptible are jobs to computerisation?

Oxford: Oxford University, September 17, 2013.

Graydon (2017). Digitalisering duwt de accountant in een nieuwe rol. Graydon:

https://www.graydon.nl/blog/digitalisering-duwt-de-accountant-een-nieuwe-rol

Hays (2017). Baan van de toekomst. Hoe ziet de logistieke & supply chain sector eruit in 2030? Hays:

http://files.smart.pr/57/a6d8301fa011e7afd66dd397d97932/Hays-rapport-Baan-van-de-Toekomst-sector-logistiek---supply-chain.pdf.

Hays (2017). Baan van de toekomst. Een toekomstschets van de sectoren IT, Engineering & Technology en Oil

& Gas; Hays:

http://www.hays.nl/cs/groups/hays_common/@nl/@content/documents/webassets/hays_1384828.pdf.

Hugé, J. & Lambrechts, W. (2017). Nota Commissie Duurzaam Hoger Onderwijs. Brussel: Departement Omgeving.

24 International Association for the Evaluation of Educational Achievement (IEA). TIMSS & PIRLS International Study Center, Lynch School of Education, Boston College.

Kennisnet (2013). Samen leren: het onderwijs volgens Generatie Z. Kennisnet:

https://www.kennisnet.nl/artikel/samen-leren-het-onderwijs-volgens-generatie-z/

Kennisnet (2016). Technologiekompas voor het onderwijs – Kennisnet Trendrapport 2016-2017. Kennisnet:

https://www.kennisnet.nl/publicaties/trendrapport/.

Koning Boudewijnstichting. (2014). De nieuwe school in 2030: hoe maken we leren en werken aantrekkelijk?

Mogelijke toekomsten van het onderwijs in Vlaanderen – Verslag van een gezamenlijke verkenning.

http://www.kbs-frb.be.

Lauder, N. (2016). JET: Projects Across the Curriculum. London: Mary Glasgow Magazines.

NMC (2017). Horizon Report: 2017 Higher Education Edition. NMC: http://cdn.nmc.org/media/2017-nmc-horizon-report-he-EN.pdf.

Ploum l., Blok V., Lans T., Omta O. (2017). Towards a validated competence framework for Sustainable Entrepreneurship. Organization & Environment:

http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/1086026617697039.

Real Staffing (2016). De impact van digitalisering en big data op de gezondheidszorg. Real Staffing:

https://www.realstaffing.com/nl/nieuws-en-evenementen/nieuws/1832-de-impact-van-digitalisering-en-big-data-op-de-gezondheidszorg

Redecker, C., Leis, M., Leendertse, M., Punie, Y., Gijsbers, G., Kirschner, P., Stoyanov, S., & Hoogveld, B.

(2011). The future of learning: Preparing for change. Luxembourg: Publications of the European Union.

Secretary Plus (2015). Het assistentberoep: nog steeds de hoeksteen van de organisatie? White Paper.

Secretary Plus: https://www.secretary-plus.be/docs/default-source/testdocuments/white-paper-secretary-plus.pdf?sfvrsn=2.

Sels, L., Vansteenkiste, S., & Knipprath, H. (2017). Toekomstverkenningen arbeidsmarkt 2050 (Werk.Rapport 2017 nr.1). Leuven: Steunpunt Werk, HIVA - KU Leuven.

Siemens, G., Gasevic, D., Haythornwaite, C., Dawson, S., Buckingham, S., Ferguson, R., Duval, E., Verbert, K.

& Baker, R. (2011). Open Learning Analytics: an integrated & modularized platform Proposal to design, implement and evaluate an open platform to integrate heterogeneous learning analytics techniques.

Elearnspace:

http://www.elearnspace.org/blog/wp-content/uploads/2016/02/ProposalLearningAnalyticsModel_SoLAR.pdf.

Sociaal-Economische Raad Vlaanderen (2018). Visienota – De transitie naar een digitale samenleving: aanzet voor een integrale beleidsagenda. Brussel, Sociaal-Economische Raad Vlaanderen

[http://www.serv.be/sites/default/files/documenten/SERV_20180117 _digitalisering_ADV.pdf].

Studiedienst van de Vlaamse Regering (2016). Vlaamse Regionale Indicatoren. Brussel: Departement Kanselerij en Bestuur.

SURFnet (2013). Learning analytics in het hoger onderwijs: mogelijkheden en aandachtspunten.

Grassrootprojecten bieden inzicht in wensen en good practices. SURFnet:

https://www.surf.nl/binaries/content/assets/surf/nl/kennisbank/2013/Artikel+Learning+analytics+in+het+hoge r+onderwijs-mogelijkheden+en+aandachtspunt.pdf.

SURFnet (2016). Trendrapport 2016: hoe technologische trends onderwijs op maat mogelijk maken. SURFnet:

https://www.surf.nl/kennisbank/2016/trendrapport-2016-hoe-technologische-trends-onderwijs-op-maat-mogelijk-maken.html.

25 UNESCO (2017). Education for Sustainable Development Goals: Learning objectives. UNESCO, Paris:

http://unesdoc.unesco.org/images/0024/002474/247444e.pdf.

United Nations (2015). Transforming our world: the 2030 Agenda for sustainable development. United Nations:

https://sustainabledevelopment.un.org/content/documents/21252030%20Agenda%20for%20Sustainable%20 Development%20web.pdf.

Van Damme, D. (2014). Essay: Hoger onderwijs: een systeem met wankele grondvesten. Vereniging Hogescholen:

http://www.vereniginghogescholen.nl/system/knowledge_base/attachments/files/000/000/019/original/Essay _prof._dr._Dirk_Van_Damme.pdf?1438599968

VIVES dienst onderwijsbeleid (2017). Globally Connected. DO@VIVES.

Wijnants, L., Hermans, I. & Vandeput, L. (2011). Innovatief evalueren in het hoger onderwijs:

leerwegonafhankelijk summatief toetsen. Tielt: Lannoo Campus.

26 Bijlage 1. Overzicht van evoluties in een aantal belangrijke arbeidsmarktparameters (op basis van Sels et al., 2017)

Trend tot nu / huidige situatie Projecties 2050 Factoren die de voorspelde trend kunnen afzwakken, versterken of ombuigen

1

Arbeidsaanbod

Activiteitsgraad kende voorbije 30 jaar gestage groei, tot 70%

in 2015, m.n. door verhoogde arbeidsmarktparticipatie van vrouwen.

Activiteitsgraad van Vlamingen tussen 15 en 64 jaar piekt in 2031 op 76,2% en in 2050 op 74%.

 Impact van pensioenhervormingen: +

 Ontwikkeling van bevolking op arbeidsleeftijd: + of -

 Beroepsactiviteit vrouwen (scholing, verdeling zorgtaken): + of -

2

Demografie

 Levensverwachting kende voorbije 20 jaar gestage groei, tot 84,2 jaar (V) en 79,7 jaar (M) in 2015.

 De afhankelijkheidsratio (verhouding actieve/niet-actieve bevolking) kende geleidelijke groei, tot 26,8% in 2015.

 Gemiddelde levensverwachting stijgt in 2050 tot 88.7 jaar (V) en 86,2 jaar (M) – het verschil tussen mannen en vrouwen verkleint.

 Verdere forse stijging van de afhankelijkheidsratio tot 43,4%.

 (R)evoluties in de gezondheidszorg: + of -

3

Deeltijds werk

Toename arbeidsmarktparticipatie vrouwen ging gepaard met forse toename deeltijdarbeid; in 2015 bedroeg het aandeel van deeltijdarbeid in totale werkende bevolking 42,9% (V) en 9,2% (M).

Aandeel deeltijdarbeid zou tegen 2050 stijgen tot 60,6% (V, groeiscenario) of 42,1% (V, stagnatie-scenario) en 30,7% (M).

 Beschikbaarheid van andere mogelijkheden om werk en gezin te combineren: -

 Stijgend opleidingsniveau: - 4

Scholarisatie

Aandeel hooggeschoolden kende voorbije 20 jaar uitgesproken groei van 23% naar 37,2% in 2015, maar de groei in onderwijsniveau remt af.

Aandeel hooggeschoolden 46,6% (sc. 2) of 50,3 % (sc. 2) in 2050 – in elk scenario overschrijdt aandeel hooggeschoolden het aandeel middengeschoolden

Op 30 jaar tijd daalde het aandeel jongeren dat zich aanbod op de arbeidsmarkt (15-24j) van 44,8% naar 32,8% in 2015.

Jongerenactiviteitsgraad daalt verder tot 23,8%.  Ontwikkelingen op vlak van scholarisatie: + of -

 Gemiddelde duurtijd om diploma te halen: + of -

 Groei van het aantal hooggeschoolden: + 6

Uittrede uit de arbeidsmarkt

Werkzaamheidsgraad 50-64-jarigen van 1985 tot 2015:

dalend – stabiel – stijgend verloop, tot 58,1%.

Werkzaamheidsgraad 50-64-jarigen: 80,3% in 2050 Gemiddelde uittredeleeftijd van 63,3 jaar in 2050

 Impact pensioenhervormingen:+

 Evoluties op vlak van scholarisatie: + 7

Jobanciënniteit

Gemiddelde jobanciënniteit (duur uitoefening van eenzelfde job) kent stabiel verloop (1992-2015) rond 11 jaar.

Gemiddelde jobanciënniteit kent gestage dalende tendens tot 9,6 jaar in 2050.

 Flexibiliteit arbeidsmarkt: + of –

 Impact digitalisering en robotisering: + of – 8

Flexibele arbeidsvormen

Aandeel tijdelijke arbeid: fluctuerend tot 7,7% in 2015 Aandeel zelfstandigen: geringe stijging tot 9,2% in 2015

Aandeel tijdelijke arbeid: 14,4% in 2050 Aandeel zelfstandigen: 11% in 2050

 Conjunctuur: + of -

 Arbeidsrechtelijk kader tijdelijke arbeid: + of –

 Globalisering en digitalisering: + of –

 Aantrekkelijkheid sociaal statuut zelfstandige: + of - 9

 Hooggekwalificeerde jobs: 6 op 10 banen in 2050

 Middengekwalificeerde jobs: 3 op 10 banen in 2050

 Laaggekwalificeerde jobs: 1 op 10 banen in 2050

 Toenemende ‘verdienstelijking’ en technologische evolutie: +

 Vergrijzing: -

10 Sector-verhoudingen

Industrie: van 24,3% van de tewerkstelling in 1990 tot 13,1%

in 2015 / Dienstensectoren: groeiend aandeel in tewerkstelling van 1990 tot 2015

Industrie: 4,6% van de tewerkstelling in 2050 Dienstensectoren: verdere groei

Vatbaarheid voor jobvernietigende innovaties: + of -

27 Bijlage 2. Impact van technologie en digitalisering in het hoger onderwijs en diverse arbeidsmarktsectoren

Als technologie en digitalisering dergelijke fundamentele veranderingen met zich meebrengen op de arbeidsmarkt, roept dit meteen de vraag op of we als opleiders van de toekomstige generaties werknemers wel een aanbod voorzien dat voldoende rekening houdt met de nieuwe digitale realiteit. Voor Vlaanderen zijn hierover geen gegevens of studies beschikbaar. Enkel een Nederlandse studie van Deloitte (2016) geeft hier enig inzicht in. Deloitte onderzocht de impact van automatisering op alle types van opleidingen, waaronder ook het hoger beroepsonderwijs – het equivalent van de professionele bacheloropleidingen in Vlaanderen. De analyse van Deloitte berekende het ‘robotiseringsrisico’ door uitstroomgegevens uit verschillende types van opleidingen te vermenigvuldigen met de kans dat een bepaald type werk door robotisering verdwijnt. Men komt zo tot de conclusie dat ongeveer een vijfde van de hbo-studenten (84.000) worden opgeleid voor werk dat over tien tot twintig jaar potentieel niet meer bestaat. Deloitte ging ook na in welke opleidingen dit risico het grootst is en kwam tot de volgende top 3: (1) hotel, vrijetijd en facility management; (2) bedrijfskunde en HRM;

(3) maatschappelijk werk. De verschillen tussen opleidingen blijken erg groot; in het hbo varieert het robotiseringsrisico tussen 52 en 3%.

Deze laatste bevinding hoeft niet te verbazen: digitalisering en robotisering zullen zonder meer vrijwel alle sectoren van de arbeidsmarkt affecteren, maar de precieze impact kan een zeer verschillende gedaante aannemen. Ook hierover zijn nog relatief weinig (sectorale) rapporten of analyses terug te vinden.

Sectorfederatie Essenscia liet wel een studie uitvoeren rond dit thema: The future of jobs in chemistry and life sciences. Sectoranalyse chemische industrie, kunststoffen en life sciences in Vlaanderen (november 2016). Deze studie bevroeg vertegenwoordigers uit de sector. Verwacht wordt dat ondersteunende en routinematige jobs waarvoor over het algemeen het vereiste opleidingsniveau lager ligt, geheel of gedeeltelijk zullen verdwijnen in de chemische sector. De grootste impact wordt echter verwacht binnen banen, met name een verschuiving van laboanalyse- en onderhoudswerk naar probleemanalyse, monitoring- en controletaken, interpretatie van beschikbare data enz. De sector omarmt deze evolutie omdat de toenemende samenwerking tussen mens en machine toelaat meer tijd te besteden aan de kern van de jobinhoud. Tegelijk wordt verwacht dat voor verschillende rollen binnen de sector een hoger opleidings- en kwalificatieniveau vereist zal zijn. Zo houdt bijvoorbeeld een onderhoudstechnieker zich meer en meer bezig met preventief en predictief onderhoud, wat hogere vereisten met zich meebrengt op het vlak van proactiviteit. Waar voorheen een profiel op niveau secundair onderwijs werd aangetrokken, wordt nu een bachelordiploma verwacht. De sector voorziet bovendien dat persoonlijke en interpersoonlijke vaardigheden, zoals aanpassings- en leervermogen en zelfsturing, in technische jobs sowieso steeds meer het verschil zullen maken. De studie breekt tot slot een lans voor het vergroten van de praktijkrelevantie in het (hoger) onderwijs.

Verder is ook een studie van Federgon, de Federatie van HR-dienstverleners, beschikbaar die onderzoekt hoe veranderingen op de arbeidsmarkt de rol van recruiters zullen wijzigen. De conclusie luidt hier dat routinetaken van de recruiter verder geautomatiseerd worden en hierdoor de focus wordt verlegd naar “het omgaan met menselijke en onvoorspelbare aspecten van het wervings-, selectie- & retentieproces. Creativiteit, flexibiliteit en probleemoplossend denken worden daarbij dé competenties waarmee recruiters blijvend het verschil zullen kunnen maken”. Voor andere sectoren waar de hogescholen een belangrijke toeleverancier zijn van nieuw talent, is minder tot geen analyse of studie voor de Vlaamse arbeidsmarkt beschikbaar. We richten ons daarom op andere bronnen, zoals rapporten van consultancybureau’s en selectiekantoren, om enkele trends op hoofdlijnen weer te geven voor een aantal studiegebieden waarin de hogescholen een belangrijke opleider zijn van jong talent.

In de gezondheidszorgsector wordt een verschuiving verwacht van curatieve naar preventieve zorg.

Technologie zal gepersonaliseerde zorg voor elke patiënt mogelijk maken, denk maar aan apps en wearables die medische parameters, behandeling en therapietrouw kunnen monitoren of de zelfredzaamheid bevorderen.

Online begeleiding en virtuele consultaties door zorgverleners zullen tot de mogelijkheden behoren. Ook de medische administratie ondergaat een drastische digitalisering, denk bijvoorbeeld aan het doorsturen van elektronische voorschriften van artsen naar apothekers. De introductie en verspreiding van technologie in de zorg heeft vanzelfsprekend een grote invloed op de rol van de zorgverlener. In de medische sector wordt meer en meer gezocht naar medische professionals met digitale vaardigheden (Real Staffing). Ook vanuit de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) wordt de nood aan meer gespecialiseerde technische kennis in gezondheidszorg opgemerkt (interview H. Demuynck, VDAB).

28 Door snelle technologische verandering zal de vraag naar ICT-profielen sowieso groot blijven. Meer zelfs, een voldoende grote pool van hoogopgeleide ICT-professionals wordt een noodzakelijke voorwaarde om economische groei te creëren dankzij digitalisering. Voor de opleidingen die toeleiden naar ICT-jobs is het sowieso cruciaal bij te blijven met vele nieuwe toepassingen en toepassingsgebieden. Volgens recruiter Hays (sectorstudie IT, 2017) ligt het in de lijn van de verwachting dat het (routinematige) ontwikkelwerk, programmeerwerk en testing binnenkort door specifiek ontwikkelde artificial intellegence (AI) kan worden overgenomen. Voor medewerkers in de IT-sector wordt het belangrijk te kunnen omgaan met ondersteunende AI en met (deels) autonoom opererende AI. Omdat samenwerking in internationale teams en met andere disciplines verwacht worden steeds in belang toe te nemen – IT dringt immers binnen in zowat elke sector – zullen samenwerkingsvaardigheden in een internationale en interdisciplinaire context de belangrijkste sleutel tot employability worden voor professionals in de IT-sector.

Voor de technologische sector wordt een verdere robotisering van de productie en de versmelting van nano-, bio-, en AI-technologie verwacht (Hays, sectorstudie technologie, 2017). Ook de verduurzaming van productieprocessen zal meer en meer op de agenda komen te staan: energiezuiniger productontwerpen, circulaire productieprocessen en kleinschalige lokale productie van goederen en energie. Voor professionals in de technologische sector wordt interdisciplinaire samenwerking – net zoals in de IT-sector – een belangrijke vaardigheid. De bruikbaarheid van technologische producten in andere segmenten van de samenleving wordt van steeds groter belang.

Voor de opleidingen die toeleverancier zijn van de zeer ruime dienstensector (bank- en verzekeringssector, accountancy…) en opleidingen die toeleiden naar ondersteunende functies (management assistant, office manager, facility manager…) zien we een gelijkaardige beweging: routinematige taken zoals invoer van gegevens, … worden overgenomen door software ten voordele van advies, analyse, forecasting, ... Zo zal de meerwaarde van de accountant in de toekomst liggen in rollen als adviseur, strategisch gesprekspartner of data-analist (Graydon). Ook de rol van office manager zal naar alle waarschijnlijkheid veranderen onder invloed van nieuwe tools en applicaties. Uit een bevraging van rekruteringsorganisatie Secretary Plus (2015) blijkt dat het merendeel van zowel bevraagde managers als management assistants meent dat hun job complexer wordt omdat routinematige taken uit het takenpakket aan het verdwijnen zijn. De office manager wordt meer en meer een projectmanager, evenementenorganisator, communicator enzovoort.

29 Bijlage 3. Gevalideerde set van duurzaamheidscompetenties volgens Ploum et al. (2017).

Bron:

Ploum l., Blok V., Lans T., Omta O. (2017). Towards a validated competence framework for Sustainable Entrepreneurship.

Organization & Environment [http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/1086026617697039]

30 Bijlage 4. Evolutie inschrijvingen aan de hogescholen naar geslacht en per studiegebied en projectie van het aantal 18-jarigen in 2027-28

31

32