• No results found

2.4 ■ ■ Luik, een pluim voor de Oostkantons

De provincie Luik sluit de Waalse as aan oostelijke zijde af. Qua werkzaamheidsgraad doet deze provincie het niet zo goed in vergelijking met de andere provincies. Slechts 59% van de inwoners op arbeidsleeftijd oefent er een job uit. Alleen de provincie Henegouwen noteert een nog minder gunstig aandeel. Over de ganse provincie werden er in 2001 bijna 20 500 werkenden meer geteld dan in 1997 (+6%). Het gros van de positieve evolutie is voor rekening van de vrouwen. Toch blijft hun werkzaamheid in de provincie Luik anno 2001 relatief laag: niet eens de helft van de vrouwen tussen 18 en 64 jaar oefent er een job uit. Hiermee haalt de provincie het Belgische gemiddelde niet.

De provincie Luik evenaart het Belgische niveau voor wat betreft de ouderenwerkzaamheid, maar moet onderdoen op het vlak van het aandeel werkende jongeren. Van de Luikse 18- tot 24-jarigen werkt slechts 38,3% (kaart 2.3). Zowel de meisjes als de jongens leggen een minder goed rapport voor. In de periode 1997-2001 groeit het aantal werkende jongeren aan met ongeveer 4 200 personen, gelijk verspreid over de seksen. De 55-plussers zetten anno 2001 een werkzaam-heidsgraad neer van 30% (kaart 2.4). De oudere vrouwen (21,5%) in de Luikse provincie zijn

meer werkzaam dan gemiddeld in België. Zij boekten tussen 1997 en 2001 een fikse vooruitgang met 27%: zo’n 2 400 meer oudere vrouwen gingen aan de slag.

Het arrondissement Borgworm is het kleinste Luikse arrondissement zijn qua bevolkingsaantal.

In 2001 staat het met een werkzaamheidsgraad van 65,7% aan de leiding in de Luikse provincie.

Dit ondanks het gegeven dat het aandeel jobs per inwoner er nooit boven de 55 jobs per 100 in-woners uitsteekt. Dit kan erop duiden dat veel inin-woners naar aangrenzende gemeenten en ar-rondissementen pendelen om er te werken. Het aantal inwoners die een job uitoefenen, nam tussen 1997 en 2001 in relatieve termen zeer sterk toe (+10%). In absolute termen gaat het nooit om meer dan 500 extra werkkrachten, maar in kleine gemeenten als Geer, Wasseiges en Donceel kan dergelijke toename een enorm verschil maken.

Het arrondissement Verviers is naar oppervlakte het grootste arrondissement in de provincie Luik. Anno 2001 worden er zo’n 63 werkenden per 100 inwoners op arbeidsleeftijd geteld, waar-mee het Belgische gemiddelde overschreden wordt. De factor grensarbeid speelt ook hier een belangrijke rol. Elke dag pendelen zo’n 4 400 loontrekkenden naar Duitsland en nog eens 2 300 naar het Groothertogdom Luxemburg, wat goed is voor 6,6% van alle werkenden in de Oostkan-tons. Wanneer men deze grensarbeid zou uitschakelen, bereikt het arrondissement Verviers slechts een werkzaamheidsgraad van 58,9%.

Tussen 1997 en 2001 verliep het op de arbeidsmarkt in het arrondissement Verviers iets minder vlot. Vooral de meer zuidelijke gemeenten zoals Amel, Sankt-Vith, Bürg-Reuland en Weismes kenden amper een groei van het aantal werkenden. Deze gemeenten noteren evenwel anno 2001 allen werkzaamheidsgraden van om en bij de 70%.

De vrouwen in het arrondissement Verviers doen het niet slecht met een werkzaamheidsgraad van 53,2%. Hiermee bereiken ze bijna het niveau van België. Vooral de oudere vrouwen (23,5%) zijn in dit arrondissement meer werkzaam. Tussen 1997 en 2001 kwamen er in het arrondisse-ment zo’n 3 500 vrouwen bij op de arbeidsmarkt en dit tegenover zo’n 2 000 mannen. De leef-tijdscategorie van 55 tot 64 jaar nam hierbinnen in relatief beperkte mate toe.

Naar leeftijd kenmerken de Duitse grensgemeenten in het arrondissement Verviers zich door hun hoge jongerenwerkzaamheid (kaart 2.3). Bütgenbach, Büllingen en Kelmis laten een aandeel werkende jongeren van boven de 60% noteren. Deze hoge aandelen dienen wel genuanceerd omdat het gaat om gemeenten met een relatief klein aantal jongeren. Wat betreft evolutie is het arrondissement Verviers geen topscorer meer. De toename van 8% stemt overeen met iets meer

Op de derde plaats wat betreft werkzaamheid in de provincie Luik vinden we het arrondisse-ment Hoei met een aandeel werkende inwoners van 62,1%. Topgemeenten zijn Verlaine, Burdin-ne en AnthisBurdin-nes. Mindere prestaties worden genoteerd in Hamoir, Marchin en Engis. In 2001 werden er ruim 3 100 werkende inwoners meer geteld vergeleken met 1997. Het merendeel van deze toename is voor rekening van de vrouwen. De groep van werkende vrouwen nam tussen 1997 en 2001 toe met meer dan 1 800 personen, wat resulteert in een werkzaamheidsgraad van 51,7%, wat zich onder het Belgische, maar boven het Waalse gemiddelde situeert. Naar leeftijd springen de ouderen (31,2%) in het oog en dan vooral de mannelijke 55-plussers met een werkzaamheidsgraad van 41,6%.

Houden we ten slotte halt bij het (naar bevolkingsaantal) grootste arrondissement in de provin-cie. Het arrondissement Luik en hierbinnen vooral de stad Luik scoren met werkzaamheidsgra-den van respectievelijk 55,9% en 51,1% beduiwerkzaamheidsgra-dend minder goed dan gemiddeld. Nochtans kent Luik een relatief hoog aandeel jobs per inwoner, maar blijkbaar kan de Luikse bevolking onvol-doende of in mindere mate zelf gebruik maken van deze jobconcentratie. Ook de omliggende gemeenten van de provinciehoofdstad kenmerken zich door een lage werkzaamheidsgraad en zij vervolledigen daarmee de Waalse as. Dit arrondissement is er niet erg op vooruitgegaan tij-dens de periode 1997-2001 wat betreft het aantal werkenden (+9 300 werkenden of +5%). Enkel Sprimont, Bitsingen en Wezet springen in het oog met een gunstigere evolutie, die de relatief zwakke prestaties van gemeenten als Flémalle helaas niet compenseren. Naar vrouwenwerk-zaamheid komt het arrondissement Luik (46,9%) eveneens in een relatief negatief daglicht te staan (kaart 2.2). De stad Luik zelf noteert een vrouwelijke werkzaamheidsgraad van 44,3%. De omliggende gemeenten, zoals Saint-Nicolas, Seraing en Grâce-Hollogne, laten nog lagere cijfers opmeten. Kaart 2.6 illustreert bovendien dat er in deze gemeenten weinig verbetering plaats-vond tussen 1997 en 2001. Niet alleen de vrouwen maar ook hun mannelijke collega’s (65%) zijn in het arrondissement Luik beduidend minder werkzaam dan gemiddeld in ons land. Dit is ze-ker het geval in de provinciehoofdstad zelf, waar slechts 57,7% van de mannen aan het werk is.

Ook in de omliggende gemeenten Saint-Nicolas en Seraing is er een relatief beperkt aandeel mannen effectief aan de slag. Tussen 1997 en 2001 kwamen er in het ganse arrondissement 9 300 werkende inwoners bij, waarvan ruim 5 400 vrouwen.

De jongeren in het arrondissement Luik noteren een werkzaamheidsgraad van 35,1% (kaart 2.3).

In de gemeenten Neupré en Chaudfontaine en in de stad Luik worden hier bijzonder ongunstige cijfers genoteerd die tot de laagste van België horen. In de periode 1997-2001 werden er ongeveer 2 600 werkende 18- tot 24-jarigen meer geteld. Dit komt neer op een groeipercentage van 17%.

Ruim 650 van die jongeren hebben hun woonplaats in de provinciehoofdstad.