• No results found

In de liberale Zwitserse krant Anzeiger am Rhein werd gereageerd op de berichtgeving van de Duitse perse omtrent de Opernhauskrawalle in Zürich. Volgens hen werd er in Duitsland weinig aandacht besteed aan de ongeregeldheden, mede doordat daar ondertussen gelijksoortige problemen waren. Er was wel kritiek op de manier waarop Der Spiegel het weergaf; Anzeiger am Rhein meende dat de krant nauwelijks de sympathie voor de beweging kon verbergen en dat de poging tot objectieve weergave in ‘Das Packeis schmilzt’ werd teniet gedaan door het vraaggesprek ‘SPIEGEL Gespräch: Fünf Zürcher

Jugendliche über die Gründe für ihren Kämpf gegen Gesellschaft und Erwachsenheit’.148

Het Keulense boulevardblad Express kopte naar aanleiding van de komst van Amsterdamse krakers naar Keulen in mei 1980 ‘Hilfe, die Kraaker kommen: die Profis für die heiße Straßenschlacht’. Deze kop vertoonde een opvallende gelijkenis met het eerder genoemde stuk in Bild; de titel was gelijk, maar de ondertitel niet.149 In Der Spiegel werd dergelijke berichtgeving later afgedaan als overdreven.150

De lokale Badische Zeitung publiceerde op 9 juni 1980 over de ontruiming van de Dreisameck in Freiburg de dag daarvoor: ‘1200 Polizisten erobern das Dreisameck’. In dit artikel werd gesteld dat het tot tevredenheid van de politie – op wat brand- en verfbommetjes en hardere voorwerpen na die in het

heetst van de strijd naar hen werden gegooid – niet kwam tot een gevreesde Häuserkampf.151

146 Ibid: 412.

147 Bild, september 1981. In abgeräumt?: 41-42. Zie bijlage 5. 148 ‘Rückspiegel: Zitate’. Der Spiegel 35:11, 9 maart 1981: 250.

149 Steen. ‘Die internationalen Verbindungen der Hausbesetzerbewegung in den 70er und 80er Jahren’: 204. 150 ‘Letzte Hilfe’. Der Spiegel 34:24, 9 juni 1980: 109.

In het hierboven reeds behandelde artikel ‘Jetzt macht Hans Apel Staat’, schreef Der Spiegel over de berichtgeving van de plaatselijke krant Bonner Rundschau. Der Spiegel schreef, tussen aanhalingstekens, dat deze krant ‘onthulde’ dat ‘onruststokers’ als ‘normale passanten’ vermomd binnen zouden zijn gekomen. Verder schreef Der Spiegel dat andere aanwezige journalisten de demonstranten, waarvan sommigen in lantaarnpalen zijn geklommen, als ‘linkse apen’ bestempelden. De aanhalingstekens impliceren dat Der Spiegel hier wat kritisch tegenover stond, net als bij hun hierboven genoemde

vergelijking tussen de inschattingen van Fritsch en Apel.152

In de West-Berlijnse krant Der Abend werd op 17 december 1980 in het artikel ‘Ristock: “Provokateure und finstere Heuchler” ’ het woord gegeven aan bouwsenator Harry Ristock. Hij keurde het handelen van de politie bij de ontruiming van de Fraenkelufer goed en meende dat er binnen de kraakbeweging een kleine groep provocateurs was die al te lang de hand boven het hoofd werd gehouden en die het feitelijk voor de anderen verpestte. Volgens hem was het gekraakte pand juist bedoeld als vervangende woonruimte voor krakers, en wilden deze provocateurs doelbewust dergelijke compromissen kapot

maken.153 Dat dit feitelijk onjuist was, daartoe was een pand aan de Admiralstraße aangewezen, maakte

voor de krant niet uit – het zette hun narratief namelijk kracht bij.154 In een ander artikel, ‘Wardin:

“Konfrontation bewußt provoziert” ’, opperde de fractievoorzitter van de Kreuzbergse afdeling van de SPD Peter Wardin dat de kraak van Fraenkelufer 48 in scène gezet zou zijn om rellen met de politie uit

te lokken om zo legaliseringsprocessen lam te leggen.155

Als reactie op de flyers voor het Tuwat-congres publiceerde de Tagesspiegel op 7 augustus 1981 ‘ “Die Chaoten und Scharfmacher wollen unsere Stadt ruinieren!” ’. Opvallend aan deze titel was het woord ‘unsere Stadt’, de vermeende relschoppers waren hier schijnbaar geen onderdeel van. De samenstellers van de flyers werden ‘terroristen’ genoemd en hun bericht een dreigement, druipend van ‘anarchistische arrogantie’. Het zou de krakers niet meer gaan om de woningnood, maar om het einde van de democratische rechtsstaat, aldus de deelstaatvoorzitter van de politiebond die aan het woord werd gelaten.156

Per toeval had Stefan Aust, toentertijd redacteur bij het NDR-programma Panorama, tijdens de

demonstratie op 22 september 1981 Klaus-Jürgen Rattay geïnterviewd.157 Rattay was uit zichzelf op

hem afgestapt en had hem verteld over zijn redenen om te gaan kraken in Berlijn en zijn onwil om te

werken voor een baas.158

152 Leineman, Jürgen. ‘Jetzt macht Hans Apel Staat’. Der Spiegel 34:47, 17 november 1980.

153 ‘Ristock: “Provokateure und finstere Heuchler” ’. Der Abend, 17 december 1980. In Dokumentation Dezember Berlin 1980: 75. 154 Lindner. Jugendprotest seit den fünfziger Jahren: 413.

155 ‘Wardin: “Konfrontation bewußt provoziert” ’. Der Abend, 17 december 1980. In “Berliner Linie” gegen Instandbesetzer: Die

“Vernunft schlägt immer wieder zu! Berlijn, augustus 1981: 12. Zie bijlage 6.

156 ‘ “Die Chaoten und Scharfmacher wollen unsere Stadt ruinieren!” ’. Tagesspiegel, 7 augustus 1981. In abgeräumt?: 9. Zie bijlage 7. 157 Sontheimer en Wensierski. Berlin: 303.

Naar aanleiding van de dood van Rattay kopte de BZ am Abend van 23 september 1981 ‘Terror gegen Wohnungssuchende: Westberliner Polizei knüppelt brutal’. Het kader naast de kop bevatte de tekst ‘Ein Todesopfer und Hunderte Verletzte Proteste: “Mörder!” ’.159 Op dezelfde dag verscheen in de

Tagesspiegel ‘Unsere Meinung: In dieser gestörten Stadt’, waarin werd gesteld dat Rattay zeker niet een martelaar zoals Benno Ohnesorg was en dat degenen die Lummer de schuld gaven niet serieus te nemen waren. Verder hintte de auteur dat Rattay wellicht de situatie zou hebben uitgelokt en dat men ook moet denken aan de psychische toestand van de buschauffeur. Degenen die ‘politiek kapitaal’ aan deze situatie wilde ontlenen, onderstreepten daarmee volgens de Tagesspiegel enkel de noodzakelijkheid

om deze ‘gestoorde stad’ te beschermen.160

Lokale nieuwsbronnen schreven logischerwijs met veel minder afstand over de rellen, de gevolgen waren voor hun lezerspubliek veel directer merkbaar dan voor een nationaal publiek. Er was vaak ruimte voor lokale beleidsmakers om hun visie te delen.

taz

Jürgen, de journalist die in de taz van 15 december 1980 met het artikel ‘Schwarzer Freitag: Kreuzberg lebt’ verslag deed van de rellen op 12 december werd over de gebeurtenissen ingelicht door een bekende, waarna hij poolshoogte ging nemen. Hij nam waar dat de ontruiming van het pand aan de

Fraenkelufer de vlam in de pan had doen slaan en omschrijft de rellen en de onmacht van de politie.161

In dezelfde editie echter leverde een andere journalist kritiek op de rellen, omdat ze uitzichtloos waren,

alsook apolitiek en destructief.162 Over het algemeen vierde taz echter de rellen, en met name de

barricades, in de traditie van andere roemruchte stedelijke revoluties.163

Op Zwarte Vrijdag, 13 maart 1981, vond er een politie-inval plaats op het kantoor van de taz en de gehele laatste editie werd geconfisqueerd bij kiosken door het gehele land. Tevens werd de redactie strafrechtelijk vervolgd.164 Reden hiervoor was de opruiende tekst in deze editie; hierin stond dat

vandaag de stad zou exploderen, dat de ‘regierende Kackvögel, Kaputtsanierer, Geiselnehmer und Knastbaumeister’ niet onder de bescherming van de monumentenzorg vielen en dat er een

sloopvergunning vanuit het ‘Amt für revolutionäre Umtriebe’ klaarlag.165

De taz van de daaropvolgende maandag, 16 maart, bevatte het stuk ‘Aktionen am Wochenende / Freitag, der 13.: Spaß, Steine, Scherben’. In de inleiding werd een citaat van de Berliner Morgenpost van

159 ‘Terror gegen Wohnungssuchende: Westberliner Polizei knüppelt brutal’. BZ am Abend, 23 september 1981. In abgeräumt?: 78. 160 ‘Unsere Meinung: In dieser gestörten Stadt’. Tagesspiegel, 23 september 1981. In abgeräumt?: 77.

161 Jürgen. ‘Schwarzer Freitag: Kreuzberg lebt’. taz 51, 15 december 1980. <autox.nadir.org/archiv/haus/80_01.html> (Laatst geraadpleegd op 28 juni 2020).

162 Salamander, Albrecht. ‘6 Strumpfhosen gegen 10 Smarties – ein Freudengeplünder’. taz 51, 15 december 1980. In Häberlen.

The Emotional Politics of the Alternative Left: 256.

163 Katsiaficas. The Subversion of Politics: 93. 164 Ibid: 93.

zaterdag 14 maart aangehaald waarin de rellen werden omschreven als stadsguerrilla met psychologische oorlogsvoering en dat dit geen grap meer was – hooguit voor de organisatie. taz reageerde dat het inderdaad niet meer grappig was, maar om andere redenen; bij ruitinslagen was het enkel nog saai en het was evenwel niet feestelijk waar iets in brand stond.166

Naar aanleiding van de demonstratie van 22 september 1981, waarbij Klaus-Jürgen Rattay het leven liet, verschenen er verschillende artikelen in taz. Redacteur Benny Härlin, die vlakbij gekraakt woonde, was in eerste instantie op locatie aanwezig om te observeren. Toen krakers op de plek vanwaar Rattay net was afgevoerd wilden rouwen, werd dit beantwoord met geweld van de politie. Härlin kwam hiertussen en voegde zich hierna bij de rouwende krakers, waarna hij werd gearresteerd als ware hij een van de

relschoppers.167 Het stuk ‘Klaus Jürgen Rattay: Einer von vielen’ leest als een in memoriam van Rattay.

Eerst werd er een beeld geschetst van het straatbeeld in de Potsdamer Straße, waar de ingegooide ruiten van de nu met kritische posters en spreuken versierde Commerzbank nog niet vervangen waren en wat die week veranderd was in een plek om te rouwen. Verder werd iemand aan het woord gelaten die Rattay een beetje kende – als een van de weinigen – en die vertelde dat Rattay wat te hard en radicaal was voor veel andere krakers, nooit echt op zijn plek was in West-Berlijn en erover dacht door te reizen naar Hamburg. Een aantal jonge krakers vertelden dat ze dezelfde dromen hadden en dezelfde strijd wilden voeren als hij, maar dat het wonen in een kraakpand nu eenmaal niet het wapen was om de strijd met de staat te winnen. Het stuk sloot af met de kritiek van de jongere generatie op de zogeheten Müslis; alles wat geen strijd is, was volgens hen ‘Müsli-Scheiße’, en het zou te laat zijn voor

geweldloosheid.168 In het artikel ‘Die Unfähigkeit zu trauern’ werd opgeroepen tot een andersoortig

dialoog in de stad. Hierin werd kritiek geuit op het martelaarschap van Rattay en op het gebruik van de term ‘moord’. Volgens de auteur was er een breuk en onbegrip ontstaan tussen ‘oud-links’ en op dat

moment op wraak beluste jongeren van de generatie van Rattay.169 Dit artikel benaderde eigenlijk de

dood van Rattay vanuit een tegenovergesteld perspectief als dat in ‘Klaus Jürgen Rattay: Einer von vielen’ werd gebruikt. In dat artikel werd deze radicalere visie bij monde van jonge radicale krakers beschreven, waar dit artikel juist vanuit het perspectief van iemand van de actiegeneratie daarvoor werd geschreven. Mogelijk zouden de jongere sprekers deze journalist ook een Müsli vinden.

Tot slot verscheen in de taz van 23 september 1981 het kritische stuk ‘Herr Lummer, Sie haben einen Menschen auf dem Gewissen’. Dit artikel, waarin oorlogsvergelijkingen werden gemaakt, legde de schuld van de dood van Rattay volledig bij Lummer neer. De ontruimingen getuigden voor de krant niet enkel van ‘politieke blindheid’, maar ook van ‘waanzin’, en de persconferentie in een net ontruimd

166 ‘Aktionen am Wochenende / Freitag, der 13.: Spaß, Steine, Scherben’. taz, 16 maart 1980: 16. In Scheer en Espert. Deutschland,

Deutschland, alles ist vorbei: 40.

167 Sontheimer en Wensierski. Berlin: 303-304.

168 Klaus. ‘Klaus Jürgen Rattay: Einer von vielen’. taz, 30 september 1981. In Sachschaden: 166-167. 169 Ute. ‘Die Unfähigkeit zu trauern’. taz, 30 september 1981. In Sachschaden: 168-169.

pand was meer dan een provocatie. Het stuk sluit af met de vraag aan Lummer hoeveel van deze dodelijke politieke beslissingen hij nog van plan was te maken.170

De taz liet een andersoortig geluid horen dan bovengenoemde kranten, wat niet vreemd is gezien de ontstaansgeschiedenis van dit dagblad. Ze waren vaak aanwezig bij de demonstraties en soms publiceerden ze zelfs oproepen hiertoe. Het kwam voor dat de journalisten zich bij de actievoerders schaarden. Dit betekende echter niet dat de krant altijd vol lof was over de gebeurtenissen – hoewel de taz erg links was, kwam ze nog steeds uit een iets andere hoek dan de radicale activisten.

Analyse

De reguliere media was grofweg in twee kampen in te delen, waarbij Der Spiegel en Die Zeit de liberale, intellectuele kant belichaamden, en kranten zoals Bild en Tagesspiegel conservatief en gefocust op het behouden van de status quo. De taz past niet zo goed in deze verhouding, aangezien deze relatief veel de belangen van de demonstranten behartigde en daardoor beïnvloed werd. Waar Der Spiegel en Die Zeit een ontwikkeling doormaakten waarbij gaandeweg meer begrip voor de betrokken activisten werd getoond, bleven de conservatieve media hard en veroordelend.

Der Spiegel en Die Zeit waren relatief liberale bladen, wat af te lezen was aan hun nuancerende berichtgeving waarbij soms wel en soms niet werd gesympathiseerd met de protesterende mensen. Natuurlijk was hier ook aandacht voor de rellen en plunderingen, dat had nieuwswaarde, maar deze kranten waren hier niet zodanig op gefocust als bijvoorbeeld Bild. De lokale bronnen schreven vanuit een ander perspectief dan de nationale bladen en waren daarom vaak meer veroordelend. Hierin speelde vaak ook lokale politiek en beleidsvoering een rol.

In de artikelen van Der Spiegel uit 1980 werden de demonstranten nog als antagonist weergegeven, wat kracht werd bijgezet door kleurrijk taalgebruik. De geschetste scenario’s namen soms als beginpunt de ervaring van een autoriteitsfiguur, vaak deel van het protagonistische frame, van waaruit het contrast kon worden geschetst met de daaropvolgende rellen. Er werden aannames gedaan over de herkomst van de activisten – een deel zou bijvoorbeeld uit het links-terroristische milieu of uit het buitenland komen – wat illustreerde hoe lastig het blad het vond om de protesten te interpreteren. Op 22 december 1980 pronkte er in grote letters ‘Jugendkrawalle’ met daarboven een reeks steden op de voorkant van het weekblad, geïllustreerd met het beeld van een groep stenengooiende jongeren, letterlijk geframed door een ingeslagen ruit. Dit markeerde een tendensverschuiving; het werd een fenomeen dat niet langer genegeerd kon worden, de rellen verspreidden zich razendsnel. De artikelen waren echter breed opgezet, waardoor nuancering plaatsvond. Ook rond de massa-arrestatie in

Neurenberg was er een verandering waar te nemen; in het betreffende nummer stonden artikelen vanuit het perspectief van een moeder en een arrestante.

Die Zeit leek aanvankelijk voorzichtig te zijn als het ging om de rellen. Er werd getracht een bepaalde mate van afstand te houden en te benadrukken dat de situatie en de betrokkenen moeilijk te duiden waren. In het scenario dat werd geschetst trachtte het blad relatief neutraal te blijven, maar er werd nog steeds door middel van generalisatie een selectieve keuze gemaakt in wat er beschreven werd. Hiermee werden groepen mensen bijvoorbeeld neergezet als criminelen die het, in hun ogen, goedbedoelde protest van de SPD tegen de Bundeswehrgelöbnis verstoorden. Daardoor werden de demonstranten in eerste instantie met name neergezet binnen een antagonistisch frame, waarbij zij de aanstichters waren van geweld en onrust zonder dat de redenen hiervoor achterhaald konden worden. Opvallend is dat Die Zeit hierin later lijkt te veranderen met meer artikelen waarin sympathie werd uitgesproken voor de krakers en werd er zelfs een vorm van participerende observatie gebruikt door een journalist verslag te laten doen vanuit een kraakpand.

Bij Bild was het frame consistent negatief tegenover de actievoerders. Deze werden afgeschilderd als de antagonist, met de focus op de ‘Krawall’ die ze maakten. Bij de komst van de Nederlandse ‘Kraaker’ werd actief angst ingeboezemd bij de lezer, zij zouden de ‘chaos’ meenemen. De actievoerders werden daarnaast op negatieve wijze gelabeld, zij het als uitkeringstrekker of als terrorist. Het scenario focuste met name op de grote aantallen relschoppers en de aangerichte schade. Anderzijds was de inschatting van het aantal deelnemers soms ook laag in vergelijking met de schatting van andere bronnen. De politie en de rechtsstaat vormden over het algemeen het protagonistische frame, hier was ook medelijden mee, bijvoorbeeld hoe de politie machteloos moest toekijken hoe ruiten werden ingegooid. Veelal lag de nadruk op de kennelijke wetteloosheid en het herstel van de rechtszekerheid. Voor de redenen en drijfveren van de krakers was geen ruimte: er moest met harde hand ingegrepen worden door politie en staat om de orde weer te herstellen.171

taz kon niet op dezelfde manier worden bekeken als de andere bronnen, gezien de links-alternatieve hoek waarin deze haar oorsprong vond. Dit dagblad was echter niet kritiekloos, maar dit kwam meer vanuit het perspectief van een eerdere generatie activisten en viel daarmee meer te beschouwen als onderlinge analyse en kritiek. Wel werd duidelijk dat bij taz de protagonisten veelal de demonstranten en actievoerders waren. De scenario’s die werden gecreëerd dienden ertoe de oorzaak van de onrust en rellen weer te geven, waarbij benadrukt werd hoezeer de politie met geweld ingreep. De staat, grote bedrijven en de politie werden hierin neergezet als antagonisten – iets wat alleen bij Die Zeit en Spiegel in enkele artikelen gebeurde. Er bestond eveneens meer duiding omtrent de heterogeniteit van de mensen die betrokken waren bij de oproeren; in plaats van de generalisaties van andere kranten werd in de taz

onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen demonstranten en werd er vanuit een ander radicaal- links perspectief kritiek geleverd op sommige gebeurtenissen

In het behandelde lokale nieuws leek vooral angst de boventoon te voeren. De scenario’s die werden gecreëerd door de lokale media schilderden met name de demonstranten af als antagonisten en de politie als protagonisten. Er was weinig aandacht voor motieven of oorzaken van de onrust en het protest, er werd met name een prognostisch frame gesteld waarin werd aangegeven dat er hard ingegrepen moest worden. De Tagesspiegel vertoonde veel overeenkomsten met Bild wat betreft de wijze van verslaggeving; sensationele grote koppen, hyperbolische metaforen en consequent negatief tegenover de activisten. Zelfs het overlijden van Rattay leidde niet tot veel mededogen; orde en gezag waren belangrijker en volgens deze krant hadden de relschoppers hier geen respect voor. Der Abend stelde de ordehandhavers als protagonisten voor en schuwde niet om krakers in een negatief daglicht te stellen, ook niet als dit met onwaarheden gepaard ging. Het is niet per se vreemd dat lokale kranten wellicht wat negatiever tegenover de rellen stonden en er niet veel interesse in hadden de drijfveren van de actievoerders te doorgronden – de gebeurtenissen hadden in de betreffende stad plaatsgevonden, dus het lezerspubliek had het vrij direct meegekregen.

Interessant was de kritiek over de berichtgeving tussen de media onderling, met name vanuit Der Spiegel die soms op cynische wijze uitlatingen andere mediakanalen weergaf. Anderzijds had bijvoorbeeld de Anzeiger am Rhein commentaar op Der Spiegel omdat deze positief vooringenomen zou zijn over de activisten in Zürich.