• No results found

De literaire bekroningen voor de boeken die in de periode 1976-1979 verschenen

Hoofdstuk 3 De canonisering van de Madeliefboeken van Guus Kuijer 3.1 Het begin van een schrijverscarrière

3.3. De literaire kritiek en de bekroningen 1 De journalistieke kritiek in het jaar

3.3.4. De literaire bekroningen voor de boeken die in de periode 1976-1979 verschenen

In de periode 1976-1980 vielen drie Madeliefboeken in de prijzen. Grote mensen daar kun je beter soep van koken werd bekroond met een Zilveren Griffel, Krassen in het tafelblad kreeg een Gouden Griffel en Een hoofd vol macaroni kreeg een Vlag en Wimpel. Dit is een eervolle vermelding voor een boek dat net niet in aanmerking kwam voor het winnen van een griffel. Als kroon op zijn werk kreeg Kuijer in 1979 de Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur voor zijn hele oeuvre. Naast deze prijzen voor Kuijers verdiensten als auteur, werd hij gehuldigd door de actiegroep Man/Vrouw/

‘Maatschappij voor zijn verdiensten in de emancipatiestrijd.

De Zilveren Griffel voor Grote mensen daar kun je beter soep van koken werd in 1977 toegekend door de volgende juryleden: Mieke Boulogne, Annemie Heymans, Truus Hoogland, Riana Luiks-Kramer, Elly Mooi, Ankie Paassen, Rian Waltz-van de Sande. Luiks-Kramer zat eerder in de jury die de Gouden Griffel aan Met de poppen gooien toekende. Het juryrapport bestaat uit twee alinea’s. In de eerste alinea wordt het verhaal in een paar zinnen naverteld. Het valt op dat de beschrijving van de inhoud zich concentreert op de eenzaamheid van de twee hoofdpersonen Madelief en Robbie. Ze krijgen allebei weinig aandacht van hun ouders. ‘Door haar verhuizing is de negenjarige Madelief in een omgeving terecht gekomen waar maar weinig kinderen zijn. De dreigende eenzaamheid wordt opgevangen door de oppas en door Robbie.’ Robbie is ook eenzaam. Er is weinig aandacht voor hem in het grote gezin waarin hij opgroeit. Hiermee zien we het beeld terugkeren, dat eerder naar voren kwam in de recensies, van kinderen die op zichzelf zijn aangewezen in een grauwe wereld, waarin de volwassenen zich weinig om hen lijken te bekommeren. Het tweede deel van het juryrapport bestaat uit argumenten. Hieruit komt weer de eis van de maatschappijgerichte benadering naar voren dat het verhaal realistisch moet zijn. ‘De kinderen zijn levensecht. Ze beleven ook geen uiterst

onmogelijk avonturen.’ De jury oordeelt niet alleen vanuit de maatschappijgerichte benadering, maar ook vanuit de tekstgerichte en de lezersgerichte benadering. Zo wordt er aandacht besteed aan de stijl en de compositie. Volgens de juryleden heeft Kuijer een heldere en bondige stijl en kiest hij voor simpel woordgebruik, daarbij bevat de tekst veel dialoog. Door deze stijl en woordkeuze houdt Kuijer, volgens de jury, duidelijk rekening met de jonge lezers van 6 tot 9 jaar. Argumenten vanuit de lezersgerichte benadering tellen het zwaarste mee, aangezien de stijl van belang is voor de lezer. De lezer moet het verhaal begrijpen en moet zich kunnen inleven in het verhaal. Zo staat er: ‘In korte zinnen en met veel gebruik van dialoog tovert Guus Kuijer de jonge lezer een wereld voor waarin deze zich makkelijk kan verplaatsen.’ Tot slot worden de tekeningen van Mance Post geprezen. De Gouden Griffel voor Met de poppen gooien, die onder andere uitgereikt werd vanwege het doorbreken van traditionele rolpatronen tussen jongens en meisjes, heeft als gevolg gehad dat de critici het thema vrouwenemancipatie herkenden in de Madeliefboeken. Het orkestratieproces waarin Kuijer als voorvechter van vrouwenrechten werd gezien, was zodoende op gang gebracht. Ook de actiegroep Man/Vrouw/Maatschappij meende in Kuijer een medestrijder in het doorbreken van vaste rolpatronen te herkennen. Deze actiegroep is in 1968 opgericht en had als doel om gelijke ontplooiingskansen van mannen en vrouwen in de maatschappij te bevorderen, zodat ieder mens

zijn rol in de maatschappij en/of het gezin, in vrijheid kan kiezen. Om deze doelstelling te

verwezenlijken, richtte de actiegroep zich in het bijzonder op de opvoeders. Zo staat er in een oproep om lid te worden van Man/Vrouw/Maatschappij: ‘Zij wil dit bevorderen door onder de jeugd, onder de ouderen, en vooral onder de opvoeders een mentaliteitsverandering in deze richting te

stimuleren.’208 Man/Vrouw/Maatschappij zag het kinderboek als middel in de strijd om deze mentaliteitsverandering op gang te brengen. In het werk van Kuijer meende de actiegroep de strijd voor de doorbreking van vaste rolpatronen te herkennen. Dit resulteerde erin dat Kuijer door de actiegroep gehuldigd werd voor zijn verdiensten in de emancipatiestrijd. De actiegroep

Man/Vrouw/Maatschappij huldigt Kuijer als blijk van waardering voor diens ‘ongecompliceerde manier van roldoorbrekend schrijven’. 209 De actiegroep spreekt in het bijzonder de bewondering uit voor Krassen in het tafelblad ‘waarin hoofdfiguur Madelief heel vanzelfsprekend alleen met haar moeder woont en samen met haar opa door verschillende facetten van het leven wandelt. Het riskant traditionele rollenpatroon wordt er uitstekend in geschetst’.

In 1979 krijgt Kuijer de Gouden Griffel voor Krassen in het tafelblad. In de jury zitten: Miep

Diekmann, Rien Haak, Franske Holsteyn, Fred Ligthart, Mara Piek, Barber van de Pol en Mien Spiro. Diekmann is de enige die al recensies over Kuijers werk heeft geschreven. In het eerste deel van het juryrapport wordt de inhoud van het verhaal geschetst. De jury schrijft dat er een beeld van

Madeliefs overleden grootmoeder ontstaat, door de vragen die Madelief over haar stelt. Madelief ontdekt dat haar oma zich in haar leven als een gevangene gevoeld moet hebben. De jury betoogt dat Kuijer een boek geschreven heeft dat qua benadering van het onderwerp een vernieuwing in de jeugdliteratuur mag heten. Ze betogen dat Kuijer een indringend probleem inleefbaar heeft gemaakt in een taal, waarin kinderen direct aangesproken worden.Hieruit blijkt dat de jury van mening is dat je zware onderwerpen, als de dood van je oma die ongelukkig was, voorzichtig moet brengen. Er moet rekening gehouden worden met de lezer. Zij moeten zich in het verhaal kunnen inleven. De jury betoogt dat de lezers zich aangesproken zullen voelen door de taal van Kuijer. Verder prijst de jury het boek omdat een serieus thema met humor wordt gecombineerd. ‘Dankzij de voortreffelijk gedoseerde humor wordt het verhaal nooit loodzwaar.’ De jury betitelt Krassen in het tafelblad als een psychologische novelle’. Dit geeft aan dat het jeugdboek serieus genomen wordt. Het is niet meer alleen een hulpstuk in de opvoeding, maar bijna een roman waar uitgewerkte karakters en problematiek in voor komen. De jury geeft wederom een leeftijdsaanduiding, het is geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar.

In 1979 krijgt Kuijer de prestigieuze Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur voor zijn hele oeuvre. Deze prijs, ingesteld in 1964, werd eens in de drie jaar toegewezen aan een Nederlandse schrijver van kinderboeken voor zijn gehele oeuvre. De prijs werd in 1987 voorgezet onder de naam Theo Thijssenprijs voor kinder- en jeugdliteratuur. In het jaar 1979 bestond de jury uit Jan Paul Bresser, Huib van den Doel, N. Teeuwen-Opheij, Theo Vesseur, J. Veugelers, Willem Wilmink en Mischa de Vreede die de voorzitter was. De Vreede heeft voor het NRC Handelsblad recensies over de Madeliefboeken geschreven en Bresser schreef recensies over de Madeliefboeken voor de

Volkskrant. In het juryrapport zien we aantal opmerkingen terug, die eerder in de recensies genoemd werden, zo wordt zijn werk herkenbaar genoemd: ‘Centraal in zijn werk staan de Madeliefboeken, die onmiddellijke herkenbaarheid gemeen hebben’. De thema’s en onderwerpen die in Kuijers werk 208 ‘Aktiegroep Man Vrouw Maatschappij’, Het geheugen van Nederland.

209 Anoniem, ‘Man-Vrouw-Maatschappij huldigt kinderboekenschrijver Guus Kuijer’, in: Telegraaf, 8 november 1978.

centraal staan, zijn volgens de jury actueel en hebben tegelijkertijd betrekking op de wereld van de kinderen zelf. Verder wordt Kuijer een schrijftalent en een observator genoemd. Dankzij zijn observatievermogen is Kuijer in staat om ‘niet mis te verstane dialogen, geestige en doeltreffende situatiebeschrijvingen en knappe – soms fotografisch heldere – beelden van de alledaagse

belevenissen van kinderen in een wereld van volwassen mensen, te schrijven’. Kuijer schrijft volgens de jury naar de kinderen toe.