• No results found

"Een met smaak en overleg verzamelde bundel".

"Een werk, dat waard is in breeden kring gelezen te worden en met talent geschreven is."

"Een aangrijpende schildering van menschelijke ellende".

"Een brok mooI leven, verklankt in mooie kunst."

"Dit boek geeft hem recht op een plaats in de eerste rij onzer novellisten."

"Dit is een werk van zeer for chen bouw, met schittering van stijl".

"In zijn taal toont de schrijver zich een kunstenaar."

"Dit bock i groote krachtige kunst. Er komen beschrijvingen in voor, die, wat weergeving van arbeiders-milieus aangaat, tot het beste behooren, dat we in den laatsten tijd gelezen hebben".

178 LITERAIR OVERZICHT.

"Dit werk van den jongen kunstenaar bevat een belofte voor de toekomst."

"Een mensch die innig voelt en denkt".

"Deze bundel bewijst, dat we een dichter méér hebben".

Oef I !! Hier heb ik een collectietje gemeen-plaatsen bijeengebracht, waarmede uitgevers hun boeken in tijdschriften en couranten adverteeren, en die hun geleverd worden door de "Literair-Overzicht"-schrijvers van onzen tijd. Het repertoire van veel dezer heeren is niet bijzonder groot, maar met een béétje variatie op de oude thema's kom je een heel eind ver. Het publiek slikt ze, en de uitgevers der arbt>iders die het "vak" literatuur beoefenen, "doen zaken" met de boekhandelaars en het publiek. Ik raad iederen lezer van dit blad, die hier belang in stelt, aan, eens wat aanprijzingen achter boeken-titels In advertenties van uitgevers te verzamelen, en dan eens na te gaan, hoc weinig er eigenlijk noodig is, om in de tegenwoordigc tijden critiek te schrijven zóó, dat de uitgevers die boeken ter recensie sturen, er iets aan hebben.

Als een verzamelaar van dergelijke gemecn-plaatsen eens een paar honderd van die recensie-fragmenten opplakte en ze op een goeden dag eens

, ,11'

LITERAIR OVERZICHT. 179

op zijn gemak overlas, zou hij verstomd staan over het aantal genieën en buitengewone talenten, dat ons kleine Holland bezit. Hij zou tot de ontdekking komen, dat je, zoo gewoon op straat loopende, om den anderen man en om de andere vrouw een literair genie tegen 't lijf moest bonzen, en de Holiandsche literatuur lijkt hem er een te zijn in 't literaire, wat Luilekkerland in 't culinaire is.

Ik drijf er nu schijnbaar een beetje den spot mee, maar achter dien spot schuilt diepe ernst, en 't geval is treuriger, dan men wel denkt. Er is geen kwestie van, of de Hollandsche literatuur van deze tijden is een gewone industrie geworden, en wat Van Houten met zijn cacao, en Van den Bergh met zijn margarine doet, is niets anders, dan wat de uitgevers, met behulp der "Literair Overzicht"-schrijvers doen met de Hollandsche lite-ratuur. En even fel als in den gewon en handel, is de concurrentie geworden in de letterkunde. Er is geen sprake meer van enkel om hun kunst denken bij de meesten der Hollandsche schrijvers, er is vooràl sprake van vriendjes blijven met machthebbende critici, van handjes geven en buiginkjes maken, van laffe intrige en oogendienarij.

Ik wil voorloopig geen namen noemen, enkel een paar gevallen aanhalen, die ik mij herinner

t80 LITERAIR OVERZICHT. er een juffrouw bij mij aanklopte, nederig, onderdanig, o! hoe kleintjes, o! hoe bescheiden, die mij, die haar geanticham-breerd in redactie-ontvangkamertjes, wat heb jij je laten wegsturen als een bedelaar door onze grootste gemeenplaatsen geadverteerd werd! Nli "ben" je er, maar och! wat heb je er voor geloopen!

182 LITERAIR OVERZICHT.

wel eens gevraagd: "Wat? Lees jij héusch alles, wat je wordt toegestuurd?" Er zij'J. zeer veel boeken, die door één met veel werk overladel1 criticus, inderhaast worden doorgebladerd en dan met een paar van de boven door mij aangehaalde gemeenplaatsen worden afgedaan. Als je zoowat den schrijver kent, en weet wat hij vroeger geschreven heeft, kom je, na een beetje bladeren en hier en daar wat aanhalen, op die manier een heel eind. Daarom gelijken de meeste recensies ook zeker zoo op elkaar. Verzamel er maar eens een honderdtal. waarde lezer, die er méér van weten wilt, en de gelijkenis zal ti dadelijk in 't oog vallen.

Ook in de muziek-critiek is men met een goede honderd dergelijke phrasen, nu en dan wat omgewerkt, voldoende uitgerust. Hoe dikwijls leest men niet:

"Het tempo had ik iets sneller gewenscht", of "hij speelde de moeielijkste passages of het kinderwerk was," of "met zijne opvatting van Brahm' zesde kon ik mij niet vereenigen" of "de zangeres oogstte m t haar schoone voordracht van chubert's lied een wèlverdiend succes", enz. enz. Een stuk of honderd van dergelijke gemeenplaatsen, en je uitrusting is klaar.

De menschen, die denken, dat het onder artiesten anders toegaat dan in de burger-maatschappij, hebben

LITERAIR OVERZICHT. 183

het grootendeels mis. Evengoed als commies A. een visite maakt bij zijn bureau-chef, evengoed als luitenant B. zorgt dat hij in de gratie blijft bij zijn commandant, moet aankomende schrijver Piet mooi weertje spelen tegen criticus Klaas, en moet de debuteerende juffrouw Daatje, vóór zij optreedt, een bezoek afsteken bij

regeerenden recensent Daan.

Ik heb in Indië grootmachtige residenten en depar-rementschefs zien tronen achter hun lessenaars, maar niet minder glorie omstraalt critiek-chef Jan, bij wien 't aankomende schrijvertje Kees zijn opwachting komt maken, in de hoop, dan later voor zijn' uitgever een recensie te krijgen met: "Kees neemt een eerste plaats in onder de eerste rij der Hollandsche novellisten." Als Kees dan heel zoet is, en geen rare dingen doet, wordt hij eens gevraagd op een der redactie-diners van het tijdschrift, waarvan Jan een redacteur is, precies zóó als een adjunct-commies op een ministerie wel eens mag aanzitten bij den secretaris-generaal. Ik weet van een diner - de namen zal ik voorloopig verzwijgen - waarin de dichter X.

de schrijfster Z. onder een glas champagne "Holland's eerste dichteres" noemde, wat juffrouw Z. beant-woordde met een toast op "Holland's onsterfelijken dichter X.", en precies een maand daarna schreef X.

in zijn tijdschrift in gloeiende bewoordingen over Z.

184 LITERAIR OVERZICHT.

en de echtgenoot van juffrouw Z. in zijn tijdschrift begeesterend over X. De uitgevers lichten er dan uit, wat zij noodig hebben, en't publiek leest de "gunstige recensie" achter den titel van 't "oeuvre" in een ad vertentie .

Erg mooi doct daarbij dan nog een portrct van den schrijver of schrijfster, een beetje in peinzende houding, alsof zij nadenken over wercld-raadselen, die voor Schopenhauer en Darwin te moeielijk waren, maar waar zij nu op het punt zijn om achter te komen.

Als 't een schrijfster is, al is ze in 't gewone leven nog zoo'n ordinaire burgerjuffrouw, weet de photograaf er wel een interessant, lijdend kopje van te maken. als 't kan met Cléo-haar en groote vraag-oogen zoodat 't publick onmiddellijk denkt aan teleurgestelde liefde, geknakte onschuld, cn een bruut van een man, die erg gemeen tegen haar heeft gedaan. Later kan je dat dan allemaal koopen op een Ansicht-kaart van 5 cent, die je in jc spiegel kunt steken.

De tijden van Vondel, van Rcmbrandt, van Michi I Adriaansz. de Ruytcr, ze zijn niets bij de tegcnwoordige, waarin Holland te klein wordt voor de "magnifieke menschen", die het zoo'n "magnificke literaire kunst"

hebben gegeven, zóó, dat van elkcn schrijver de uit-gever een apart reclame-boekje kan laten drukken met portret als martelaar van de lijdende menschheid,

I' ,

,1

LITERAIR OVERZICHT. 185

en eene geheele collectie "gunstige" recensies, waarin hij "een der voormannen", of "een sieraad onzer uitgelachen, als je, onder vreemde literatoren, een gloeiend verhaal doet van de ontzaglijke talenten, waar ze in Holland prat op gaan. Er zijn er zóó'n gewezen worden, hoe lichtzinnig zij dikwijls wordt behandeld. Indien een lezer, die in dit oud rwerp