• No results found

Nitraatrichtlijn

Programma waarin uitvoering wordt gegeven aan de doelstelling van de Nitraatrichtlijn. In een actieprogramma staan de maatregelen die zijn en worden genomen om te voldoen aan de doelstellingen van de Nitraatrichtlijn. Nederland heeft de actieprogrammas van toepassing verklaard op het gehele grondgebied. Het eerste actieprogramma ging over de periode 20 december 1995 tot 20 december 1999 en het tweede over de periode 20 december 1999 tot 20 december 2003.Het derde actieprogramma geldt voor de periode van 20 december 2003 tot 20 december 2007 en dient tevens om uitvoering te geven aan het Hofarrest van 2 oktober 2003. Administratieve

lasten

Kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan

informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid.

AID Algemene Inspectie Dienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die belast is met controle op de wet- en regelgeving in de agrarische sector.

Belasting Belasting is de som van emissies door de verschillende doelgroepen en van stofstromen van het ene naar het andere milieucompartiment. De bodembelasting van landbouwgrond is de som van de emissies door de landbouw en de aanvoer via depositie. De belasting van het oppervlaktewater is de som van de directe emissies van de

doelgroepen en van uit- en afspoeling en depositie. Besluit Zand en

Lössgronden

Besluit zand- en lössgronden van 27 november 2001 (staatsblad 579). Op kaarten zijn percelen in het zandgebied ingedeeld naar de uitspoelingsgevoeligheid voor nitraat. Aan deze gevoeligheid is een verliesnorm voor stikstof gekoppeld.

BIN Bedrijven InformatieNetwerk van het Landbouw Economisch Instituut (LEI).

Bureau Heffingen

Agentschap van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat belast is met de uitvoering van de

Meststoffenwet (onder andere de MINAS-aangiften ontvangen, controleren en vaststellen; registratie mestproductierechten en dierrechten; registratie mestafzetovereenkomsten).

Concentratie- gebieden

Wettelijk aangewezen gebieden (Zuid- en Oost-Nederland) waar afwijkende bepalingen kunnen gelden in het kader van de Meststoffenwet.

CUMELA Branche-organisatie van mestdistributeurs.

Denitrificatie De afbraak van nitraat tot stikstofgas en lachgas. Stikstofgas is onschuldig. Lachgas draagt bij aan het broeikaseffect en afbraak van de ozonlaag. Denitrificatie treedt op onder zuurstofarme

omstandigheden, waarbij tegelijk organische stof of pyriet aanwezig moet zijn.

Derogatie Een afwijking van de algemene regels van een Europese richtlijn. In het geval van de Nitraatrichtlijn betreft dit een afwijkende norm voor het gebruik van stikstof uit dierlijke mest: een afwijking van de algemene norm van 170 kg N per ha uit dierlijke mest. Deze

derogatie geldt pas na goedkeuring door de Europese Commissie. Het verzoek hiertoe moet vergezeld gaan van een wetenschappelijke onderbouwing. Een derogatie mag de doelen van de richtlijn niet in gevaar brengen.

Dierrechten Mestproductierechten voor varkens en pluimvee. Varkensrechten worden uitgedrukt in varkenseenheden waarbij één varkenseenheid gelijk is aan de forfaitaire productie van 1 vleesvarken ( =7,4 kg fosfaat). Pluimveerechten worden uitgedrukt in kg forfaitair fosfaat. (Zie ook mestproductierechten).

Droge zandgronden

Door de overheid aangewezen uitspoelingsgevoelige zandgronden (Zie ook Besluit Zand en Lössgronden).

Emissie Emissie is de uitstoot van een stof naar een milieucompartiment die rechtstreeks tot een bron is te herleiden. De emissies door de landbouw zijn het verschil tussen aanvoer en afvoer en

vertegenwoordigen de hoeveelheid van een stof die de mens in het milieu brengt ten gevolgen van landbouwactiviteiten.

(Zie ook belasting). EU-

Nitraatrichtlijn

EU-richtlijn met als doel de nitraatverontreiniging van grond- en oppervlaktewater terug te dringen en te voorkomen. Een van de belangrijkste voorschriften van de richtlijn is een maximum aan stikstof in de vorm van dierlijke mestgift van 170 kg per hectare voor kwetsbare gebieden. Van dit maximum kan onder voorwaarden worden afgeweken (zogeheten derogatie). Nederland heeft bij de Europese Commissie melding gedaan van derogatie voor grasland (maximale stikstofgift 250 kg per hectare).

Eutrofiëring Proces waarbij een overmaat aan voedingsstoffen (nutriënten) voor planten, met name stikstof (N) en fosfor (P)/ fosfaat (P2O5),

ecologische processen in water en bodem ontregelt. Bekende eutrofiëringverschijnselen zijn algenbloei, troebel water, zuurstofloosheid en vissterfte.

Excretie Uitscheiding van mineralen met de mest (‘onder de staart’). Excretiecijfers zijn inclusief de stikstof die vervluchtigt in de stal, opslag en weide (zgn. gasvormige verliezen of diergebonden stikstofcorrectie).

(Zie ook stikstofcorrectie). Extensieve

veebedrijven

Bedrijven met minder dan 2,5 GVE/ha volgens de indeling van Bureau Heffingen.

Forfait (Wettelijk) vastgestelde vaste waarde die als standaard gebruikt mag of moet worden.

Fosfaatsaldo Bedrijven doen per kalenderjaar MINASaangifte. Indien op bedrijven met een verfijnde aangifte en met meer dan 2,5 GVE/ha de verliesnormen worden onderschreden, bouwen deze bedrijven fosfaatsaldo op. Als in één van de volgende jaren de verliesnormen

worden overschreden dan mag met het opgebouwde saldo worden verrekend, waardoor geen of minder heffing hoeft te worden betaald. Een stikstofsaldo kan door alle bedrijven met verfijnde aangifte worden opgebouwd. Verrekening is onbeperkt mogelijk over de periode waarin aaneengesloten verfijnd aangifte is gedaan. Grondwater bovenste: grondwater op een diepte van 0-5 meter beneden maaiveld

ondiep: grondwater op een diepte van 5-15 meter beneden maaiveld middeldiep: grondwater op een diepte van 15-30 meter beneden maaiveld.

diep: grondwater op een diepte van > 30 meter beneden maaiveld. Grondwatertrap

(Gt)

In Nederland is een systeem ontworpen om gronden naar

grondwatersituatie (diepte en variatie van grondwaterstanden) in te delen (Gt 1 t/m Gt 8). De grondwatertrap geeft informatie over de hoogte van de grondwaterspiegel en over de variatie hierin gedurende een jaar. Dit systeem is gebaseerd op de gemiddeld hoogste en de gemiddeld laagste grondwaterstand (respectievelijk GHG en GLG).

De grondwaterstand is gemiddeld in de periode september - oktober op GLG-niveau en in de periode februari - april op GHG-niveau. GVE Grootvee-eenheid. 1 GVE komt overeen met de hoeveelheid fosfaat

die een melkkoe jaarlijks produceert (41 kg fosfaat; onder MINAS 2000). Met deze eenheid kunnen verschillende diersoorten

vergeleken worden als het gaat om de mestproductie. Landelijk

mestoverschot 2003

De mestproductiecapaciteit (uitgedrukt in forfaitair stikstof, werkelijk stikstof en werkelijk fosfaat) die uit de markt gehaald moet worden, zodat in 2003 evenwicht op de mestmarkt ontstaat; de niet-plaatsbare mestproductiecapaciteit in 2003.

Loze MAO’s Met name op melkveebedrijven is de oppervlakte grond waarvoor mestafzetovereenkomsten moeten worden afgesloten groter dan de oppervlakte die daadwerkelijk nodig is om de volgens MINAS af te voeren mest te plaatsen. Slechts een deel van de gecontracteerde oppervlakte wordt gebruikt voor feitelijke mestafzet, voor de rest wordt de term ‘lozen MAO’s’ gebruikt.

LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

MINAS MINAS staat voor MINeralen AangifteSysteem. Dat houdt in dat agrariërs via een mineralenboekhouding bijhouden welke mineralen op het bedrijf komen en weer verlaten. Als het verschil tussen aanvoer en afvoer groter is dan de verliesnorm toelaat, wordt een heffing opgelegd. Heffingen moeten voorkomen dat er onacceptabel veel mineralen in het milieu terecht komen. MINAS komt per 1 januari 2006 te vervallen.

Mestafzetovereen komsten (MAO)

In het stelsel van mestafzetovereenkomsten wordt de omvang van de mestproductie op een veehouderijbedrijf direct afhankelijk gemaakt van de aanwending- en afzetmogelijkheden die er zijn voor de mest. Veehouders moeten dus eerst nagaan in hoeverre ze zelf genoeg grond hebben om hun mest op kwijt te kunnen. Hebben ze dat niet, dan moeten ze zich voorafgaand aan de productie verzekeren van voldoende mestafzetmogelijkheden elders. Die verzekering kunnen

ze alleen krijgen door een mestafzetovereenkomst vooraf te sluiten met een andere boer (een akkerbouwer of een extensieve

veehouder), een erkende mestverwerker, een erkende exporteur of een erkend tussenpersoon (intermediair). Ook is het mogelijk om als producent een erkenning te krijgen om de op het eigen bedrijf geproduceerde mest te be- of verwerken en vervolgens af te zetten. De door beide partijen ondertekende mestafzetovereenkomst wordt opgestuurd naar Bureau Heffingen. Het stelsel moet waarborgen dat op landelijk niveau niet meer mest wordt geproduceerd dan door producenten op het eigen bedrijf kan worden aangewend of bij derden kan worden afgezet.

(Zie ook loze MAO’s).

Mestafzetprijs Prijs die producenten van mest moeten betalen om mest van het eigen bedrijf bij derden te kunnen afzetten. Hierbij inbegrepen zijn kosten voor Mestafzetovereenkomsten.

Mestproductie- rechten

Voor elk bedrijf dat mest produceert van aangewezen diersoorten, zijn bij Bureau Heffingen mestproductierechten geregistreerd (in kg fosfaat). De hoeveelheid mestproductierechten van een bedrijf is bepalend voor het maximaal aantal te houden dieren. Voor varkens en pluimvee zijn in respectievelijk 1998 en 2000 varkensrechten en pluimveerechten ingevoerd.

Meststoffenwet Wet van 27 november 1986 inzake het verhandelen van meststoffen en de afvoer van mestoverschotten. In deze wet is geregeld MINAS, stelsel van productierechten en het stelsel van

mestafzetovereenkomsten (MAO). Mestoverschot (Zie Landelijk mestoverschot). MINAS-

overschot

Het verschil tussen de aanvoer van mineralen naar een bedrijf minus de afvoer van mineralen van een bedrijf. De zgn. stikstofcorrectie (Zie aldaar) is hierbij meegenomen als afvoerpost.

Milieukosten Directe kosten van activiteiten die bedoeld zijn om de milieudruk te verminderen of te voorkomen. Het betreft met name de lopende kosten van milieumaatregelen (operationele kosten en kapitaallasten van investeringen) verminderd met eventuele besparingen die toe te rekenen zijn aan milieumaatregelen.

Milieulasten Milieulasten zijn de som van milieukosten en milieuheffingen waarvan de opbrengsten zijn geoormerkt voor milieudoelen. De milieukosten zijn hierbij gecorrigeerd voor eventueel ontvangen subsidies en fiscale faciliteiten.

Mineralen- projecten

Projecten als ‘Koeien & Kansen’, ‘Telen met toekomst’, ‘De Marke’, ‘Biologische melkveehouderij’ etc.

MTR-waarde Maximaal Toelaatbaar Risico. De MTR-waarde voor nitraat in het grondwater is 50 mg/l en is gebaseerd op de drinkwaternorm uit de Europese drinkwaterrichtlijn. Het is een risiconiveau dat door de overheid als maximaal toelaatbaar wordt gezien.

Opkoopregeling Regelingen bedoeld om bij te dragen aan het bereiken van evenwicht op de mestmarkt door opkopen van dierrechten en/of

mestproductierechten. Opkoopregelingen maken onderdeel uit van het flankerend beleid van de Meststoffenwet. Flankerend beleid heeft mede als doel om ondernemers in staat te stellen op een sociaal verantwoorde wijze te stoppen met de betreffende

(intensieve) veehouderijtak. Er zijn drie opkoopregelingen geweest:

ORV (Opkoopregeling Varkensrechten), BEVAR (Beëindigingsregeling Varkensbedrijven) en de RBV (Regeling Beëindiging Veehouderijtakken).

RAP/NAP RijnActieProgramma en NoordzeeActieProgramma. Afspraken die in 1987 zijn gemaakt tussen respectievelijk Rijnoeverstaten en landen die grenzen aan de Noordzee.

STONE-model Model dat de belasting van de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater berekent, rekening houdend met bemesting, opname door gewassen, netto-mineralisatie en atmosferische stikstofdepositie.

Stikstof(dier)- correctie

Correctie in MINAS voor moeilijk of niet te vermijden gasvormige stikstofverliezen uit stal en mestopslag (in de vorm van ammoniak, stikstofgas en lachgas). Daarnaast is er per ha grasland nog een correctie, omdat verondersteld is dat in de verliesnorm voor grasland reeds de gasvormige verliezen voor ca. 2 GVE per ha is opgenomen.

Uitspoeling Het doorsijpelen van mineralen (stikstof en fosfaat) naar grondwater en/of oppervlaktewater.

Uitspoelings- gevoelige gronden

Gronden waar minder denitrificatie optreedt, waardoor een relatief groot deel van het stiksstofoverschot als nitraat in het grondwater terecht komt.

Verliesnormen Norm (in kg per hectare per jaar) voor het stikstof en fosfaat

overschot van bedrijven dat vrij is van heffing. Bij een verlies boven de verliesnorm moet een boer een heffing betalen. Verliesnormen vervallen vanaf 2006, dan komen er alleen gebruiksnormen.

Bijlage 2: Rapportage wetenschappelijke