• No results found

LHBTI-OUDEREN

In document Regenbooggids voor gemeenten (pagina 58-61)

LHBTI-ouderen zijn opgegroeid in een tijd dat homoseksualiteit nog een psychische stoornis werd genoemd. Het was iets wat je verborgen moest houden, omdat je je baan erdoor kon verliezen, in elkaar geslagen kon worden of uit de familie kon worden gezet. Transgender personen hadden nog sterker te maken met vooroordelen, pesten en afwijzing. Voor de jaren ‘50 waren geslachtsaanpassende operaties nog niet mogelijk, waardoor sommige mensen pas op latere leeftijd behandelingen hebben ondergaan. Een aantal oudere LHBTI’s heeft hierdoor ook zelf een negatief gevoel over hun seksuele voorkeur of genderidentiteit. Het is voor hen minder vanzelfsprekend hier open over te zijn. Hun heteroseksuele leeftijdsgenoten hebben ook vaker negatieve denkbeelden over LHBTI dan jongere generaties.

Acceptatie en eenzaamheid

Uit onderzoek onder lesbische, homoseksuele en biseksuele ouderen vanaf 55 jaar blijkt dat ruim 30 procent zwijgt over hun seksuele voorkeur. Zowel binnen hun eigen familie, als bij zorgverleners, huisarts en thuiszorg (Van Lisdonk & Kuyper, 2015). Ruim 10 procent van de LHB-ouderen die nu nog geen gebruik maakt van zorg is ongerust over de toekomst. Zij geven aan bang te zijn voor negatieve reacties van zorgverleners over hun seksuele voorkeur.

Een vijfde van de LHB-ouderen is bang voor negatieve reacties van andere ouderen. Eenzaamheid komt iets vaker voor bij LHB-ouderen dan bij heteroseksuele ouderen. We kunnen er van uit gaan dat dit voor transgender personen zeker ook geldt, omdat we weten dat eenzaamheid bij transgender personen van alle leeftijden groot is.

Er is een duidelijke behoefte om gelijkgestemden van hun eigen leeftijdsgroep te ontmoeten. Uit onderzoek naar de Roze Salons (ontmoetingsbijeenkomsten voor LHBT-ouderen) blijkt dat het deelnemen aan de bijeenkomsten een positief effect heeft op de gezondheid van de ouderen. Slechts een klein deel van de LHB-ouderen heeft interesse in speciale woonvoorzieningen voor uitsluitend LHB’s. Van transgender personen en intersekse personen zijn hierover geen aparte gegevens bekend.

Grofweg twee generaties

Onder LHBTI-ouderen is onderscheid te maken in grofweg twee generaties: de ouderen van 75-plus en de ouderen die tussen de 55 en 75 jaar zijn. Bij de eerste groep speelt vaak het taboe op seksuele of genderdiversiteit een grotere rol. Deze groep heeft vaker in de kast geleefd, en veel discriminatie en uitsluiting meegemaakt. Dat betekent dat zij vaker een dubbelleven hebben geleid, met de angst om ontdekt te worden. Dat kan het leven ook op oudere leeftijd nog eenzamer maken. Het kan ook betekenen dat ze op latere leeftijd pas uitkomen voor hun gevoelens, omdat er dan pas ruimte voor is.

De wat jongere groep ouderen heeft bewust de emancipatiebeweging meegemaakt en is daardoor vaak wat vrijer en opener. Zij konden op jonge leeftijd uit de kast komen en hebben meer geprofiteerd van het veranderde klimaat sinds de jaren zeventig. Nu zij ouder worden en meer afhankelijk worden van zorg, kan het zijn dat ze als het ware ‘terug in de kast’ moeten, omdat de acceptatie onder zorgmedewerkers en leeftijdgenoten laag is. Het is ook de generatie LHBTI-ouderen die actief is in het organiseren van activiteiten voor anderen zoals zij.

Mantelzorg en professionele hulp

Oudere LHBTI’s hebben soms minder contact met hun familie, vanwege hun geschiedenis of het gevoel niet begrepen te worden. Oudere LHBTI’s hebben ook vaker geen kinderen, omdat daar vroeger minder mogelijk-heden voor bestonden dan nu. Hun netwerk ziet er dan ook anders uit dan hun netwerk van hun heteroseksuele leeftijdsgenoten. Veel vaker bestaat het netwerk voornamelijk uit vrienden en vriendinnen. Als zij mantelzorg nodig hebben, verwachten ze deze dan ook vooral van hun vrienden en vriendinnen te zullen krijgen. Uit algemeen onderzoek blijkt echter dat vrienden hiertoe juist minder geneigd zijn en minder tijd willen investeren in mantelzorg. Vrienden zijn meestal zelf ook ouder en wonen soms verder weg. Hierdoor zullen LHBTI-ouderen vermoedelijk eerder aangewezen zijn op professionele hulp.

Wat kunt u als gemeente doen?

* Bij aanbestedingen van zorg- en welzijnsorganisaties voorwaarden opnemen voor LHBTI-vriendelijkheid van de zorg.

* Stimuleren of ondersteunen van ontmoetingsmogelijkheden voor ouderen, zoals de Roze Salons.

* Bespreekbaar maken en stimuleren van LHBTI-vriendelijkheid in welzijns-, zorg- en verpleegorganisaties, bijvoorbeeld met het Roze Loper -certificaat.

* Roze 50 Plus met informatie over Roze salons.

* Roze zorg

* SCP-onderzoek ‘55-plussers en seksuele oriëntatie’ VERDER LEZEN?

verder lezen p

KORTE ROUTES

ROZE SALONS BIEDEN GEZELLIGHEID EN HERKENNING

De Roze Ouderen Salons bieden LHBT -ouderen een laagdrempelige gelegenheid om gelijkgestemden te ontmoeten en ervaringen te delen. De salons worden gehouden op uiteenlopende locaties, van verzorgingshuizen tot buurthuizen. De bezoekers variëren van mensen die eerst een heterohuwelijk hebben gehad en soms zelf pas op bejaarde leeftijd uit de kast zijn gekomen tot enkelen die hun hele leven al uit de kast zijn. Bezoekers vertellen verschillende verhalen over uitsluiting:

van gemeden worden in de kerk tot aan het verliezen van contact met familie.

Bij de Roze Ouderen Salon hoeven LHBTI-ouderen niet uit te leggen wie ze zijn en niet bang te zijn om niet geaccepteerd te worden. Dat blijkt ook uit het onderzoek waarmee Desiree Warning in 2016 afstudeerde als stadssocioloog aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Een 73-jarige man vertelt dat hij ‘buiten’ altijd op zijn hoede is en een beetje toneel speelt. ‘Waar je ook bent, wat je ook doet: val je niet te veel op, hebben ze het in de gaten?’ ‘Eindelijk kun je ergens een klein stukje jezelf zijn’, zegt een andere bezoeker.

Uit het onderzoek van Warning blijkt ook dat de ervaren invloed groter is dan alleen tijdens het bezoek aan de salon. Het vooruitzicht van het salonbezoek zorgt bij sommige ouderen voor minder stress in het dagelijkse leven. De nieuwe contac-ten vanuit de salon dragen positief bij aan het gevoel van welbevinden. Zo vertelt een man: ‘Voordat ik hierheen ging, had ik een heel kleine sociale kring. Ik voelde mij vaak alleen en een beetje depressief. Door die Roze Salon heb ik altijd mensen om mee te praten.’ Mensen voelen zich in de salon begrepen zonder dat er veel uitleg nodig is. ‘Elkaar zien en steun en warmte vinden die je verder niet krijgt. Hier begrijp je elkaar, die gevoelens.’

, Kijk voor een overzicht van de Roze Salons op de website van Roze 50 Plus

goede voorbeelden p

KORTE ROUTES

In document Regenbooggids voor gemeenten (pagina 58-61)