• No results found

In deze paragraaf wordt de levensloop besproken. Aan welke incentives hebben jongeren nu behoefte hebben en hoe verwachten zij dat dit veranderd in de toekomst wanneer zij een leeftijd van 40-50 jaar hebben bereikt. Daarnaast wordt er besproken welke verandering aan behoefte aan incentives bij ouderen heeft opgetreden ten opzichte van nu en toen zij een leeftijd hadden van rond de 20 jaar. Deze uitkomsten worden per onderdeel in een paragraaf besproken. In paragraaf 4.3.1 wordt er gestart met een analyse over het soort beloning en waarom deze in de loop der tijd veranderd. In paragraaf 4.3.2 wordt het soort werk besproken, daaropvolgend in paragraaf 4.3.3 de ontwikkeling, in paragraaf 4.3.4 de baanzekerheid, in paragraaf 4.3.5 het onderwerp groei in salaris. Tot slot is er een samenvatting van de interviews per onderwerp gegeven aan het eind van deze paragraaf in tabel 4.

4.3.1 Beloning

De belangrijkste soort beloning en waardering voor jongeren is nu in de vorm van geld. Dit kan doormiddel van een salaris, salarisverhoging of bonus. Dit is de hoofdreden dat zij werken en hiermee worden zij gemotiveerd. Ouderen zeggen dat zij vroeger ook het meest waarde hechtte aan geld omdat zij toen een bepaalde levensstandaard hadden. Hoe meer geld ze toen hadden des te meer ze konden uitgeven. Ouderen geven aan dat nu een beloning in de vorm van salarisverhoging of bonus nauwelijks toegevoegde waarde heeft. Enerzijds omdat zij nu een goed salaris hebben anderzijds omdat zij nu meer waarde hechten aan waardering in de vorm van vrije dagen of het regelen van bepaalde voorwaarde zoals een auto. Twee van de vijf jongeren verwachten dat zij later nog steeds veel waarde hechten aan geld, meer dan aan andere beloningen. Terwijl het andere deel verwacht meer waarde te hechten aan de soort functie die zijn dan uitoefenen.

4.3.2 Werk

Jongeren vinden het nu belangrijk om werk uit te voeren waarvan zij kunnen leren. Zij zeggen dat de aard van het werk van minder belang is zolang zij maar hun competentie kunnen blijven ontwikkelen. Ouderen zeggen daarover dat het voor hen belangrijk was om hard te kunnen werken en om een prettige omgeving te hebben, hierdoor gingen zij met plezier naar werk toe. Nu vinden ze het belangrijk om leuk werk te hebben wat aansluit op hun kennis en vaardigheden. Zodat zij een voldaan gevoel krijgen wanneer zij hun technische kennis kunnen

uitzetten en autonomie hebben. Zij merken nu dat ze het leuk vinden om kennis over te dragen aan jongeren. Hen verwachting is dat dit in de toekomst alleen maar zal groeien wanneer zij een leidinggevende rol hebben.

4.3.3 Ontwikkeling

Jongeren zijn nu zeer gemotiveerd om zichzelf te ontwikkelen omdat zij willen doorgroeien. De jongeren maken daarom veel gebruik van de mogelijkheden om opleidingen of cursussen te volgen. Ouderen zeggen dat ontwikkeling voor hen in eerste instantie niet belangrijks was en zij hier weinig aandacht aan besteden, totdat zij inzagen dat ontwikkeling ervoor zorgt dat de kans op doorgroeien toeneemt. Ouderen zeggen daarover dat er wel een verschil in tijd is gekomen. Wanneer er nu nieuwe medewerkers bij de organisatie in dienst treden wordt direct voorgeschoteld welke opleidingen en cursussen er mogelijk zijn om te kunnen doorgroeien. Daarnaast is ontwikkeling voor ouderen nu een minder belangrijke prikkel omdat zij veel ervaring en kennis hebben opgebouwd en het volgen van andere opleidingen en cursussen geen toegevoegde waarde meer heeft voor zowel hen persoonlijk als voor hun functie. Jongeren verwachten dit laatste ook. Zij verwachten dat ontwikkeling later minder belangrijk voor hen is omdat ze dan over de benodigde kennis beschikken.

4.3.4 Baanzekerheid

Jongeren zijn overtuigd van hun kwaliteiten en denk ook vanwege hun leeftijd snel een nieuwe baan gevonden te hebben wanneer zij worden ontslagen. Wanneer zij nog geen gezin hebben hechten zij daarom ook minder waarde aan hun baanzekerheid. Wel een belangrijk onderdeel van de baanzekerheid van jongeren is de sociale omgeving. De jongeren zijn er unaniem over dat zij de sociale omgeving niet zouden willen missen. Vanwege de hechtte organisatie wordt in dat opzicht de baanzekerheid als belangrijk ervaren. Ouderen stellen dat zij vroeger op dezelfde wijze dachten over de baanzekerheid als jongeren dat nu doen. Ouderen zeggen vroeger niet te vrezen om een nieuwe baan te zoeken omdat zij vinden dat zij toen bepaalde kwaliteiten bezitten die toen garant stonden voor werk. Daarentegen zeggen ouderen nu des te meer waarde te hechten aan hun baanzekerheid omdat leeftijd het vinden van nieuw werk bemoeilijkt. Tevens versterkt de gezinssituatie de behoefte aan baanzekerheid. Jongeren verwachten ook later meer waarde te hechten aan hun baan vanwege twee belangrijke redenen. Allereerst vanwege de leeftijd zoals de ouderen dit beargumenteren en ten tweede omdat binnen de organisatie specialistische kennis is opgedaan waar weinig vraag naar is.

4.3.5 Groei in salaris

Voor jongeren is een salarisverhoging een belangrijk incentive omdat zij hiermee kunnen sparen of schulden kunnen aflossen. Omdat de jongere medewerkers op een laag niveau zijn begonnen impliceert een salarisverhoging een stuk waardering voor het werk wat de medewerker doet en de groei die deze doormaakt. Wanneer ouderen terug kijken zeggen zij dat groei in salaris vroeger de belangrijkste reden was om je werk goed uit te voeren. Je leefde naar je eindejaarsgesprek toe om te horen hoe de organisatie dacht over jouw prestaties en hoe dit tot uiting kwam in een salarisverhoging. Met deze salarisverhoging kon je weer ruimer gaan leven. Hoewel ouderen nu nog steeds een salarisverhoging krijgen wordt de waarde hiervan als relatief beschouwd. Een feit dat er relatief weinig waarde wordt gehecht aan een salarisverhoging is dat ouderen vinden dat zij een goed salaris hebben en dat deze ruim voldoende is voor hun levenspatroon. Daaruit concluderen zij dat een salarisstijging snel went en weinig toegevoegde waarde kent. Jongeren sluiten zich hierbij aan door de verwachting te schetsen dat zij later minder waarde hechten aan een salarisstijging dan nu. Deze verwachting komt voort omdat zij er vanuit gaan dat zij in de toekomst een hoog salaris hebben waaraan zij voldoende hebben om aan hun levensbehoeften te kunnen voldoen.

Onderwerp Vragen Opinie jongeren - heden Opinie ouderen - vroeger Opinie jongeren - later Opinie ouderen - heden

Soort beloning D.1 Geld is momenteel de

belangrijkste beloning Vroeger was geld de belangrijkste beloning voor ouderen. Er zijn verschillende meningen hierover. Deels zegt geld nog steeds

belangrijkst te vinden, deels andere beloningen.

Geld geen toegevoegde waarde meer. Vrije dagen of waardering is een belangrijkere beloning.

Soort werk D.2 Hoofdzakelijk om goed werk af

te kunnen leveren om zich zo te kunnen ontwikkelen.

Goed en hard werken was vroeger belangrijk en daarbij moest de omgeving prettig zijn.

Verwachten dat zij later het belangrijk vinden om een leidinggevende rol te hebben.

Belangrijk om leuk werk te hebben en om technische kennis te kunnen toepassen.

Ontwikkeling D.3 Ontwikkeling belangrijk en zij

zijn nu leergierig. Maken veel gebruik van opleiding en cursussen.

Vroeger was ontwikkeling niet belangrijk, pas toen

doorgroeimogelijkheden op hun pad kwamen.

Later zal dit minder belangrijk zijn. Verwachten dat ze over voldoende kennis beschikken

Ontwikkeling is minder omdat veel kennis en ervaring is opgedaan door opleiding en werk.

Baanzekerheid D.4 Vooral waarde hechten aan de

organisatie, niet vanwege het werk.

Geen waarde aan baanzekerheid, toen der tijd snel een nieuwe baan gehad.

Verwachten vanwege de leeftijd en specialistische kennis meer waarde aan te hechten aan hun baan.

Vanwege onderhouden gezin en leeftijd belangrijk om baanzekerheid te hebben

Groei in salaris D.5 Is belangrijk om te kunnen

sparen of schulden af te kunnen lossen.

Dit was de reden om je werk goed uit te voeren. Hiermee kon je in vrije tijd behoeftes voorzien.

Verwachten hoger salaris te hebben

en daarom groei minder belangrijk is. Groei in salaris is relatief, en went snel. Daarnaast hebben

zij al een goed salaris.

5

Conclusies, beperkingen en mogelijkheden voor vervolgonderzoek

In dit laatste hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek besproken en wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag zoals deze is geformuleerd in de inleiding. Het antwoord komt voort uit de antwoorden op de deelvragen zoals deze zijn gegeven in het vorige hoofdstuk. Uiteindelijk wordt het theoretisch model herzien op basis van de besproken resultaten. Het herziene theoretische model staat in figuur 6. Dit hoofdstuk sluit af met een paragraaf beperkingen en mogelijkheden tot vervolgonderzoek.