• No results found

in het openbare leven

9.4 Het leven van een bisschop

9.4.1 De dagen van de week

Bisschop Aengenent leidde een zeer regelmatig leven.19 Om 7:00 uur las hij de Mis in de kapel op de eerste verdieping van het bisschoppelijk paleis aan de Nieuwe Gracht 80 te Haarlem. Daarna ontbeet hij, verwerkte hij de particuliere post, en las de dagbladen. Om 9:30 uur stapte hij het bureau van de secretarissen binnen waar de dienstbrieven werden behandeld. Tussen 10:00 en 11:00 uur was er een vergadering met de vicarissen of met andere hooggeplaatsten. Van 11:00-13:00 uur waren er audiënties, met name voor de priesters en op dinsdag voor de leken. Zijn nicht Trees weet hierover te berichten:

Ook was leuk, wat hij eens meemaakte, toen er op ’n leken-audiëntie iemand kwam, die hem o.a. vroeg om ’n paar schoenen. Heeroom vroeg de knecht er ’n paar te halen, mis-schien passen ze. Dat was zo. Er zaten ’n paar zilveren gespen op, dat was zo de dracht, in die tijd, voor ’n Bisschop. ‘Haal die er maar af’. Maar ’s avonds was er ’n optocht van de communisten. ‘Monseigneur’ vertelde later de huisknecht ‘weet U, wie er voorop in de optocht liep? De man, met Uw schoenen aan, mèt gespen!’ Ook kwam er eens ’n brief van iemand die schreef: ‘Wat bent U goed voor de jeugd, ’n tweede Don Boskoop’.

19 Zie de beschrijving in de krant bij zijn overlijden nha hlm 1690.

De audiënties werden zeer gewaardeerd; verschillende bronnen spreken positief over de benaderbaarheid van de bisschop. Blijkbaar was Aengenent zelfs iets te benaderbaar en toegeeflijk, wat soms grote moeilijkheden veroorzaakte. Zijn opvolger mgr. Johannes Huibers (bisschop van 1935-1960) kreeg van Taskin de waarschuwing nooit iets toe te zeggen op audiënties en alles schriftelijk te behan-delen.20

Om 13:30 uur werden de stukken van de secretarissen getekend. Om 14:00 uur was het middagmaal, waarna er minstens een uur gewandeld werd. Daarna was er tijd voor gebed (brevier). Om 19:00 uur werden wederom dagbladen en tijd-schriften doorgenomen. Om 21:00 uur was er met de gehele huishouding een gezamenlijk avondgebed. Een van de secretarissen bad de rozenkrans en aan het eind gaf de bisschop zijn zegen. Daarna was het avondeten en werd de middag- en avond-post gelezen. Tot 22:30 uur was er dan tijd voor een gezellig praatje en om 22:45 uur ging hij naar bed. Elke zondag woonde hij in zijn parochiekerk21 de hoogmis bij en ’s avonds was er dan een kaartavond. Hij hield veel van huiselijke feestjes en sloeg de jaarlijkse reünie van zijn klasgenoten niet over. Hij had een papegaai, Ko genaamd, als kamervriend die hij volgens zijn huisknecht Willem Bloem van Pichot had gekregen; ondanks training kon hij het woord ‘Monseig-neur’ niet goed zeggen. Ook voor zijn familie bleef hij tijd en aandacht houden, zoals zijn nicht zich herinnert:

Alle feestdagen mochten we komen, Tante Marie en wij en met z’n verjaardag ook de familie uit Amstelveen. In de vacantie logeerden we er wel ’n week Tante Ans en ik, soms Tante Marie eens en toen Tante Ans getrouwd was, Hermien, ’n vriendin van mij als gezelschap voor mij. ’t Was er fijn. Wel moesten we vroeg op, half 7 uur, want Heeroom deed de Mis om half 8. Tante Ans en Hermien kwamen nogal eens te laat, maar ik kon goed opstaan, dat had ik in m’n kostschooltijd wel geleerd. De kapel was klein, maar zeer intiem. Aan weerszijden 3 kleine banken en in ’t midden de grote bidstoel van Heeroom. Rechts hadden wij onze plaatsen en de secretarissen, links ’t personeel. In die kleine kapel voelde je je héél dicht bij o.l. Heer. In al de jaren, dat heeroom Bisschop was, heeft hij ons altijd laten genieten van z’n grote gastvrijheid, z’n grote genegenheid voor ons.

Verder wordt het leven van een bisschop bepaald door de verplichtingen die bij het ambt horen. Zo wordt bij zijn overlijden in de kranten gezegd dat hij 55 ker-ken en altaren wijdde en 195 priesters. Aengenent zou 137.912 kinderen gevormd hebben op zijn jaarlijkse vormreizen. Daarbij bezocht hij de landelijke dekenaten eens in de vijf jaar en die in de steden elke twee jaar, een druk programma met vier vieringen op een dag en een afsluitend eten met de priesters.22 Als bisschop stichtte hij 21 nieuwe parochies. Een iets zakelijker overzicht biedt het ad limi-narapport dat voor het bezoek in 1932 werd opgemaakt. Volgens dat rapport had het bisdom in 1932 724 geestelijken (de ordegeestelijken niet meegerekend) en 574 studenten op de seminaries. Er waren 302 parochies met een omvang van tussen de 150 en 15.000 parochianen. Het aantal toegediende wijdingen is vermeld

20 Bank, Aengenent, p. 37.

21 De Sint Jozefparochie in de Houtstraat. 22 Bank, Aengenent, pp. 35-36.

in tabel 9.1. Helaas zijn aansluitende data voor het einde van zijn pontificaat niet verzameld.

Tabel 9.1 aantal wijdingen

Jaar Lagere

Wijdingen

Subdiaconaat diaconaat Priester

1928 34 28 28 22

1929 37 26 26 29

1930 41 34 33 23

1931 52 33 32 32

1932 53 37 32 36

Bron: ad liminarapport 1932 nha hlm 1721

9.4.2 Bisschoppelijke verplichtingen

Na zijn wijding en na de zomervakantie bezocht Aengenent eerst enkele plekken die in zijn leven belangrijk waren geweest. Allereerst bezocht hij op 22 augustus Delft, waar de stad waar hij opgegroeid was hem een feestelijk programma aan-bood. Op 11 september bezocht hij Roelofarendsveen, waar hij kapelaan was ge-weest, en hij bracht daarbij ook een bezoek aan de school. Op 14 oktober bezocht hij zijn geboortestad Rotterdam, met ’s morgens een viering in de Ignatiuskerk en een receptie in de dekenale pastorie. ’s Middags werd in de grote schouwburg een toneelstuk opgevoerd, het ‘Bisschopsspel van Rotterdam’, geschreven door Bernard Verhoeven. Het zesde eeuwfeest van Rotterdam en de bisschopswijding vielen erin samen, ‘Want het is katholiek Rotterdam dat zich mede voelt gepur-perd in zijn verheven zoon. Nauwer kan het verband tussen beiden niet gelegd worden dan door de providentiële beschikking die de bisschopswijding liet vallen op de 600ste verjaardag van Rotterdam’.23 De feestelijkheden werden afgesloten met een dankwoord van de bisschop. De eerste steen van de torens van de kathe-draal in Haarlem werden gelegd op 22 november (Aengenent de ‘vrouwentoren’ en architect Cuypers de ‘mannentoren’), en het nieuwe parochiealtaar werd in gebruik genomen.24 Op 1 december was Aengenent op bezoek in de Doelenzaal in Rotterdam omdat Henri Kuijpers 25 jaar directeur van De Maasbode was.

Op 19 februari 1929 ging Aengenent op audiëntie bij koningin Wilhelmina in haar Winterpaleis in Den Haag, nadat een eerdere ontmoeting op Het Loo of in Amsterdam niet mogelijk bleek. Ook hier treedt weer aartsbisschop Van de We-tering op als raadgever, want Aengenent wil een gedenkboek aanbieden aan de jarige koningin-moeder, en het idee komt op om er een audiëntie bij de koningin aan te verbinden.25 Van 6 tot 29 april was de nieuwe bisschop in Rome, waar-23 nha hlm 1689.

24 nha hlm 1667. 25 nha hlm 1691.

Aengenent op bezoek in Roelofarendsveen (KDC).

Het feestgezelschap bij het 50-jarig priesterfeest van Hensen 1929 (BAH).

Dat de afnemende kerkbetrokkenheid een reëel zorgenpunt was, wordt duidelijk uit de cijfers in het ad liminarapport. Het aantal katholieken en het aantal communies stijgt gestaag in de rapportageperiode, maar het aantal katholieken dat de paascommunie niet ontvangt groeit structureel sneller. Ook het aantal katholieken dat niet volgens de ker-kelijke regels getrouwd is (alleen burgerlijk, in concubinaat, gemengd, of gescheiden) neemt in de verslagperiode gestaag toe. Het aantal katholieken dat zonder dispensatie een gemengd huwelijk aangaat stijgt sneller dan degenen die het wél doen. In deze cij-fers komen duidelijk de gevolgen van het religieus gemengde en economisch moderne karakter van het bisdom Haarlem naar voren, waar de secularisatie met name in de grote steden eerder merkbaar was dan in andere delen van het land.

Zie ook Sengers, Al zijn we katholiek, pp. 9-12.

Tabel 9.2 Aantal katholieken en ontvangen communies

Jaar Totaal aantal katholieken Toe-name t.o.v. jaar ervoor Totaal aantal uitgereikte communies Toe-name t.o.v. jaar ervoor Aantal katholieken zonder paas-communie Toe-name t.o.v. jaar ervoor 1927 812.771 23.034.628 145.966 1928 836.306 2,9% 23.719.302 3,0% 152.716 4,4% 1929 862.827 3,2% 23.743.785 0,1% 160.758 5,3% 1930 888.128 2,9% 25.491.245 7,4% 165.791 3,1% 1931 907.609 2,2% 26.629.605 4,5% 173.821 4,9% Bron: ad liminarapport 1932 hlm 1721.

Tabel 9.3 Huwelijkse relaties van katholieken, totale aantallen

Jaar Katholiek Burgerlijk huwelijk

Concu-binaat Gemengd Gescheiden

1927 121.497 4.582 1.067 50.628 1.988 1928 127.118 4.795 1.111 53.898 2.069 1929 134.419 6.171 1.273 57.025 2.229 1930 135.107 4.564 1.179 59.492 2.674 1931 138.468 6.221 1.374 62.475 3.134 Bron: ad liminarapport 1932 hlm 1721.

Tabel 9.4 Aantal gesloten huwelijken

Jaar Katholiek Gemengd dispensatie Zonder dispensatie

1927 4.563 528 1.807 1928 4.722 476 1.958 1929 4.721 572 1.972 1930 5.000 610 2.039 1931 4.716 622 2.227 Bron: ad liminarapport 1932 hlm 1721.

schijnlijk om zich voor te stellen bij en nader kennis te maken met de Romeinse curie. Voorafgaand was hij op de verjaardag van Aalberse, die hem met een be-dankbriefje (‘Wat een heerlijken verjaardag hebt Gij mij bezorgd. Ook namens Lies en de kinderen zeg ik u nog eens hartelijk dank’) op 28 maart de douanestuk-ken opstuurde die Aengenent een vrije doorgang bij de grenzen moest verzeke-ren. Bij terugkomst was hij hoofdcelebrant bij het jaargetijde van het overlijden van Callier.26 Op 1 mei was hij bij het vijfde eeuwfeest van de H. Bloedprocessie te Alkmaar. Op 26 mei celebreerde hij een mis bij gelegenheid van het 25-jarig be-staan van de parochie Sint Jan de Doper in Haarlem.27 Op 10 juli was de diocesane katholiekendag in Haarlem en de eerste verjaardag van zijn pontificaat vierde hij in Lourdes. ‘Het kost me een toog en bonnet’ moet hij geroepen hebben omdat iedereen hem begroette en door hem getroost werd. Maar als iedereen weg was zat hij in stilte te bidden voor het beeld van de Maagd, zo werd bij zijn overlijden in de krant gezegd.

Op 3 september 1929 begroette hij kardinaal Van Rossum die de dag daarna in de Willibrorduskerk en het Concertgebouw te Amsterdam zijn gouden pries-terfeest zou vieren in het bijzijn van de internuntius en leden van het episcopaat. Aen genent moest helaas wegens een reis naar Kevelaer verstek laten gaan.28 Van 21 tot 23 oktober vond de diocesane synode plaats waarop gesproken werd over de pastorale problemen van de nieuwe tijd. Met name werd gezocht naar wegen om ontkerkelijking tegen te gaan.29 Op deze synode werden op alle mogelijke terreinen van het kerkelijk leven nieuwe regels afgekondigd die dat moesten hinderen: de teugels werden flink aangehaald en versterkte controle moest ver-hinderen dat er tussen de naden, die in het katholieke leven begonnen te ontstaan, heen geglipt kon worden. De voorbereidingen van de synode waren al onder Cal-lier begonnen; de eerste prosynodes vonden in 1927 plaats.30 Of het aan geeste-lijken was toegestaan om concerten in katholieke verenigingen te bezoeken was blijkbaar een punt van discussie, want op 26 oktober 192931 vraagt Aengenent aan de aartsbisschop wat de ‘Hoogwaardige Wetgevers’ van het provinciaal con-cilie precies bedoeld hebben. Op 24 april 1930 plantte hij enkele bomen voor de kathedraal bij gelegenheid van de Roomsche Boomplantdag. Op 5 juni was hij aanwezig bij de wijding van Johannes Jansen tot aartsbisschop van Utrecht in de parochie o.l.v. ten Hemelopneming in Utrecht. Op 22 augustus werd Aengenent door de koningin benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.32

Op 14 september 1930 bracht hij een bezoek aan de Augustinuskerk in Amster-dam-Noord, in het kader van het Augustinus-jaar.33

26 nha hlm 1667.

27 G.J.M. Westerburger [1979]. 75 jaar St. Jan de Doper. In 75-jarig bestaan van de parochie St. Jan de Doper

te Haarlem (pp. 5-38). Haarlem: s.n., p. 13.

28 nha hlm 1667.

29 Voets, Bewaar, p. 220; N.N. (1930). Uittreksel uit de statuten der Haarlemsche synode van 1929, ten

dien-ste vooral der besturen van kerkelijke colleges, vereenigingen enz. Haarlem: Drukkerij St. Jacobs Godshuis.

30 nha hlm 1659.

31 Dus kort na het Concilie – ua utr 100. 32 nha hlm 1689; felicitaties in nha hlm 1691. 33 ua aug 4470.

Op 15 maart 1931 was Aengenent aanwezig op de jubileumbijeenkomst van het Gezelschap van de Stille Omgang, dat 50 jaar bestond. Bij zijn overlijden werd gezegd dat hij jaarlijks met de pelgrims uit Haarlem naar Amsterdam liep voor deze bedevaart. Op 8 april hield de diocesane meisjesorganisatie De Graal een spreekkoor in het bijzijn van Aengenent en minister Verschuur. Op 29 april vier-de hij met Taskin bij diens priesterjubileum een feestelijke mis.34 Van 26 op 27 mei vergaderde de Nederlandse Katholiekendag in Amsterdam om te spreken over het christelijk familieleven. Op Pinkstermaandag 1931 was er op het plein voor de kathedraal een spreekkoor door 1.000 jongens.35 Om 14:30 uur die dag brach-ten ze een hulde aan Christus Koning, waarna de bisschop een defilé afnam, met aansluitend pontificaal lof met toespraak van Aengenent, en feestelijkheden. Op 17 augustus bezocht de bisschop de bedevaartstocht naar Sint Jeroen in Noord-wijk. Op 19 september wijdde hij 34 nieuwe diakens, daaronder de latere Warm-ondse professor Jan Groot.36 Op 15 juli bezocht Aengenent de stervende Nolens, de leider van de katholieke fractie in het parlement in Den Haag, en kreeg daarbij ook een boek cadeau.37 Nolens was al vanaf het voorjaar ziek, en Aengenent zou hem verschillende keren ontmoeten, hoewel Nolens het niet goed met hem heeft kunnen vinden.38 Op 27 maart was Aengenent uitgenodigd bij Aalberse om ter 34 nha hlm 1667.

35 nha hlm 1691.

36 J.Y.H.A. Jacobs (2000). Professor dr. Jan Groot (1908-1994): Portret van een gedreven theoloog in

tropenjaren. Trajecta, 9(2), 168-190, aldaar 173.

37 J.P. Gribling (1978). Willem Hubert Nolens 1860-1931: Uit het leven van een priester-staatsman. Assen:

Van Gorcum & Comp., p. 309; Gribling, Aalberse, p. 447.

38 daal 20.09.1931; Gribling, Aalberse, pp. 445-446.

De meest indrukwekkende gebeurtenis van 1931 zal het bezoek geweest zijn dat Aen-genent in het voorjaar bracht aan Rome. Aalberse schrijft er uitgebreid en onderhou-dend over in zijn dagboek. Aalberse wilde net als vele anderen naar de herdenking van veertig jaar Rerum novarum, maar met de goedkope reis van de arbeiders wil-de hij niet mee. Hij werd echter aangewezen als spreker namens Newil-derland. En toen hij Aengenent erover sprak zei die: ‘[…] maar laten we dan samen gaan. Dat is veel gezelliger’. Vanwege de verwachte geboorte van een kleinkind vertrok Aalberse pas op 7 mei naar Haarlem, logeerde ‘bij den bisschop’, en vertrok de volgende dag naar Amsterdam waar ze met twee andere geestelijken in de trein stapten naar Bern. Daar kwam het tot een hilarisch voorval, toen op het stationsplein Aengenent uitgleed ‘over een bananenschil en viel met zijn beenen omhoog plat op de grond’. Vanuit Bern werd gereisd naar Milaan, waar op zondag de mis in de kathedraal werd gehoord. ’s Avonds was het gezelschap in Rome waar werd overnacht in het bijna afgebouwde Nederlands college, samen met de aartsbisschop en Mgr. Diepen, wat in de woorden van Aalber-se ‘werkelijk echt gezellig’ was. Op 11 mei in de morgen was er een audiëntie bij de Paus. Aengenent werd als eerste binnengelaten in diens studeerkamer en een half uur later werden Aalberse en de twee meegereisde Haarlemse geestelijken binnengelaten. Aengenent had de anderen gewaarschuwd dat deze paus weinig spraakzaam was, des te groter de verbazing van Aalberse dat de Paus hem uitgebreid aansprak en bedankte voor zijn uitwerking van Rerum novarum in de ksa en als minister. Ook informeerde de H. Vader naar de economische en sociale toestand in Nederland, om het gezelschap na een kwartier de zegen te geven.

Op 12 mei ging het gezelschap op audiëntie bij kardinaal Eugenio Pacelli, de latere Paus Pius xii. Ook hier ging weer Aengenent vooruit en na binnenkomst van Aalberse werd gesproken over Nolens en over Schioppa. ’s Middags werden enkele kerken be-zocht. Woensdag 13 mei werd een bezoek gebracht aan kardinaal Van Rossum en aan het Nederlands Historisch Instituut. Op donderdag 14 mei was er een herdenkingsmis in de basiliek St. Jan van Lateranen en een hulde op het graf van Leo xiii. ’s Middags was de internationale bijeenkomst waar Aalberse moest spreken. Wel 700 Nederlan-ders waren aangereisd. Op 15 mei was om 9:00 uur de pausmis in de Sint Pieter. Op deze dag werd ook de nieuwe sociale encycliek Quadragesimo anno gepresenteerd waar Aalberse evenwel geen melding van maakt. Op 16 mei werden de Nederlanders in audiëntie bij de Paus ontvangen. Onder luide bijval waardeerde die publiekelijk het werk van minister Aalberse en na afloop werd het ‘Aan u o koning der eeuwen’ gezon-gen, wat door Aengenent vertaald werd als een Nederlands Te Deum. Om 17:00 uur werd die dag het Nederlands College ingezegend door de aartsbisschop. De zondag begon met een stille mis van Aengenent op het graf van Petrus; alleen Aalberse was erbij. Daarna werd ontbeten bij Mgr. Jan Olav Smit. Van 13:00-15:30 uur werd gedi-neerd bij Kardinaal Van Rossum en daarna werden er broodjes gegeten bij de architect van het Nederlands college, waar het gezelschap om 18:00 uur een Te Deum bezocht. ’s Avonds werd het gezelschap ontvangen bij de generaal-abt van de cisterciënzers (de Nederlander Franciscus Janssens), voor een rijk en uitgebreid souper. Op maandag en dinsdag werden het Vaticaans museum en enkele opgravingen bezocht, en op woens-dag 20 mei ging het reisgezelschap naar Genua. Op vrijwoens-dag 22 mei vertrok de trein om 8:10 uur en op zaterdag om 10:50 uur was het gezelschap in Utrecht. ‘Vooral Mgr. Aengenent was een prettige, altijd opgewekte reisgezel’.

In zijn vastenbrief van 1932 geeft Aengenent een samenvatting van Quadragesimo

anno. Volgens hem bevat de encycliek een aanklacht, een waarschuwing, en een

gelegenheid van diens zestigste verjaardag te komen dineren en spontaan werd Nolens erbij gevraagd. De avond was zo gezellig dat het trio op 21 april bij No-lens terug werd uitgenodigd. Op 27 augustus zou NoNo-lens overlijden en op 1 sep-tember werd hij begraven. Aengenent en de internuntius waren bij de uitvaartmis aanwezig. Op 1 oktober was de inwijding van de tuinbouwschool in Beverwijk; ook minister Ruijs de Beerenbrouck was aanwezig.

Op 6 januari 1932 was Aengenent in Venray aanwezig bij de wijding van J. Ver-riet o.p. tot apostolisch vicaris van Curaçao,39 aansluitend bezocht hij het graf van J. Rijk, de tweede stichter van de Ursulinen te Venray. Op 5 maart was Aen-genent in Bloemendaal om de Vrouwen van Bethanië – een stichting van pater Van Ginneken s.j. – te vertellen dat de jarenlange discussie over de verhouding tussen de actieve en contemplatieve leden in het instituut was beëindigd, en dat de statuten waren goedgekeurd door Rome.40 Op 31 maart was de zegening van de dagbladpers van De Tijd in Amsterdam. Op 24 april was Aengenent in Delft bij de feestvergadering ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Congregatie van rooms-katholieke jongeren. Op 16 mei was het Pinksterspel van De Graal en op 8 juni werd De Tiltenberg ingewijd, het nieuwe moederhuis van de Vrouwen van Nazareth. Bij gelegenheid daarvan was ook vicaris Steinmann van het bisdom Berlijn enkele dagen op bezoek. Drie maanden na de verjaardag van Aalberse in 1932 kwam Aengenent hem op 27 juni feliciteren; Aengenent kwam om 16:00 uur en bleef tot 22:30 uur: ‘[…] ’t was weer echt gezellig!’41 Op 7 juli zegende hij de verpleeginrichting Heliomare in Wijk aan Zee in, een centrum voor verpleging van tbc patiënten van de Vereniging Katholieke Herstellingsoorden. Op 19 juli van dat jaar vertrok hij met de verkenners en secretaris Agterof op bedevaart naar Lourdes. Van 6 tot 8 augustus bezocht hij het nationaal Mariacongres te Nijmegen.42 Op 11 augustus was hij weer bij de verkenners op bezoek, nu bij de 39 nha hlm 1667, Monteiro, Gods predikers, pp. 332-337, 557-558.

40 M. Derks (2007). Heilig moeten: Radicaal-katholiek en retro-modern in de jaren twintig en dertig.

Hil-versum: Uitgeverij Verloren, pp. 175-180.

41 daal 2.11.1932. 42 nha hlm 1667.

misstanden, omdat het uitgaat van het eigenbelang op economisch gebied. Ten gevolge daarvan zijn de lonen te laag, worden goederen opgepot en ontstaan sociale problemen.