• No results found

Lesgeven met gevoel voor diversiteit: hoe leer je dat?

In document Diversiteit in Vakmanschap (pagina 117-121)

Oefenen in de klas

8 Lesgeven met gevoel voor diversiteit: hoe leer je dat?

‘Ik realiseer me: in hoeverre kan ik Marokkaanse, Turkse, Chinese studenten écht leren kennen, zoals ik dat met een Nederlandse student kan? Eigenlijk niet. Ik realiseer me hoe opgesloten ik zit in mijn eigen diversiteit, westers, wit en hoogopgeleid. Wat mij rest is te zien hoe ik mij verhoud tot die ander, mijn tools zijn interesse, respect, nieuwsgierigheid.’

Docent Pedagogiek

‘Hoe geef ik les over diversiteit in een klas die overwegend wit is, met studenten uit Naarden, Alkmaar of Urk? Hoe stimuleer ik hun diversiteitge-voeligheid, voorkom ik stereotypering?’

Docent Pedagogiek

‘Ik merk dat ik me inhoud bij allochtone studenten, dat ik niet doorvraag, dat ik me afvraag of intervisiemethodes zoals doorvragen en reflecteren op jezelf wel hun manier zijn, of dat niet te persoonlijk is.’

Docent Pedagogiek

8.1 Intro: professionaliseren in diversiteit

Docenten zijn de spil in het opleiden van toekomstige professionals, hebben een cruciale rol in het ontwikkelen en realiseren van een diversiteitgevoelig curriculum en ondersteunende leeromgeving. In Meetladder Diversiteit Onderwijs onderscheiden we tien hoofdcategorieën om onderwijs op diversi-teit te analyseren, te verbeteren en te verankeren, waarvan de meeste betrekking hebben op de docent (Pels, Naber, Peeters & Radstake, 2012).

Docenten bepalen lesdoelen, kiezen literatuur, gebruiken didactische werk-vormen, bieden activiteiten en opdrachten aan, begeleiden en beoordelen studenten. Docenten vervullen ook een cruciale rol als het gaat om het stimuleren van sociale interactie in de klas, samenstellen van werkgroepen bij de uitvoering van opdrachten, aansluiten bij divers talent in de klas. De rol en kwaliteit van de docent is volgens Severiens (2010) zelfs een essentiële succesfactor in het schoolsucces van studenten, met name van allochtone studenten. Hierbij doen etnisch divers samengestelde klassen een extra

beroep op het vermogen van de docent om op een ondersteunende manier om te gaan met sociale verhoudingen in de klas, met verschillen in leerstijl, met overbruggen van de afstand tussen schoolcultuur en thuiscultuur van studen-ten, en deze aspecten op te nemen in de wijze van lesgeven, begeleiden en beoordelen.

Hoe komt een proces van bewustwording van de noodzaak van diversiteits-ensitief onderwijs op gang, hoe verwerven docenten diversiteitcompetenties en kwaliteiten? In de praktijk doen de meeste docenten vooral in de klas ervaring op hoe om te gaan met diversiteit, nemen ze als individuele docent of als team nauwelijks deel aan formeel georganiseerde leerprocessen, aan interne of externe vormen van scholing (Meerman e.a., 2009). Terwijl onder-zoek laat zien dat de effectiviteit en resultaten van een organisatie toenemen wanneer teams gezamenlijk leren, blijkt dat in de praktijk nog niet zo eenvou-dig gerealiseerd omdat teams vastzitten in probleemdefinities (wat is het probleem: de student of wij?) en geneigd zijn snel naar oplossingen te zoeken (Homan, 2001). Daarbij is afstand nemen, willen leren en veranderen nog niet zo makkelijk. Vasthouden aan het bekende - ‘veranderen kost me zoveel tijd’

- angst voor het onbekende - ‘hoe zullen studenten reageren’ - en de macht van de vanzelfsprekendheid - ‘zo heb ik het altijd gedaan’ - zijn hierin belemmerende factoren. Daarnaast vinden docenten zichzelf didactisch niet bekwaam genoeg.

Toen ik de module intercultureel gaf, voelde ik me behoorlijk onbekwaam.

Ik had nog geen gevoel hoe ik niet stereotype, niet discriminerend les te geven aan een halve klas studenten die een hoofddoek droegen … Je denkt dan: nu moet ik me inhouden, voorzichtig zijn. (…) Nu ben ik er beter toe in staat.’

Docent Pedagogiek

De laatste jaren ervaren docenten en leidinggevenden steeds meer de urgen-tie om bij te scholen en bij te leren. Een versnellende factor is de verande-rende studentenpopulatie van opleidingen en hogescholen, waardoor docen-ten met ander gedrag, nieuwe omgangsvormen en leerstijlen van studendocen-ten te maken krijgen. Ook de veranderende beroepspraktijk en cliëntenpopulatie doen een beroep op docenten om in hun lessen op die veranderingen aan te sluiten. De vraag welke kennis, werkvormen en casuïstiek bijdragen aan de verwerving van diversiteitcompetenties, is in voorgaande hoofdstukken aan de orde geweest. In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de manier waarop

diversiteitgevoelig vakmanschap van docenten ontwikkeld kan worden, op doelgericht stimuleren van bewustwording, kennisverwerving en oefening, wat in dit project via diverse activiteiten ondernomen is.

Besproken worden allereerst vormen van zelfonderzoek, onderlinge uitwis-seling, raadpleging van collega’s en experts, gemeenschappelijke expertmee-tings om nieuwe kennis te verzamelen en vaardigheden op te doen. Vervolgens komt een voorbeeld van training en intervisie aan de orde, waarmee in één opleiding ervaring is opgedaan. Vervolgens wordt ingegaan op de leereffecten van enkele specifieke trainingen in het omgaan met diversiteit waaraan docenten van opleidingen Pedagogiek hebben deelgenomen. Samenvattend wordt afgesloten met enkele toepassingsmogelijkheden van professionalisering en scholing in diversiteit

8.2 Leren in een kerngroep: hoe doe jíj dat?

Aan de basis van het project Diversiteit in Vakmanschap ligt de keuze om kennis en vaardigheden in diversiteitgevoelig onderwijs vanaf de werkvloer - in het klaslokaal, de lessen, de docententeams - (verder) te ontwikkelen.

Allereerst met een kerngroep van zes docenten van drie opleidingen van twee hogescholen die de inhoud, opbouw en didactiek van hun eigen onderwijson-derdelen op diversiteitgevoeligheid onderzochten, om deze waar nodig bij te stellen, en in een volgende lessenserie uit te proberen. Dit zelfonderzoek is gevoed door het lezen en bespreken van materiaal over diversiteitgevoelig onderwijs, kijken naar elkaars lessenopzet en didactiek, houden van interviews met de beroepspraktijk, wetenschap en onderwijs, deelname aan expertmee-tings over specifieke onderwerpen. Dergelijke activiteiten gaven input aan het zelfonderzoek: (hoe) komt diversiteit in dit onderwijsonderdeel aan de orde, vanuit welke visie, via welke opdrachten en werkvormen, waarom heb ik als docent voor deze opzet en lesopbouw gekozen, wat moeten de studenten kennen en kunnen, hoe toets ik dat, wat vind ik wel en niet goed gaan in mijn lessen et cetera? In het verlengde daarvan onderzochten we of en hoe er voortgebouwd wordt op diversiteitkennis in andere onderdelen en in voorgaan-de jaren van voorgaan-de betreffenvoorgaan-de opleiding: is er een diversiteitlijn aanwezig?

Stapsgewijze zelfonderzoek

De start van zelfonderzoek door betrokken docenten lag bij een concrete en toegankelijke beschrijving van het eigen onderdeel of minor. Aanvankelijk leidde deze opdracht tot globale beschrijvingen, overgenomen uit studiegids,

periodewijzer, studiehandleiding. Of tot theoretische verhandelingen over het nut en doel van diversiteit in het onderwijs, i.c. in het eigen onderdeel. Op aandringen en met aanwijzingen van de onderzoekers van het project Diversiteit in Vakmanschap, brachten docenten preciezer en concreter in kaart wat er in de onderwijsonderdelen aan de orde komt, waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn en hoe die in de praktijk uitpakken. Waarom deze boektitels, hoe worden ze door docenten en studenten gebruikt in de lessen, bij de toetsing? Wat bevalt er wel en niet aan deze lijst? Welk aanvullend materiaal - films, PowerPoint, casuïstiek, artikelen - wordt ingezet, met welk doel, met welk resultaat? Hoe worden ervaringen van studenten betrokken bij de lessen, oefeningen, opdrachten? Welke werkvormen worden ingezet, met welke effecten? Geleidelijk aan werden de globale beschrijvingen steeds meer kritische zelfanalyses, gevolgd door een stapsgewijze ontwikkeling van ideeën om het onderwijs bij te stellen. Hieraan droegen in belangrijke mate de interviews met beroepspraktijk, studenten en collega’s, experts in diversiteit bij. Meetladder Diversiteit Onderwijs (Pels, Naber, Peeters & Radstake, 2012) bleek een bruikbaar instrument voor zo’n zelfonderzoek.

Diversiteit in lespraktijk

Uitwisselen van leservaringen maakt zichtbaar hoe contextgevoelig het onderwijs is, en welke cruciale rol de docent daarin vervult. Eenzelfde onderwijsonderdeel dat in Alkmaar en Amsterdam gegeven wordt, pakt heel verschillend uit door de kennis en houding van de docent en samen-stelling van de studentengroep. Het vraagt bewuste keuzes in aanvullend lesmateriaal en didactiek, gerichte inzet van werkvormen en sturing van discussies om de lessen kleur te geven.

De zelfanalyses zijn omgezet in concrete actieplannen om het onderwijs te veranderen. Soms ingrijpend, vaak alleen op onderdelen omdat een gekozen theorie, literatuurlijst, lesopzet of wijze van toetsing alleen via overleg met collega’s of een curriculumcommissie te veranderen is. Maar ook omdat geconstateerd wordt dat diversiteitgevoelig onderwijs al kan beginnen bij aansprekende voorbeelden en interactieve werkvormen die de docent zelf in de les gebruikt. De resultaten van zelfonderzoek en de actieplannen zijn gepresenteerd aan teamgenoten en management, zijn in een opleiding opgenomen in onderwijsplannen voor het volgende studiejaar. Terwijl in het ene Pedagogiekteam door grote betrokkenheid van manager en onderwijs- kundige de voorgestelde veranderingen zijn verwerkt in meerdere

onderwijsonderdelen en in een professionaliseringstraject, is bij het andere Pedagogiekteam en Social Workteam vooral de bewustwording onder collega’s op gang gekomen.

In document Diversiteit in Vakmanschap (pagina 117-121)