• No results found

De gevolgde werkwijze

In document Diversiteit in Vakmanschap (pagina 39-42)

Verschillen tussen opleidingen

3 De gevolgde werkwijze

‘Studenten moeten leren om met allerlei ouders in alle mogelijke situaties om te kunnen gaan. Met samengestelde gezinnen, alleenstaande ouders, allerlei gezinnen die misschien niet lijken op hun thuissituatie. Dat ze er open binnen durven stappen, mensen niet veroordelen. Daarom is het belangrijk dat ze zichzelf leren kennen, hun eigen opvoeding, misschien met herkenning van pijnpunten erin, met de rol van hun ouders erin. Ze moeten vooral leren om de normen en waarden die ze thuis hebben meegekregen, niet zomaar op een gezin te leggen dat ze gaan begeleiden.’

Docent Pedagogiek

3.1 Intro: kritische zelfanalyse

In het project Diversiteit in Vakmanschap is gekozen voor een bottom-up benadering, waarin de inhoud van onderdelen van drie opleidingen van twee hogescholen door docenten is geanalyseerd en doorontwikkeld. Focus ligt op die onderwijsonderdelen die betrekking hebben op de pedagogische advise-ring en begeleiding van gezinnen in het preventieve veld, en op de verwerving van interculturele communicatieve vaardigheden. Voortbouwend op de bevindingen van het vooronderzoek (Naber & Bijvoets, 2011) heeft een kerngroep docenten de eigen onderwijsonderdelen doorgelicht, benoemd welke aspecten behouden en/of verbeterd dienen te worden. Gekeken is naar de kennis die overgedragen wordt, het lesmateriaal dat ontwikkeld is, de didactiek en werkvormen die gebruikt worden, de manier waarop getoetst wordt. Aan dit analyse- en verbetertraject is input gegeven door de beroeps-praktijk en door experts op het gebied van onderzoek, onderwijsontwikkeling en diversiteit. Daarnaast zijn collega-docenten en studenten betrokken bij de evaluatie en bijstelling van onderwijsonderdelen. Via interviews, adviesge-sprekken en expertmeetings zijn verbetervoorstellen voor de inrichting en inhoud van het onderwijs gedaan. Dit hoofdstuk beschrijft de screening van de opleidingen op diversiteit en de manier waarop de analyse en voorstellen tot verbetering tot stand zijn gekomen.

3.2 Startsituatie: diversiteit in curriculum

Wat is de stand van zaken in de opleidingen? Is er in het curriculum aandacht voor de verwerving van diversiteitgevoelige competenties, voor diversiteit in de opbouw en leerlijnen van het curriculum, in de voorgeschreven literatuur en werkvormen, in leerdoelen, in toetscriteria en toetsvormen? Onze scree-ning van diversiteit in de opleidingen Pedagogiek en Social Work Amsterdam van Hogeschool Inholland heeft de opbouw van het curriculum in beeld gebracht, enkele onderdelen zijn preciezer bekeken (Naber & Bijvoets, 2011).

Dit betreft onderdelen die gericht zijn op de preventieve en ontwikkelingsge-richte zorg voor jeugd en gezinnen: opvoedingsondersteuning, gezinsanalyse, crossculturele psychologie en multiculturele gezinsinterventies.

Beschrijving van de opbouw en inhoud van onderwijs aan de hand van studiegids, handleidingen en roosters, laat via titels van onderwijsonderdelen en literatuurlijsten, alleen de ‘buitenkant’ van het curriculum zien. Zo is er in beide opleidingen gekozen voor een vak ‘Intercultureel Perspectief’ of

‘Intercultureel Werken’, wat nog niet zoveel zegt over de competenties die studenten ermee verwerven en de toetsing ervan. Maar omgekeerd betekent de afwezigheid van begrippen als ‘diversiteit’, ‘intercultureel’ of ‘multicultu-reel’ in de beschrijving van een onderdeel als Gezinsanalyse of Opvoedings- ondersteuning niet, dat er geen aandacht is voor diversiteit in inhoud, leer-doelen en werkvormen. Daarom is in de voorstudie via analyse van documen-ten en interviews met stafleden, docendocumen-ten en studendocumen-ten van beide

opleidingen onderzocht, of en hoe er sprake is van diversiteitgevoelig oplei-den. Dit heeft geleid tot de volgende bevindingen:

● In de beide opleidingen komt kennisoverdracht en verwerving van diversi-teitcompetenties aan de orde, al is dat in beperkte mate zichtbaar in de omschrijving van de specifieke onderdelen. Er is geen sprake van bewuste keuze en sturing op diversiteit in het leerplan, waar en hoe diversiteiton-derwijs in de vier leerjaren van de opleiding aan te bieden. Er zijn geen competenties benoemd voor alle studenten in gemeenschappelijke onder-delen, stages, supervisie, beroepspraktijkvorming, afstudeeropdrachten verworven, of in specifieke minoren, geconcretiseerd naar specifieke werkgebieden, zoals opvoedingsondersteuning of gezinscoaching.

● Van een gerichte en weloverwogen keuze van didactiek die diversiteitge-voelig onderwijs stimuleert en ondersteunt, waaronder activerende werkvormen en leeractiviteiten, wijze van instructie en behandeling van onderwerpen, interactie en samenstelling van groepen in de klas, is

evenmin sprake. In de onderwijsonderdelen die nader geanalyseerd zijn, komt kennis nemen van en leren omgaan met diversiteit soms maar ook vaak niet in de leerdoelen aan de orde, kunnen toepassingsopdrachten ontbreken, wordt er niet gericht op diversiteitcompetenties getoetst.

● In de praktijk is de keuze van literatuur, verwerkingsopdrachten, werkvor-men en beoordeling van de resultaten, afhankelijk van de individuele docenten die het onderwijs verzorgen. Veel docenten zien het als een must om doelgericht en adequaat aandacht te besteden aan diversiteit, omdat het werkveld en de samenleving om zulke beroeps- en burger-schapscompetenties vragen. Maar hoe dat te doen, is voor de meesten een vraag en een worsteling. Hoe kennis en voorbeelden van cultuurspecifieke opvoedingspraktijken en stijlen over te dragen, zonder te stereotyperen?

Hoe geschikt lesmateriaal te vinden, boeken en artikelen te kiezen die niet eenzijdig de nadruk leggen op ‘de’ opvoeding in ‘de’ Marokkaanse en Turkse gezinnen, maar die ontwikkeling en opvoeding in een migratiecon-text plaatsen? Hoe opvoedingsvragen en problemen van Surinaamse en Antilliaanse ouders laten zien, maar ook de ‘doorsnee’ ontwikkeling en opvoeding van de meeste kinderen? En hoe dit te verbinden met de grote diversiteit aan opvoedingspraktijken die zich ook in autochtone

Nederlandse gezinnen voordoet?

● Vooral les geven over diversiteit in cultureel gemengde klassen wordt als lastig ervaren, omdat studenten kritische vragen kunnen stellen en fel reageren wanneer ze zich niet herkennen in het beeld van de opvoeding en opvoedingsproblemen dat van migrantengezinnen wordt geschetst. Er vindt heel weinig scholing en intervisie plaats hoe les te geven in diversiteit, hoe diversiteitcompetenties te verwerven in mono- en multiculturele school-klassen, om te gaan met conflicten, hoe gedrags- en omgangsregels te hanteren, een positief en veilig klimaat in de klas te creëren. Goede voorbeelden van stimulerende lespraktijken zijn niet bekend en zichtbaar, ervaringen worden vooral informeel - in de docentenkamer, bij de koffie-machine - gedeeld.

In beide opleidingen wordt de urgentie tot diversiteitbewust onderwijs gevoeld, enerzijds omdat de toenemende culturele diversiteit in de school-klassen daartoe ‘dwingt’, anderzijds omdat het werkveld erom vraagt. Sinds de afronding van onze voorstudie, heeft de onderwijsontwikkeling niet stil gestaan, en zijn enkele van de hiervoor genoemde punten voor verbetering aangepakt. Hieraan hebben de activiteiten van het project Diversiteit in Vakmanschap bijgedragen, activiteiten waarvan de resultaten tussentijds gedeeld en ingebracht zijn.

3.3 Stapsgewijze ontwikkeling van diversiteitgevoelig onderwijs

Hoe diversiteitgevoelig onderwijs in de praktijk te ontwikkelen en toe te passen en vervolgens op resultaten te beoordelen? Voortbouwend op de voornoemde bevindingen van het vooronderzoek, is via een tweetal pilots - één in Hogeschool Inholland en één in Hogeschool van Amsterdam - onder-zocht hoe diversiteitgevoelig onderwijs in opleidingen versterkt en verankerd kan worden. De nadruk lag op een kritische (zelf)analyse en stapsgewijze doorontwikkeling van enkele opvoedings- en gezinsondersteunende onderwijs-onderdelen van pedagogische en sociaalagogische opleidingen van twee Amsterdamse hogescholen. Op deze manier heeft een kerngroep docenten vergelijkenderwijze en doelgericht van elkaar geleerd, is er vanuit de ervaren handelingsverlegenheid actief gezocht naar verbeterpunten door het bevragen van een adviserend netwerk van deskundigen uit onderzoek, beleid en

praktijk. Vervolgens zijn voorstellen geformuleerd om verbeteringen aan te brengen en deze te verankeren in de opleidingen. Die voorstellen hebben betrekking op het eigen onderwijsonderdeel van de betrokken docenten, en daarnaast op algemene pedagogische, didactische en organisatorische voor-waarden in de opleidingen.

Focus op opvoedingsondersteuning, gezinsbegeleiding en interculturele

In document Diversiteit in Vakmanschap (pagina 39-42)