• No results found

OPLEIDING LERAAR BASISONDERWIJS LESSCHEMA REKENEN

Studen

t:  Gerda van Rijn  Stageschool:

de Sprong   Groep:  3 

Klas (pabo): 

1A  Plaats:

Leeuwarden   Aantal leerlingen:  16 

ppi’er:  Helen 

De les valt onder het domein verbanden  

Opdracht:

Turven met fruit van 10 u en de kinderen laten experimenteren met het maken van diagrammen/grafieken.

Bronnen: 

3.11 De leraar heeft zich theoretisch en praktisch verdiept in de vakdidactiek ten behoeve van het type onderwijs een het deel van het curriculum waarin hij werkzaam is.

3.16 Aan leerlingen de verwachtingen en leerdoelen duidelijk maken en leerlingen motiveren om deze te halen.

 

Persoonlijke leerdoelen/uitdagingen van de student:

Ik wil zoveel mogelijk fungeren als coach. Ik ben benieuwd of ik een goede balans kan vinden in deze rol en het behouden van de rust in de klas!

 

Lesdoel(en): 

- Het opbouwen van statische vaardigheden (het maken van een beelddiagram of een staafdiagram) - als aan wiskundig denken (kerndoel

23)

- Kinderen zelf proberen conclusies laten trekken aan de hand van een hulpgrafiek: beelddiagram,

staafdiagram 

Beginsituatie:

Wat de leerlingen al kennen en kunnen:

De leerling begrijpt dat je hoeveelheden kunt

vergelijken door objecten gesorteerd in rijen te leggen, waardoor een eenvoudige beelddiagram ontstaat.

Hoe de les aansluit bij deze groep leerlingen:

- de les doen we net voor het fruitmoment. Dit sluit goed aan bij de belevingswereld van de kinderen - Ook laat ik de kinderen zelf experimenteren met

legoblokjes en memoblaadjes. Legoblokjes zijn erg in trek bij kinderen. Ze mogen zelf kiezen

welk materiaal ze kiezen om tot een conclusie te komen.

  Hoe ga ik na of leerlingen het lesdoel

hebben behaald?

- Dat ze geexperimenteerd hebben - Dat ze geredeneerd en

gediscussieërd hebben

Mijn mentor vult het evaluatieformulier in. 

Hoe ga ik na of ik mijn persoonlijke leerdoelen heb bereikt? 

Mijn mentor evalueert deze les. Ook ga ik na of ik de 5 principes van het realistische rekenen heb toegepast.

 

MENTOR​/STAGEBEGELEIDER​: 

Terugblik begrip voor de kinderen.

Construeren/concretiseren Ik leg uit dat de les uit twee onderdelen bestaat. De eerste onderdeel gaan we klassikaal doen: het turven van fruit. Ik begin met een inleiding: ´Heb jullie eigenlijk ook al trek in fruit? Ik wel!

Wat is jouw lievelingsfruit?

Kunnen we kijken wie wat mee heeft?

Ik vraag de kinderen om hun tas op te halen en op hun tafel te zetten.

Niveaus en modellen Allereerst vraag ik de leerlingen hoe we erachter kunnen komen om het fruit te tellen?

Waarom zou je dat op die manier doen?

Heeft iemand het op een andere manier gedaan?

Ik verwacht dat de leerlingen stil zijn en niet hun hand opsteken.

De leerlingen halen snel hun tas en checken welk soort fruit de kinderen mee hebben. Daarna zette de kindern hun tas naast hun stoel

Ik zit vooraan in de klas en ik loop daarna door de klas om de materialen op de tafel te leggen:

lego

memoblaadjes lege vellen papier kleurtjes

Zelfstandig

Zodra we geturfd hebben en genoteerd hebben (kinderen kiezen hoe) gaan we aan de slag met de tweede oefening Ik vraag de kinderen hoe we deze informatie kunnen representeren? Ondertussen ligt er materiaal op hun tafel.

Ik vraag wat zou jij

gebruiken? En hoe? En dan vraag ik ook of ze het resultaat kunnen tekenen?

Sociale contex en interactie

De kinderen gaan aan de slag met het representeren

Is het langste rijtje ook het fruit dat de kinderen hebben meegenomen?Waarom

Kinderen zijn stil bij mijn uitleg.Ze steken hun hand help ze iets op gang. Maar niet te veel, er is geen goed maar het gaat om he ontdekken.

.

De kinderen weer op hun stoel zitten.

Kinderen steken hun hand op als ze antwoord willen geven.

Kinderne pakken hun fruit.

Dan tijd voor het fruitje, mits het past in de planning.

 

OPMERKINGENCOACHN.A.V. DEGEGEVENLES(SEN) 

Heeft de student zich adequaat voorbereid? Zo ja: waaruit blijkt dat? Zo nee: wat ontbreekt er? 

Ja. Ze heeft alle materialen al paraat en ze heeft mij nog wat vragen gesteld,

Paste de uitgevoerde activiteit bij de gekozen bekwaamheidseisen? Zo ja: waaruit blijkt dat? Zo nee: wat ontbreekt er?

− 3.11 Ja. Ze weet waar over ze spreekt. .

− 3.16 De leerlingen snapten de opdracht niet.

 

Het lesverloop 

De inleiding was ontzettend leuk. De kinderen waren direct betrokken. Gerda kreeg ze allemaal mee. Gerda gaf aan om in hun tas te kijken naar het fruit. Ze had niet door dat nog niet alle kinderen hadden gekeken, terwijl ze de kinderen alweer de opdracht had gegeven om hun tassen naast hun tafel te zetten. Gerda begon met het stellen van vragen over hoe we het fruit kunnen turven. Dit vond ik leuk, ze liet de kinderen zelf tot oplossing komen. Gerda kreeg de opdracht om op het bord al het fruit te noteren en dan te turven. Daarna kregen de kinderen de opdracht om met de legoblokjes  

deze informatie om te zetten in een representatie.

Gerda had niets voorgedaan en dit was wel handig geweest. Sommige kinderen gingen een banaan bouwen van lego, andere kinderen maakten een aarbei en een wortel. De boodschap dat 1 blokje het fruit per kind was, was niet duidelijk. Gerda ging wel alle groepjes langs om de andere optie te laten zien. Het was in dit geval beter geweest dat ze de les even stopzette om zo opnieuw instructie te geven en te vragen of ze de opdracht begrijpen en of er sowieso 3 kinderen het gesnapt heeft. De kinderen waren wel lekker bezig, ook al had het niets meer met verbanden te maken. Gerda eindigde zelf met hele grote blokken lego. Zo liet ze het nog zien.

Adviezen 

Zo´n les heeft echt een vervolgles nodig. Het zou fijn zijn om dan een week later weer zo´n les te geven, maar dan met een ander onderwerp. Helaas is dat niet mogelijk, want volgende week is de laatste dag van het schooljaar.

 

Reflectie Gerda

De eerste gedeelte van de les ging zo lekker. De kinderen kwamen snel tot de ontdekking om het fruit te turven en hoe. Het tweede gedeelte was inderdaad niet duidelijk. Ik zag het gebeuren. De kinderen waren bezig met het bouwen van allerlei soorten fruit! En echt niemand was bezig met het maken van een staafdiagram. Het was duidelijk dat de opdracht niet goed is overgekomen. Dit laatste vond ik heel leerzaam. De kinderen waren zo welwillend, maar aan het einde van de les niet meer. Dat is logisch, als je maar aan het prutsen bent omdat je niet weet wat je moet doen dan is het uiteindelijk niet zo leuk.

Ik neem dit mee in mijn volgende rekenlessen. Een ervaring rijker dus!