• No results found

2 Theoretische achtergrond

3.2 Analyse van de leerwerkboeken

3.2.2 Leerwerkboek Traject Nederlands 1 XL

Traject Nederlands 1 XL is een leerwerkboek van de uitgeverij VAN IN. Het leerwerkboek is opgesplitst in negen delen en elk deel telt vier tot zes lessen. De titelpagina van elk deel wordt gevolgd door een kort verhaal dat ook verband houdt met het werkwoord uit de titel. Verder bevatten drie van de negen delen een routeplanner. Aan de termen die gebruikt worden, valt af te leiden dat het hele boek als een soort racewedstrijd wordt opgevat. De pagina routeplanner beschrijft de inhoud van een deel. De leerkracht kan bepalen welke lessen klassikaal of zelfstandig gemaakt worden en welke lessen verplicht zijn en welke niet. De leerkracht kan ook zelf bepalen in welke volgorde hij of zij de lessen zal doorlopen. Na elke les volgt een pitstop. Dat is een opdracht waarbij de leerlingen creatief aan het werk kunnen gaan en de leerstof uit de les moeten toepassen. Acht van de negen delen bevatten ook een literatuurles. Bij zo’n les hoort er geen pitstop, maar wel een leesstop. De leerlingen moeten de opdrachten van de pitstops en leesstops aan de hand van de OVUR- strategie uitvoeren. Op het einde is er telkens ruimte voor zelfevaluatie. Elk deel eindigt met een uitdaging en de rubriek de laatste ronde. De uitdaging is een grotere opdracht waarbij de leerlingen de inhoud van meerdere lessen opnieuw via de OVUR-strategie moeten uitwerken. De uitdagingen zijn vaak groepsopdrachten. Daarbij kan de leerkracht de sterkere leerlingen samen plaatsen met de zwakkere leerlingen. Op die manier kunnen de zwakkere leerlingen geholpen worden door de leerkracht en door de medeleerlingen. De rubriek de laatste ronde biedt woordenschatoefeningen aan, waarbij de leerlingen de woorden die ze door de lessen heen geleerd hebben, kunnen inoefenen.

Bovenaan elke les staat aangeduid welke leerstof aangebracht zal worden. Verder staat bij verschillende oefeningen het symbool van het online leerplatform van het leerwerkboek Traject Nederlands, namelijk Diddit. Bij die oefeningen kunnen de leerlingen naar het online platform surfen en daar extra oefeningen maken. Op Diddit kunnen leerlingen oefeningen maken op hun eigen niveau. Ze kunnen zelf oefeningen kiezen, maar de leerkracht kan ook oefeningen voor de leerlingen klaarzetten. Dit kunnen gewone opdrachten zijn, maar ook toetsen. Bovendien Figuur 17: Leerwerkboek Traject Nederlands 1

kunnen de leerlingen er ook het lesmateriaal terugvinden. Op die manier krijgen ze de kans om de inhoud van de lessen opnieuw te consulteren. Het leerwerkboek probeert dus via het online leerplatform te differentiëren. Verder staat bij sommige oefeningen ook het logo van de Trajectwijzer. Dat boek hoort bij het leerwerkboek en geeft nog eens uitgebreid alle theorie weer. Leerlingen kunnen de Trajectwijzer raadplegen voor extra uitleg bij bepaalde thema’s. Het leerwerkboek probeert ook te differentiëren door plusopdrachten aan te bieden. Dat zijn extra opdrachten of extra theorie zodat de leerlingen wat meer en moeilijkere oefeningen kunnen maken. Het aanbod aan plusopdrachten is echter beperkt. Voor bijvoorbeeld grammatica (figuur 18, bijlage 23) en woordenschat (figuur 19) krijgen de leerlingen slechts enkele extra oefeningen. Ook voor de vaardigheid lezen biedt Traject een paar plusopdrachten aan (figuur 20). De andere vaardigheden worden echter buiten beschouwing gelaten. De korte verhalen aan het begin van het hoofdstuk kunnen de leerlingen ook via Diddit beluisteren. Zwakkere lezers krijgen op die manier ondersteuning. Online kunnen de leerlingen ook informatie beluisteren over de auteur. Zo kunnen ze kennismaken met de verschillende auteurs en kunnen ze gestimuleerd worden om meer werken van een bepaalde auteur te lezen.

Het leerwerkboek schenkt ruim aandacht aan leesvaardigheid. Er is een groot aanbod aan verschillende soorten teksten, zoals artikelen uit kranten en tijdschriften, stripverhalen, informatieve teksten, sms-berichten, e-mailberichten en flapteksten van boeken. De vakdidactische OVUR-strategie die voor de analyse van teksten het meest geschikt is, wordt in de eerste les van het eerste deel uitgelegd. Leerlingen maken kennis met het stappenplan (figuur 21) en zullen de stappen door het leerwerkboek heen moeten toepassen op de oefeningen voor de verschillende vaardigheden (figuur 22). In elk deel komen er verschillende lessen aan bod waarbij de focus op het lezen van een tekst en het beantwoorden van vragen ligt (bijlage 24). Ook de geïntegreerde aanpak wordt toegepast (bijlage 25, bijlage 26). Het valt op dat er een evolutie in de lengte van de teksten is. In het begin van het leerwerkboek komen er vooral kortere teksten aan bod (figuur 23, bijlage 27), maar naarmate de leerlingen verder in het boek vorderen, worden de teksten langer (bijlage 28). De leesstrategieën oriënterend, globaal, zoekend, kritisch, genietend, intensief en studerend lezen komen ook aan bod (figuur 24). De leerlingen maken meteen kennis met alle leesstrategieën. Ze leren de strategieën toepassen en ze leren teksten schematiseren op basis van het tekstdoel. De leesstrategieën komen geregeld opnieuw voor in het leerwerkboek (figuur 25, bijlage 29, bijlage 30). Het leerwerkboek schenkt ook aandacht aan gedichten. De leerlingen moeten zich verdiepen in gedichten en proberen de

boodschap te achterhalen (figuur 26, bijlage 31). Ze maken kennis met de kenmerken van gedichten en ze moeten hun mening over een gedicht kunnen formuleren (bijlage 32).

Figuur 20: Leerwerkboek Traject Nederlands 1 XL (2019, p. 500)

Figuur 23: Leerwerkboek Traject Nederlands 1 XL (2019, p. 48)