• No results found

Doelgerichtheid Het schoolteam ontwikkelde een duidelijke beleidsstructuur om de

leerbegeleiding gestructureerd vorm te geven. Het geregeld overleg tussen directeur en zorgcoördinator en het overleg binnen het pedagogisch kernteam en het zorgteam creëren geleidelijk een draagvlak voor strategische keuzes bij de verdere ontwikkeling van de leerbegeleiding.

Het schoolteam heeft een duidelijke ‘visie op zorgbeleid’. Het concretiseert deze visie verder via een schoolspecifieke invulling van het zorgcontinuüm en via een aantal concrete afspraken, procedures en instrumenten in het

schoolwerkplan. Daarnaast ontwikkelden het pedagogisch kernteam en het zorgteam – in samenspraak met het hele team – een ‘actieplan zorg’ dat richtinggevend is voor verbeter- of vernieuwingsacties op korte en middellange termijn. De beleidsverantwoordelijken trachten de gezamenlijke

doelgerichtheid in de leerbegeleiding te verhogen via onder meer de (verdere) geleidelijke implementatie van het zorgcontinuüm en de principes van

handelingsgericht werken.

Het beleids- en zorgteam nemen initiatieven om de sterke traditie van klasexterne remediëring stilaan af te bouwen. Klasleerkrachten focussen voornamelijk op de uitvoering van hun rol als verantwoordelijken voor de brede basiszorg en bieden sporadisch verhoogde zorg. Ze hebben daarbij een relatief hoge mate van autonomie om zelf te bepalen op welke wijze ze de

leerbegeleiding voor hun doelgroep realiseren. Duidelijke verschillen in handelingsbekwaamheid van individuele teamleden en een grote variatie in uitvoering hypothekeren de doelgerichtheid van de leerbegeleiding.

De beleidsverantwoordelijken en een aantal andere teamleden zijn zich hiervan bewust. Op dit moment trachten de beleidsverantwoordelijken de

deskundigheid van het schoolteam te verhogen via een pragmatische aanpak van de actiepunten uit het zorgplan. Daarnaast trachten ze de doelgerichtheid van de leerbegeleiding van individuele teamleden te verhogen en op te volgen tijdens informele en formele contacten, onder meer tijdens het geregelde zorgoverleg en het multidisciplinair overleg.

Ondersteuning In de praktijk kiest het schoolteam ervoor om de brede basiszorg en de verhoogde zorg te realiseren via de toenemende nadruk op de eerstelijnszorg door de klasleerkrachten. Op dit moment worden zij ondersteund door de zorgcoördinator, ankerfiguren of collega-klasondersteuners, die gedurende enkele lesmomenten per week ondersteuning aan de klasleerkrachten bieden.

Deze laatsten hebben daarbij een grote autonomie om naar eigen inzicht te kiezen hoe en wanneer ze deze ondersteuning inzetten. Deze situatie leidt tot een grote verscheidenheid in uitvoering en tot een weinig transparante en gelijkgerichte aanpak van de leerbegeleiding. Dit leidt tot versnippering van verantwoordelijkheden. Het is daarbij moeilijk om een overzicht over de leerbegeleiding te krijgen en te bewaken dat kinderen een zo vlot mogelijke schoolloopbaan hebben.

Zowel in de kleuter- als in de lagere afdeling bieden de frequente

overlegmomenten tussen duo- of parallelleerkrachten de gelegenheid om de ondersteuning van kinderen te bespreken. Deze vorm van collegiale consultatie krijgt geleidelijk een plaats in het overleg zodat onderwijzers elkaar meer en meer ondersteunen. Daarnaast krijgen ze ondersteuning van leden van het zorgteam tijdens momenten van zorgoverleg en het periodieke multidisciplinair overleg, de gezamenlijke bepaling van nieuwe zorginterventies en het

aanreiken van materialen of tips. De teamleden ervaren dit overleg veelal als motiverend en inspirerend, waardoor ze worden gestimuleerd om de eigen praktijk bespreekbaar te stellen.

Doeltreffendheid Het pedagogisch kernteam en het zorgteam nemen in toenemende mate initiatieven om de doeltreffendheid van de leerbegeleiding op te volgen. Zij baseren zich daarbij zowel op observatiegegevens en de informatie uit overlegmomenten als op evaluatiegegevens, in het bijzonder resultaten op genormeerde toetsen. De mate waarin het kernteam en het zorgteam andere interne evaluatiegegevens gebruiken om de effecten van de leerbegeleiding te onderzoeken, is nog veeleer beperkt.

Het schoolteam heeft echter nog geen traditie om de leerbegeleiding structureel en systematisch te onderzoeken, de resultaten ervan in kaart te brengen, te analyseren, te bespreken en – waar nodig – verbeteracties op te zetten. Het stelt in het ‘actieplan zorg’ duidelijke doelen en acties voorop maar het beoogde resultaat of effect blijft hierin meestal vaag wat de evaluatie hypothekeert.

De doeltreffendheid van de leerbegeleiding is sterk afhankelijk van de concrete uitvoering ervan door de individuele teamleden. De mate waarin en de wijze waarop de klasleerkrachten buiten de specifieke momenten van

klasondersteuning zelf preventie, differentiatie of remediëring een plaats geven in hun klaspraktijk verschilt sterk.

Ontwikkeling Het schoolteam beschikt over een ‘actieplan zorg’ met meerdere werkpunten.

Het huidige plan bevat de optimalisering van de speelplaatswerking, de verhoging van de gezamenlijke doelgerichtheid bij de leerbegeleiding en de implementatie van een digitaal kinddossier als belangrijkste doelen.

De beleidsverantwoordelijken kiezen ervoor om op een zeer geleidelijke en pragmatische manier de leerbegeleiding te stroomlijnen en te richten op de maatschappelijke verwachtingen. Ze investeren daartoe meer en meer in de professionalisering van de leden van het zorgteam opdat zij hun

ondersteunende rol nog sterker kunnen opnemen.

Op het niveau van de scholengemeenschap bestaat een overlegplatform voor zorgcoördinatoren. Dit orgaan laat de zorgcoördinatoren van de verschillende betrokken scholen toe geregeld hun deskundigheid te delen en gezamenlijke aandachtspunten uit te diepen.

Het schoolteam staat voor de uitdaging om de leerbegeleiding structureel verder uit te bouwen om tegemoet te (kunnen) komen aan de toenemende heterogeniteit van de schoolpopulatie en de wijzigende maatschappelijke verwachtingen.

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL

Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op.

Leiderschap,

De reorganisatie van het katholieke basisonderwijs in Herentals leidde het voorbije decennium tot een geregeld wisselende beleidscontext. Sinds 1 september 2006 sloten de directeurs van de drie vrije basisscholen in het centrum van Herentals en de directeur van de scholengemeenschap een formele samenwerkingsovereenkomst af. De drie basisscholen werden vanaf 1 september 2011 ondergebracht op één campus in het centrum van de stad. De hechte samenwerking met een duidelijk, gezamenlijk onderwijskundig en organisatorisch beleid leidt tot een werking waarbij de drie scholen als één pedagogisch geheel functioneren.

Het schoolbestuur, het directieteam en ruimer het hele (nieuwe) team ondernamen de voorbije jaren heel wat initiatieven om de ontwikkeling naar één pedagogisch geheel op een doordachte, gefaseerde én geleidelijke manier te realiseren. Deze initiatieven resulteren in de huidige (beleids)context met één schoolcultuur en –structuur.

In deze beleidscontext vormen twee directeurs met elk een specifiek profiel en opdrachtenpakket het centrale beleidsduo. Het directieteam investeert in een op participatie gerichte structuur. Zij betrekken de teamleden meer en meer bij de aansturing van de schoolwerking. Het pedagogisch kernteam en het

zorgteam hebben zowel een beleidsvoorbereidende als –ondersteunende functie. Een ruim aantal werkgroepen neemt daarnaast specifieke

verantwoordelijkheden op. Op die manier slaagt het schoolteam erin om in toenemende mate ‘samen school te maken’.

Het schoolteam investeerde de voorbije jaren structureel in een proces van schoolwerkplanning. Dit proces is geënt op de indeling van de ‘Opdrachten van het katholiek basisonderwijs in Vlaanderen’ van de onderwijskoepel. Deze visietekst en een schooleigen ‘visietekst (W)Onderwijs’ vormen samen de missie en visie van de school. In het (digitaal) schoolwerkplan krijgen vele visieteksten en onderwijskundige of organisatorische aspecten een plaats.

Het schoolteam beschikt over een structurele overlegcultuur. Studiedagen, personeelsvergaderingen, paralleloverleg, zorgoverleg… hebben een positieve invloed op de schoolwerking en het ontwikkelingsproces. Het beleidsteam kan steunen op een toenemende professionele dynamiek en een groeiend

engagement om veranderingen of vernieuwingen door te voeren.

Het proces van schoolwerkplanning zorgt voor structuur om vernieuwingen uit te proberen, te evalueren en – indien relevant – te verankeren in de praktijk.

Gaandeweg gebruikt het beleidsteam het schoolwerkplan om aspecten van de school- en klaswerking onder de aandacht van het team te brengen, te

bespreken en – indien relevant – aan te passen. Dit proces creëert een

ontwikkelingsperspectief om via kritische (zelf)reflectie het onderwijskundig en organisatorisch functioneren van de school te optimaliseren.

Dit toenemend reflectief vermogen biedt een duidelijke basis voor de verdere ontwikkeling van een kwaliteitszorgsysteem om sterke en zwakke kanten van de school- en klaswerking in kaart te brengen, te analyseren, te bespreken en passende acties te ondernemen om aspecten te borgen of bij te sturen.

Geleidelijk groeit het zelfevaluerend vermogen om aspecten van de werking in vraag te stellen en af te zetten tegen het schooleigen project en tegen de achtergrond van de maatschappelijke verwachtingen.

Het schoolteam heeft geen uitgesproken visie op het voeren van een

talenbeleid. Het schoolwerkplan bevat echter wel een duidelijke strategie om anderstalige leerlingen te ondersteunen. Het schoolteam brengt zowel de gewezen als de effectieve anderstalige nieuwkomers in kaart. Het detecteert daarnaast tot op zekere hoogte de talige noden van andere leerlingen. De teamleden zorgen voor een veilig en stimulerend pedagogisch klimaat

waarbinnen leerlingen met talige noden worden gestimuleerd om actief deel te nemen aan het onderwijsleerproces. Het schoolteam heeft aandacht voor een communicatief taalgebruik. De onderwijzers gebruiken diverse werk- en groeperingsvormen die de communicatie en interactie tussen de leerlingen bevorderen. De onderwijzers houden bij de evaluatie impliciet rekening met de talige mogelijkheden van de leerlingen. Het schoolteam spant zich in haar communicatie met ouders in om op een zo helder en verstaanbaar mogelijke wijze informatie uit te wisselen.

Het schoolteam baseert zijn zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid op de analyse van een aantal data die de noden van leerlingen(groepen) tot op zekere hoogte in kaart brengt. De evaluatiepraktijk levert echter nog beperkte

informatie op over de beginsituatie en de ontwikkeling van de kinderen. Het schoolteam heeft een visie over de wijze waarop het zijn zorg- en

gelijkeonderwijskansenbeleid vorm wil geven. Het team organiseert de acties vanuit operationele doelen. De schoolorganisatie zorgt er in toenemende mate voor dat het team de vooropgestelde doelen binnen het zorg- en

gelijkeonderwijskansenbeleid bereikt. De acties (op leerling-, leraren- en schoolniveau) die het schoolteam uitwerkt, sluiten grotendeels aan op de vooropgestelde doelen.

Het zorgteam tracht de effecten van de acties binnen het zorg- en

gelijkeonderwijskansenbeleid meer in kaart te brengen. De versnippering van de verantwoordelijkheden binnen de brede basiszorg en de verhoogde zorg maken het echter zeer moeilijk om de effectiviteit van beide fasen van het zorgcontinuüm te beoordelen. Het schoolteam heeft in zijn

professionaliseringsbeleid aandacht voor de deskundigheidsbevordering van een aantal teamleden met het oog op het schooleigen zorg- en

gelijkeonderwijskansenbeleid.

Het groeiend beleidsvoerend vermogen biedt duidelijk garanties naar de toekomst. Het schoolteam beschikt over een draagvlak om haar

maatschappelijke opdrachten op een gestructureerde, kwaliteitsvolle en participatieve manier te realiseren. De onderwijsinspectie vertrouwt dan ook op het huidige beleidsteam en het hele team om het positieve

ontwikkelingsproces van de school verder te zetten, in het bijzonder om tegemoet te komen aan de uitdagingen in dit rapport.

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL