Groen en Recreatie
Programma 6 Leefbaarheid en welzijn
Beleidsverantwoording
Algemeen
In 2013 hebben we de begrotingsprogramma’s Wijkgericht werken & leefbaarheid en Welzijn geïntegreerd.
Dat heeft geleid tot een betere vertaling van de gezamenlijke beleidsdoelen. Het programma Leefbaarheid en Welzijn draagt bij aan de sociale kwaliteit van de stad, evenals de programma’s 7, 10, 12, 13 en 14,
Het gesprek over Welzijn Nieuwe Stijl is in 2011 gestart en voortgezet in 2013. Welzijn Nieuwe Stijl gaat over het brede spectrum van welzijn en zorg. Welzijn Nieuwe Stijl sluit aan bij eigen kracht en verantwoordelijkheid, bij zelfredzaamheid en het zelforganiserend vermogen van de inwoners in Zwolle. Samen met de drie grote welzijnsorganisaties Travers, WIJZ en de Vrijwilligerscentrale zijn in het kader van welzijn nieuwe stijl vijf thema’s bepaald:
Sociale samenhang / leefbaarheid in de wijken
Zelfredzaamheid
Stimuleren gezond opvoeden
Civil society versterken
Participatie kwetsbare groepen
Bovenstaande thema’s zijn ook toetsingskader voor de bezuinigingen. Vanaf 2011 zijn en worden er forse bezuinigingen gerealiseerd door de welzijnsorganisaties. Dit heeft zijn invloed op de welzijnsactiviteiten. Deze zijn nu meer dan in het verleden gericht op ondersteuning en participatie van kwetsbare mensen. De bezuinigingen zijn vormgegeven in:
Gezamenlijk plan Travers, Wijz en VCZ (oa. reductie ondersteuning en management, invoeren eigen bijdrages, accommodaties, gezamenlijke inkoop)
Bezuiniging jeugd en jongerenwerk Travers 2013 en 2014 met nog een in te vullen opgave jongerenwerk per 1 januari 2015
Fusie Wijz en de Kern Dimence per 1/1/ 2014.
Rijksbezuinigingen op de maatschappelijke stages in het VO per 1 januari 2015 wat leidt tot een halvering van het budget voor het steunpunt vrijwilligerswerk. De gevolgen hiervan worden op dit moment in beeld gebracht.
Het afgelopen jaar is gewerkt aan de doorontwikkeling wijkgericht werken o.b.v. opgave gericht werken. Dit heeft een aantal (ver)nieuw(d)e producten opgeleverd en daarnaast zijn er winstpunten te zien in de nieuwe manier van werken. Dit heeft onder meer geleid tot een succesvolle vormgeving van het wijkmanagement. De reguliere activiteiten van het wijkgericht werken zijn zoals afgesproken uitgevoerd en in 2013 is geëxperimenteerd met het samenvoegen van de Jongerenbattle en het
Jongerenbudget. Het Buurt voor Buurtonderzoek 2013 is door vele Zwollenaren ingevuld en de resultaten zijn vertaald naar een leefbaarheid en veiligheidsindex en aangevuld met een sociale index en leefsituatie-index.
Partners vanuit verschillende domeinen hebben uitkomsten van onderzoek, wijkdialogen en eigen kennis samengebracht en gedestilleerd tot opgaven. In elke wijk zijn bijeenkomsten georganiseerd voor en met bewoners en professionals.
Dat de inzet op participatie loont blijkt wel uit de vele initiatieven waaruit de eigen kracht van de stad blijkt, met en zonder ondersteuning vanuit de gemeente. Er ontstaan aantoonbaar steeds meer nieuwe netwerken en verbindingen in de stad.
Geslaagde voorbeelden van anders benaderen en organiseren zijn: de Citybattles, Z200, Bewonerstraject Het Nieuwe Anker, Hanzelab, aanleg en onderhoud openbare ruimte en tijdelijk groen en een initiatief als Ontspruiten.
Wijkgericht werken en leefbaarheid
Doelstellingen/maatschappelijke effecten
het versterken van het zelforganiserend vermogen in woon- en leefomgeving,
het stimuleren van het ontstaan en in stand houden van ( preventieve) steunnetwerken,
het overtuigen van bewoners van Zwolle dat persoonlijke inzet voor de publieke zaak verschil kan maken en er toe doet,
het stimuleren en coördineren van vitale coalities die een bijdrage leveren aan de kwaliteit van woon- en leefsituatie in buurten en wijken Streefdoel/indicator
bij de het Buurt voor buurt-onderzoek 2014 heeft elke buurt minimaal een percentage van 70% van de inwoners dat aangeeft zich verantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid. Het stedelijk gemiddelde blijft minimaal het gemiddelde van de meting 2011 ( 80%)
Bij het Buurt voor buurt-onderzoek 2014 geldt voor elke buurt dat minimaal 35% van de buurtbewoners aangeeft in het afgelopen jaar zich actief heeft ingezet voor het verbeteren van de buurt.
Bij het Buurt voor buurt-onderzoek 2014 is in alle buurten minimaal een percentage van 40% van de bewoners dat aangeeft dat de gemeente voldoende doet om bewoners te betrekken bij ontwikkelingen in de buurt.
Nulsituatie Norm voor betreffende jaarschijf Wat is er in 2013 gerealiseerd
2011: aandacht voor buurtproblemen (% veel +voldoende)= stedelijk gemiddeld 48%
Betrekt bewoners bij
buurtveranderingen (% ja)= stedelijk gemiddeld 43%
In iedere buurt minimaal stedelijke gemiddelde 2011
Buurt voor Buurt-onderzoek 2013 laat voor Zwolle gemiddeld een stabiel beeld zien.
In 2013 zijn in alle Zwolse wijken wijkdialogen gehouden. Daarbij is op basis van de Buurt voor buurt-uitkomsten met bewoners en wijkwerkers gesproken over kansen en problemen in de eigen woon- en leefomgeving.
De uitkomsten zijn verwerkt in wijkagenda’s.
Uit alle gesprekken zijn in totaal over de hele stad 25 opgaven geformuleerd.
Naar categorie verdeeld:
9 probleem-opgaven
10 preventie-opgaven
7 kans-opgaven
Voor alle opgaven wordt nu gewerkt aan de uitvoering.
Afgelopen jaar actief geweest in de buurt (2011: stedelijk gemiddeld = 40%
Schaalscore inzet buurt: index 1 – 10:
2011: 7,2
Buurt voor Buurt-onderzoek 2013 laat voor Zwolle gemiddeld een stabiel beeld zien.
In Buurt voor Buurt-onderzoek 2013 is het rapportcijfer voor woonomgeving gestegen naar 7,4.
Over de hele stad zijn in 2013 totaal 76 premie-op-actie-bijdragen toegekend.
Het bewonersbudget is ingezet t.b.v. de jongerenbattle. Via de batlle zijn 25 ingediend.
In totaal zijn 10 projecten via deze weg verkozen.
Relaties met andere programma’s Programma 8 en 9
Welzijn
Welzijn is nauw verweven is met veel andere programma’s. Naast de hieronder in de tabellen opgenomen
doestellingen/maatschappelijke effecten zijn er twee doelstellingen binnen welzijn waarvan de primaire uitvoering belegd is binnen andere programma’s. Dit zijn:
Het stimuleren van de (economische) zelfstandigheid van burgers, daarmee ook het versterken van de gezamenlijke kracht om het leven en samenleven zo zelfstandig mogelijk vorm te geven. Aan deze doelstelling wordt (mede) uitvoering gegeven binnen de programma’s 10 en 11.
Jeugdigen groeien op tot evenwichtige volwassenen (fysiek, psychisch, sociaal, emotioneel). Aan deze doelstelling wordt primair uitvoering gegeven in de programma’s 7 en 14.
Doelstellingen/maatschappelijke effecten
Een veerkrachtige Zwolse civil society waarin burgers bereid zijn iets voor elkaar te doen en als actieve burgers een bijdrage leveren aan de samenleving.
Streefdoel/indicator
1. Toename vrijwillige inzet/actief burgerschap
2. Bevorderen participatie van ouderen en eenzaamheidgevoelens onder ouderen verminderen
Nulsituatie Norm voor betreffende jaarschijf Wat is er in 2013 gerealiseerd
Vrijwillige inzet in de buurt: 40 % (buurt voor buurt onderzoek 2011) 25,9 % van de bevolking is als vrijwilliger actief (Arcon)
Stijging met 10 %
Stijging met 5 %
Buurt voor Buurt-onderzoek 2013 laat geen stijging, maar een stabiel beeld zien (39%) De nieuwe portal van “Zwolle Doet” is in de lucht. Deze maakt het matchen van vraag en aanbod makkelijker.
Maatschappelijke stages, NL Doet, de Beursvloer etc dragen actief bij aan een grotere inzet van vrijwilligers in de buurt.
39 % van de ouderen voelt zich wel eens eenzaam (GGD Monitor 2011)
Daling met 5 % De eerstvolgende GGD-monitor vindt plaats in 2015 (eens per vier jaar).
Er is een multiculturele buurtkamer gestart.
“Welzijn op recept” is gestart in Stadshagen en wordt uitgebreid naar andere wijken in de stad.
“De draad weer oppakken” is een succes te noemen. Burgers waarderen de belangstelling van de gemeente voor hun welzijn.
8 % voelt zich ernstig tot zeer ernstig eenzaam (GGD monitor 2011)
Daling met 2 % De eerstvolgende GGD-monitor vindt plaats in 2015 (eens per vier jaar).
38% van de mensen tussen de 19 en 65 jaar oud voelt zich wel eens eenzaam (2008)
Daling met 5%
Relaties met andere programma’s Programma 14
Doelstellingen/maatschappelijke effecten
Krachtige straten, buurten en wijken waarin sprake is van een sterke sociale samenhang en een prettige, leefbare en veilige woonomgeving.
Streefdoel/indicator
Vergroten en versterken van het buurtkapitaal zodat de kwaliteit van de buurt verhoogd wordt. Indicatie vindt plaats op basis van het “Buurt voor buurt” onderzoek en de Veiligheidsmonitor.
Nulsituatie Norm voor betreffende jaarschijf Wat is er in 2013 gerealiseerd
87% van de huurders is tevreden over de eigen woonomgeving.
94% van de eigen woningbezitters is tevreden over de eigen woonomgeving.
In 2013 blijft de tevreden over de eigen woonomgeving ten minste gelijk aan de tevredenheid in 2008.
In Buurt voor Buurt-onderzoek 2013 is het rapportcijfer woonomgeving gestegen naar 7,4.
De veiligheidsbeleving van bewoners in de eigen buurt en wijk is 7,2.
Het aantal meldingen van overlast door jongeren bedroeg in 2011: 735.
In 2013 is de veiligheidsbeleving van bewoners in de eigen wijk en buurt gestegen naar 7,5.
Het aantal meldingen van overlast door jongeren bedraagt in 2012 maximaal 700.
In het Buurt voor Buurt-onderzoek 2013 is de ervaren overlast groepen jongeren gemiddeld genomen licht gestegen naar 11% (2011: 9%)
De sociale cohesie heeft het gemiddelde cijfer van 6,1 gekregen(2011)
In 2013 is het cijfer voor “sociale cohesie”
gestegen naar 6,5.
In Buurt voor Buurt-onderzoek 2013 is de score voor sociale cohesie licht gedaald naar 5,9.
Nb. In zijn algemeenheid is een stabilisatie tot lichte daling in actieve betrokkenheid en de waardering waar te nemen, zeer waarschijnlijk als gevolg van de economische crisis.
Doelstellingen/maatschappelijke effecten
Het stimuleren van een buitenschoolse omgeving (pedagogisch buurtklimaat) waarin jeugdigen zoveel mogelijk hun talenten kunnen ontwikkelen.
Nulsituatie Norm voor betreffende jaarschijf Wat is er in 2013 gerealiseerd Het aantal jongeren dat met behulp van het
jongerenwerk aan zinvolle vrijetijdsactiviteiten deelneemt.
In 2013 wordt een Social Return On Investment (SROI) uitgevoerd binnen het jongerenwerk in Zwolle. SROI is een methodiek die het rendement van maatschappelijke investeringen in economische èn sociale zin meetbaar en zichtbaar maakt. SROI is bedoeld voor investeerders en managers van projecten en bedrijven met een financiële en maatschappelijke doelstelling.
Om het rendement te bepalen van het jongerenwerk blijkt het uitvoeren van een SROI niet het geschikte instrument. In ons streven naar het beter inzichtelijk maken van maatschappelijke effect van het jongerenwerk wordt naar een passend instrument gezocht.
In 2013 zijn door het ambulant jongerenwerk gemeentebreed minimaal 1500 individuele jongeren bereikt en door het
accommodatiegebonden jongerenwerk worden nog eens minimaal 1.000 individuele jongeren bereikt.
Relaties met andere programma’s Programma 7
Doelstellingen/maatschappelijke effecten
Vergroten bespreekbaarheid homoseksualiteit (Lesbiennes-Homoseksuelen-Biseksuelen-Transgenders (LHBT)) in religieuze kring en onderwijs
Streefdoel/indicator
Het bereik van religieuze (allochtone) groepen en onderwijsinstellingen.
Nulsituatie Norm voor betreffende jaarschijf Wat is er in 2013 gerealiseerd
12 religieuze (allochtone) groepen 16 religieuze (allochtone) groepen Homo-emancipatie zou in 2013 ingezet worden voor de uitbreiding met vier allochtone organisaties. Op basis van de positieve gesprekken met de allochtone groepen is geconstateerd dat uitbreiding geen meerwaarde heeft. Daarom is gekozen voor een bijstelling van de inzet van de middelen voor met name de jeugd (via de scholen). Reeds gemeld bij Berap 2 2013.
5 onderwijsinstellingen 10 onderwijsinstellingen
Doelstellingen/maatschappelijke effecten
Integratie integraal onderdeel binnen alle beleidsterreinen.
Streefdoel/indicator
Per 2014 is inclusief beleid toegepast.
Nulsituatie Norm voor betreffende jaarschijf Wat is er in 2013 gerealiseerd
2010-2014 overgangsfase Uit het onderzoek naar de voortgang van
exclusief naar inclusief beleid bleek dat het inclusief beleid afdoende is ingebed.
Hiermee is de overgang afgerond.
Financieel overzicht (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde Begroting 2013 Rekening 2013 Te verklaren verschil t.o.v.
begroting 2013 t/m raad begroting 16-12-13
16-12-13 -=nadeel, +=voordeel
Ontwikkelingssamenwerking 53 53 53
Ouderenbeleid 1.371 17 1.371 17 1.350 17 21 21
Analyse afwijkingen > € 50.000 tussen begroting na wijziging en programmarekening 2013
Product afwijking I/D Analyse
Beleid accommodaties + 156 I De gereserveerde middelen voor frictiekosten Travers en Wijz zijn deels in 2012 en 2013 uitgegeven het restant blijft gereserveerd voor 2014. Daarnaast blijkt dat het onderhoud van de gemeentelijke wijkcentra lager is dan verwacht. De geplande technische werkzaamheden bij wijkcentrum de Weijenbelt zijn uitgesteld en opgenomen in een duurzaamheidsonderzoek om tot een meest optimale en duurzame oplossing te komen. Daarnaast blijken de geplande werkzaamheden aan de Molenkamp niet noodzakelijk. Bij nader inzien blijkt dat deze werkzaamheden in de laatste verbouw reeds zijn uitgevoerd , dit houdt in dat de reserve gelden uit onderhoud buurt en wijkcentra niet noodzakelijk zijn. De lagere reserve onttrekking (138) ontstaat door bovengenoemde. Het restant voordeel (18) op dagelijks onderhoud valt vrij.
Welzijnsbeleid +28 I De afwijking in baten en lasten wordt voornamelijk (317) veroorzaakt door het meerjarige IMG krediet wijkgerichte aanpak Kamper- en Diezerpoort. Tevens ontstaat een voordeel op nog niet uitgegeven incidenteel beschikbaar gestelde gelden voor homobeleid. Deze worden gereserveerd ten behoeve van 2014.
Wijkmanagement +210 I Het verschil ontstaat vanwege het restant budget veelzijdige driehoek (66) dit budget zal in 2014 beschikbaar worden gesteld aan de buurtvereniging voor het veder uitvoeren van de plannen. Daarnaast is het krediet voor het jongerenbudget 2012 nog in uitvoering. Een aantal initiatieven zijn nu in uitvoering, het restant (60) zal in 2014 worden gebruikt voor de afwikkeling en start van de andere initiatieven.
Op de reguliere wijk budgetten blijft een bedrag (84) over omdat er afgelopen jaren voornamelijk geïnvesteerd is in wijkdialogen, deze dialogen moeten er in 2014 toe leiden dat meer directe uitgaven worden gedaan.
reserve mutaties:
Beleid accommodaties -138 I Zie toelichting hierboven.
Welzijnbeleid Wijkmanagement
-28 -172
I Dit verschil ontstaat vanwege een storting in de reserve van gelden voor homobeleid. Dit betreffen incidenteel meerjarig beschikbaar gestelde middelen die voor 2014 benodigd zijn.
De afwijking door een lagere onttrekking aan de reserve vanwege minder kosten voor het bewonersbudget veelzijdige driehoek (66) in 2013. Het restant zal begin 2014 worden uitgegeven aan de doelen die de
belangenverenigingSschellerdriehoek hiervoor heeft gesteld. Voor de lagere onttrekking van het jongerenbudget (60) zie hierboven.
Bedragen x € 1.000
De genoemde verschillen passen binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders.
I = incidenteel verschil, D = verschil met doorwerking naar latere jaren (structureel of meerjarig incidenteel) - = nadeel, + = voordeel
Overzicht restant investeringskredieten
Totaal op dit programma:
Begin saldo 2013 1.318
Nieuwe kredieten:
B&W 25-06-13 Subsidie de Molenkamp 40
VVI 2013 inrichting en interieur WC Gerenlanden 90
Totaal te besteden aan kredieten in 2013 1.448
Besteding in 2013 -/- 646
Afgesloten kredieten
Overheveling ander programma
-/- -/-
74 238
Openstaand saldo per ultimo 2013 490
Dekking restant krediet 2013:
bijdrage derden: 317
t.l.v. reserves/voorzieningen: 83
t.l.v. exploitatierekening 90
Totaal 490
Bedragen x € 1.000
Specificatie van het verloop in 2013
Proje ct k redie t nieuw be s teding re stant dek king
1-1-2013 k rediet 2013 k redie t de rde n re s ./voorz. expl.rek .
Wijkenaanpak K’poort/D’poort 608 291 317 317
Wijkbudgetten RB apr 09 5e ronde C. 74 -74 0
Wijkbudgetten RB jun 10 6e ronde 23 23 23
Voorbereidingskrediet Nieuw b.Anker 238 -238 0
Haalbaarheidsonderzoek Molenkamp 250 250 0
Bew onersbudget 12/13 125 65 60 60
Dorpshuis De Molenkamp 0 40 40 0
VVI 13 inr&interieur WC Gerenlanden 0 90 0 90 90
1.318 -182 646 490 317 83 90
Bedragen x € 1.000
Financiële structuur lasten en baten bestaand beleid (x € 1.000)