• No results found

(Landschappelijke) ontwikkeling van boerderij Groot Schaik

Als casus is de (landschappelijke) ontwikkeling van één van de landgoedboerderijen - Groot Schaik - verder uitgewerkt met als uitgangspunt het Kadaster uit 1832. Blijkens het Kadaster uit 1832 heeft P.J. van Naamen in dat jaar - naast het bezit van Huis Scher-penzeel, de korenmolen met molenaarshuis en diverse andere huizen - zeven boerde-rijen in eigendom en in totaal ruim 497 hectare grond. De landbouwbedrijven bestonden uit verschillende onderdelen: bouwland, gras- en hooiland, akkermaalshout en heide of woeste grond (welke laatste overigens minder ‘woest’ was dan de naam suggereert en een belangrijke rol speelde in de bedrijfsvoering). In het kadaster wordt geen onderscheid gemaakt tussen gras- en hooiland, maar valt dit onder de noemer ‘weiland’. Het aandeel weiland, bouwland en heide wordt bij de verschillende boerderijen globaal in dezelfde verhoudingen aangetroffen. Het aandeel bos bestaat op de bezittingen nagenoeg enkel uit de omzoming van de bouw- en weilanden in de vorm van een houtwal c.q. -singel, opgaand bos is nauwelijks aanwezig. Om een beeld te krijgen van de samenstelling en ontwikkeling van de bezittingen en het grondgebruik, is in deze paragraaf ter illustratie boerderij Groot Schaik uitgewerkt.

Introductie

Boerderij Groot Schaik is ruim 2 kilometer ten noordoosten van Scherpenzeel gelegen, op de rand van een dekzandrug. Van oorsprong maakte de boerderij Groot Schaik deel uit van het goed Schaik, dat later is verdeeld in Groot Schaik, Klein Schaik en Kraaienoord. De laatstgenoemde boerderij bestaat niet meer; Klein Schaik is in 1914 afgebroken en een eindje verderop herbouwd. Groot Schaik werd blijkens een acte in het huisarchief (inv. nr 110) in 1824 gekocht door P.J. van Naamen van Scherpenzeel van W. van Bommel en Geertje Wolfswinkel.

Afbeelding: lig-ging van boerderij Groot Schaik ten opzichte van het dorp en een aantal andere Scherpen-zeelse boerderijen (detail uit afb. 4.1).

Omvang en samenstelling landerijen

Het Kadaster uit 1832 biedt de mogelijkheid om het grondbezit bij de boerderij en de samenstelling ervan te reconstrueren. Als de informatie uit de OAT over het grondgebruik van de percelen van P.J. van Naamen op de minuutplan wordt overgenomen, volgt uit het kaartbeeld als vanzelf het bij de boerderij horende grondbezit (zie de kaart op de volgende bladzijde). Het geheel bestaat uit een afwisseling van bouwland, weiland en heide en wordt (evenals een aantal individuele percelen) door een houtwal of houtsingel omzoomd.

Eén en ander kan worden geverifieerd met een document van later datum: in de ‘acte van scheiding’ van de nalatenschap van Herman Royaards is per boerderij aangegeven welke kadastrale percelen daarbij worden gerekend (inv.nr. 40 uit het familiearchief Royaards, Het Utrechts Archief). Dit blijken precies de percelen te zijn die ook blijkens het kaart-beeld van de minuutplan van het Kadaster bij de boerderij lijken te horen. Bij Groot Schaik hoorde circa 70 hectare land; daarvan was rond 1832 circa 25,50 ha bouwland, 26 ha heide, 11 ha weiland, 0,4 ha dennenbos en 5 ha hakhout. Hakhout komt voornamelijk voor in de vorm van grensmarkering en afscheiding van percelen, maar er ligt ook een aantal kleine vlakvormige perceeltjes hakhout. Verder hoorden destijds bij de boerderij twee schaaps-kooien (een erfkooi - iets buiten het erf gelegen - en een veldkooi) en een schaapsdrift. Rond de boerderij lag een erf met bijgebouwen (0,5 ha), tuin (0,04 ha) en boomgaard (0,10 ha). De ‘tuin’ moet gezien worden als moestuin. De weilanden rond Groot Schaik waren van slechte kwaliteit: ze worden in 1832 allen aangeslagen in klasse 4 (van de 5).

Kaart: de landerijen behorende bij boerderij Groot Schaik in de periode 1832-1898, ingete-kend op de kadastrale minuutplan (1832). De kaart geeft de situatie weer van het grondge-bruik in 1832. Rood = erf met de boerderij en bijgebouwen, paars = heide, geel = bouwland, groen = weiland, lichtgroen = hakhout, donkergroen = dennenbos, bruin = tuin. De rode sterren geven de ligging van de schaapskooien weer (bron: Kadastrale Atlas Gelderland 1832 - Scherpenzeel, ingekleurd door N. Welle).

Ook de bouwlanden zijn niet van hoge kwaliteit: deze worden evenredig aangeslagen in de klassen 3 en 4 (van de 5). De oppervlakte van de landerijen verandert in de loop der jaren nauwelijks: de oppervlakte zoals omschreven in 1898 komt overeen met die in 1832. Uit een eigendomskaart uit 1952 valt op te maken dat een perceel is aangekocht aan de noordzijde - dit maakt deel uit van een heideontginning. Weer later (blijkens de huidige eigendomskaart) is een deel aan de noordwestzijde verkocht. Aangezien het precies dat deel is wat aan één persoon verpacht was, zal deze pachter het gekocht hebben.

Afbeelding: in de ‘acte van scheiding’ van de nalatenschap van Herman Royaards (1898) is aangegeven welke kadastrale percelen beho-ren tot boerderij Groot Schaik. In de Oorspronke-lijk Aanwijzende Tafel (OAT) staat per perceel aan-gegeven welk soort eigen-dom het betreft (HUA, archief fa-milie Royaards, inv.nr. 40).

Kaart: deze kaart uit het archief van rentmees-terskantoor ’t Schoutenhuis geeft de omvang van Groot Schaik weer d.d. okto-ber 1952. Aan de noordzijde heeft een uitbreiding van de eigen-dommen plaats-gevonden, zie de rode pijl (kaart uit het archief van rentmeester-kantoor ’t Schou-tenhuis BV).

Ontginningen en andere landschappelijke ontwikkelingen

In 1832 maken de heidevelden nog ruim 30% van het areaal land uit. Op de TMK van 1862 is te zien dat de heidevelden voor ongeveer de helft zijn ontgonnen en deels als wei-land, deels als bouwland in gebruik zijn genomen. Het heideveld van ruim 12 ha aan de noordzijde is nog niet ontgonnen. Dit maakt onderdeel uit van een groot aaneengesloten heideveld aan de noordzijde van Groot Schaik, oost-west georiënteerd, lopend van boer-derij Veenschoten naar het Haarseveld bij boerboer-derij De Haar. Ook het aan de noordwest-zijde gelegen heideveld, grenzend aan De Haar, is dan nog niet ontgonnen. De veldkooi staat nog altijd op de kaart, hoewel het heideveld waar de kooi in lag is ontgonnen ten behoeve van de akkerbouw. Tien jaar later, in 1872, is de veldkooi van de kaart verdwe-nen; de erfkooi staat er nog wel. Het heideveld aan de noordwestzijde is nu bos en ook in de zuidwesthoek is bos aangeplant - in totaal is er 6,2 ha bos aangeplant. Op de - nog bestaande - heide aan de noordzijde, is een begin gemaakt met eigendomsmarkering middels een houtwal. In 1911 is de grens aan de noordzijde helemaal gemarkeerd met een houtwal over de heide. Verder zien we een uitbreiding van het areaal weiland ten koste van het bouwland. Ieder perceel is omzoomd: er sprake van een zeer kleinschalig landschap. Tussen 1911 en 1930 is het laatste restant heide - op een klein perceeltje na - in cultuur gebracht. Het heideveld is in 1930 voor ca. 2/5 met bos ingeplant en het resterende deel is weiland geworden. In 1953 is het laatste perceeltje heide ook ontgonnen; het aan-tal lijnvormige landschapselementen is afgenomen evenals de oppervlakte bos. Toch is nog altijd een aantal oude groene structuren zichtbaar. Op de volgende bladzijde staat een cartografisch overzicht van de hierboven beschreven ontwikkelingen.

De boerderij

Boerderij Groot Schaik is een gemeentelijk monument en dateert in zijn huidige vorm uit de tweede helft van de negentiende eeuw. In 1876 werd het stalgedeelte van de boerderij uitgebreid, waardoor het gebouw zijn huidige, zeer langgerekte, vorm kreeg. Een gevel-steen met de tekst ‘J.S.R./11 aug 1876’ herinnert aan deze verbouwing. De initialen zijn van Johan Sebastiaan Royaards, het zesde (of zevende: een eerder geboren zusje overleed op twee-jarige leeftijd) kind van Herman en Benudina Royaards-Van Naamen. Groot Schaik lijkt met zijn hoge gevels en langgerekte pannendak sterk op een andere Scherpenzeelse boerderij: Oud Willaar. Terwijl oudere boerderijen meestal wolfseinden en rietbedekking hadden, werden vanaf circa 1850 vooral hoge topgevels met pannendaken toegepast (Vre-denberg (2004), blz. 89).

TMK 1862 (bron: Hisgis) TMK 1872 (bron: watwaswaar.nl)

‘Bonneblad’ 1911 (bron: watwaswaar.nl) Topografische kaart 1930 (bron: watwaswaar.nl)

Topografische kaart 1953 (bron: watwaswaar.nl)

Foto’s: boerderij Groot Schaik anno 2015, met de kenmerkende blauw-witte luiken van het landgoed

Scher-penzeel. Op de gevel aan de achterzijde bevindt zich een steen met de tekst ‘J.S.R. 11 aug 1876’ (foto’s N, Welle, 2015).

BIJLAGE 3