• No results found

Kwaliteit beheer en onderhoud

Om de kwaliteit van het beheer en onderhoud te bepalen laat gemeente Cranendonck sinds 2015 tweemaal per jaar een kwaliteitsmeting uitvoeren. Doelstelling van deze meting is het bepalen van de mate waarin het streefniveau per functioneel gebied wordt behaald.

Uit de laatste monitoringsronde uit mei 2020 van Beheeraccent kunnen een aantal conclu-sies worden weergegeven2.

Beheeraccent voert de metingen uit met behulp van beeldmeetlatten, deze zijn afkomstig uit de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte 2013 van het CROW. In totaal zijn 60 locaties ge-meten met behulp van 41 meetlatten.

Beheeraccent hanteert de methode van de CROW om vast te stellen welk kwaliteitsniveau is behaald. Volgens deze methode is de totaalscore het kwaliteitsniveau dat bij 90% van de metingen wordt gehaald. Dit betekent dus dat 10% onder het gewenste niveau geaccep-teerd wordt.

Uit onderstaande grafiek 4.1 van Beheeraccent blijkt dat 92% van de metingen op C-kwali-teit of hoger wordt beoordeeld (optelsom van A+, A en B). Volgens de CROW systematiek is het gemiddelde niveau dus C-kwaliteit. Dit was in de jaren 2016, t/m 2019 nog B-kwaliteit.

2

Grafiek 4.1 behaalde kwaliteit 2020

Beheeraccent geeft ook inzicht in hoeverre het streefniveau zoals vastgelegd door ge-meente Cranendonck wordt gehaald. In onderstaande afbeelding heeft Beheeraccent dit weergegeven, waarbij ‘S’ staat voor vastgesteld streefniveau en ‘M’ staat voor de gemeten kwaliteit. Tabel 4.3 is een weergave van de meest recente metingen van mei 2020. Te zien is dat in de meeste gevallen het streefniveau van B-kwaliteit wordt behaald. Twee maal wordt meer kwaliteit dan het streefniveau gemeten. Twaalf keer is de gemeten kwaliteit la-ger dan het streefniveau.

Tabel 4.3 behaalde kwaliteit 2020 er functiegebied

De metingen per functiegebied geven meer inzicht in de kwaliteit, zeker als deze worden vergeleken met het vastgestelde streefniveau. Het openbaar groen scoort in alle functiege-bieden onder het streefniveau. Hier voldoen met name de gazons niet aan de minimale on-derhoudsnorm. Oorzaken hiervoor zijn ouderdom gazons, voedingsstoffen, kwaliteit bodem en droogte. Dit leidt tot afspoelen van zand en verstopping van de waterafvoer zie afbeel-ding 4.1.

Afbeelding 4.1 door kale plekken in het gazon spoelt zand op de verharding richting riool

Straatreiniging en straatmeubilair scoren respectievelijk in drie en vier van de zes functiege-bieden onder het streefniveau. Straatreiniging is een momentopname in het voorjaar. In de groeiperiode in juli augustus staat langs de kant van de verhardingen en in de goten veel onkruid, in het najaar liggen er veel bladeren en takjes. Behalve geen fraai beeld is dit voor de afwatering met name bij stortbuien niet gewenst. Bij straatmeubilair is de kwaliteit op vochtige en koele plekken vaak onder de norm vanwege aanslag en groei van alg.

De norm bij de verhardingen wordt mede gehaald door de uitvoering in de laatste jaren van diverse investeringen op voor de wegen, verkeersveiligheid, rioleringen en herinrichtingen.

Ook worden voor het bepalen van de kwaliteit enkele straten zoals in het centrum van Budel meegenomen met de komende herinrichtingen en vervangingen

Algemeen kan worden geconcludeerd dat het streefniveau niet wordt gehaald en de beeld-kwaliteit langzaam terugloopt naar het garantieniveau C. Dit is een consistent beeld wan-neer de opeenvolgende metingen van 2016 tot en met 2020 naast elkaar worden gelegd.

De terugloop in de beeldkwaliteit voor openbaar groen kan verklaard worden door de kli-maatsverandering. De afgelopen zomers waren erg warm en droog waardoor veel groen is afgestorven. Ook komen er steeds vaker zomerse stormen voor. Bomen in blad zijn minder goed bestand tegen de harde wind waardoor de schades veel groter zijn. In het te vormen beheerplan zal rekening gehouden moeten worden met de inrichting en assortimentskeuze gerelateerd aan de veranderede weersomstandigheden.

Gesteld is dat 10% van het areaal in de openbare ruimte onder het streefniveau mag liggen.

Dit zorgt echter voor achterstallig onderhoud en hogere vervangingsinvesteringen. Omdat de laatste jaren het achterstalligonderhoud niet (volledig) is weggewerkt neemt het areaal wat niet voldoet jaarlijks toe en zal de toegestane 10% gaan overschrijden. Het resultaat hiervan is dat het totaal beeld van de openbare ruimte hierdoor dus geleidelijk achteruit gaat en onder het streefniveau zal uitkomen

Zeer lage kwaliteit

Uit de rapportage van Beheeraccent blijkt voorts dat de volgende metingen onder het garan-tieniveau uitkomen, dus op een D niveau:

• Bomen stam- en wortelopschot;

• Gras vlakheid ondergrond;

• Gras kale plekken;

• Gras onkruid;

• Gras bijmaaien;

• Gras graslengte;

• Beplanting onkruid;

• Beplanting kale plekken;

• Meubilair natuurlijke aanslag;

• Vullingsgraad afvalbakken.

Dit betekent dat op deze punten een indicatie aanwezig is voor kapitaalvernietiging, uitlok-king van vernieling en functieverlies. Dit kan leiden tot juridische aansprakelijkstelling of so-ciale onveiligheid.

De metingen van Beheeraccent vinden plaats in het voor- of in het najaar. Dit betreft het be-gin of het eind van het groeiseizoen. In de zomerperiode, juli-augustus, is de kwaliteit van met name de reiniging verhardingen onder de maat. Het betreft onkruid op verharding en natuurlijk afval (blad, vruchten, bloemresten, takken).

Water en oevers

Water en oevers worden in de monitoring van Beheeraccent niet meegenomen. De sloten en greppels worden ieder jaar gemaaid. Groot onderhoud vindt nauwelijks plaats. Er zijn aanwijzingen dat de doorstroming en diepte van de duikers en watergangen onvoldoende is. Dit kan leiden tot veiligheidsproblemen met name tijdens een stortbui. Daarnaast moet het afwateringssysteem voldoende bergingscapaciteit bieden om met regenwater het grond-water aan te vullen en zo droogteschade te voorkomen. Ook dit loopt achteruit door beperkt onderhoud.

Boombeheer

Daarnaast verdient de meest recente boominspectie 2017-2018 vermelding. Van de toen bijna 15.000 geïnspecteerde bomen bleek 61% achterstallig en 9% verwaarloosd te zijn.

Deze relatief hoge percentages wijzen op een achterstand in het onderhoud.

Inboet meubilair

Niet zo opvallend maar wel bepalend voor de kwaliteit van de openbare ruimte is het niet meer terugplaatsen van meubilair. Om kosten te besparen kiest de gemeente er een enkele keer voor om bij schade voorzieningen niet meer terug te plaatsen.

Afbeelding 4.2 Deken van Baarsstraat Budel boom en prullenbak verwijderd Overige

Voor enkele andere voorzieningen is onvoldoende kennis aanwezig over de onderhoudstoe-stand. Dit gebrek aan kennis vormt een risico in het beheer en onderhoud en de kwaliteit:

• verlichtingscapaciteit en kwaliteit lichtmasten;

• verkeersregelinstallaties, matrixborden, verzinkbare palen .

5 Beschikbaar budget