• No results found

BEHEER OPENBARE RUIMTE GEMEENTE CRANENDONCK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BEHEER OPENBARE RUIMTE GEMEENTE CRANENDONCK"

Copied!
45
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BEHEER OPENBARE RUIMTE 2021-2025

GEMEENTE CRANENDONCK

(2)

Rapport

Projectnummer: 366813 Referentienummer: SWNL0263366 Datum: 23-07-2020

Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Gemeente Cranendonck

Status: Definitief

Opdrachtgever:

Gemeente Cranendonck Capucijnerplein 1 6021 CA BUDEL

(3)
(4)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 4

1.1 Aanleiding ... 4

1.2 Leeswijzer ... 4

2 Uitgangspunten ... 5

2.1 Detailniveau en onderdelen ... 5

2.2 Onderhoud en investeringen ... 5

2.3 Specifiek Cranendonck ... 6

2.4 Kostenberekening en toeslagen ... 8

3 Beleid ... 9

3.1 Kwaliteitsambities beheer en onderhoud ... 9

3.2 Uitvoeringsplannen ... 10

3.3 Veranderend werkveld beheer ... 13

4 Arealen en kwaliteit ... 15

4.1 Hoeveelheden per onderdeel ... 15

4.2 Hoeveelheden per gebied ... 17

4.3 Kwaliteit beheer en onderhoud ... 17

5 Beschikbaar budget ... 22

5.1 Onderhoud ... 22

5.2 Investeringen ... 22

5.3 Afvlakken toekomstige investeringspiek ... 23

6 Benodigd budget onderhoud ... 24

6.1 Werkwijze bepalen onderhoudskosten ... 24

6.2 Scenario’s ... 26

6.3 Budgetten per scenario ... 30

7 Vergelijking beschikbaar met benodigd budget ... 36

7.1 Vergelijking per scenario’s ... 36

7.2 Onderbouwing benodigde extra budgetten ... 36

8 Benodigde investeringen ... 39

8.1 Investeringen ... 39

8.2 Uitstel investeringen ... 41

9 Conclusies ... 42

9.1 Scenario’s en budgetten ... 42

9.2 Aanbevelingen ... 43

(5)

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Deze notitie Beheer Openbare Ruimte 2021-2025 biedt een herijking van de kosten voor het beheer van de openbare ruimte. Het doel van deze notitie is inzicht geven in het nieuwste beleid en ontwikkelingen binnen de gemeente Cranendonck, een zo volledig mogelijk beeld van de arealen, de kwaliteit van de openbare ruimte en de kosten voor het behalen van de gewenste kwaliteit. In deze notitie wordt geen nieuw beleid beschreven. In deze notitie wordt de financiële doorkijk gegeven van 2021 tot en met 2025.

De laatste herijking van de arealen en kosten is in 2015 uitgevoerd. De gemeente Cranen- donck heeft als wens om iedere vijf jaar een financiële doorkijk te kunnen bieden. Reden hiervoor is dat arealen door de jaren heen wijzigen, nieuw beleid wordt geformuleerd en wetgeving verandert. Dit zorgt ervoor dat de kosten voor onderhoud en vervangingsinveste- ringen opnieuw doorgerekend moeten worden. Hierbij moeten de gewenste kwaliteitsni- veaus worden meegenomen.

Deze notitie biedt naast een onderbouwing ook keuzes die de gemeente kan maken in het realiseren van de gewenste kwaliteit. Het kan als basis worden gebruikt bij het opstellen van de jaarlijkse kadernota waarin de beleidsvoornemens en de financiële kaders zijn vermeld.

De financiële kaders vormen samen met de kwaliteitsambities de basis voor het opstellen van de beheer- en uitvoeringsplannen.

1.2 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 Uitgangspunten staat het kader beschreven. Dit betreft het detailniveau waarop is gerekend, welke onderdelen en posten zijn beschouwd en welke kenmerken er specifiek gelden voor de gemeente Cranendonck.

Hoofdstuk 3 Beleid gaat in op de beleidsafspraken voor beheer en onderhoud zoals die nu gelden. De nieuwste beleids- en beheerplannen worden aangehaald. Thema’s die de ko- mende vijf jaar gaan spelen worden hier benoemd.

Hoofdstuk 4 Arealen en kwaliteit, beschrijft de te beheren objecten, de hoeveelheid en de kwaliteit. Hier komen ook de verschillende functionele gebieden aan de orde die in de ge- meente worden onderscheiden.

Hoofdstuk 5 Beschikbaar budget gaat in op het huidige budget wat beschikbaar is voor be- heer en onderhoud.

In hoofdstuk 6 Benodigd budget onderhoud is het budget weergegeven zoals dat is bere- kend in het kader van dit rapport. Het benodigd budget is bepaald voor vijf verschillende scenario’s zodat inzicht wordt gegeven in een onder- en bovengrens.

Hoofdstuk 7 Vergelijking beschikbaar met benodigd budget geeft de gevolgen van het hui- dige budget weer en de keuzes die de gemeente heeft om te komen tot het gewenste be- heer.

In hoofdstuk 8 Benodigde investeringen geeft de investeringen die moeten worden gedaan om de openbare ruimte te vernieuwen.

Hoofdstuk 9 Conclusies beschrijft de budgetten die de komende vijf jaar nodig zijn om het gewenste beleid te realiseren.

(6)

2 Uitgangspunten

2.1 Detailniveau en onderdelen

Het detailniveau van de kadernotitie wordt bepaald door de aanwezige gegevens. Daar- naast is de vereiste nauwkeurigheid om tot besluitvorming te komen bepalend. In onder- staande grafiek is per onderdeel weergegeven welke nauwkeurigheid wordt nagestreefd.

Schema: volgorde beslisdocumenten in het Beheer.

Onderdeel Kadernotitie => Beheerplan => Projecten => Evaluatie Aard Strategisch => Tactisch => operationeel => Toetsen

Duur Lange

termijn

Middellange

termijn Korte termijn Doel

Kaders en Keuzes

Uitwerking Binnen kaders Synergie- integraal Participatie

Uitwerking Planvorming Participatie Uitvoering

Toetsen voortgang aan kaders en keuzes.

Rapporteren en herijken kaders.

Marge tot ±20% => ±15% => ±10% =>

<===== Communicatie / gegevensuitwisseling =====>

Daar waar de huidige informatie onvoldoende is, is op basis van ervaring en of benchmark- gegevens een aanvulling gedaan. Hiermee is het mogelijk om toch tot gegevens te kunnen komen.

De openbare ruimte wordt in deze notitie opgevat als bovengrondse ruimte dat in eigendom is van gemeente Cranendonck. Inwoners en bezoekers zijn vanuit vele opzichten afhanke- lijk van de openbare ruimte, denk aan bereikbaarheid en mobiliteit, ontspanning, recreatie etc. In deze notitie gaat het over de volgende onderdelen:

Verharding (wegen) Openbare verlichting

Civiele kunstwerken Groen

Straatreiniging Water en Oevers

Verkeersvoorzieningen Straatmeubilair

2.2 Onderhoud en investeringen

Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte bestaat uit alle activiteiten en maatrege- len om de openbare ruimte voor een lange periode in stand te houden. Aan het eind van de levensduur wordt de openbare ruimte vernieuwd. Gedurende de levensduur wordt gespro- ken van onderhoud, aan het eind van de levensduur moet een investering worden ge- pleegd. Onderhoud wordt meestal onderscheiden in dagelijks en groot onderhoud. De drie typen dagelijks en groot onderhoud en investeringen hebben elk een eigen dynamiek, plan- ning en budget.

De onderstaande indeling van typen (Dagelijks onderhoud (Do), Groot onderhoud (Go) en Investeringen (Inv)) wordt gebruikt in deze notitie en voldoet aan de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording).

(7)

Type beheer Omschrijving Financiering Dagelijks on-

derhoud (Do)

• Dagelijks onderhoud betreft onderhoud dat fre- quent en planmatig wordt uitgevoerd (meerdere keren per jaar). Voorbeelden zijn snoeien, maaien, repareren en schoonhouden van de openbare ruimte.

• Het service onderhoud, het oplossen van meldin- gen en wensen van bijvoorbeeld inwoners wordt ook tot dit type onderhoud gerekend. Dit geldt ook voor het repareren van kleine schades en vernie- lingen.

• Inspecties en metingen van bijvoorbeeld asfaltwe- gen en civiele kunstwerken. Het schouwen van het beheer van de totale openbare ruimte om het beeldkwaliteit niveau te bepalen.

• Andere termen: dagelijks, klein, preventief of cor- rectief onderhoud.

Jaarlijks budget

Groot onder- houd (Go)

• Meer ingrijpende onderhoudsmaatregelen die één of een enkele keer worden uitgevoerd gedurende de levensduur van het object. Deze maatregelen hebben als doel technische staat van het object op orde te brengen zodat de geplande levensduur wordt bereikt en het object veilig kan worden ge- bruikt.

• Groot onderhoud is te voorzien en kan worden in- gepland, de kosten per jaar kunnen sterk vari- eren.

Reservering of Voorziening

Investeringen (Inv)

• Na het einde van de levensduur wordt nagedacht of het object nog voldoet en of het moet worden vervangen, verwijderd of gerenoveerd.

• Vergelijkbare termen zijn renovatie of rehabilita- tie. Het vernieuwen van een object met een gewij- zigde inrichting en functie.

• Feitelijk is er sprake van een nieuwe (inrichting van de) openbare ruimte. Redenen hiervoor zijn:

gewijzigd beleid of veranderend gebruik waardoor de ‘oude/huidige’ inrichting niet meer voldoet.

• Voor het bepalen van het benodigde budget wordt gerekend met één op één vervangen.

Investering

2.3 Specifiek Cranendonck

Bijzonder, en een groot probleem voor de gemeente Cranendonck, is de aanwezigheid van bodemverontreiniging door zinkassen. Dit is een overblijfsel van de zinkproductie in de re- gio. De zinkfabrieken in de regio (waaronder in Budel-Dorplein) hadden niets aan de zinkas- sen die na het smeltproces van de zinkproductie achterbleven (circa 1900-1973). Maar die zinkassen hadden wel een stevige structuur en werden gebruikt als verhardingsmateriaal voor wegen, paden en erven. Bijkomend voordeel was dat er geen onkruid op groeide. Ge- meenten en burgers konden ze gratis afhalen bij de fabriek. Dat werd dan ook in geheel

(8)

Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg op grote schaal gedaan en vele wegen en erven zijn er in het verleden mee verhard1.

Tegenwoordig (vanaf circa 1985) is duidelijk hoe sterk vervuild de bodem is geraakt door deze zinkassen. De vervuiling betreft zware metalen. Het milieuprogramma onder verant- woording van provincie Noord Brabant het ‘Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK, 2001 tot 2015)’ heeft actief gewerkt aan het verminderen van de bodemverontreiniging door on- der andere voorlichting, bodemonderzoek, bodemsanering en cofinanciering. Het ABdK heeft een deel van de zinkassenverontreiniging gesaneerd, in de openbare wegen van ge- meente Cranendonck. Het ABdK is gestopt in 2015 omdat vervolgbudgetten ontbraken.

Echter grote delen van gemeente Cranendonck zijn als ‘verdacht gebied’ aangemerkt. Dit betekent dat bij de werkzaamheden in de openbare ruimte waarbij de bodem wordt geroerd, bodemonderzoek en eventueel aanvullende maatregelen tijdens de werkzaamheden nodig zijn. Denk bij maatregelen aan: civieltechnische werkzaamheden maar ook het vervangen lichtmasten, verlagen gazons etc. Dit zorgt voor gemeente Cranendonck voor flinke extra kosten voor het beheer van de openbare ruimte. Kosten verhogende aspecten zijn:

• Bodemonderzoek voor zinkassen;

• Melding bij bevoegd gezag conform Besluit Uniforme Saneringen, een zogenaamde BUS-meldingen;

• Milieukundige begeleiding;

• Veiligheids- en Arbomaatregelen tijdens de uitvoering;

• Langere uitvoeringsperiode werkzaamheden, geldt ook voor benodigde omleidingen et cetera;

• Extra maatregelen voor bewoners, service en communicatie;

• Werkzaamheden moeten worden gesplitst en apart worden ingepland en uitgevoerd af- hankelijk van de mate van vervuiling (geen, beperkte of zware);

• Hogere stortkosten grond;

• Verontreinigd grondwater waardoor (mobiele) waterzuiveringsinstallaties nodig zijn.

Afbeelding 2.1 extra maatregelen als gevolg van zinkassen

1

(9)

2.4 Kostenberekening en toeslagen

In dit rapport wordt overwegend gebruik gemaakt van de landelijke veel toegepaste CROW publicaties. Hierin is de werkwijze van inspecteren, beoordelen, classificeren van geconsta- teerde schade eenduidig vastgelegd. In Nederland maken de meeste gemeenten gebruik van deze systematiek. Door het hanteren van deze methodiek is ook een benchmark met andere gemeenten mogelijk en kan de kwaliteitsontwikkeling periodiek worden bewaakt.

Ook kan hierover objectieve verslaglegging plaats vinden.

De gemeente is meer en meer een regiegemeente. Waar werkzaamheden in het verleden nog in eigen beheer werden voorbereid en gecontroleerd en uitgevoerd worden deze nu uitbesteed aan externe partijen. Redenen om werkzaamheden uit te besteden zijn:

• Specialistische kennis en apparatuur vereist zoals voor:

o milieukundige onderzoeken en begeleiding;

o meetwerkzaamheden;

o plan- en bestekvoorbereidingen;

o beoordelen constructieopbouw en advisering;

o toezicht en kwaliteitsbeoordelingen;

o verlichtingsadviezen;

o rioleringsadviezen en waterbeheer;

o landschaps- en groenbeheer;

o verkeersveiligheid.

• Beperkte capaciteit eigen organisatie;

• De voorbereidings- en uitvoeringstijd is langer geworden. Extra onderzoeken en vertra- gingen tijdens de werkzaamheden.

Een van de gevolgen is dat de VAT-kosten (voorbereiding, administratie en toezicht) voor projecten niet gemaakt worden door de ambtelijke organisatie maar door externe partijen.

Om die reden wordt in de benodigde budgetten in deze notitie een percentage van 20% op- genomen om de VAT-kosten te dekken. Dit percentage is een landelijk gemiddelde en daarom ook reëel voor gemeente Cranendonck. Dit percentage is aan de lage kant op het moment dat er sprake is van werkzaamheden waarbij specialistisch toezicht noodzakelijk is wanneer er tijdens werkzaamheden onderzoek naar of sanering van de zinkassen aan de orde is.

In deze notitie wordt bij de beheermaatregelen waarbij de bodemroering aan de orde is, de eenheidsprijs met 5 tot 10% verhoogd. Deze kostenverhoging is reëel gezien de aanwezig- heid van de zinkassen waardoor extra kosten moeten worden gemaakt (zie ook paragraaf 2.4).

(10)

3 Beleid

3.1 Kwaliteitsambities beheer en onderhoud

Gemeente Cranendonck heeft haar gewenste ambitieniveau vastgesteld aan de hand van de landelijke CROW normen. In onderstaande tabel staan deze uitgewerkt.

Kwaliteitsniveau CROW Betekenis Betekenis uitgelegd

A+ Zeer hoog Nagenoeg ongeschonden

A Hoog Mooi en comfortabel

B Voldoende Functioneel

C Extensief Onrustig beeld, discomfort of enige

vorm van hinder

D Zeer extensief Kapitaalvernietiging, uitlokking van vernieling, functieverlies, juridische aansprakelijkstelling of sociale onvei- ligheid.

Tabel 3.1 overzicht kwaliteitsniveaus CROW

Gemeente Cranendonck heeft haar (integrale) ambitie voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte beschreven in het beleidsplan IBOR 2009. In 2015 is het IBOR plan herzien om de kwaliteitseisen, de openbare ruimte en de beschikbare budgetten weer in ba- lans te brengen.

Voor het bepalen van de gewenste kwaliteit van beheer en onderhoud is in 2015 een uitge- breid burgerparticipatie traject doorlopen. Het bleek dat de burgers de voorkeur hadden voor de het scenario Wonen Recreëren. Voor dit scenario was echter niet voldoende budget beschikbaar. In september 2015 heeft de raad als tussenoplossing vastgesteld: het

garantieniveau C met het steven naar het de kwaliteitsambitie Wonen Recreëren. Deze tussenoplossing geldt nog steeds.

In het scenario Wonen Recreëren wordt ingezet op de kwaliteit van de openbare ruimte in de woonwijken, het centrum en de bijzondere gebieden. In het buitengebied is het beheer sober en doelmatig, gelet op de recreatiefunctie worden de fietspaden en het straatmeubi- lair wel op een B-kwaliteit onderhouden. De bedrijventerreinen worden sober en doelmatig onderhouden. Voor een goede doorstroming van het verkeer is de kwaliteit van de verhar- dingen en de openbare verlichting hier een stapje hoger dan de andere onderdelen. In on- derstaande tabel is het scenario Wonen Recreëren per asset en per gebied weergegeven.

(11)

Hoofd infrastructuur

Centrum-ge-

bieden Woongebied Bedrijven- terrein

Bijzonder ge- bied

Buiten- gebied

Verharding B B B/A B A C/B

Openbaar groen B A B C A C

Straatreiniging B A B C A B

Straatmeubilair B A A C A B

Verkeersvoorzieningen B A B C A C

Openbare verlichting B B B B A C

Civiele kunstwerken B B B C A C

Waterlopen B A B C A C

Tabel 3.2 Streefniveau Wonen en Recreëren

College en raad van gemeente Cranendonck heeft in september 2015 uitgesproken dat kwaliteitsniveau C te allen tijde voor alle assets en in elk functiegebied gegarandeerd moet worden (zie onderstaande tabel). De budgetten zijn op basis van het garantieniveau vastge- steld.

Garantieniveau Hoofd

infrastructuur

Centrum-ge-

bieden Woongebied Bedrijven terrein

Bijzonder ge- bied

Buiten- gebied

Verharding C C C C C C

Openbaar groen C C C C C C

Straatreiniging C C C C C C

Straatmeubilair C C C C C C

Verkeersvoorzieningen C C C C C C

Openbare verlichting C C C C C C

Civiele kunstwerken C C C C C C

Waterlopen C C C C C C

Tabel 3.3 Streefniveau Garantieniveau

3.2 Uitvoeringsplannen

Voor de verschillende assets zijn beheerplannen aanwezig. De uitgangspunten uit de uit- voeringsplannen zijn meegenomen in de doorrekeningen. Voor de assets straatreiniging, straatmeubilair, verkeersvoorzieningen en waterlopen zijn geen beheerplannen aanwezig.

Verharding

Uitvoeringsplan wegen, 2018-2019; Sweco 2019

Inhoud Dit uitvoeringsplan is de basis voor groot onderhoud voor kunstwerken en wegen in 2018 en 2019. Dit uitvoerings- plan geeft een doorkijk tot en met 2027.

Beleidsintensivering Het uitvoeringsplan wegen sluit aan bij het IBOR-plan uit 2015. Het plan omvat de nieuwste arealen van wegen en civiele kunstwerken naar aanleiding van inspecties. Dit is vertaald naar de benodigde onderhoudsbudgetten en ver- vangingsinvesteringen. Daarnaast omvat dit plan concreet aan welke wegen/bruggen werkzaamheden nodig zijn in

(12)

welk jaar. De budgetwijzigingen naar aanleiding van dit plan zijn voor 2021 en verder nog niet vastgesteld door de gemeenteraad van Cranendonck.

Relatie met notitie De berekende benodigde onderhoudsbudgetten zijn opge- nomen in deze notitie.

Advies bermverhardingen gemeente Cranendonck; Sweco 2018

Inhoud In gemeente Cranendonck zijn relatief veel smalle asfalt- wegen (<4 m) door (toenemend) (groter en breder) land- bouw- en sluipverkeer (inclusief vrachtwagens) is er sprake van schade aan wegkanten en bermen.

Beleidsintensivering Dit plan is nieuw en omvat een advies naar aanleiding van stelselmatige asfaltschades. In dit plan wordt uiteengezet hoe schade kan worden voorkomen of opgelost door een eenmalige investering in bermverhardingen. Voor welke wegen dit prioriteit heeft is gebaseerd op het IBOR-plan uit 2015. De genoemde investeringen in het plan zijn voor de planjaren 2021 en verder nog niet vastgesteld door de ge- meenteraad van Cranendonck.

Relatie met notitie De berekende benodigde investeringsbudgetten zijn opge- nomen in deze notitie.

Civieltechnische kunstwerken

Civiele kunstwerken, technische inspecties, analyses en adviezen gemeente Cra- nendonck; Sweco 2017

Inhoud Technische inspecties van 17 civieltechnische kunstwer- ken, inclusief adviezen voor onderhoudsmaatregelen.

Beleidsintensivering Dit rapport bevat de nieuwste inspectiegegevens van de civieltechnische kunstwerken. De inspectiegegevens wor- den uitgewerkt in adviezen, (indien nodig) in te nemen maatregelen en bijbehorende kosten. De budgetwijzingen naar aanleiding van dit plan zijn nog niet vastgesteld door de gemeenteraad van Cranendonck.

Relatie met notitie De berekende benodigde dagelijks- en grootonderhoud budgetten zijn opgenomen in deze notitie.

(13)

Openbaar groen

Groenontwikkelingsplan Budel; gemeente Cranendonck 2015

Groenontwikkelingsplan Budel-Dorplein; gemeente Cranendonck 2015 Groenontwikkelingsplan Budel-Schoot; gemeente Cranendonck 2015 Groenontwikkelingsplan Gastel; gemeente Cranendonck 2015

Groenontwikkelingsplan Maarheeze; gemeente Cranendonck 2015

Inhoud Groenontwikkelingsplannen per kern met een inventarisa- tie van ‘het eigene’ van de kern en maatregelen om dit te versterken.

Beleidsintensivering Deze plannen zijn de nieuwste plannen met visie op de ontwikkeling van het groen per kern. In de plannen staan per kern maatregelen benoemd om de visie uit te voeren.

De meeste maatregelen zijn benoemd om uit te voeren tij- dens beheer en onderhoud, voor een aantal maatregelen wordt geadviseerd een project te starten en een investe- ring te doen. De investeringsgelden zijn nog niet beschik- baar gesteld door de gemeenteraad van Cranendonck.

Beheerplan groen gemeente Cranendonck 2019-2024 – concept; Sweco 2019 Inhoud Het beheerplan is het instrument om invulling te geven aan

de doelstelling ‘een zo hoog mogelijke waardering van het groen door haar gebruikers, tegen zo laag mogelijke kos- ten’.

Beleidsintensivering Het beheerplan groen is nieuw en sluit aan bij het IBOR- plan uit 2015. Het plan omvat de nieuwste arealen van het openbaar groen, hoe het beheer wordt uitgevoerd en welke benodigde onderhoudsbudgetten daarbij horen.

Deze budgetwijzigingen zijn nog niet vastgesteld door de gemeenteraad van Cranendonck.

Relatie met notitie De berekende benodigde budgetten (Do, Go en Inv) zijn opgenomen in deze notitie.

Bomenbeheerplan gemeente Cranendonck 2019; IBOR advies BV.

Inhoud In het bomenbeheerplan wordt de visie op bomen uitge- werkt voor het beheer. Het bomenbeheerplan geeft ant- woord en richtlijnen voor vraagstukken die betrekking heb- ben op aanleg, planten en het beheer en onderhoud van bomen.

Beleidsintensivering Het bomenbeheerplan geeft richtlijnen voor onder andere aanplant, de groeiplaats, snoei en de boomveiligheidscon- trole. Deze richtlijnen zijn van invloed op de benodigde budgetten. Deze doorrekening en eventuele budgetwijzi- gingen zijn opgenomen in deze notitie.

Relatie met notitie De richtlijnen uit het bomenbeheerplan zijn in deze notitie met behulp van kengetallen berekend in de benodigde budgetten (Do, Go en Inv).

(14)

Relatie met notitie De berekende benodigde investeringsbudgetten zijn opge- nomen in deze notitie.

Groenontwikkelingsplan Soerendonk gemeente Cranendonck; Sweco 2012

Inhoud Groenontwikkelingsplan met een inventarisatie van ‘het ei- gene’ van de kern en maatregelen om dit te versterken.

Beleidsintensivering Dit plan is het nieuwste plan met visie op de ontwikkeling van het groen van de kern Soerendonk. In het plan staan maatregelen benoemd om de visie uit te voeren. Een aan- tal maatregelen zijn benoemd om uit te voeren tijdens be- heer en onderhoud, voor een aantal maatregelen wordt geadviseerd een project te starten en een investering te doen. De investeringsgelden zijn nog niet beschikbaar ge- steld door de gemeenteraad van Cranendonck.

Relatie met notitie De berekende benodigde investeringsbudgetten zijn opge- nomen in deze notitie.

Openbare verlichting

Openbare verlichting beheerplan 2017-2019 gemeente Cranendonck; Nobralux 2017 Inhoud Uitgangspunten voor beheer, onderhoud en vervanging

van de openbare verlichting.

Beleidsintensivering Het beheerplan omvat de nieuwste gegevens van de openbare verlichting. In het beheerplan staan de uitgangs- punten van het beheer van de openbare verlichting gekop- peld aan de een locatie en welke benodigde onderhouds- budgetten daarbij horen. Deze onderhoudsbudgetten zijn vastgesteld. De budgetten voor vervangingen zijn niet vastgesteld door de gemeenteraad van Cranendonck.

Relatie met notitie De berekende benodigde budgetten (Do, Go en Inv) zijn opgenomen in deze notitie.

3.3 Veranderend werkveld beheer

In de nabije toekomst komen er veel ontwikkelingen op Cranendonck af die impact gaan hebben op het beheer van de openbare ruimte. Een groot deel van deze externe invloeden spelen zich af op mondiaal niveau. De volgende invloeden gaan de komende decennia im- pact hebben op het beheer van de openbare ruimte:

• veroudering openbare ruimte;

• demografische ontwikkelingen;

• bereikbaarheid (schaalvergroting landbouwverkeer);

• data gedreven beheer (digitalisering);

• klimaatadaptatie;

• toename (invasieve) exoten;

• energietransitie;

• circulariteit;

• participatie;

• toerisme.

(15)

De invloed die Cranendonck heeft op deze ontwikkelingen is minimaal. De enige manier om alles in goede banen te leiden is het meegaan met de veranderingen. In de uit te werken beheerplannen kunnen relevante ontwikkelingen een plek krijgen.

(16)

4 Arealen en kwaliteit

4.1 Hoeveelheden per onderdeel

In onderstaande tabel staan de arealen zoals die begin 2019 bekend zijn. Aan de hand van deze arealen zijn de budgetten berekend. Dit betekent dat gebiedsuitbreidingen na begin 2019 niet zijn opgenomen in de budgetten.

Onderdeel m2 m1 St

Verharding (wegen)

Fietspaden 410.687

Gebiedsontsluitingswegen 234.567

Voetpaden 180.874

Woonstraten 1.167.090

Onverharde wegen 184.266

subtotaal 2.177.484

Civieltechnische kunstwerken

Bruggen 17

Duikers 7

Greppelduikers 900

subtotaal

924 Verkeersvoorzieningen

Straatnaamborden 985

Komborden 116

Verkeersborden 6.050

Verzinkbare paal 1

Verkeersinstallatie 1

Subtotaal 7.153

Openbare verlichting

Lichtmasten 5.831

Subtotaal 5.831

Groen

Bos 2.187.879

Beplantingen 161.933

Bomen 17.246

Grassen 1.381.321

Hagen 8.069 847

Subtotaal 3.739.202 847 17.246 Water en Oevers

Slootbermen 229.847

Sloot 165.009

Wateren 140.562

(17)

Onderdeel m2 m1 St subtotaal 370.409 165.009 Straatmeubilair

Banken 180

Picknicktafel 39

Afvalbakken 137

Fietsenrekken 397

Beelden 65

Afzetpalen (globaal) 650

Hekken 881

Subtotaal 881 1.403

Tabel 4.1 hoeveelheden per onderdeel

Sinds 2015 is het areaal beperkt uitgebreid. Toename areaal door:

• uitbreidingsplannen gemeente;

• inbreidings- en uitbreidingsplannen projectontwikkelaars;

• verkeersmaatregelen/ sturing sluipverkeer;

• ondersteunend groen voor verkeersmaatregelen;

• herinrichtingen centrum en woonwijken;

• vergroening en duurzaamheidsmaatregelen.

Voorbeelden hier van zijn een aantal inbreidingslocaties langs bestaande wegen als Dorps- akkers, Fubula en Armilla in Soerendonk. Dit leidt tot iets meer verhard oppervlak in de vorm van parkeergelegenheid en voetpaden. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren meer ver- keersvoorzieningen gekomen met ondersteunend groen. Een voorbeeld zijn portalen bij de ingang van dorpen (zie afbeelding 4.1).

Afbeelding 4.1 Meer verkeersvoorzieningen met ondersteunend groen (Grensweg te Budel)

Afspraken met derden

Naast de arealen uit tabel 4.1 zijn er onderdelen in de openbare ruimte waarover afspraken zijn gemaakt met derden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om:

• Beeldende kunstwerken en monumenten (65) stuks. Deze worden beheerd door afdeling gebouwen;

• Delen van schoolpleinen en sportaccommodaties waar de gemeente geen eigenaar is, maar wel incidenteel onderhoud pleegt.

(18)

4.2 Hoeveelheden per gebied

Om te kunnen differentiëren is er een gebiedsindeling opgesteld naar functionaliteit van het gebied. De zes kernen, Budel, Budel-Dorplein, Budel-Schoot, Gastel, Maarheeze en Soe- rendonk, zijn verdeeld in zeven functionele gebieden. Deze gebieden zijn:

• Centra;

• Woonwijken;

• Bijzonder gebied;

• Bedrijventerreinen;

• Hoofdinfrastructuur;

• Buitengebied.

Elk van de functionele gebieden heeft een eigen streefniveau (zie paragraaf 3.1).

Bos Verhar- ding

Groen Water totalen

Buitengebied 208,2 75,9 85,0 51,6 420,8

Woonwijken 6,5 78,3 38,5 2,4 125,7

Hoofdinfrastructuur 39,8 0,1 39,9

Bedrijventerreinen 3,3 8,5 13,5 2,1 27,4

Centra 0,1 13,1 9,6 0,5 23,2

Bijzonder gebied 0,9 3,4 0,2 4,5

Totalen 217,1 216,5 150,0 56,9 640,5

Tabel 4.2 Arealen per structuurgebied in hectare (Eenheid oppervlakte)

4.3 Kwaliteit beheer en onderhoud

Om de kwaliteit van het beheer en onderhoud te bepalen laat gemeente Cranendonck sinds 2015 tweemaal per jaar een kwaliteitsmeting uitvoeren. Doelstelling van deze meting is het bepalen van de mate waarin het streefniveau per functioneel gebied wordt behaald.

Uit de laatste monitoringsronde uit mei 2020 van Beheeraccent kunnen een aantal conclu- sies worden weergegeven2.

Beheeraccent voert de metingen uit met behulp van beeldmeetlatten, deze zijn afkomstig uit de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte 2013 van het CROW. In totaal zijn 60 locaties ge- meten met behulp van 41 meetlatten.

Beheeraccent hanteert de methode van de CROW om vast te stellen welk kwaliteitsniveau is behaald. Volgens deze methode is de totaalscore het kwaliteitsniveau dat bij 90% van de metingen wordt gehaald. Dit betekent dus dat 10% onder het gewenste niveau geaccep- teerd wordt.

Uit onderstaande grafiek 4.1 van Beheeraccent blijkt dat 92% van de metingen op C-kwali- teit of hoger wordt beoordeeld (optelsom van A+, A en B). Volgens de CROW systematiek is het gemiddelde niveau dus C-kwaliteit. Dit was in de jaren 2016, t/m 2019 nog B-kwaliteit.

2

(19)

Grafiek 4.1 behaalde kwaliteit 2020

Beheeraccent geeft ook inzicht in hoeverre het streefniveau zoals vastgelegd door ge- meente Cranendonck wordt gehaald. In onderstaande afbeelding heeft Beheeraccent dit weergegeven, waarbij ‘S’ staat voor vastgesteld streefniveau en ‘M’ staat voor de gemeten kwaliteit. Tabel 4.3 is een weergave van de meest recente metingen van mei 2020. Te zien is dat in de meeste gevallen het streefniveau van B-kwaliteit wordt behaald. Twee maal wordt meer kwaliteit dan het streefniveau gemeten. Twaalf keer is de gemeten kwaliteit la- ger dan het streefniveau.

Tabel 4.3 behaalde kwaliteit 2020 er functiegebied

De metingen per functiegebied geven meer inzicht in de kwaliteit, zeker als deze worden vergeleken met het vastgestelde streefniveau. Het openbaar groen scoort in alle functiege- bieden onder het streefniveau. Hier voldoen met name de gazons niet aan de minimale on- derhoudsnorm. Oorzaken hiervoor zijn ouderdom gazons, voedingsstoffen, kwaliteit bodem en droogte. Dit leidt tot afspoelen van zand en verstopping van de waterafvoer zie afbeel- ding 4.1.

(20)

Afbeelding 4.1 door kale plekken in het gazon spoelt zand op de verharding richting riool

Straatreiniging en straatmeubilair scoren respectievelijk in drie en vier van de zes functiege- bieden onder het streefniveau. Straatreiniging is een momentopname in het voorjaar. In de groeiperiode in juli augustus staat langs de kant van de verhardingen en in de goten veel onkruid, in het najaar liggen er veel bladeren en takjes. Behalve geen fraai beeld is dit voor de afwatering met name bij stortbuien niet gewenst. Bij straatmeubilair is de kwaliteit op vochtige en koele plekken vaak onder de norm vanwege aanslag en groei van alg.

De norm bij de verhardingen wordt mede gehaald door de uitvoering in de laatste jaren van diverse investeringen op voor de wegen, verkeersveiligheid, rioleringen en herinrichtingen.

Ook worden voor het bepalen van de kwaliteit enkele straten zoals in het centrum van Budel meegenomen met de komende herinrichtingen en vervangingen

Algemeen kan worden geconcludeerd dat het streefniveau niet wordt gehaald en de beeld- kwaliteit langzaam terugloopt naar het garantieniveau C. Dit is een consistent beeld wan- neer de opeenvolgende metingen van 2016 tot en met 2020 naast elkaar worden gelegd.

De terugloop in de beeldkwaliteit voor openbaar groen kan verklaard worden door de kli- maatsverandering. De afgelopen zomers waren erg warm en droog waardoor veel groen is afgestorven. Ook komen er steeds vaker zomerse stormen voor. Bomen in blad zijn minder goed bestand tegen de harde wind waardoor de schades veel groter zijn. In het te vormen beheerplan zal rekening gehouden moeten worden met de inrichting en assortimentskeuze gerelateerd aan de veranderede weersomstandigheden.

Gesteld is dat 10% van het areaal in de openbare ruimte onder het streefniveau mag liggen.

Dit zorgt echter voor achterstallig onderhoud en hogere vervangingsinvesteringen. Omdat de laatste jaren het achterstalligonderhoud niet (volledig) is weggewerkt neemt het areaal wat niet voldoet jaarlijks toe en zal de toegestane 10% gaan overschrijden. Het resultaat hiervan is dat het totaal beeld van de openbare ruimte hierdoor dus geleidelijk achteruit gaat en onder het streefniveau zal uitkomen

Zeer lage kwaliteit

Uit de rapportage van Beheeraccent blijkt voorts dat de volgende metingen onder het garan- tieniveau uitkomen, dus op een D niveau:

• Bomen stam- en wortelopschot;

• Gras vlakheid ondergrond;

• Gras kale plekken;

• Gras onkruid;

• Gras bijmaaien;

• Gras graslengte;

• Beplanting onkruid;

(21)

• Beplanting kale plekken;

• Meubilair natuurlijke aanslag;

• Vullingsgraad afvalbakken.

Dit betekent dat op deze punten een indicatie aanwezig is voor kapitaalvernietiging, uitlok- king van vernieling en functieverlies. Dit kan leiden tot juridische aansprakelijkstelling of so- ciale onveiligheid.

De metingen van Beheeraccent vinden plaats in het voor- of in het najaar. Dit betreft het be- gin of het eind van het groeiseizoen. In de zomerperiode, juli-augustus, is de kwaliteit van met name de reiniging verhardingen onder de maat. Het betreft onkruid op verharding en natuurlijk afval (blad, vruchten, bloemresten, takken).

Water en oevers

Water en oevers worden in de monitoring van Beheeraccent niet meegenomen. De sloten en greppels worden ieder jaar gemaaid. Groot onderhoud vindt nauwelijks plaats. Er zijn aanwijzingen dat de doorstroming en diepte van de duikers en watergangen onvoldoende is. Dit kan leiden tot veiligheidsproblemen met name tijdens een stortbui. Daarnaast moet het afwateringssysteem voldoende bergingscapaciteit bieden om met regenwater het grond- water aan te vullen en zo droogteschade te voorkomen. Ook dit loopt achteruit door beperkt onderhoud.

Boombeheer

Daarnaast verdient de meest recente boominspectie 2017-2018 vermelding. Van de toen bijna 15.000 geïnspecteerde bomen bleek 61% achterstallig en 9% verwaarloosd te zijn.

Deze relatief hoge percentages wijzen op een achterstand in het onderhoud.

Inboet meubilair

Niet zo opvallend maar wel bepalend voor de kwaliteit van de openbare ruimte is het niet meer terugplaatsen van meubilair. Om kosten te besparen kiest de gemeente er een enkele keer voor om bij schade voorzieningen niet meer terug te plaatsen.

Afbeelding 4.2 Deken van Baarsstraat Budel boom en prullenbak verwijderd Overige

Voor enkele andere voorzieningen is onvoldoende kennis aanwezig over de onderhoudstoe- stand. Dit gebrek aan kennis vormt een risico in het beheer en onderhoud en de kwaliteit:

(22)

• verlichtingscapaciteit en kwaliteit lichtmasten;

• verkeersregelinstallaties, matrixborden, verzinkbare palen .

(23)

5 Beschikbaar budget

5.1 Onderhoud

Voor het onderhoud van de buiten ruimte heeft de gemeente twee soorten middelen ter be- schikking, te weten: financiële middelen of budgetten en inzet van de eigen dienst.

Financiële budgetten

De beschikbare middelen voor het beheer van de openbare ruimte zijn 2,3 miljoen euro per jaar exclusief VAT kosten. Vergeleken met het budget voor beheer en onderhoud in 2015 is dit 370 duizend euro lager. Hierbij is het budget van 2015 geindexeerd naar prijspeil 2020.

Het budget openbare ruimte is afgestemd op het garantieniveau C zonder de meerkosten voor het werken met zinkassen. Het is opgebouwd uit middelen voor het uitbesteden van werkzaamheden voor zowel het dagelijks als groot onderhoud. De vastgestelde begroting van 2020 vormt de basis voor de berekening van het beschikbare budget.

Inzet eigen dienst

Naast beschikbaar budget heeft de gemeente Cranendonck ook een eigen dienst die kan worden ingezet voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. De bezetting van de buitendienst betreft 6,9 fte. Ongeveer 80% van deze fte’s kan worden toegerekend aan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte, dat is 5,5 fte . De eigen dienst is door het geringe aantal fte’s, generatiepact oudere werknemers beperkt inzetbaar voor het uitbe- stede aandeel klein en groot onderhoud.

De werkzaamheden die de eigen dienst uitvoert worden niet ingekocht op de markt. De uren die de eigen dienst maakt vertegenwoordigen 345.000 euro wanneer gerekend wordt met marktconforme prijzen. Dit betekent dat als het werk wat de eigen dienst doet wordt inge- kocht bij aannemers dat de gemeente bovenstaand bedrag extra zou kwijt zijn.

De overige 20% van de fte’s van de eigen dienst worden toegerekend aan de producten af- val, markt, riolering, sportparken/gymzalen, speelplekken, gladheidbestrijding storingen en calamiteiten.

5.2 Investeringen

De benodigde investeringen voor de openbare ruimte worden integraal afgestemd met in- vesteringen voor het riool. Dit gebeurt meestal op basis van veroudering van de voorzienin- gen. Bij deze afstemming wordt rekening gehouden met verkeersmaatregelen, duurzaam- heidsmaatregelen, reconstructies en herinrichtingen.

Bij het bepalen van het jaarlijkse onderhoud is het uitgangspunt dat de benodigde vervan- gingsinvesteringen tijdig volgens planning worden gerealiseerd. Worden investeringen uit- gesteld, dan stijgen ook de onderhoudskosten.

Voor investeringen is geen budget beschikbaar. De benodigde investeringen worden jaar- lijks in de begroting aangevraagd. In deze notitie is een raming gemaakt van de benodigde investeringen. Deze raming is opgenomen in hoofdstuk 8.

(24)

5.3 Afvlakken toekomstige investeringspiek

De gemiddelde levensduur van de openbare ruimte bedraagt ongeveer zestig jaar. Cranen- donck heeft veel openbare ruimte aangelegd in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Dit veroorzaakt de een vervangings- en dus investeringspiek in de periode 2020 tot 2040.

Om de kwaliteit van openbare ruimte in stand te houden is het noodzakelijk deze de ko- mende jaren te vervangen. Hiervoor worden integrale vervangingsprojecten opgestart waar- bij ook rekening wordt gehouden met riolering, openbaar groen en de verkeersveiligheid.

Hiermee wordt tegemoetgekomen aan het verbeteren van de leefomgeving. Een goede kwaliteit van recreatieve fietspaden, dorpskernen en rustlocaties dragen bij aan het stimule- ren van bedrijfsontwikkelingen, recreatie en toerisme.

Uit aanvullende verhardingsonderzoeken en adviseringen worden, naast het dagelijks en groot onderhoud de benodigde vervangingsinvesteringen per jaar bepaald.

Afhankelijk van leeftijd, kwaliteit, functie kan het vervangingsonderhoud als volgt worden ge- pland:

• Tijdig inplannen benodigd onderhoud en vervangingen om spreiding te krijgen in het uit- voeringsjaar door zowel vervanging te vervroegen als uit te stellen.

• Wegen buitengebied hoofdzakelijk groot onderhoud in combinatie met het aanbrengen van bermverhardingen. Fundering en ondergrond bodem zijn in Cranendonck over het algemeen goed. Wel plaatselijk bodemverontreinigingen.

• Integrale uitvoering in combinatie met rioleringsprojecten, dorps- en stadsvernieuwingen, reconstructies en verkeersmaatregelen.

(25)

6 Benodigd budget onderhoud

6.1 Werkwijze bepalen onderhoudskosten

De meeste budgetten zijn ontleend aan onderliggende beheerplannen. Daar waar geen be- heerplannen beschikbaar zijn, zijn de kosten bepaald in het kader van deze notitie.

De bepaalde budgetten hebben prijspeil 2020. Om de geplande hoeveelheden werkzaam- heden jaarlijks te kunnen laten uitvoeren is het vereist de benodigde budgetten te indexeren volgens de CBS indexcijfer voor de grond-, weg-, en waterbouw (GWW).

De budgetten zijn inclusief benodigde inspecties, directe uren, benodigde materialen en stortkosten. De kosten zijn inclusief algemene kosten, winst en risico voorbereiding, admi- nistratie en toezicht (VAT) en exclusief beleidsontwikkeling en btw.

De effecten van zinkvervuiling zijn verwerkt in de budgetten. Over alle onderhoudswerk- zaamheden waar werkzaamheden in de bodem zijn voorzien is een opslag van 5-10% mee- genomen.

Bij het bepalen van de kosten is rekening gehouden een doorkijk van 10 jaar tot 2030. Dit conform de eisen van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording).

Het groot onderhoud wegen wisselt sterk per jaar. Hier is een lopend gemiddelde berekend over de vijf volgende jaren. Dus 2022 is het gemiddelde van 2022 t/m 2026 en 2023 het ge- middelde van 2023 t/m 2027 enz.

Groen

De kosten voor het groen zijn ontleend aan het beheersysteem Obsurv waarin de kosten voor de kosten voor bomen, beplanting, bos, hagen en gras zijn opgenomen. Deze kosten- raming is tevens de bron voor het beheerplan Groen 2019-2023. Daarnaast is het beheer- plan bos en natuurterreinen 2015 gebruikt. Naast de kosten ontleend aan het beheersys- teem zijn verschillende bijkomende kosten geraamd:

Voor het dagelijks onderhoud betreft het de volgende posten:

• onkruidbestrijding op verharding;

• extra werkzaamheden bladcampagne;

• werkzaamheden gerelateerd aan de begraafplaats;

• rupsenbestrijding eiken;

• diverse kosten, zoals nader onderzoek boomveiligheid.

Water en oevers

De kosten voor het water en de oevers zijn ontleend aan het beheersysteem Obsurv. Het betreft de kosten voor het uitmaaien van de watergangen en greppels.

Voor het op diepte houden van de watersystemen zijn de benodigde budgetten geraamd in het kader van deze notitie. Deze kosten zijn in gelijke delen over de jaren verdeeld als groot onderhoud.

Het onderhoud van de greppelduikers die de gemeente beheert is niet in enige beheerplan- nen opgenomen. Hiervoor zijn in het kader van deze notitie kosten geraamd voor het schoonspuiten.

(26)

Straatreiniging

Reiniging betreft het vegen van de verharding en het bestrijden van onkruid op de verhar- ding. Reiniging is berekend op basis van:

• Areaal binnen komgebied;

• Aantal veegbeurten etc.;

• Verharding (wegen).

Verharding (wegen)

De kosten voor de verhardingen zijn ontleend aan het beheerplan wegen 2017 – 2021. De benodigde budgetten zijn verder gebaseerd op de nieuwe kostenramingen voor het nieuwe beheerplan wegen 2021 - 2025. Dit beheerplan is gebaseerd op de weginspectie najaar 2019 en schouwgegevens van 2020. Bij het bepalen van de kosten is rekening gehouden met een doorkijk van 10 jaar tot 2030. Dit is conform de eisen van het BBV (Besluit Begro- ting en Verantwoording). Voor het dagelijks onderhoud zijn hierbij extra kosten opgenomen voor onderhoud bermen en onverharde wegen, wegmarkeringen, stortkosten, voorbereiding en toezicht en de recreatieve fietspaden.

De effecten van de bodemvervuilingen zijn verwerkt in de budgetten. Voor de reguliere on- derhoudswerkzaamheden aan de verhardingen een opslag van 5%. Bij vervangingsinveste- ringen bij wegen waar meer gewerkt wordt aan de funderingen is een opslag berekend van 10%. Naast het dagelijks en groot onderhoud vormen de vervangingen van de verhardingen een belangrijk onderdeel van het totale beheer van de wegen. De budgetten voor het jaar- lijkse klein en groot onderhoud zijn afgestemd op de benodigde vervangingsinvesteringen.

Hierbij wordt ingepland dat deze tijdig volgens planning worden gerealiseerd.

Straatmeubilair

Voor het straatmeubilair zijn de kosten voor reiniging van het meubilair en reparaties bere- kend. Het huidige budget is aan de lage kant voor een gemeente zoals Cranendonck. Het plaatsen van een gemiddelde zitbank of afvalbak kost gemiddeld circa 500 euro. Op basis van het huidige areaal is het beheer en onderhoud berekend. Het betreft onderhoudsronden voor reiniging en inspectie en eventuele reparaties en inboet. Naast het beheer en onder- houd is het ook noodzakelijk slecht meubilair te vervangen. De benodigde vervangingsin- vesteringen zijn hiervoor vereist.

Openbare verlichting

De budgetten voor openbare verlichting zijn ontleend aan het Meerjarenonderhoudsplan Straatverlichting en het beheerplan Openbare verlichting 2017 t/m 1019. Onder de verschil- lende kostensoorten wordt het volgende verstaan, dagelijks onderhoud is het verhelpen sto- ringen en inspecties. Het groot onderhoud bestaat uit remplace lampen en schilderen van masten. Energiekosten zijn niet meegenomen in de kostenberekeningen. De

vervangingsinvesteringen en het ombouwen naar Led-verlichting is voor de periode 2021- 2025 getemporiseerd.

Verkeersvoorzieningen

De afgelopen jaren is het aantal verkeersvoorzieningen toegenomen. Het is wenselijk hiervoor in de begroting een aparte budgetpost voor op te nemen. Voor de

verkeersvoorzieningen zijn de kosten voor herstel bebordingen, verzinkbare palen, knipperbollen, verkeersregelinstallatie (1 kruispunt) en overige elektronische

snelheidsbeperkende apparatuur geraamd. Ook is het wenselijk budgetten voor het beheer en onderhoud van verkeersvoorzieningen om het sluipverkeer rondom Maarheeze te beperken mee te nemen in de begroting.

(27)

Naast het klein en groot onderhoud zijn ook nog vervangingsinvesteringen nodig om verouderde apparatuur te vervangen. Het vervangen van de verkeersregelinstallatie nabij het kruispunt Nieuwstraat – Burg. van Houtstraat en Cranendoncklaan staat voor de komende periode op de planning.

Civieltechnische kunstwerken

De kosten voor het beheer van de civieltechnische kunstwerken zijn ontleend aan beheer- plan Civiele kunstwerken gemeente Cranendonck 2018. Dit beheerplan loopt tot 2022 voor periode 2023-2025 is een schatting gemaakt op basis van de voorgaande jaren.

Naast de budgetten voor het beheer en onderhoud zijn voor verouderde kunstwerken ook nog vervangingsinvesteringen nodig. Bij de vervangingsinvesteringen is gepland om een voetgangersbrug in het Cranendonckse Bosch te vervangen.

6.2 Scenario’s

De kosten voor het onderhoud zijn weergegeven in vijf scenario’s waarbij de beheerintensi- teit steeds toeneemt. Bij het bepalen van de niveaus is gebruik gemaakt van de niveaus van het CROW, zie voor de beschrijving van de kwaliteitsniveaus tabel 3.1 in hoofdstuk 3. Af- beelding 6.1 illustreert deze intensiteiten waarbij Sober het laagste is en Intensief het hoogst. Bij het niveau Sober wordt meer onkruid, meer onvlakheid, meer zwerfvuil e.d. geto- lereerd. Dit kan leiden tot meer klachten en overlast bij bewoners. Het leidt niet tot meer on- veiligheid. Alle scenario’s garanderen dat de openbare ruimte veilig en duurzaam wordt be- heert.

De scenario’s betreffen:

Garantieniveau

Het minimale wat de gemeente moet doen om de openbare ruimte te beheren en om de openbare ruimte veilig te houden en te voldoen aan de wettelijke zorgplicht. Het niveau komt overeen met niveau C van het CROW. Onderhoud wordt alleen verricht wanneer dit noodzakelijk is. In deze variant wordt beheerd tot de grens van wat toelaatbaar is. Dit vergroot de kans op onkruid, gaten in wegen, ongelijke trottoirs en overwoekering van plantsoenen. Het leidt tot meer kans op klachten van onze bewoners.

Garantieniveau, wegen plus

Deze variant is gelijk aan het Garantieniveau behalve voor wegen. Voor wegen wordt gestreefd naar het hogere onderhoudsniveau tussen C en B (kwaliteit C-plus) voor de belangrijkere deelgebieden. Deze variant heeft als leidraad om eerder onderhoud te verrichten aan de belangrijkere infrastructuur. Met deze variant wordt voorkomen dat in de belangrijkere gebieden dat de wegen onder het niveau komen tijdens een strenge winter en/of droge zomer. Ook wordt met het eerder uitvoeren van het vereiste onderhoud een marge opgebouwd om beter te kunnen plannen en dit af te stemmen op de beschikbare capaciteit bij de uitvoering. Met deze variant is minder kans op klachten van onze bewoners en houdt de centra en hoofdinfrastructuur bereikbaar voor bewoners, bezoekers en

ondernemers.

(28)

Garantieniveau plus

Deze variant is gelijk aan de vorige variant maar met een hogere kwaliteit niet alleen voor wegen maar ook voor de andere assets in de belangrijkere gebieden. Deze hogere kwaliteit is een onderhoudsniveau tussen C en B (kwaliteit C-plus).

Dit betekent dat ook voor groen, verkeersvoorzieningen, straatmeubilair, openbare

verlichting, water en oevers en straatreiniging sitaties die onder het niveau zijn minder vaak voor komen. Ook voor deze assets zal een buffer worden opgebouwd.

Streefniveau Wonen en Recreëren

In dit scenario wordt ingezet op de kwaliteit van de openbare ruimte in de woonwijken, het centrum en de bijzondere gebieden. In het buitengebied is het beheer sober en doelmatig, maar ten behoeve van de recreatiefunctie worden de fietspaden en het straatmeubilair wel op een B-kwaliteit onderhouden. Ook blijven de wegen in het buitengebied geschikt voor het hedendaagse landbouw- en vrachtverkeer. De bedrijventerreinen worden sober en

doelmatig onderhouden. Voor een goede doorstroming van het verkeer is de kwaliteit van de verlichting hier een stapje hoger dan de andere onderdelen.

Standaard

In dit scenario wordt één uitgangspunt voor de gehele openbare ruimte gehanteerd: De openbare ruimte is schoon, veilig en er zijn geen kapotte elementen duidelijk zichtbaar. Er wordt geen onderscheid gemaakt in diverse deelgebieden. Overal gelden de gelijke waarden. Technisch gezien houdt dit in dat alles op een basisniveau wordt onderhouden, zowel de centrumgebieden, als bedrijventerreinen als het buitengebied etc. Er komen geen uitblinkers voor, maar ook geen uitschieters naar beneden.

Sober C niveau Basis B niveau Inentsief A niveau

Blad blad blad

Onkruid tegels Onkruid tegels Onkruid tegels

Onkruid beplanting Onkruid beplanting Onkruid beplanting

(29)

Sober C niveau Basis B niveau Inentsief A niveau

Onvlakheid onvlakheid onvlakheid

Afbeelding 6.1 illustratie verschillen niveaus

Scenario Garantieniveau

De kwaliteitseisen voor dit onderhoudsscenario ziet er voor de deelgebieden als volgt uit:

Hoofd infrastruc-

tuur

Centrum-ge-

bieden Woongebied Bedrijven terrein

Bijzonder ge- bied

Buiten- gebied

Verharding C C C C C C

Openbaar groen C C C C C C

Straatreiniging C C C C C C

Straatmeubilair C C C C C C

Verkeersvoorzieningen C C C C C C

Openbare verlichting C C C C C C

Civiele kunstwerken C C C C C C

Waterlopen C C C C C C

Schema 6.1 Scenario Garantieniveau

Scenario Garantieniveau, wegen plus

De kwaliteitseisen voor dit onderhoudsscenario betreffen alles op C en wegen op een plus niveau voor centrumgebieden en hoofd infrastructuur. Dit ziet er als volgt uit:

Hoofd

infrastructuur

Centrum-ge-

bieden Woongebied Bedrijven terrein

Bijzonder ge- bied

Buiten- gebied

Verharding C/B C/B C/B C C/B C

Openbaar groen C C C C C C

Straatreiniging C C C C C C

Straatmeubilair C C C C C C

Verkeersvoorzieningen C C C C C C

Openbare verlichting C C C C C C

Civiele kunstwerken C C C C C C

Waterlopen C C C C C C

Schema 6.2 Scenario Garantieniveau, wegen plus

(30)

Scenario Garantieniveau plus

De kwaliteitseisen voor het onderhoudsscenario Garantieniveau plus met het streven naar kwaliteit B voor de belangrijkere deelgebieden ziet als volgt uit:

Hoofd

infrastructuur

Centrum-ge-

bieden Woongebied Bedrijven terrein

Bijzonder ge- bied

Buiten- gebied

Verharding C/B C/B C/B C C/B C

Openbaar groen C/B C/B C/B C C/B C

Straatreiniging C/B C/B C/B C C/B C

Straatmeubilair C/B C/B C/B C C/B C

Verkeersvoorzieningen C/B C/B C/B C C/B C

Openbare verlichting C/B C/B C/B C C/B C

Civiele kunstwerken C/B C/B C/B C C/B C

Waterlopen C/B C/B C/B C C/B C

Schema 6.3 Scenario garantieniveau plus

Scenario Streefniveau Wonen en Recreëren

Als we de kwaliteitseisen in een schema rangschikken ziet het streefniveau Wonen en Re- creëren er als volgt uit:

Hoofd

infrastructuur

Centrum-ge-

bieden Woongebied Bedrijven terrein

Bijzonder ge- bied

Buiten- gebied

Verharding B B B/A B A C/B

Openbaar groen B A B C A C

Straatreiniging B A B C A B

Straatmeubilair B A A C A B

Verkeersvoorzieningen B A B C A C

Openbare verlichting B B B B A C

Civiele kunstwerken B B B C A C

Waterlopen B A B C A C

Schema 6.4 Scenario Streefniveau Wonen en Recreëren

(31)

Scenario Standaard

De kwaliteitseisen voor het onderhoudsscenario Standaard ziet er voor de deelgebieden als volgt uit:

Hoofd

infrastructuur

Centrum-ge-

bieden Woongebied Bedrijven terrein

Bijzonder ge- bied

Buiten- gebied

Verharding B B B B B B

Openbaar groen B B B B B B

Straatreiniging B B B B B B

Straatmeubilair B B B B B B

Verkeersvoorzieningen B B B B B B

Openbare verlichting B B B B B B

Civiele kunstwerken B B B B B B

Waterlopen B B B B B B

Schema 6.5 Scenario Standaard

6.3 Budgetten per scenario

Bij het vaststellen van het gewenste onderhoudssceanrio worden de budgetposten per vakgebied in de begroting verdeeld op basis van de tabellen 6.1 tot en met 6.5. In onder- staande tabellen staan de berekende onderhoudskosten per scenario weergegeven. Hieruit blijken de volgende kosten:

• Garantieniveau 2,92 miljoen niveau C

• Garantieniveau wegen plus 3,06 miljoen niveau C wegen +

• Garantieniveau plus 3,18 miljoen niveau C+

Streefniveau Wonen Recreëren 3,75 miljoen per doelgebied niveau A, B en C

• Standaard 3,87 miljoen niveau B

De budgetten van de duurste en goedkoopste verschillen bijna een miljoen euro van elkaar.

(32)

Kostensoort Kosten per planjaar Garantieniveau gemiddeld per jaar

2021 2022 2023 2024 2025

DO Groen 928.415 928.415 928.415 928.415 928.415 928.415

GO Groen - - - -

Subtotaal 928.415 928.415 928.415 928.415 928.415 928.415

DO Water en oevers 155.483 155.483 155.483 155.483 155.483 155.483

GO Water en oevers 67.293 67.293 67.293 67.293 67.293 67.293

Subtotaal 222.776 222.776 222.776 222.776 222.776 222.776

DO Straatreiniging 138.176 138.176 138.176 138.176 138.176 138.176

GO Straatreiniging - - - -

Subtotaal 138.176 138.176 138.176 138.176 138.176 138.176

DO Wegen 580.000 580.000 580.000 580.000 580.000 580.000

GO Wegen 474.671 493.031 664.127 835.224 1.006.320 694.675

Subtotaal 1.054.671 1.073.031 1.244.127 1.415.224 1.586.320 1.274.675

DO Straatmeubilair 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815

GO Straatmeubilair - - - -

Subtotaal 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815

DO Openbare verlichting 166.465 166.465 166.465 166.465 166.465 166.465

GO Openbare verlichting 32.148 45.938 36.762 16.143 18.712 29.941

Subtotaal 198.613 212.403 203.227 182.608 185.177 196.406

DO Verkeersvoorzieningen 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748

GO Verkeersvoorzieningen - - - -

Subtotaal 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748

DO Civieltechnische kunst-

werken 2.700 2.700 2.700 2.700 2.700 2.700

GO Civieltechnische kunst-

werken 5.000 1.500 8.720 8.720 8.720 6.532

Subtotaal 7.700 4.200 11.420 11.420 11.420 9.232

Totaal DO 2.056.802 2.056.802 2.056.802 2.056.802 2.056.802 2.056.802

Totaal GO 579.112 607.762 776.902 927.380 1.101.045 798.441

Totaal onderhoud 2.635.914 2.664.564 2.833.704 2.984.182 3.157.847 2.855.243

VAT GO 46.329 48.621 62.152 74.190 88.084 63.875

Totaal inclusief VAT 2.682.243 2.713.185 2.895.856 3.058.372 3.245.931 2.919.118 Tabel 6.1 Scenario Garantieniveau

(33)

Kostensoort Kosten per planjaar Garantieniveau wegen plus gemiddeld per jaar

2021 2022 2023 2024 2025

DO Groen 928.415 928.415 928.415 928.415 928.415 928.415

GO Groen - - - -

Subtotaal 928.415 928.415 928.415 928.415 928.415 928.415

DO Water en oevers 155.483 155.483 155.483 155.483 155.483 155.483

GO Water en oevers 67.293 67.293 67.293 67.293 67.293 67.293

Subtotaal 222.776 222.776 222.776 222.776 222.776 222.776

DO Straatreiniging 138.176 138.176 138.176 138.176 138.176 138.176

GO Straatreiniging - - - -

Subtotaal 138.176 138.176 138.176 138.176 138.176 138.176

DO Wegen 580.000 580.000 580.000 580.000 580.000 580.000

GO Wegen 702.955 713.584 811.163 908.741 1.006.320 828.553

Subtotaal 1.282.955 1.293.584 1.391.163 1.488.741 1.586.320 1.408.553

DO Straatmeubilair 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815

GO Straatmeubilair - - - -

Subtotaal 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815

DO Openbare verlichting 166.465 166.465 166.465 166.465 166.465 166.465

GO Openbare verlichting 32.148 45.938 36.762 16.143 18.712 29.941

Subtotaal 198.613 212.403 203.227 182.608 185.177 196.406

DO Verkeersvoorzieningen 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748

GO Verkeersvoorzieningen - - - -

Subtotaal 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748

DO Civieltechnische kunst-

werken 2.700 2.700 2.700 2.700 2.700 2.700

GO Civieltechnische kunst-

werken 5.000 1.500 8.720 8.720 8.720 6.532

Subtotaal 7.700 4.200 11.420 11.420 11.420 9.232

Totaal DO 2.056.802 2.056.802 2.056.802 2.056.802 2.056.802 2.056.802

Totaal GO 807.396 828.315 923.938 1.000.897 1.101.045 932.319

Totaal onderhoud 2.864.198 2.885.117 2.980.740 3.057.699 3.157.847 2.989.121

VAT GO 64.592 66.265 73.915 80.072 88.084 74.586

Totaal inclusief VAT 2.928.790 2.951.382 3.054.655 3.137.771 3.245.931 3.063.707 Tabel 6.2 Scenario Garantieniveau wegen plus

(34)

Kostensoort Kosten per planjaar Garantieniveau plus gemiddeld per jaar

2021 2022 2023 2024 2025

DO Groen 1.025.773 1.025.773 1.025.773 1.025.773 1.025.773 1.025.773

GO Groen - - - -

Subtotaal 1.025.773 1.025.773 1.025.773 1.025.773 1.025.773 1.025.773 DO Water en oevers 155.483 155.483 155.483 155.483 155.483 155.483

GO Water en oevers 67.293 67.293 67.293 67.293 67.293 67.293

Subtotaal 222.776 222.776 222.776 222.776 222.776 222.776 DO Straatreiniging 157.716 157.716 157.716 157.716 157.716 157.716

GO Straatreiniging - - - -

Subtotaal 157.716 157.716 157.716 157.716 157.716 157.716

DO Wegen 580.000 580.000 580.000 580.000 580.000 580.000

GO Wegen 702.955 713.584 811.163 908.741 1.006.320 828.553

Subtotaal 1.282.955 1.293.584 1.391.163 1.488.741 1.586.320 1.408.553

DO Straatmeubilair 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815

GO Straatmeubilair - - - -

Subtotaal 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815 34.815

DO Openbare verlichting 166.465 166.465 166.465 166.465 166.465 166.465 GO Openbare verlichting 32.148 45.938 36.762 16.143 18.712 29.941 Subtotaal 198.613 212.403 203.227 182.608 185.177 196.406 DO Verkeersvoorzieningen 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748

GO Verkeersvoorzieningen - - - -

Subtotaal 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748 50.748

DO Civieltechnische kunst- werken

2.700 2.700 2.700 2.700 2.700 2.700

GO Civieltechnische kunst- werken

5.000 1.500 8.720 8.720 8.720 6.532

Subtotaal 7.700 4.200 11.420 11.420 11.420 9.232

Totaal DO 2.173.700 2.173.700 2.173.700 2.173.700 2.173.700 2.173.700

Totaal GO 807.396 828.315 923.938 1.000.897 1.101.045 932.319

Totaal onderhoud 2.981.096 3.002.015 3.097.638 3.174.597 3.274.745 3.106.019

VAT GO 64.592 66.265 73.915 80.072 88.084 74.586

Totaal inclusief VAT 3.045.688 3.068.280 3.171.553 3.254.669 3.362.829 3.180.605 Tabel 6.3 Scenario Garantieniveau plus

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omschrijving Het college wordt verzocht met de sportstichting en sportverenigingen tot een beleidskader te komen om efficiënter en effectiever met geld en middelen om te

In het beheerkwaliteitsplan wordt uitgegaan van de kosten voor het in stand houden van de gekozen beeldkwaliteit. Om vast te stellen of er bij aanvang een achterstand in

In het geval dat de achtervangers op hun achtervangpositie worden aangesproken, geldt een vooraf bepaalde verdeling, waarbij het Rijk 50% voor zijn rekening neemt en de overige 50%

Dergelijke vragen gaan niet direct over het gebruik van de openbare ruimte en horen niet bij het Meldpunt thuis.. U kunt met dergelijke vragen het algemene telefoon- nummer van

Waar liggen mogelijkheden voor de Raad om te sturen. Raad: kaderstelling door vaststelling (wat moet er gebeuren (hoofdlijn) en hoeveel geld is er beschikbaar College: de

 Voorjaar 2016 update geven over BOR aan de raad (ambitieniveau) en jaarlijks verantwoording afleggen middels externe BOR schouw. Gebruik wat meer (ca. 30%), zodat een straat

Binnen de gemeente zijn namelijk afspraken gemaakt en vastgelegd rondom de toeleiding, die in de praktijk ook voldoende worden nageleefd door betrokken partners.. 1.4

De gemeente heeft geen afspraken met de instellingen voor kinderopvang over de wijze waarop zij hun eigen kwaliteit evalueren, verbeteren en borgen. Hoewel de gemeente wel