• No results found

Kritieke Arbeidsomstandigheden

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt eerst kort aandacht besteed aan het fenomeen platformarbeid. Vervolgens zullen de voornaamste kritiekpunten van de arbeidsomstandigheden van de PostNL-pakketbezorgers, Deliveroo-maaltijdbezorgers en Uber-taxichauffeurs aan bod komen. Tot slot zullen enkele recente ontwikkelingen besproken worden.

4.2 PostNL

De eerste klanken van het harde maatschappelijke tegengeluid met betrekking tot de arbeidsomstandigheden van (schijn)zelfstandigen luidden als reactie op het matige arbobeleid van PostNL. Daarom zal eerst kort aandacht worden besteed aan de kritieke arbeidsomstandigheden van de pakketbezorgers.

Het door de FNV gefinancierde SOMO-rapport ‘Status: Bezorgd’ uit december 2012 veronderstelt dat de arbeidsomstandigheden in de pakketdienstensector onder druk staan. Onder andere de systematiek van stukloon en onderbetaling zou leiden tot grote werkdruk, te snel rijden en onvoldoende rustpauzes waardoor gevaar voor de bezorgers en anderen ontstaat. De toenmalige Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid liet de Inspectie SZW een ‘verkenning’ uitvoeren naar de mogelijke problemen rondom arbeidsomstandigheden bij de koeriersdiensten om te bezien of ‘intensivering van het toezicht’ nodig was.108 Door deze

‘intensivering van het toezicht’ is duidelijk geworden dat de Arbeidsinspectie en PostNL al jaren botsen over de (zelfstandige) pakketbezorgers. Zo stelt de inspectie in 2016 dat het bedrijf onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de risico’s op de hoge werkdruk en fysieke werkbelasting van haar pakketbezorgers. Echter verwerpt PostNL deze stelling door te stellen dat zij geen Arbo-verplichtingen heeft voor haar zelfstandige pakketbezorgers omdat er geen sprake is van een gezagsverhouding. Verder stelt het bedrijf dat de zelfstandige zelf verantwoordelijk is voor de organisatie van zijn werk en de uitvoering en de invulling daarvan. De directeur Personeelszaken van PostNL vertelt in een aflevering van ZEMBLA: “Wat wij ook tegen de inspectie aangegeven hebben is dat ergens onze verantwoordelijkheid naar onze mening wel ophoudt. De zelfstandige is hier, wij zorgen voor veilige en goede

arbeidsomstandigheden. Wij treffen daar heel veel maatregelen voor. Maar op enig moment gaat hij de deur uit en heeft hij zijn eigen verantwoordelijkheid.”109

De Arbeidsinspectie stelt zich op het standpunt dat PostNL wel gezag uitoefent op de zelfstandige pakketbezorgers. Het postbedrijf geeft zodanig leiding, aanwijzingen en instructies (de uitvoering van de opdracht wordt gedetailleerd voorgeschreven, zodanig dat er geen sprake meer kan zijn van ondernemersvrijheid en verantwoordelijkheid) dat PostNL derhalve ook voor de zelfstandige pakketbezorgers Arbo-plichtig is. Daarbij verwijst de inspectie naar twee uitspraken van de rechtbank te Amsterdam.110 Deze oordeelde dat de zelfstandige

pakketbezorgers een arbeidsovereenkomst hebben omdat de pakketbezorgers voor het uitvoeren van hun werk aan zulke strakke voorwaarden moesten voldoen (onder andere werkkleding van PostNL, bepaald type en kleur van de bus, vaste routes, vaste tijden waarop bezorgd moet worden, geen reclame van andere bedrijven op de bus en straatcontroles) dat zij naar het oordeel van de rechtbank niet verschillen van werknemers met een arbeidsovereenkomst. Daarbij wekt hun economische afhankelijkheid eerder het beeld van een gezagsverhouding dan van zelfstandig ondernemerschap. Mies Westerveld, hoogleraar arbeidsrecht aan de UvA, geeft de Arbeidsinspectie gelijk: ‘Ik vind niet dat PostNL mensen op zo’n grote schaal allerlei opdrachten mag geven en ze ook nog aansturen met allerlei instructies en dan vervolgens als die mensen veel te hard werken, veel te lange tijden maken, onveilig werken, kan zeggen ‘’daar hebben we niks mee te maken’’.’ 111

4.3 Deliveroo

De arbeidsomstandigheden van de maaltijdbezorgers houden de gemoederen ook al enige tijd bezig. Zo zijn in 2017 kamervragen gesteld aan minister Asscher (SZW) over het bericht dat Deliveroo alle koeriers in loondienst gaat vervangen door (schijn)zelfstandigen.112 De minister

gaf aan dat hij het in zijn algemeenheid een zorgelijke ontwikkeling vindt als steeds meer werknemers worden vervangen door zelfstandigen wanneer deze zelfstandigen in een afhankelijke positie verkeren en zich gedwongen zien slechtere arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden te accepteren.113 Ook recent zijn er kamervragen gesteld over de

arbeidsomstandigheden van de maaltijdbezorgers naar aanleiding van de verkeersincidenten

109 Zembla, ‘PostNL overtreedt Arbo-regels pakketbezorgers’, d.d. 11 mei 2016.

110 Rb. Amsterdam 14 januari 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:153; Rb. Amsterdam 18 december 2018,

ECLI:NL:RBNHO:2015:11232.

111 Zie voor de ZEMBA aflevering: https://www.npostart.nl/zembla/11-05-2016/VARA_101377866. 112 https://fd.nl/economie-politiek/1286009/werkgeversclub-tln-aarzelt-over-cao-deelname-deliveroo. 113 Kamervragen (Aanhangsel) 2017-2018, nr. 298.

met maaltijdbezorgers. Daarnaast zou het aantal maaltijdbezorgers toenemen en de maaltijdbezorgers steeds jonger worden. De staatssecretaris van SZW geeft aan dat de Inspectie SZW bepaalt welke handhavingsmiddelen ze gebruikt om dit probleem aan te pakken. De feiten en signalen over ongelukken met maaltijdbezorgers zouden in die afweging worden meegenomen.114

Opmerkelijk is dat de Arbeidsinspectie een aantal maanden geleden nog heeft aangegeven dat de controle op leeftijd van de maaltijdbezorgers geen prioriteit was.115 Wellicht dat de negatieve

reacties uit de samenleving en de politiek voor een ommezwaai hebben gezorgd in het eerdere standpunt van de Inspectie.

Ook FNV uit kritiek op de arbeidsomstandigheden van de maaltijdbezorgers. Onlangs bood zij haar onderzoeksrapport ‘Riders verdienen beter – De maaltijdbezorgsector in Nederland’ aan bij de vaste commissie voor SZW van de Tweede Kamer. De vakbond vindt het van belang dat nader onderzoek wordt verricht naar de omvang en de groei van alle maaltijdbezorgdiensten. Ook vraagt zij om betere handhaving en regulering van deze groeiende sector. Zij stelt zich tevens op het standpunt dat de Belastingdienst de maaltijdbezorgers met spoed als werknemers moet kwalificeren. Des te meer in het geval van een ‘blackbox’ algoritme dat de werkers aanstuurt. Ook hebben de maaltijdbezorgers volgens FNV recht op de tarieven en lonen uit de TLN-cao.116 Dit baseert de vakbond op de recente Deliveroo uitspraak waarbij de kantonrechter

oordeelde dat maaltijdbezorging die door de bezorgers voor Deliveroo worden uitgevoerd valt onder de werkingssfeer van de cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen.117

4.4 Uber

Dit jaar werd duidelijk dat Uber zijn chauffeurs met het geven van bonussen stimuleert om veel te rijden. Zelfs nadat Uber in december (naar aanleiding van de dodelijke ongelukken) veiligheidsmaatregelen aankondigde die vermoeidheid bij chauffeurs tegen moesten gaan. Het bedrijf stimuleerde chauffeurs veel te rijden in een korte tijd door middel van een promo-actie. Dit zou betekenen dat de chauffeurs als ze binnen een week vijftig ritten hadden gemaakt, zij de rest van die week geen commissie (25% per rit) meer hoefde te betalen. Deze promo-actie kwam bovenop de bonussen voor rijden in drukke periodes, dat door het Uber-algoritme wordt

114 Kamerstukken II 2018-2019, nr. 2778, kamervragen (Aanhangsel).

115 RTL Nieuws, ‘Controle leeftijd maaltijdbezorger geen prioriteit voor inspectie’, d.d. 24 januari 2019. 116 Bron: onderzoeksrapport “Riders verdienen beter – De maaltijdbezorgsector in Nederland” (FNV). 117 Rechtbank Amsterdam 15 januari 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:198, r.o. 21.

bepaald.118 Deze vijftig ritten per week, zouden volgens een taxibaas in de stille januarimaand

enkel haalbaar zijn als er minimaal 16 uur per dag en 6 dagen in de week zou worden gereden.119

Niet alleen gelet op de (verkeers)veiligheid en gezondheid is dit een kwalijke zaak, maar mijns inziens overtreedt Uber hiermee ook het ‘jaag en premieverbod’ ex art. 2.7:1 Atb vervoer. Een vervoersonderneming mag namelijk géén bonussen of toeslagen uitkeren ingeval dergelijke betalingen van die aard de verkeersveiligheid in gevaar brengen en/of inbreuken op de verordening aanmoedigen, zie art. 10 van Verordening (EG) nr.561/2006:

Een vervoersonderneming mag bestuurders die zij in dienst heeft of die haar ter beschikking zijn gesteld, niet betalen, zelfs niet wanneer dit geschiedt in de vorm van premies of loontoeslagen naar gelang van de afgelegde afstand en/of de hoeveelheid vervoerde goederen, ingeval dergelijke betalingen van die aard zijn de verkeersveiligheid in gevaar brengen. Uber zou zich op het standpunt kunnen stellen dat het bedrijf geen ‘vervoersonderneming’ is en dus niet gehouden is dit artikel na te leven. Echter heeft het Hof van Justitie (HvJ EU) op 20 december 2017, Asociación Profesional Elite Taxi, in zaak C-434/15, geoordeeld dat Uber wel degelijk een vervoersonderneming is. Het argument van Uber zal dus niet opgaan.

Wel mag een toeslag worden gegeven voor schadevrij rijden. Het is de vraag of de recente ‘traktatie’ van riante bonussen120, ter gelegenheid van de beursgang, aan trouwe en nette

chauffeurs onder dit laatste valt. Mijns inziens is deze ‘traktatie’ in ieder geval minder bezwaarlijk dan de hiervoor besproken promo-acties.

Opinie

Leidt het beleid van Uber tot gevaar van de veiligheid van de chauffeur en het verkeer? Allereerst is het belangrijk op te merken dat de bonussen overtredingen van de arbeids- en rusttijden met zich mee kunnen brengen omdat chauffeurs zo aangemoedigd worden veel te rijden. Meer geld vormt een belangrijke werkprikkel. Alhoewel er nooit een duidelijk causaal verband tussen de verkeersveiligheid en de arbeids- en rusttijden voor de taxibranche is aangetoond121 kan toch gesteld worden dat deze bonussen een risico vormen, mede gelet op de

118 https://www.at5.nl/artikelen/191332/promo-actie-uber-stimuleerde-chauffeurs-om-veel-te-rijden. 119 https://www.telegraaf.nl/watuzegt/3039802/meer-controle-op-rij-en-rusttijden.

120 https://fd.nl/ondernemen/1297042/uber-trakteert-trouwe-en-nette-chauffeurs. 121 Kamerstukken II 2008-2009, 31 521 nr. 23, p. 6.

recente verkeersincidenten. Op grond van het voorgaande stel ik me op het standpunt dat het onwenselijk is dat het bedrijf niet bereid is af te stappen van dit beloningsbeleid. Mijns inziens dient er dus gehandhaafd te worden op het jaag en premieverbod. Ook kunnen deze bonussen tot excessief lange werktijden leiden die een risico voor de gezondheid van de chauffeurs met zich mee brengen. Tevens vormt het gebruik van de eigen communicatiemiddelen zoals de smartphone en de noodzaak om continu ingelogd te zijn op het platform (om ritten te bemachtigen) ook voor een verwatering van de scheidslijn tussen werk- en privéleven dat slecht is voor de gezondheid van de chauffeur.122

Uber (on)schuldig

De belangrijke vraag is in hoeverre Uber verantwoordelijk is voor het gedrag van de chauffeurs.123 Bij de meeste incidenten was namelijk vermoeidheid in het spel. Óf is uitgerust

aan het werk gaan de eigen verantwoordelijkheid van de chauffeur?

Wettelijke zorgplicht

Art. 3 lid 1 Arbowet luidt: ‘De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en voert daartoe een beleid dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden,...’

sub b: ‘..worden de gevaren en risico's voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemer zoveel mogelijk in eerste aanleg bij de bron daarvan voorkomen of beperkt; naar de mate waarin dergelijke gevaren en risico's niet bij de bron kunnen worden voorkomen of beperkt, worden daartoe andere doeltreffende maatregelen getroffen..’

In hoofdstuk 3 is reeds besproken dat Uber kan worden aangemerkt als werkgever in de zin van de Arbeidstijdenwet en Arbowet. Dit betekent dus dat Uber inderdaad dient toe te zien op rust en veilig werken. Uber zou zich dan enkel kunnen disculperen als zij kan bewijzen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. Als het vervoersbedrijf hierin tekort schiet dan zou het de taak

122 Messenger 2018, p. 11-19. 123 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/wie-is-er-verantwoordelijk-in-de-deeleconomie-als-eriets; https://www.rtlz.nl/business/ondernemen/artikel/4468226/uber-chauffeur-dodelijk-ongeluk-amsterdam-rechter- aansprakelijk;https://www.parool.nl/nieuws/wethouder-dijksma-uit-zorgen-over-gang-van-zaken- uber~bad8e416/.

van de Inspectie Leefomgeving en Transport en de Arbeidsinspectie moeten zijn om Uber hierop aan te spreken.

Stand van zaken

Op 8 november 2018 hebben Gijs van Dijk (PvdA) en Cem Laçin (SP) een motie ingediend met het verzoek in gesprek te gaan met Uber over hoe fraude en het overtreden van de arbeids- en rusttijdenregels voorkomen kan worden.124 Mede ter uitvoering van deze motie stelt de

staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat in de kamerbrief van 13 maart jl. met Uber te hebben gesproken over arbeids- en rusttijden. Uber zou na het gesprek de app voor chauffeurs zodanig aangepast hebben dat nadat een chauffeur in totaal twaalf uur heeft gereden de app tien uur offline gaat. Tevens stelt de staatssecretaris met Uber te hebben gesproken over een systeem van gezichtsverificatie in de app voor chauffeurs, om handel in accounts en het daarmee samenhangende risico op taxivervoer door onbevoegde chauffeurs te voorkomen. Uber zou bovendien met ILT afspraken hebben gemaakt over het delen van feitelijke informatie, om incorrect gebruik van de app te voorkomen. Daarnaast heeft de staatssecretaris Uber gevraagd om deel te nemen aan het convenant ‘Veilig gebruik smartfuncties in het verkeer’.125 Uber lijkt

gehoor te geven aan de kritiek van de afgelopen tijd. Zo lanceerde het bedrijf in mei van dit jaar de campagne ‘Safety never stops’ die te zien is op televisie, internet en bushokjes. In deze campagne geeft Uber aan dat ze de rijtijd van de chauffeurs beperken zodat chauffeurs weten wanneer ze moeten rusten.126 Tevens is op 8 juli jl. bekend geworden dat Uber afspraken

(inzake verkeersveiligheid) heeft gemaakt met de gemeente Amsterdam. Ook is afgesproken dat Uber rekening zal houden met de verkeersveiligheid bij het ontwikkelen van financiële prikkels ter beloning van loyale chauffeurs. Daarnaast gaat Uber data met de gemeente delen over het aantal uren dat chauffeurs rijden en verkeersincidenten waar de chauffeurs bij zijn betrokken.127

124 Kamerstukken II 2018-2019, 35000-XII nr. 50.

125 Kamerbrief van staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat over ontwikkelingen op de taximarkt, 14 maart

2019, p. 1-2.

126 Zie voor de campagne: https://www.youtube.com/watch?v=oIDRIxazTMA

127 https://www.at5.nl/artikelen/195336/gemeente-en-uber-maken-afspraken-over-veiligheid-na-reeks-

5.4 Actualiteit

Commissie Borstlap

In november 2018 is de Commissie Borstlap ingesteld om grondig te kijken naar de brede problematiek van regulering van werkenden en arbeids- en opdrachtrelaties op de arbeidsmarkt.128 Deze commissie zal onderzoeken of er aanpassingen nodig zijn in de huidige

wetgeving en zal de bevindingen eind dit jaar aan het kabinet rapporteren. Ook de SER onderzoekt de praktijk van de platformeconomie. De SER zal zich met name toespitsen op de positie van platformwerkers en platformbedrijven en naar de handhaving op schijnzelfstandigheid.129 Daarnaast heeft een groep arbeidsrechtsstudenten aan de UvA

waaronder ikzelf een (kleine) bijdrage mogen leveren aan dit onderzoek, middels een adviesrapport aan de commissie.

Initiatiefnota

Op 26 juni jl. heeft Gijs van Dijk de initiatiefnota ‘De herovering van de platformeconomie’ aan de Tweede Kamer aangeboden.130 Daarin wordt allereerst de huidige situatie weergegeven.

Vervolgens wordt een alternatief geboden en concrete voorstellen gedaan. De initiatiefnemer stelt onder andere het volgende voor:

I. Omkeren van de bewijslast: Een platform is per definitie een werkgever, tenzij het platform kan aantonen slechts te bemiddelen tussen arbeid;

II. Concretiseren van de arbeidsrelatie: Platformwerkers krijgen de rechten van werknemers als de arbeidsverhouding aan een aantal criteria voldoet (deze kunnen worden opgenomen in de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet financiering sociale verzekeringen);

III. Wijzigen van de regelgeving: Pas de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en arbeidstijden ook toe op zzp’ers. Deze zou direct geïntegreerd kunnen worden in het algoritme dat platformwerkers werk toewijst;

IV. Verbeteren van het toezicht: handhaaf wet- en regelgeving die zelfstandigen en werknemers bescherming bieden.

128 Kamerbrief Commissie regulering van werk, 7 november 2018. 129 https://www.ser.nl/nl/thema/arbeidsmarkt.

Nieuwe richtlijn

Ook op Europees niveau zijn er belangrijke ontwikkelingen waar te nemen betreffende de rechten van platformwerkers. Want met de komst van een nieuwe richtlijn131 krijgen flexibele

werknemers waaronder Uberchauffeurs en maaltijdbezorgers bepaalde minimumrechten. Daarover stemde het Europees Parlement op 16 april jl.132 Op grond van deze richtlijn hebben

alle werknemers het recht om op de eerste dag, en niet later dan zeven dagen na aanvang van de arbeidsrelatie, te worden geïnformeerd over hun rechten en verplichtingen. Het gaat dan onder andere om de startdatum, contractduur, taakomschrijving, vergoedingen en referentiedagen- of uren voor degenen met onregelmatige werkroosters.133 Ook moeten de

lidstaten maatregelen nemen om misbruik te voorkomen, zoals beperkingen in het gebruik en de duur van het contract. Daarnaast mag de werknemer niet worden gesanctioneerd of worden gehinderd bij het aannemen van werk bij andere bedrijven als dit buiten het gestelde werkschema van de werkgever valt.134 Bijzonder is dat de werknemers die hun diensten

aanbieden aan een platform als Uber of Deliveroo nu expliciet onder een richtlijn vallen. Er wordt echter wel enkel over ‘werknemers’ gesproken en voor zelfstandigen is de richtlijn niet van toepassing. Het is dus de vraag of de maaltijdbezorgers en Uberchauffeurs die als zelfstandigen werkzaam zijn onder deze richtlijn vallen. Ik had graag gezien dat dit duidelijker was geregeld in de richtlijn. Maar gebaseerd op de feitelijke situatie, dat Uberchauffeurs en Deliveroo- maaltijdbezorgers uitsluitend op zzp-basis werkzaam zijn, kom ik niet tot een andere conclusie dan dat met ‘flexibele werknemers’ ook deze groep werkenden wordt bedoeld. Met name omdat de richtlijn tot stand is gekomen om juist deze groep kwetsbare werkers te beschermen, zonder verder in te gaan op de kwalificatievraag. Alles overziend betekent dit een doorbraak in de arbeidsrechtelijke bescherming van flexibele (platform)werkers.

131 Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden

in de Europese Unie.

132http://www.europarl.europa.eu/news/nl/press-room/20190410IPR37562/nieuwe-regels-voor-bescherming-

van-flexibele-werknemers.

133 Zie de artikelen 4 en 5 van de Richtlijn. 134 Richtlijn, p. 16-17.