• No results found

Arbobeleid Digitaal werkplatform

3. Werkgever, werknemer en zzp’er

3.6 Arbobeleid Digitaal werkplatform

Reeds is besproken dat kan worden aangenomen dat Uber en Deliveroo gezag uitoefenen op hun platformwerkers. Derhalve kom ik niet tot een andere conclusie dan dat beide platformbedrijven aangemerkt kunnen worden als ‘Arbo-werkgever’ en dus gehouden zijn de geldende Arboregels na te leven ten opzichte van hun platformwerkers. Toch is er zorgwekkend weinig aandacht voor deze kwestie. Mijns inziens hebben de handhavingsinstanties (Inspectie SZW en Inspectie Leefomgeving en Transport) en de politiek de taak om duidelijk te maken dat de platformbedrijven de geldende Arboregels dienen na te leven. Het is dus belangrijk dat er aandacht komt voor deze kwestie. Het staat buiten kijf dat platformbedrijven verantwoordelijk zijn voor de gezondheid van hun platformwerkers. Derhalve kan de vraag gesteld worden of ook niet voor hen de verplichting tot het maken van een RI&E zou moeten gelden. Ik ben hier een groot voorstander van omdat dit de veiligheid en gezondheid van de chauffeurs en derden ten goede komt. Ook hebben deze platformen de benodigde kennis, macht en financiële mogelijkheden om deze RI&E te maken, zodoende zie ik geen reden waarom dit bezwaarlijk zou zijn voor een platform als Uber of Deliveroo. Mijns inziens is de eerste stap dus het erkennen van deze platformbedrijven als ‘Arbo-werkgevers’ en daarbij te constateren dat de Arbowet van toepassing is op deze platformbedrijven en hun platformwerkers. Vervolgens zullen de handhavingsinstanties streng moeten toezien op de naleving van deze regels, alleen dan zal een zekere kwaliteit aan arbeidsomstandigheden gewaarborgd zijn.

95 J. van Drongelen. - SDU Commentaar, artikel 5 Arbowet. 96 Zie art. 1:1 lid 2 van de Arbowet.

Interessant is ook dat met de opkomst van digitale werkplatformen in de (economische) politiek de gedachte heerst dat regels die de wetgever heeft gemaakt voor de traditionele bedrijven soms niet meer nodig of nuttig zijn. De vraag aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) was welke Arboregels geschrapt kunnen worden voor bedrijven zonder de waarborging van de publieke belangen te kort te doen.98 Het ATR heeft naar aanleiding daarvan op specifieke

punten concrete aanbevelingen gedaan ter vermindering van de regeldruk voor traditionele kleine bedrijven die concurreren met de nieuwe verdienmodellen.99 Het ATR vermeldt dat

particuliere opdrachtgevers (zoals in de klus- en deeleconomie) wel verantwoordelijk zijn voor de gezondheid van hun ‘werknemers’ maar geen RI&E hoeven te maken. Het adviescollege heeft daarom aanbevolen om de reikwijdte van de checklist (het alternatief voor de RI&E) te vergroten naar bedrijven met weinig werknemers (bijv. tot 20 fte) waar er slechts beperkte arbeidsrisico’s zijn en in die situatie tevens de verplichting om een RI&E te maken te laten vervallen. Uit de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat op 23 april jl.100 volgt dat hij geen aanleiding ziet voor aanpassing van de huidige werkwijze met

betrekking tot vrijstelling van toetsing van de RI&E. Hij vermeldt daarbij dat de Tweede Kamer reeds geïnformeerd is over het feit dat het Ministerie van SZW inzet op een betere naleving van de RI&E en samen met de betrokkenen aan de slag gaat om de werking van de arbobeleidscyclus binnen bedrijven waar mogelijk te verbeteren.101

3.6.1 Opinie

Mijns inziens wordt de essentie van het probleem gemist door de vraag te stellen welke regels geschrapt dienen te worden voor (traditionele) bedrijven om ‘mee te kunnen komen’ met de nieuwe platformen. Naar mijn mening zou een logischere vraag zijn of en hoe de nieuwe platformen zich kunnen conformeren aan de bestaande Arboregelgeving. De focus moet dus niet enkel liggen op de traditionele bedrijven maar zeker ook op de nieuwe werkplatformen. Ook gaat het schrappen van de Arboregels en de waarborging van de publieke belangen, veelal niet goed samen. Met het wegnemen van eventuele administratieve lasten of ‘de regeldruk’,

98 De adviesvraag kwam vanuit de Tweede Kamer bij de bespreking van het rapport «Eerlijk delen; waarborgen

van publieke belangen in de deeleconomie en kluseconomie» van het Rathenau Instituut, Handelingen II 2017/18, nr. 9, item 9.

99 Advies ART 29 oktober 2018, te raadplegen via https://www.atr-regeldruk.nl/wp-

content/uploads/2018/10/U144-TK-Advies-Klus-en-deeleconomie-w.g.pdf

100 Kamerstukken II 2018-2019, 33 009 nr. 69.

101 Kamerbrief beleidsreactie op de Arbobalans 2018 van 14 februari 2019, Kamerstukken II 2018-2019, 25 883,

zoals de regering het noemt, is het probleem omtrent de veiligheid en gezondheid van de (platform)werkers en derden namelijk nog niet opgelost. Het zwaartepunt van deze complicatie bevindt zich niet in de omgeving van de traditionele bedrijven maar juist in de nieuwe werkplatformen waar de opdrachtgevers minder Arbo-verplichtingen hebben. Een verklaring voor de invalshoek van de eerder genoemde vraag van de ART kan het economisch perspectief zijn wat daar aan ten grondslag ligt.102 Dit complexe vraagstuk valt echter buiten de scope van

het onderzoek van de ART en behoeft een brede heroriëntatie (niet enkel bekeken vanuit regeldrukperspectief) zoals ook door ART zelf wordt opgemerkt.103

3.7 Actualiteit

De arbeidspopulatie verandert in rap tempo mede door ontwikkelingen als robotisering, flexibilisering en digitalisering. De Tweede Kamer houdt derhalve nog steeds een vinger aan de pols door monitoringsinstrumenten als de Arbobalans104, die inzicht geven in de gevolgen

van de veranderingen op de arbeidsomstandigheden en de kwaliteit van arbeid.105 De toename

van het aandeel flexibele arbeidsrelaties zou mogelijk leiden tot gevolgen voor het draagvlak van het arbobeleid in ondernemingen. Daarom heeft de voormalig minister van SZW Lodewijk Asscher de SER gevraagd een verkenning uit te voeren naar de gevolgen van de veranderende arbeidsrelaties voor het gezond en veilig werken.106

Tot slot moet volgens de staatssecretaris van SZW de gegevens in de Arbobalans, de zienswijze van de SER, de ervaringen in de praktijk alsmede de komende beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel arbeidsmarkt meer zicht geven op de gevolgen van de flexibilisering van de arbeidsrelaties voor de gezondheid en veiligheid van werkenden en op het beleid om de eventuele negatieve effecten in de toekomst te beperken.107

102 Deze soortgelijke denkwijze ziet men terug in; Sectorrapport van Transport en Logistiek, het motto ‘Versnellen of ingehaald worden’, december 2018; opiniestuk algemeen directeur van IRU; Diversifiëren is de sleutel tot overleving van het wegvervoer.

103 Advies ART, p. 6.

104https://www.monitorarbeid.tno.nl/over-ons/arbobalans/arbobalans.; Arbobalans 2018 te raadplegen via

https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2019D06312&did=2019D06312

105 Kamerstukken II 2018/19, 25883 nr. 340.

106 https://www.ser.nl/-/media/ser/downloads/adviesaanvragen/gezond-en-veilig-werken.pdf. 107 Kamerstukken II 2018/19, 25883 nr. 340, p. 8.