• No results found

AXA Bank Belgium definieert kredietrisico als de negatieve consequenties verbonden met het in gebreke blijven5 of de verslechtering van de kredietkwaliteit6 van tegenpartijen bij kredietactiviteiten.

Het doel van kredietrisicobeheer is erover te waken dat een (reeks) kredietgebeurtenis(sen) geen significante bedreiging vormt (vormen) op de solvabiliteit of rentabiliteit van de bank. Om dit doel te bereiken worden blootstellingen aan kredietrisico’s binnen nauwe grenzen gehouden. Het effectieve beheer van kredietrisico’s is een kritische component van een allesomvattende aanpak van het risicobeheer en is essentieel voor het lange termijn succes van elke mogelijke bankorganisatie.

Bij AXA Bank Belgium worden de kredietrisico’s ingedeeld als retail of niet-retail en ook als dusdanig beheerd. Niet-retailrisico’s omvatten vooral kredietrisico’s met betrekking tot derivaten en schuldbewijzen.

4.4.1.1 Retailkredietrisico

De belangrijkste activiteit van AXA Bank Belgium is het verstrekken van leningen aan huishoudens, professionals en kleine ondernemingen, en dat uitsluitend in België.

4.4.1.1.1 COVID-19 impact

De COVID-19-crisis impliceert een verhoogd retailkredietrisico aangezien de klanten van AXA Bank Belgium getroffen zouden kunnen worden door de verslechterde macro-economische omstandigheden en dus een grotere kans hebben hun kredietverplichtingen niet na te komen. De Belgische overheden namen steunmaatregelen voor bedrijven, zelfstandigen en werknemers die tijdelijk werkloos zijn en zette een raamwerk op voor betalingsuitstel voor leningen, d.w.z. het moratorium. Zoals uitgelegd in 4.1.1.2 kreeg AXA Bank Belgium dankzij deze steunmaatregelen niet te maken met een aanzienlijke toename van het aantal leningen met betaalproblemen. Toenemende verliezen worden de volgende jaren waarschijnlijker. Dit wordt gereflecteerd in een toename van de verwachte kredietverliezen voor leningen in stap 1 en stap 2. Na een gedetailleerde analyse werd een groep klanten geclassificeerd als ‘Unlikely to pay’ - derhalve niet renderend en stap 3 - al hadden ze op dat ogenblik nog geen betaalproblemen. AXA Bank Belgium neemt bijkomende maatregelen om dit verhoogd kredietrisico gepast aan te pakken. Deze bijkomende maatregelen worden in detail behandeld in de volgende paragrafen.

4.4.1.1.1.1 Moratoria en staatsgaranties bij AXA Bank Belgium in 2020

Vanaf april 2020 staan Belgische banken betalingsuitstel toe aan particuliere en professionele klanten die getroffen worden door de COVID-19-crisis. In onderstaande tabel wordt het betalingsuitstel dat in 2020 door AXA Bank Belgium werd toegestaan gesplitst per producttype.

Bij het betalingsuitstel voor hypotheekleningen en consumentenkredieten was een betalingsuitstel voor interest inbegrepen. Door dit betalingsuitstel voor interest erkende AXA Bank Belgium een “modification loss” voor een totaalbedrag van 3,4 miljoen EUR voor 2020.

Naast het betalingsuitstel door COVID-19 stond de bank ook een groot aantal gewone kapitaalopschortingen (van zes maanden) toe in 2020.

Deze leningen worden beschouwd als opeisbare leningen aangezien ze niet onder de moratoria van de overheid vallen.

5 De tegenpartij is niet in staat om aan zijn contractuele financiële verplichtingen te voldoen.

6 Potentieel verlies door een wijziging in de reële waarde van uitstaande kredietbedragen door wijzigingen in de ratings van tegenpartijen.

31/12/2020

Hieronder vindt u een overzicht verdeeld per producttype:

4.4.1.1.1.2 Nieuwe classificatieregels voor stap 2 en manuele ‘Unlikely to pay’ classificatie voor leningen met betaalopschorting

In normale omstandigheden worden leningen met betaalopschorting enkel toegestaan aan klanten met financiële problemen. Bijgevolg worden deze automatisch geïdentificeerd als ‘in schuldherschikking’ en IFRS 9 stap 2 geplaatst. Overeenkomstig de EBA-richtlijnen en een analyse die aangaf dat veel ontleners in het moratorium veel activa in beheer hebben, werd besloten de door covid-19 opgeschorte leningen niet automatisch als 'in schuldherschikking’ aan te duiden. Bijkomende risicofactoren gebaseerd op interne data en data van externe dataproviders worden echter toegepast om leningen als 'in schuldherschikking’ en als stap 2 te classificeren en bijgevolg een onderscheid te maken tussen enerzijds kwetsbare klanten met enkel liquiditeitsproblemen op korte termijn door de crisis en klanten met meer structurele financiële problemen anderzijds. Zowel voor particuliere als voor professionele klanten werd het beoordelingsproces als volgt verbeterd:

- Voor klanten met een actieve zichtrekening kan AXA Bank Belgium zich enkel baseren op een zichtrekeningsscore waarbij informatie over transacties wordt omgezet in een scorebord. Op basis van historisch gedrag was het mogelijk om aan te tonen dat deze zichtrekeningsscore de discriminatoire macht van het beoordelingssysteem van AXA Bank Belgium verbetert en vroeger een verslechtering van de financiële toestand van een klant identificeert vóór eventuele betaalproblemen.

- Voor professionele klanten werd een externe impactscore verworven om het traditionele interne beoordelingssysteem van AXA Bank Belgium aan te vullen om zo het hoofd te bieden aan de uitzonderlijke macro-economische omstandigheden die het gevolg zijn van de COVID-19-pandemie. Deze impactscore maakt het mogelijk te beoordelen in welke mate de professionele klanten bestand zijn tegen de gevolgen van de gezondheidscrisis en de hieruit voortvloeiende economische beperkingen.

Deze bijkomende indicatoren maken een betere monitoring en risicobeheer van deze leningen mogelijk.

Bovendien classificeerde AXA Bank Belgium de leningen die een verlenging van het moratorium hadden aangevraagd als een aanzienlijke verhoging van het kredietrisico. Alle verlengde moratoria-leningen werden aldus geclassificeerd als IFRS 9 stap 2. Alle nieuwe stap 2 classificatieregels leidden tot een bijkomende 0,7% van de leningen die in IFRS 9 stap 2 werden geplaatst, wat leidde tot 1,7 miljoen EUR bijkomende voorzieningen.

Tijdens het moratorium werd het aantal achterstallige dagen niet geteld en was het bijgevolg niet nodig om kredieten aan het kredietbureau door te geven en dit voorkomt ook de mechanische toename van kredietrisico’s op basis van het aantal achterstallige dagen. Er werd echter een diepgaandere en deskundige beoordeling gedaan om in de portefeuille die klanten te identificeren die waarschijnlijk niet zouden betalen (UTP). Om deze oefening te maken, werd interne data verzameld met een specifieke impact en tewerkstellingsinformatie die verkregen werd in samenwerking met de bankagent en de klant. Bij het preventief management werd reeds

31/12/2020

Nieuw verstrekte leningen en voorschotten die onderworpen zijn aan

overheidsgarantieregelingen 398 14.536

Naast het betalingsuitstel stond AXA Bank Belgium ook kredietfaciliteiten toe aan hun professionele klanten die deels gedekt zijn door een staatsgarantie. Zoals uitgelegd in 4.1.1.2 werden er 2 verschillende betalingsgarantiestelsels opgesteld na de uitbraak van de COVID-19-crisis. Eind december 2020 stond AXA Bank Belgium 398 leningen toe onder staatsgarantie voor een blootstelling van 14,5 miljoen EUR waarvan 322 (9,8 miljoen euro) type I en 76 (4,8 miljoen euro) type II. Het eerste stelsel legt nieuw uitgegeven leningen onder staatsgarantie een maximum vervaltijd op van 12 maanden. Leningen onder staatsgarantie type II omvat leningen met een vervaltijd tussen één en vijf jaar om liquiditeit te bieden aan professionals die door de COVID-19-crisis in financiële moeilijkheden verkeren.

5 % van hypothecaire leningen en 7 % van de professionele kredieten met betalingsuitstel door COVID-19 als gevolg van deze deskundige beoordeling geclassificeerd als ‘Unlikely to pay’. Dit leidde tot een toename van de voorzieningen met 5,3 miljoen euro.

4.4.1.1.1.3 Herziening management overlay

Binnen het IFRS9-raamwerk heeft AXA Bank Belgium interne macro-economische modellen die inschatten hoe een kredietportefeuille zich zal gedragen in bepaalde macro-economische omstandigheden.

De ongekende schok van de COVID-19-crisis op het macro-economische klimaat in combinatie met belangrijke overheidsinterventies maakt het buitengewoon uitdagend om te voorspellen hoe de kredietportefeuille zich in de toekomst zal gedragen. Men was van mening dat de uitkomst van de bestaande interne portfoliomodellen niet volledig het effect van de COVID-19-crisis op de toekomstige kredietportefeuille weerspiegelde. Door middel van een alternatieve prognosemethodologie werden de interne IFRS 9-modellen uitgedaagd en op basis van deze gevoeligheidsanalyse werd eind 2020 een “management overlay” op IFRS 9-waardeverminderingen toegepast om een adequaat niveau van verwachte kredietverliezen te verzekeren in lijn met de huidige macro- economische vooruitzichten.

De alternatieve prognosemethode richt zich voornamelijk op het in vraag stellen van drie elementen van de ECL-berekening: de kans op wanbetaling (PD), het verlies in geval van wanbetaling (LGD) en de gepaste kwantificering van het kredietrisico van kredieten in het moratorium waarvoor geen informatie over maandelijkse betalingen beschikbaar is.

- De waarschijnlijkheid van mogelijke wanbetalingen in de toekomst bij een krediet wordt bepaald a.d.h.v. een scoremodel waarbij dit model een through-the-cycle (TTC) waarschijnlijkheid van wanbetaling kan opstellen. IFRS 9 vereist dat deze TTC-waarschijnlijkheid wordt omgezet in een point-in-time (PIT) schatting en dit gebeurt doorgaans a.d.h.v. een intern macro-economisch portefeuillemodel. Gezien de ongeziene schok op de Belgische economie bleek het interne portefeuillemodel een te kleine impact te hebben op de TTC PD schatting. Daarom werd het interne portefeuillemodel tijdens vorige stresstestoefeningen in twijfel getrokken door een alternatief portefeuillemodel van de ECB. De uiteindelijke PIT PD voorspellingen werden opgebouwd als een gewogen gemiddelde van PIT PD voorspellingen die het resultaat waren van het interne portefeuillemodel en de PIT PD voorspellingen die resulteerden uit het alternatieve portefeuillemodel. Het gewicht werd zo bepaald dat de verwachte achteruitgang van de portefeuille (in termen van stappen) in lijn is met het gedrag van de portefeuille dat verwacht werd in vorige stresstestoefeningen. In onderstaande tabel wordt een vergelijking gegeven van hoe de PIT-vermenigvuldiger die wordt toegepast op de verwachte kredietverliezen over een 12 maanden tijdshorizon en een levenslange tijdshorizon verschilt tussen het interne model en de uiteindelijke schattingen.

- Voor het verlies in geval van wanbetaling (LGD) is de voorspelde evolutie van de huizenprijsindex de belangrijkste parameter.

De LGD-schattingen worden naar boven bijgesteld aangezien er wordt verondersteld dat de huidige interne methodologie niet volledig het effect op LGD-schattingen van toekomstige minder gunstige evoluties van huizenprijzen kon vatten in vergelijking met wat de laatste jaren wordt vastgesteld (inclusief 2020). De uitgewerkte methodologie biedt een manier om LGD-waarden te voorspellen op basis van LTV-waarden die hoger zullen zijn indien de huizenprijzen dalen met specifieke aandacht voor de LGD-schattingen voor leningen met een hoge LTV.

- Zoals hierboven vermeld, werden nieuwe classificatieregels voor stap 2 geïmplementeerd voor leningen met betalingsuitstel op basis van bijkomende interne en externe informatie. De bijkomende stap-2-leningen die hieruit voortvloeien vormen een verhoogd kredietrisico en voor deze leningen wordt rekening gehouden met de verwachte kredietverliezen over een levenslange tijdshorizon. Hoewel deze nieuwe kwalitatieve stap-2-classificatieregels werden toegepast, werd de bijkomende interne en externe informatie nog niet opgenomen in het risicokwantificeringsproces. Als gevolg nam het gemiddelde “LECL%” (verwachte kredietverliezen over een levenslange tijdshorizon) af op het ogenblik dat de kwalitatieve stap-2-classificatie werd geïmplementeerd. Om te garanderen dat de bijkomende interne en externe informatie ook weerspiegeld werd in de risicokwantificering werd besloten om een “management overlay” toe te passen zodat het “LECL%” op deze nieuwe stap-2-leningen in lijn werd gebracht. Hierbij wordt impliciet verondersteld dat deze nieuwe stap-2-stap-2-leningen die in tijden van COVID-19 werden geïntroduceerd niet wezenlijk verschillen van “traditionele” stap-2-leningen

Bovenop deze algemene “management overlay” die de systematische risico's binnen de kredietportefeuille afdekt, werd een diepgaande analyse uitgevoerd voor economische sectoren die uitzonderlijk hard werden getroffen door de COVID-19-crisis en de daaropvolgende

PD12m - PIT multiplier

lockdowns opgelegd door de overheid. Op basis van een analyse van lockdown-maatregelen en openbare enquêtes werden kwetsbare economische sectoren gedefinieerd, zie onderstaande tabel. Er is een methodologie ontwikkeld om het wanbetalingspercentage voor deze sectoren te schatten, gegeven de lockdown-maatregelen op basis van een combinatie van externe gegevens en de interne risicomodellen. Het is mogelijk dat voor deze economische sectoren 20% van de kredietportefeuille in de komende jaren in gebreke blijft en daarom werd een bijkomende sectorale waardevermindering van EUR 2,3 miljoen aangelegd. Als maatstaf voor de gevoeligheid met betrekking tot de gekozen kwetsbare sectoren, zou het toepassen van dezelfde methodologie op de volledige kredietportefeuille over alle economische sectoren resulteren in 7,3 miljoen EUR extra toekomstige kredietverliezen.

Bovenvermelde maatregelen hebben in het algemeen onze verwachte kredietverliezen eind 2020 verhoogd met 11,3 miljoen EUR (meer details in 4.4.1.1.1.4).

Deze “management overlay” op de bijzondere waardeverminderingen wordt alleen berekend voor de hypotheekleningportefeuille en voor de professionele kredietportefeuille. Voor de portefeuille consumentenkredieten werd geen “management overlay” op bijzondere waardeverminderingen toegepast, aangezien werd aangenomen dat dit niet vereist was voor deze niet-strategische kredietportefeuille vanwege een ongewijzigd hoog kwaliteitsniveau van de portefeuille consumentenkredieten: bijv. voor een beperkt aantal consumentenkredieten werd een uitstel van betaling aangevraagd, er werd geen toename van het aantal achterstallige dagen geconstateerd. Bovendien worden in gebreke gebleven consumentenkredieten voor een vaste prijs aan een externe partij verkocht, wat de volatiliteit van kredietverliezen onder ongunstige macro-economische omstandigheden verder vermindert.

4.4.1.1.1.4 Evolutie van de kredietportefeuille in 2020

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie van de kredietportefeuille van AXA Bank Belgium in 2020 voor de verschillende IFRS9 stappen. Niettegenstaande het feit dat het betaalgedrag van de kredietportefeuille van AXA Bank Belgium een hoge kwaliteit behield, ondernam AXA Bank Belgium proactief acties om tijdig een aanzienlijke stijging in het kredietrisico en de status ‘unlikely to pay’

te identificeren. Het aandeel van stap 2-leningen steeg in 2020 van 6,7% begin 2020 naar 8,7 % eind 2020 waarbij de verhoging verklaard wordt door het feit dat er in de tweede helft van 2020 meer informatie beschikbaar was over de impact van de COVID-19-crisis op de bedrijfsmodellen van onze professionele klanten en over de nood aan het langer gebruiken van de moratoriumomstandigheden.

In 2020 steeg het NPL-percentage (Non-performing loan) tot 1,4 % na een gedetailleerde beoordeling van de kredietportefeuille door AXA Bank Belgium met aandacht voor die klanten die in september 2020 een verlenging hadden aangevraagd van de moratoriumomstandigheden.

De evolutie van het niveau van de waardeverminderingen en het ECL-percentage worden getoond in onderstaande tabellen.

Niettegenstaande de macro-economische scenario’s reeds aangepast waren in Q1 2020, bleef het ECL-percentage per fase relatief stabiel in de eerste helft van 2020. De opwaartse herziening van het ECL-percentage door de veranderde macro-economische scenario’s werd deels gecompenseerd door een neerwaartse herziening van het ECL-percentage door het jaarlijkse herzieningsproces van IFRS9-modellen. Deze neerwaartse herziening van het ECL-percentage wordt verklaard door een aanhoudende voorzichtigheid bij de risico-intake de laatste jaren waarbij het effect hiervan nu wordt omgezet in een aanzienlijk effect op het gedrag van de portefeuille en het hieruit voortvloeiende ECL-percentage.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verwachte kredietverliezen (inclusief “management overlay”).

Eind 2020 was het ECL-percentage gestegen voor stap 1 en stap 2. Er werd een schatting uitgevoerd en aangezien er werd besloten dat de interne IFRS9-methodologie van AXA Bank Belgium niet ten volle de impact van COVID-19 op het ECL-niveau bevat, werd een

“management overlay” toegepast op basis van een alternatieve berekening om het effect van COVID-19 te integreren. Voor stap 3 kredieten nam het ECL-percentage af, dit werd verklaard door het aanzienlijk aantal kredieten die “unlikely-to-pay’ werden in Q4 2020.

Als resultaat werden de kredieten met wantbetaling gemiddeld jonger terwijl het ECL-percentage typerend lager is voor jongere kredieten met wanbetaling gezien het meer waarschijnlijk is dat deze zich nog zullen herstellen.

Bovendien werden een aantal COVID-19 gerelateerde “management overlays” aangelegd in 2020.

Daarnaast werd de “unlikely-to-pay” beoordeling, zoals uitgelegd in 4.4.1.1.1.2, onderworpen aan een herziening door een deskundige wat het mogelijk maakte om moratoriumleningen te identificeren als “unlikely-to-pay” zodat de kredietverliezen konden worden toegekend door de interne modellen voor kredieten met wanbetaling.

Overzicht van de wijzigingen in de kredietverliezen door COVID-19 m.b.t de wijzigingen in de veronderstellingen:

Voor overige details (vb. opsplitsing per product) verwijzen we naar het hoofdstuk 15 Bijzondere waardeverminderingen.

4.4.1.1.2 Risicogrondslagen, limietenraamwerk en rapportering

Het doel van kredietrisicobeheer is het verzekeren dat een (aantal) kredietevenement(en) de solvabiliteit noch rentabiliteit van de bank aantast.

Om dit objectief waar te maken, moeten kredietportefeuilles binnen bepaalde vooropgestelde limieten blijven. Deze limieten worden bepaald door een op voorhand uitgewerkt risicoappetijtraamwerk of ‘risk appetite framework’ (RAF) waarbij er functionele limieten worden gedefinieerd. Deze functionele limieten worden vertaald naar operationele limieten en het zijn deze limieten die gebruikt worden op dagelijkse basis om te garanderen dat de kredietactiviteit opereert binnen de risicobereidheid gedefinieerd door de Raad van Bestuur.

Waardeverminderingen (€ mln) 31-12-19 30-06-20 31-12-20

Stap 1 - Leningen 4,3 4,7 5,5

Stap 2 - Leningen 13,9 15,5 21,8

Stap 3 - Leningen 55,5 49,5 57,2

Stap 3 - voorschotten 4,2 4,4 4,2

Totaal - Leningen en voorschotten 77,9 74,1 88,7

Stap 1 - Verplichtingen uit hoofde van leningen en

garanties 1,1 1,1 1,1

Stap 2 - Verplichtingen uit hoofde van leningen en

garanties 0,6 0,3 0,3

Stap 3 -Verplichtingen uit hoofde van leningen en

garanties 0,1 0,0 0,3

Totaal - Verplichtingen uit hoofde van

leningen en garanties 1,7 1,4 1,6

Totaal = tabel imp.7/imp.8 in hoofdstuk 15 79,6 75,6 90,4

Waardeverminderingen (€ mln) 31-12-19 30-06-20 31-12-20

Stap 1 - Leningen 4,3 4,7 5,5

Stap 2 - Leningen 13,9 15,5 21,8

Stap 3 - Leningen 55,5 49,5 57,2

Stap 3 - voorschotten 4,2 4,4 4,2

Totaal - Leningen en voorschotten 77,9 74,1 88,7

Stap 1 - Verplichtingen uit hoofde van leningen en

garanties 1,1 1,1 1,1

Stap 2 - Verplichtingen uit hoofde van leningen en

garanties 0,6 0,3 0,3

Stap 3 -Verplichtingen uit hoofde van leningen en

garanties 0,1 0,0 0,3

Totaal - Verplichtingen uit hoofde van

leningen en garanties 1,7 1,4 1,6

Totaal = tabel imp.7/imp.8 in hoofdstuk 15 79,6 75,6 90,4

Dekkingsgraad 31-12-19 31-12-20

Stap 1 0,02% 0,03%

Stap 2 0,85% 0,98%

Stap 3 20,99% 16,30%

Totaal leningen & voorschotten : € 24.092,92 mio € 24.508,44 mio

Totaal kredietverliezen : € 77,95 mio € 88,78 mio

(pré COVID-19) waarvan als gevolg van COVID-19-gerelateerde assumpties

€ 1,6 mio PD-aanpassing op basis van challenger-model (stressscenario van de ECB)

€ 5,2 mio LGD-correctie op basis van herziene huizenprijsindex

€ 2,2 mio bijzondere waardevermindering op extra stap 2-leningen (rekening-courant / graydon-score)

€ 2,3 mio specifieke sector aanpassing (cfr. 4.4.1.1.1.3)

€ 11,3 mio

€ 5,3 mio UTP aanpassing - deskundige beoordeling

01-01-20 31-12-20

Omwille van deze en andere uitgebreide rapporteringen door Risk Management over risicofactoren in de Belgische retailkredietportefeuille, krijgt men een goed inzicht in de risico-evoluties. Onder meer door de nabije opvolging van de eventuele impact op haar risico’s, zoals toegelicht onder item 4.1.1.1, heeft AXA Bank Belgium haar RAF momenteel niet aangepast omwille van de Covid19 crisis..

De risico’s op de hypotheekleningen, persoonlijke leningen en professionele kredieten van AXA Bank Belgium worden beheerd in vier fases (verwerving, beheer, remediatie en herstel) gebaseerd op retailkredietgrondslagen.

Retailkredieten worden aanvaard op basis van een set van aanvaardingsnormen en grondslagen. Aanvaardingsscoremodellen worden intern ontwikkeld en regelmatig herbekeken om de geldigheid van deze interne risicomodellen te beoordelen. Een RAROC-kader is beschikbaar en kan worden gebruikt als essentieel element in de risico-rendementsanalyse van de retailactiviteiten.

In 2020 implementeerde AXA Bank Belgium de nieuwe definitie van wanbetaling in regel met de EBA’s definitie van wantbetaling. Als gevolg van deze nieuwe definitie werden de intern kredietrisicomodellen gehercalibreerd voor IFRS 9 doeleinden.

De nieuwe definitie resulteerde in een daling van de kredietverliezen van 3,3 miljoen EUR. Dit is een beperkte impact op 90,4 miljoen EUR kredietverliezen voor een kredietportefeuille van 24,5 miljard EUR. Dit is overeenstemming met de verwachtingen, aangezien de wijziging van de definitie van wanbetaling het algemene risiconiveau van de portefeuille niet verandert.

Een essentiële rol in het kredietrisicobeheer is weggelegd voor de afdeling die voor de inning instaat en die de non-performing kredieten opvolgt. Deze afdeling past maatregelen toe om het risico van de bank te beperken afhankelijk van de aard en de grootte van het incident.

Bovendien bepaalt de afdeling het bedrag van de maandelijkse voorzieningen dat moet worden aangelegd voor toekomstige afschrijvingen. De procedures en controles voor de afschrijving op niet-renderende leningen zijn opgenomen in een afschrijvingsbeleid in overeenstemming met de EBA-richtlijnen.

In regel met de prudentiële verwachtingen past AXA Bank Belgium stresstests toe voor retailkredietrisico’s. De belangrijkste doelstelling is het bepalen van de gevoeligheid van kredietverliezen voor de bestaande kredietportefeuille en de solvabiliteit van de bank in stresssituaties.

De evolutie van het kredietrisico wordt actief opgevolgd als onderdeel van de rapportering voor het Retail Risk Committee die het risico op regelmatige basis nagaat. Al deze principes leiden tot een in hoge mate effectief risicobeheerssysteem met controleprocessen die ongewenste manipulaties voorkomen. Dit systeem is sterk geïntegreerd in de verrichtingen van de “Retail Credits”-afdeling en is onderhevig aan continue monitoring.

4.4.1.1.3 Risicobeperkingstechnieken

4.4.1.1.3 Risicobeperkingstechnieken

In document CONSO 1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING (pagina 60-75)