• No results found

‘Dan moet het hier zijn. 'n Vriend van me is er 'n tijdje geleden langs gekomen...

'n Wit boerderijtje. Er staan 'n paar bomen voor.’

‘Ik zou het werkelijk niet weten.’ Opeens schoot haar iets te binnen. ‘U had het

de dokter kunnen vragen. Die had het

vast en zeker geweten... Hij ging net weg toen u aanbelde!’

‘Woont hij hier ver vandaan?’

‘Bij de kerk.’ Zij wees hem waar hij het huis van dokter Tijsen kon vinden en sloot

de voordeur. Toke zat aan tafel en schonk zich zelf een kop koffie in. Zij had haar

gezicht opgemaakt en droeg het gebloemde voorjaarsjurkje, dat haar altijd een paar

jaar jonger deed schijnen. Mia staarde er even vertederd naar. Toke stak een vinger

tussen de spijltjes van het kooitje.

‘Hoe komt u daar nou aan?’

‘De dokter kwam hem brengen... Vind je hem niet lief?’

Zij knikte. ‘Maar hij moet een ander kooitje hebben. Dit ding is veel te klein... Zal

ik er uit de stad een meebrengen?’

‘Dat had ik je net willen vragen!’ Zij keek haar dochter aan. ‘Maar moet je dan

de hele avond met dat ding sjouwen? Ik bedoel, je blijft immers in de stad en...’

‘Nee. Ik ga nu boodschappen doen en dan kom ik naar huis.’

‘En ik dacht, dat je met die jongen van Olivier in de stad zou...’

‘Ach...’ Zij haalde haar schouders op en glimlachte verlegen. ‘Ik heb er 'ns over

nagedacht en u hebt gelijk. Dat is niks voor ons... Ik ga hem zeggen, dat ik vanavond

wel met hem naar de bisocoop wil, maar dat hij me dan maar thuis moet komen

ophalen.’

‘Dat... dat is heel verstandig.’ Meteen dat het woord over haar lippen was gekomen,

had zij er spijt van. Was Toke er niet te groot voor om nog van die kinderachtige

complimentjes te krijgen?

‘Ach, u...’ Toke maakte een ongeduldige beweging en lachte toen. ‘Maar u had

gelijk, hoor. Toch zou het leuk zijn geweest om morgen in de zaak te vertellen! We

zouden van alles hebben kunnen eten... Biefstuk met gebakken aardappelen... kip...

ijs met vruchten.’

‘Vanavond eten we speklappen, dat is ook lekker,’ zei Mia. ‘En als je toch naar

de stad gaat, zou je dan voor mij ook 'n paar boodschapjes willen doen? Weet je dat

manufacturenwinkeltje bij het station? Je loopt er langs als je van de bus komt...’

Toen Toke naar de stad was gegaan, bleef Mia alleen thuis. De kinderen zouden pas

om kwart over vier uit school komen en als Pierre nu een beetje vroeg kwam, konden

ze samen gezellig praten. Ze maakte het asbakje leeg, dat dokter Tijsen had gebruikt,

beredderde hier en daar nog wat in de kamer, haalde bij Giel Olivier een paar pakjes

soep voor het eten en ging toen op Pierre zitten wachten.

Het werd drie uur, toen kwart over drie, half vier. Ze begreep niet waar hij bleef.

Pierres schicht was die ochtend om zeven uur begonnen en zou om drie uur afgelopen

zijn. Toen ze hem die morgen zijn pungel met brood en schone werkkleren meegaf,

had hij gezegd, dat hij met een voortrek naar boven kon en dat hij vroeg thuis zou

zijn. Of je een vroege of een late trek had, kon een verschil van drie kwartier uitmaken.

Drie kwartier lang schoven de liften in de Willem

III

dan door hun schachten op en

neer om de oude schicht op te halen en de nieuwe omlaag te brengen. Soms gingen

er een paar man met een voortrek mee - met een lift terug, die mannen omlaag bracht,

die wat vroeger moesten beginnen - en Pierre had gedacht, dat hem dat vandaag wel

zou lukken. Ze werkten nu in een veld, dat niet zo ver van de liften lag. In zes minuten

was hij met het treintje van zijn pijler bij de lift.

Zeg dat hij nu om kwart voor drie boven was. Dan moest hij naar het badlokaal

en zich omkleden... Ze keek op de klok. Tien voor vier. Hij had toch al lang thuis

kunnen zijn? Op de brommer was je in tien minuten bij de Willem

III

. Dadelijk

kwamen de kinderen uit school. Waar bleef Pierre nou? Anders was hij nooit zo laat.

En net vandaag zou hij wat vroeger zijn...

Vreemd, dat zij zich altijd ongerust maakte als hij niet op tijd thuis was. Kwam

dat omdat hij daar diep beneden haar werkte, of zouden andere vrouwen zich ook

zorgen maken als hun mannen wat later van hun werk kwamen? Vrouwen, die met

boekhouders en ambtenaren waren getrouwd? Maar hoe lang was het niet geleden

sinds er voor het laatst beneden iemand was verongelukt? Toch zeker 'n jaar of vier,

vijf. Een van die jongens van Hauser was het geweest. Hij had, terwijl hij met z'n

afbouwhamer aan het werk was, te dicht bij de

tingtransporteur gezeten. Daar lagen bundels spitzen en houten platten op om bouwen