• No results found

Kennis van grammaticale eigenschappen van een lexicale eenheid Bij het verwerven van woordenschat moeten de studenten niet alleen de betekenissen

In document Praagse perspectieven 4 · dbnl (pagina 98-102)

Masaryk Universiteit Brno

3. Illustratie van het probleem aan de hand van enkele voorbeelden van studenten Nederlands aan de Masaryk Universiteit

3.5. Kennis van grammaticale eigenschappen van een lexicale eenheid Bij het verwerven van woordenschat moeten de studenten niet alleen de betekenissen

van een woord leren, ze moeten ook het register leren waartoe het behoort, de context waarin het gebruikt wordt en de grammaticale eigenschappen ervan.

De eerste twee voorbeelden illustreren het moeilijke karakter van het werkwoord

zich iemand herinneren en het derde voorbeeld laat de verwarring zien die bij de

studenten heerst als het om gebruik van allebei gaat (dat met beide wordt verwisseld):

Ik weet niet of u aan me herinnert Ik weet niet zeker of u mij herinnert

Allebei cursussen waren voor mij heel interessant.

3.6. Woordvolgorde

Woordvolgorde heeft mijns inziens van alle taalverschijnselen die ik hier heb genoemd, het meest met het taalgevoel of de taalintuïtie te maken. Expliciete kennis van regels helpt bij de taalproductie in dit geval het minst. Zij kan wel helpen bij de correctie van de teksten door de student zelf. Maar als het om oefenvormen gaat, acht ik op dit gebied eigenlijk alleen die oefeningen zinvol die gericht zijn op het vergroten van de intuïtie in het Nederlands. Helaas is intuïtie in de vreemde taal iets waarover we nog steeds heel weinig weten, zie het volgende citaat: ‘This intuition is, of course, something that comes to L2 writers only gradually (or not) through long exposure to and/or study of the second language’. (Frodesen / Holten, 2003: 144)

De volgende voorbeelden illustreren moeilijkheden met de woordvolgorde in een bijzin, iets waarmee veel Tsjechische studenten worstelen.

Het interesseert me voor welke lezers werd dit boek geschreven in confrontatie met de lezers die het boek werkelijk lezen.

Je begint met één recent overzichtswerk met een literatuurlijst, en dan volg je verwijzingen naar andere boeken, waarin vind je nog andere verwijzingen, en zo gaat het verder...

Je kunt duidelijk zien dat Brown heeft nog nooit iets over iconografie gehoord.

Een minder frequent, maar toch lastig verschijnsel is de plaats van het wederkerend voornaamwoord in de zin:

Daar kunnen zich de kippen wel een peetje bewegen maar ze zijn sowieso in de veel te kleine ruimte opgesloten.

4. Samenvatting

Voordat ik mijn ervaringen samenvat en enkele adviezen voor collega's probeer te formuleren, wil ik nog benadrukken dat schrijven in een vreemde taal meer is dan alleen schrijven zonder fouten. Ik heb me in mijn bijdrage op grammatica

geconcentreerd en dan nog op een heel geïsoleerde, ‘schoolse’ manier. Maar dit is slechts één van de vele aspecten van het schrijfproces waarbij ik persoonlijk andere aspecten (zoals bv. woordenschat, culturele verschillen, stilistische vaardigheden) veel belangrijker acht.

Samenvattend kan ik zeggen dat er eigenlijk weinig ‘zuiver’ grammaticale fouten voorkomen vergeleken met fouten in woordgebruik. We moeten dan ook veel meer aandacht besteden aan de uitbreiding van de productieve woordenschat waarbij niet vergeten mag worden dat grammaticale eigenschappen van een nieuw woord daar net zo goed bij horen als de betekenis en de gebruiksmogelijkheden van het woord. We zouden ook veel meer aandacht moeten besteden aan het schrijfproces zelf, aan culturele verschillen in schrijfconventies, aan de functie van verschillende

tekstsoorten, aan kennis van stijlregisters enz. Tijdens de ontwerpfase van een tekst of eigenlijk nog daarvóór zou er veel voorbereidend werk gedaan moeten worden wat vaak te kort komt. Vooral in het begin moet er veel meer nog op zinsniveau geoefend worden.

Wat de meest voorkomende fouten betreft, denk ik dat de uitleg veelvuldig herhaald zou moeten worden, maar dat er vooral oefenvormen gebruikt moeten worden die gericht zijn op het vergroten van de intuïtie voor de vreemde taal. Werken met een

goedgekeurd als die ook door de student zelf werd gecorrigeerd. Dit kost zowel de docent als de student veel tijd, maar hiermee heb ik in mijn colleges tot nu toe de beste resultaten kunnen bereiken. Hierin sluit ik me dus aan bij andere docenten die over een dergelijke aanpak berichten (bv. Lalleman 1998).

Bibliografie

Frodesen / Holten 2003 - Jan Frodesen en Christine Holten: ‘Grammar and the ESL writing class’. In: Barbara Kroll (red.) Exploring the dynamics of second

language writing. Cambridge, 2003, p.l41-161.

Hulstijn, Jan: ‘Grammatica’. In: Jan Hulstijn, Ruud Stumpel, Bart Bossers & Chris van Veen (red.) Nederlands als tweede taal in de volwasseneneducatie, Meulenhoff Educatief (1996). p. 196-214.

Kalsbeek, Alice van: Van communicatie naar competentie. Recente benaderingen

in het onderrijs Nederlands als tweede/vreemde taal. (2004).

http://snvt.hum.uva.nl/publicaties/publicatie.html?id=7 (10.03.2006). Kroll, Barbara (red.): Exploring the dynamics of second language writing. Cambridge, 2003.

Lalleman 1998 - Lalleman, Josine: ‘De ene pen is de andere niet:

Schrijfvaardigheidsonderwijs Nederlands aan gevorderde anderstaligen’. In:

Neerlandica extra muros XXXVI, 1/1998, p.15-29.

Lalleman 1999 - Lalleman, Josine: ‘Het nut van grammaticaonderwijs aan anderstaligen, deel 2: recent onderzoek, nieuwe inzichten’. In: Neerlandica

extra muros XXXVII, 2/1999, p.24-40.

Vedder, Ineke: ‘Schrijven’. In: Jan Hulstijn, Ruud Stumpel, Ban Bossers & Chris van Veen (red.) Nederlands als tweede taal in de volwasseneneducatie. Meulenhoff Educatief, 1996, p. 144-166.

de Tsjechische loerders gelden, de verschijnselen in groep 2 als minder complex en die in groep 3 als het minst complex van alle drie de groepen.

4 Ik ben me bewust van het problematische karakter van een omschrijving als ‘de beste studenten’. In dit artikel bedoel ik daarmee gevorderde studenten die op een heel hoog niveau (bv. een wetenschappelijke tekst of een krantenartikel) bijna foutloos kunnen formuleren, met een gevarieerd woordenschat- en grammaticagebruik. Helaas bereiken maar weinig studenten dit niveau.

Fonetica, fonologie en uitspraakonderwijs

In document Praagse perspectieven 4 · dbnl (pagina 98-102)