• No results found

SAS3 verbreding

6.3 Kanaal Bossuit-Kortrijk

6.3.1 Soortensamenstelling

De soortensamenstelling is op het kanaal Bossuit-Kortrijk is met de aanwezigheid van tien soorten relatief beperkt. De meeste vissoorten behoren hierbij tot het eurytope stromingsgilde, namelijk:

paling, baars, blankvoorn, brasem, driedoornige stekelbaars, karper, pos en snoekbaars. De overige vissoorten zijn de limnofiele bittervoorn, rietvoorn en zeelt en de rheofiele winde. Exoten zijn niet aangetroffen. In het aangrenzende kanaal Boven-Schelde zijn alleen enkele blauwbanden gevangen.

In dit deel van Vlaanderen lijkt het er sterk op dat de invasie van de exotische grondelsoorten nog niet heeft bereikt. Van giebel zijn slechts drie exemplaren aangetroffen op heel het kanaal. De overige soorten zijn in veel hogere aantallen aangetroffen.

Bij de laatste bevissing op het kanaal Bossuit-Kortrijk in 2011 werden nog veertien soorten

aangetroffen. Soorten die in 2011 additioneel zijn aangetroffen zijn alver (n=44), karper (n=3), winde (n=3) en zonnebaars (n=2). De vangstaantallen van deze soorten waren veelal zeer laag. Alleen van alver werd nog wel een redelijk aantal individuen waargenomen (ref. 12). Omdat alver een scholenvis is, is het goed mogelijk dat in 2011 juist een school alvers is gevangen en in 2014 niet.

6.3.2 Omvang visbestand

Het visbestand op het kanaal Bossuit-Kortrijk is geraamd op 212,5 kg/ha (8.659 stuks/ha). Hiermee is het visbestand voor een kanaal van behoorlijk forse omvang. Op basis van gewicht is de visstand behoorlijk gevarieerd opgebouwd zonder dominantie van één of enkele soorten. Paling, blankvoorn, brasem en baars hebben het hoogste gewichtsaandeel in de visstand. Blankvoorn is op basis van aantallen veruit het meest aanwezig. Bij de soorten blankvoorn, baars en snoekbaars is een behoorlijk groot broedbestand aanwezig. Dit duidt op een goede rekrutering dit jaar en blijkbaar zijn er (voor deze soorten) voldoende paai- en opgroeimogelijkheden op het kanaal aanwezig.

De visstand is tamelijk ongelijkmatig over de drie stuwpanden verdeeld. Het laagste visbestand is aangetroffen in stuwpand Moen-Bossuit (77 kg/ha). In de andere twee stuwpanden bedraagt de visstand 230 kg/ha (Kortrijk-Zwevegem) en 317 kg/ha (Zwevegem-Moen). Ook in 2011 was de visstand ongelijk over de stuwpanden verdeeld (ref. 12). Het lage visbestand in het stuwpand Moen-Bossuit heeft mogelijk te maken met het inlaten van water uit de Boven-Schelde. Op de locaties waar dit water het kanaal Bossuit-Kortrijk binnenkomt zijn in de oever nauwelijks vissen aangetroffen.

Tabel 6.3. Verschil in het visbestand (kg/ha) bij de belangrijkste soorten tussen 2011 en 2014.

2011 2014

In 2011 werd het visbestand in het kanaal Bossuit-Kortrijk geraamd op 69 kg/ha (ref. 12). Dit is fors lager dan de huidige raming van 213 kg/ha. In onderstaande tabel zijn de verschillen voor de meest voorkomende soorten weergegeven. De samenstelling van de visstand is in beide jaren anders van opbouw. In 2014 is de geraamde biomassa van veel soorten duidelijk hoger dan in 2011. Vanaf 2010 is er een behoorlijke hoeveelheid blankvoorn uitgezet (in totaal 2365 kg). Mogelijk vormt dit de verklaring voor een deel van het toegenomen blankvoornbestand.Verder lijkt het voor de hand te liggen dat de inzet van een ander vangtuig (nu stortkuil in plaats van zegen) een groot deel van het verschil verklaart. In 2011 is overdag met een relatief kleine zegen gevist waarbij ook nog veel lijn werd geschoten. Het vissen onder dergelijke omstandigheden biedt vooral grote vis de kans om te ontsnappen (het vangstrendement is dan veel lager). Voor de uitkomsten van het onderzoek kan dat van groot belang zijn. Op een kanaal als Bossuit-Kortrijk geeft een bemonstering met de stortkuil een meer representatief beeld van de visstand. De aangetroffen verschillen in de visstand moeten meer gezien worden als de resultaten van een andere bemonsteringsstrategie.

6.3.3 Vergelijking gelijkaardige wateren

Uit het overzicht dat in figuur 6.2 is gegeven blijkt dat het huidige visbestand van 213 kg/ha op het kanaal Bossuit-Kortrijk als behoorlijk omvangrijk kan worden beschouwd. In afwijking op de meeste kanalen is de visstand niet eenzijdig opgebouwd. Dit wil overigens niet zeggen dat er sprake is van een grote soortenrijkdom. Met tien vissoorten behoort het kanaal Bossuit-Kortrijk tot een van de minder soortenrijke kanalen.

6.3.4 Viswatertypering

De visstand in het kanaal Bossuit-Kortrijk is niet eenduidig te typeren. Op basis van de inrichting en kenmerken van het kanaal mag een brasem-snoekbaarstype worden verwacht. De omvang en samenstelling van de visstand wijzen echter meer op een snoek-blankvoorntype of een blankvoorn-brasemtype. De aangetroffen visbiomassa ligt wel onder de streefwaarden die bij deze typen passen.

Kenmerkende vissoorten zijn brasem, baars en blankvoorn. Daarnaast is de belangrijkste roofvis de snoek en heeft de rietvoorn een relatief groot aandeel in de bestandschatting. In de huidige visstand is hier echter geen sprake van. Snoek is niet aangetroffen, snoekbaars is de belangrijkste roofvis en het bestand van rietvoorn en zeelt is laag. De overeenkomsten met het snoek-blankvoorn viswatertype lijken voort te komen uit de relatief grote verhouding tussen oeverlengte en wateroppervlak, zoals in dergelijke (smalle) lijnvormige wateren het geval is. Samenvattend lijkt de visstand in het kanaal de meeste overeenkomsten te vertonen met het snoek-blankvoorntype en het blankvoorn-brasemtype.

De huidige doelstelling voor het kanaal is het blankvoorn-brasemtype met een densiteit van 150 kg/ha.

Tabel 6.4. Viswatertypering kanaal Bossuit-Kortrijk (lichtblauw zijn aanwezige soorten en heersende omstandigheden, donkerblauw zijn dominante vissoorten).

6.3.5 Predatie, onttrekkingen en herbepotingen

Het aandeel van de predatoren is op basis van biomassa relatief laag in verhouding tot het aandeel prooivis. De aanwezige predatoren baars en snoekbaars hebben dan ook een beperkt regulerend effect op het prooivisbestand. Naast predatie door roofvis is er ook sprake van predatie door visetende vogels , zoals de aalscholver. Dagelijks zijn er aalscholvers op het kanaal aanwezig. In het voorjaar en de zomer betreft het meestal enkele solitair jagende exemplaren. In de herfst en winter zijn er grotere groepen aanwezig (med. PVC).

Het brasembestand is niet volledig normaal van opbouw, er zijn relatief weinig exemplaren groter dan 25cm aanwezig. Bij blankvoorn zijn weinig vissen groter dan 20 cm aanwezig. Wanneer aalscholvers veel impact op de visstand hebben, zijn vissen uit de lengtegroep 15-40 cm veelal sterk

ondervertegenwoordigd of ontbreken zelfs geheel. Op het kanaal is daar slechts gedeeltelijk sprake van. Echter, de oorzaak hiervan lijkt niet bij aalscholverpredatie te liggen. De oorzaak moet

waarschijnlijk eerder gezocht worden in de aanwezige voedselsituatie dan dat deze gerelateerd kan worden aan sterke aalscholverpredatie. Tijdens de bemonstering zijn daarnaast geen vissen met bijtschade waargenomen.

De omvang van de onttrekking van vis door hengelaars is niet precies bekend. Wel wordt er

gesproken over enige onttrekking van allerlei soorten en maten vis, onder andere snoekbaars wordt regelmatig meegenomen voor consumptie. Het effect van deze onttrekkingen lijkt beperkt te zijn aangezien er thans een mooi snoekbaarsbestand aanwezig is die een gezonde opbouw kent.

De voorbije jaren hebben er geregeld visuitzettingen plaatsgevonden op het kanaal. Zo werd er in 2010 en 2011 een bescheiden hoeveelheid jonge snoekjes uitgezet. Het resultaat van deze uitzettingen lijkt zeer beperkt te zijn aangezien er bij de bemonstering geen enkele snoek is

aangetroffen. Verdere uitzettingen betrof de versterking van het blankvoornbestand. Ook heeft een éénmalige bepoting van rietvoorn plaatsgevonden in 2011. Gezien het formaat van de uitgezette blankvoorn in 2014 (10-20 cm) lijkt de natuurlijke reproductie van de soort op het kanaal goed te zijn.

Viswatertype Baars-Blankvoorn Rietvoorn-Snoek Snoek-Blankvoorn Blankvoorn-Brasem Brasem-Snoekbaars

Er zijn relatief veel éénzomerige blankvoorns aangetroffen. Ook bij baars zijn veel juvenielen aanwezig. Van de uitgezette rietvoorns (10-17 cm) is nauwelijks iets teruggevonden. Des te

opmerkelijker is het dat er wel een redelijk aantal éénzomerige exemplaren is aangetroffen, hetgeen duidt op natuurlijke reproductie.

6.3.6 Hengelactiviteiten

Op het kanaal Bossuit-Kortrijk vinden thans diverse hengelactiviteiten plaats. Wel wordt gemeld dat het aantal hengelaars afneemt. De hengelactiviteiten bestaan vooral uit recreatieve-, karper-,

snoekbaars- en wedstrijdvisserij, waarbij de eerst en laatst genoemde activiteiten afnemen. De vissers klagen over matige vangsten. In 2014 werden wel weer éénzomerige blankvoorns waargenomen, iets dat de jaren daarvoor niet het geval was. De resultaten van het visstandonderzoek bevestigen deze waarneming.

Langs het kanaal Bossuit-Kortrijk worden met regelmaat hengelwedstrijden gehouden. De

hengelvangsten op het kanaal hebben een omvang van circa 200 tot 600 g/mhu. De vangsten worden gedomineerd door voornachtigen, waarbij er de laatste jaren sprake is van een lichte stijging van het aandeel van deze vissen. De hengelvangsten komen redelijk goed overeen met de resultaten van het visstandonderzoek. Uit de bestandschatting blijkt dat de visstand op basis van aantallen gedomineerd wordt door blankvoorns. De hengelvangsten liggen in dezelfde orde van grootte als de vangsten op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten.

De voornachtigen die in 2014 gevangen zijn vallen grotendeels in de lengteklassen <10 cm en 10 tot 20 cm. Vissen binnen deze lengterange zijn het meest abundant in het kanaal. De brasemachtigen zijn verdeeld over de verschillende lengteklassen waarbij de piek zich tussen 5 en 25 cm bevindt. De hengelvangsten komen hiermee sterk overeen. De overige vissoorten vallen grotendeels binnen de lengteklassen <10 cm en 10 tot 20 cm, wat overeenkomt met de meest abundant voorkomende lengterange van baars en pos.

De tevredenheid over de vangsten door wedstrijdvissers zijn wisselend. In 2012 en 2013 was de gemiddelde tevredenheid over de vangsten slecht (vangsten gemiddeld tussen 200 en 400 g/mhu). In 2014 waren vissers duidelijk meer tevreden over de vangsten. De vangsten werden gemiddeld gekarakteriseerd als goed (vangsten gemiddeld tussen 600 en 800 g/mhu).

6.3.7 Theoretische draagkracht

Het aanwezige visbestand op kanaal Bossuit-Kortrijk lijkt zich iets onder het berekende theoretische dragend vermogen te bevinden. Omdat er een groot verschil aanwezig is in de

nutriëntenconcentraties op de verschillende meetpunten, en het niet duidelijk is welk deel van het kanaal een hogere dan wel lagere concentratie heeft, is het overigens lastig om hier harde conclusies aan te verbinden.