• No results found

Janis Joplin

In document De Dood van een Popster (pagina 45-51)

Hoofdstuk 5: Artikelenanalyse

5.2. Janis Joplin

Geboren op 19 januari 1943, overleden op 4 oktober 1970

Janis Joplin, een meisje van het platteland van Texas, had net als Marilyn Monroe een moeilijke start. Als mollig meisje met acne had de jonge zangeres een zware tijd op de lokale high school. Toch weerhield dit haar er niet van om te kiezen voor een leven in de spotlights. De carrière van de

blueszangeres kwam langzaam op gang toen ze in haar woonplaats Austin in verschillende bars en clubs begon op te treden.59 Haar werk viel op bij de mensen achter de band Big Brother and the

Holding Company en zij nodigden haar dan ook uit om bij de groep te komen zingen. Big Brother was begin jaren '60 een hippe band die, zonder een album, al redelijk wat bekendheid genoot in de

hippiekringen. Joplin ging op het voorstel in en stond al snel in San Fransisco haar eerste optreden samen met de band te doen. Op dat moment vielen voor de jonge zangeres de puzzelstukjes in elkaar. Het klopte voor haar om daar op het podium te staan.60 Op dat moment was Janis Joplin al langere tijd een frequent drugsgebruiker. Iets wat later een rode draad bleek te zijn in de laatste fases haar leven.

In 1966 lukte het de band om een platencontract te tekenen bij het label Mainstream Records. Het duurde echter nog tot 1967 voordat het debuutalbum van de hippieband uitkwam. In datzelfde jaar had Big Brother and the Holding Company een zeer succesvol optreden op het populaire hippie festival 'Monterey Pop Festival'. “Janis stopped the show as she thundered her lyrics into the microphone like a blues shouter while simultaneously shaking her body in all directions and punctuating some of the notes by leaping into the air with the microphone clutched tensely in one hand and the other arm flung out wildly to the side.”61

Janis Joplin's muzikale stijl is nog het beste te beschrijven als blues en rock-blues. Ze gebruikte andermans nummers om daar haar eigen draai aan te geven: “Joplin did not write many songs; she

59 Jim Miller, The Rolling Stone Illustrated History of Rock & Roll. (London: Picador, 1980), 275.

60 Irwin Stambler, The Encyclopedia of Pop Rock and Soul. (London: Papermac, 1992), 350.

mostly interpreted other people's. But she made them her own in a way few singers dare to do.”62 Ze zorgde er met haar unieke stemgeluid voor dat de liedjes rauwer klonken. Dit tot ongenoegen van sommige critici, zij waren van mening dat Joplin met haar interpretatie de liedjes van hun schoonheid beroofde en de nummers onrecht toedeed met haar voordracht.63 Dit deed echter niets af aan haar succes. De zangeres was op en top hippie, met lange haren en een vrije moraal was ze helemaal thuis in de tegencultuur die zich halverwege de jaren '60 in Amerika ontwikkelde. Ook haar muziek was met name in deze kringen, en die rond de zogenaamde Beatnik-cultuur, geliefd. Joplin was echter niet alleen beroemd om haar zangstijl. Haar drugs- en drankverslaving kwam ook steeds vaker naar voren in verhalen en interviews.

Binnen Big Brother and the Holding Company kwamen in 1968 langzaam maar zeker

spanningen en ruzies en tot groot ongenoegen van de band besloot Janis Joplin in juli 1968 om de band te verlaten. Omdat de muziek toch haar lust en haar leven was ging ze door en begon ze een zoektocht naar een nieuwe band. Dit werd uiteindelijk een vrij anonieme achtergrondband. Met deze band maakte de blues-zangeres het album 'I Got Dem Ol' Kozmic Blues Again Mama!'.64 De plaat verkocht goed in de Verenigde Staten en haalde zelfs een gouden status. Het liep echter nooit echt lekker tussen haar en de nieuwe band en al snel na de oprichting ging de band ook weer uit elkaar. In 1970 vormde Janis met enkele andere artiesten voor de derde maal een nieuwe band: Full-Tilt Boogie. Met deze band nam de zangeres ook haar allerlaatste album op: 'Pearl'.65 Het album brak ook in Nederland door: het stond in 1971 maar liefst 28 weken in de Nederlandse top 40, met een tweede plaats als hoogste notering. Haar singles 'Me and Bobby McGee' en 'Cry Baby' kwamen in Nederland niet verder dan een top twintig notering en bleven respectievelijk acht en vijf weken in de top 40 staan.66 Toch laat deze top twintig notering wel zien dat ze met haar muziek een redelijke bekendheid had vergaard. Het was in die tijd, zonder illegaal dowloaden en kopiëren, namelijk niet niets om zo hoog in een hitlijst te staan. Daar moesten wel een groot aantal platen voor verkocht worden.

Joplin was echter al overleden toen ze deze doorbraak maakte. De zangeres was in 1970, op 4 oktober, aan een overdosis heroïne overleden. Ze werd gevonden in haar hotelkamer in het Landmark Motor Hotel in Los Angeles. Volgens Ellen Willis van het tijdschrift The Rolling Stone is het niet duidelijk of de overdosis een zelfmoord of mogelijk een moord was: “Janis Joplin's death, like that of a

62 Jim Miller, The Rolling Stone Illustrated History of Rock & Roll, 277.

63 Jim Miller, The Rolling Stone Illustrated History of Rock & Roll, 277.

64 Irwin Stambler, The Encyclopedia of Pop Rock and Soul, 351.

65 Jim Miller, The Rolling Stone Illustrated History of Rock & Roll, 275.

fighter in the ring, was not exactly an accident. Yet it's too easy to label it either suicide or murder, though it involved elements of both. Call it rather an inherent risk of the game she was playing, a game whose often frivolous rules both hid and revealed a deadly serious struggle.”67

Ondanks haar onverwacht vroege heengaan is Janis Joplin volgens tijdschrift The Rolling Stone een van de belangrijkste figuren in de muziekscene van de jaren '60. “Joplin belonged to that select group of pop figures who mattered as much for themselves as for their music; among American rock performers she was second only to Bob Dylan in importance as a creator/recorder/embodiment of her generation's history and mythology.” Ze is daarmee een van de weinige vrouwen die in die tijd zo'n status wist te verwerven.

5.2.1. Wat schreven de kranten?

Hoewel Janis Joplin in Amerika bijna op gelijke hoogte stond met de wereldberoemde zanger Bob Dylan duurde het in Nederland wat langer voordat ze echt doorbrak. Dit is ook te zien aan het aantal artikelen die de drie kranten na haar dood over haar schreven. De zangeres genoot vooral bekendheid in de alternatievere

muziekkringen, en was daarom mogelijk nog niet zozeer bekend bij een groot deel van het lezerspubliek van de verschillende kranten.

Aantal, plaatsing en genre

De grote mainstream bekendheid, en een daarbij horende top 40 notering, kwam pas in 1971 een jaar nadat de zangeres was overleden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de drie kranten niet groots met de zangeres uitpakten. Toch was haar dood voor de kranten belangrijk genoeg om minstens één artikel aan te wijdden, al ware dat niet op de voorpagina. De Haagsche Courant besteedde

bijvoorbeeld pas op pagina 32 op de gethematiseerde pagina RTV-Show in een piepklein artikeltje aandacht aan het overlijden van Joplin. Naast het feit dat het een klein nieuwsbericht was wat de krant plaatste, werd het ook nog eens onderaan een van de allerlaatste bladzijdes van de krant gezet. Een lezer kon het bericht gemakkelijk over het hoofd zien. Het laat zien dat de Haagsche Courant in 1972, ook al had ze een gethematiseerde pagina, het nieuws van het overlijden van Joplin niet veel waarde gaf. Ander shownieuws had de prominentere en grotere plaatsen op de pagina gekregen. Zoals eerder gezegd kan dit te maken hebben met het feit dan Joplin in Nederland eigenlijk nog niet echt

doorgebroken was bij het gewone publiek.

Wat voor de Haagsche Courant geldde, kan ook worden gezegd voor NRC Handelsblad. Ook het elitaire NRC plaatste maar eenmaal een bericht over de overleden zangeres. De krant deed dit echter wel op een prominentere plek dan de Haagsche Courant: op pagina zes. Het artikel was daarnaast ook langer en beschreef uitvoeriger over het leven en de carrière van Joplin. Waar de Haagsche Courant met name aandacht had voor de omstandigheden van het overlijden van de zangeres, heeft NRC

Telegraaf NRC HC 0 0.5 1 1.5 2 2.5 Totaal Voorpagina

Handelsblad aandacht voor zowel haar leven als haar dood. Al was dit lang niet zo uitgebreid als De Telegraaf.

Net als in het geval van Marilyn Monroe was namelijk ook dit keer De Telegraaf de krant die meeste aandacht besteedde aan de overleden beroemdheid. Niet alleen plaatste de krant twee dagen na het overlijden van de popster een kort en feitelijk nieuwsbericht, ze plaatste daarnaast ook nog een zeer uitgebreide necrologie. Als dit vergeleken wordt met de nieuwsberichten die in de andere twee kranten stonden, waar alleen maar ingegaan werd op het overlijden van de zangeres, en kort haar carrière werd belicht, dan is te zeggen dat De Telegraaf in 1972 het nieuws van het overlijden van Janis Joplin een stuk meer nieuwswaarde toedichtte dan de Haagsche Courant of NRC Handelsblad. Het

achtergrondartikel in De Telegraaf had meer ruimte om meer informatie aan haar lezers te geven over het leven, de dood en de carrière van de overleden beroemdheid. Hierdoor waren het opnieuw de lezers van De Telegraaf die het meest uitgebreid geïnformeerd werden over een nieuwsgebeurtenis in de popcultuur.

De plaatsing van de artikelen in De Telegraaf liet, daarentegen, zien dat de krant het nieuws van Joplin niet verkoos boven ander buitenlands nieuws. Het nieuwsbericht en de necrologie kwamen niet op een belangrijke binnenland of buitenlandpagina te staan, maar waren terug te vinden op de speciale Kunst- en Showpagina van de krant. Dit geeft aan dat, hoewel De Telegraaf het nieuws belangrijk genoeg vond om meerdere keren te melden, de krant de nieuwswaarde niet groot genoeg vond voor plaatsing op belangrijkere pagina's.

Ook NRC Handelsblad en de Haagsche Courant die een vergelijkbaar nieuwsartikel in hun edities hadden geplaatst, plaatsten de berichten op speciale radio- en televisie pagina's en niet op de belangrijkere buitenland pagina's.

Conclusie

In 1970 was de secularisatie en de ontzuiling al in volle gang, steeds meer mensen zochten hun heil niet meer exclusief binnen hun eigen zuil. Ook de televisie was voor steeds meer mensen

financieel bereikbaar. De wereld van de popcultuur kwam over het algemeen dus makkelijker de Nederlandse huiskamers binnen. Toch was er ook nog veel beroering over de popcultuur, en dan met

name over de hippiecultuur die op dat moment een groot deel van de jongeren in haar greep had. Dit is mogelijk een verklaring voor het feit dat er in 1970 weinig artikelen over Janis Joplin in de kranten te vinden waren. Daarnaast was Joplin qua bekendheid nog lang niet op hetzelfde niveau als Marilyn Monroe in 1962. Zoals eerder gezegd, kwam de grote top 40 doorbraak voor de zangeres pas enkele maanden na haar dood.

Hoewel er weinig artikelen in de drie kranten terug te vinden zijn over de dood van Janis Joplin was er, net als in 1962, wel een verschil tussen de drie kranten zichtbaar. De Telegraaf was, net als acht jaar eerder, de krant die het meest uitvoerig verslag deed van het overlijden van de zangeres. De krant was de enige van de drie die meer dan één bericht plaatste. De andere twee kranten hielden hun berichtgeving minimaal, ze plaatsten elk maar één nieuwsbericht waarin alleen beknopt verteld werd dat de zangeres overleden was, en wat haar grootste verdiensten waren. Toch was ook hier een duidelijk verschil in aanpak te zien tussen de Haagsche Courant en NRC Handelsblad. De Haagsche

Courant plaatste haar ultrakorte nieuwsbericht onderaan één van de laatste pagina's van de krant, en

bleef qua verhaal aan de oppervlakte. De krant schreef hoofdzakelijk over het feit dat de zangeres levenloos was aangetroffen, en deed verder weinig uitspraken over haar privéleven of carrière. Het artikel in NRC Handelsblad is groter en gaat wel kort in op het leven en de carrière van de zangeres. Al was dit nog lang niet zo uitgebreid als De Telegraaf.

In document De Dood van een Popster (pagina 45-51)