• No results found

jachtlandschappen in meervoudig perspectief

In document De Veluwe als jachtlandschap (pagina 116-119)

toekomstig onderzoek

5.2 Jachtlandschap als interdisciplinair con- con-cept

5.2.1 jachtlandschappen in meervoudig perspectief

Dat de jacht voor een lange tijd een constante factor is geweest in de landschapsontwikkeling van de Veluwe is een bijzonder fenomeen. Het zorgt niet alleen voor een landschap rijk aan elementen die aan de jacht doen denken, maar ze zorgt bovenal ook voor eenheid in het landschap. Deze eenheid is op de Veluwe zo sterk geweest, dat de Veluwe met zekerheid een jachtlandschap genoemd mag worden. Deze eenheid laat zich onderverdelen in een aantal continue factoren die hier beschreven zullen worden. Dit laat zien waarom de Veluwe als jachtlandschap gekenmerkt kan worden.

1. Beherend/beheersend landschap

In de loop van de geschiedenis zijn mensen continu bezig geweest om de wildpopulaties in stand te houden ter bevordering van de jacht. Dieren werden beheerd en fysieke voorzieningen zijn getroffen om het wild zo gezond mogelijk te houden. In de 17e eeuw, maar ook in de 19e eeuw was de hoofdreden hiervoor dat groot gezond wild meer jachtplezier en betere producten opwekt dan verzwakt wild. Hier ligt een antropocentrische, functionele kijk op het dierenleven aan ten grondslag. Het dier is er voor de mens in dit geval. Tegenwoordig wordt steeds meer gedacht dat het wild een intrinsieke waarde heeft.476 Wat de casus studie op de Veluwe wel heeft bewezen, is dat in een jachtlandschap wilde dieren altijd beheerd zijn ten behoeve van de jacht. Hier moeten

we wel even een zijstap maken naar de definitie van ‘wilde’ dieren. Zonder meteen een discussie los te laten op wat wilde dieren zijn en wat niet, is het wel van belang hier even bij stil te staan. De import van jachtwild vond al plaats in de 17e eeuw en werd nog intensiever gedaan in de 19e eeuw. De ‘wilde’ dieren die we nu vinden op de Veluwe in de vrije en omsloten wildbanen stammen allemaal af van deze geïmporteerde dieren. Het is niet het doel van deze scriptie om huidige maatschappelijke discussies uitvoerig te bespreken, maar de geschiedenis van de Veluwe wijst wel uit dat er nog veel misvattingen bestaan over de ‘ongerepte’ Veluwe. Vaak wordt de tegenstelling gemaakt tussen natuur en cultuurlandschap, maar deze scriptie laat zien dat deze tegenstelling helemaal niet bestaat. Het Veluwse landschap is volledig ingericht naar de doelen die in die tijd gesteld werden aan het landschap, waar in de 17e eeuw en in de 19e eeuw de jacht hoog op de prioriteitenlijst stond.

Een jachtlandschap is dus een landschap wat van oudsher intensief beheerd is. Dit werd in fysieke zin gedaan door middel van het scheppen van de ideale leefomstandigheden voor het wild. Sociaal gezien werd het landschap beheerd zodat er gejaagd kon worden op de, in die tijd, meest gangbare en populaire manier. Een voorbeeld hiervan zijn de door Willem III aangelegde Koningswegen: deze werden zo aangelegd omdat Lodewijk XIV ook de parforcejacht beoefende op aangelegde lanen. Deze manier van jagen was de mode, en Willem III kon als Koning-Stadhouder niet achterblijven. Dit is ook direct de mentale dimensie van het beheerde jachtlandschap. Het was geen regel om de parforcejacht op deze manier uit te oefenen: mode, trend en persoonlijke voorkeur speelden hierbij een belangrijke rol.

2. Afgebakend landschap

Het afgebakende landschap komt voor in alle drie de landschappelijke dimensies. In de fysieke en tastbare zin kunnen jachtlandschappen omheind of begrensd zijn. In de 17e eeuw waren het op de Veluwe voornamelijk wildwallen die voor begrenzing zorgden van het landbouwareaal. Later werden dit ijzeren of houten hekken. In sociale zin waren er regels en tradities binnen het jachtwezen die het gedrag van mensen aanpasten. Zo moest je in de 17e eeuw behoren bij het Ridderschap om te mogen jagen. Later werd dit recht tot jagen verbonden aan grondeigendom, waarbij grondeigenaren de jacht konden verpachten aan derden. Waar in de 17e eeuw de jacht uitsluitend werd beoefend door de adel, veranderde dit in de 19e eeuw waar ook de nieuwe rijken graag de jacht beoefenden. Naast de fysieke en de sociale dimensies, is het jachtlandschap ook afgebakend in mentale zin. Het is een exclusief landschap waar bepaalde mensen zich wel thuis voelen en anderen totaal niet. In de 17e eeuw, maar ook in de 19e eeuw moest je tot een bepaalde groep horen om je thuis te voelen in dit jachtlandschap. In de 17e eeuw waren dit voornamelijk de adellijke en koninklijke families, waar later ook de burgerij en de nieuwe rijken bij kwamen. Binnen een dergelijke adellijke groep zaten ook afbakeningen in het jachtgebruik. Vrouwen deden mee met de valkenjacht, terwijl de parforcejacht te paard voornamelijk voor mannen bedoeld was. Dit waren geen geschreven regels (hoewel die voor veel gebruiken wel bestonden) maar waren vooral omgeven met het idee wat wel en niet ‘gepast’ was. Een mentale afbakening dus.

3. Sociaal landschap

Een jachtlandschap is bij uitstek een sociaal landschap. Mensen horen in dit landschap thuis. Hiermee bedoel ik in dit geval een landschap waarbij sociale menselijke interactie hoort. De jacht in de 17e eeuw, maar ook in de 19e eeuw was een sociale aangelegenheid, maar is bovenal een elite aangelegenheid. Men bouwde hechte vriendschappen op tijdens jachtpartijen, bedreef politiek, en smeedde bondgenootschappen. Dit betekent dat naast de recreatieve functie van jacht als plezierig tijdverdrijf, het ook een bestuurlijke en politieke functie had. Er werd letterlijk en figuurlijk een landschap gecreëerd waar deze sociale aangelegenheden werden besproken en beleefd. Het meest voor de hand liggende fysieke voorbeeld is de grote hoeveelheid jachthuizen en landgoederen die de Veluwe rijk is. Veel van deze landgoederen en huizen vinden hun oorsprong als uitvalsbasis voor, na of tijdens de jacht. Op deze locaties werd een maatschappelijke setting gecreëerd voor de hiervoor beschreven functies. Tot slot is een jachtlandschap sociaal, omdat de inrichting in mentale zin in sterke mate afhankelijk is van de esthetische voorkeuren van bepaalde groepen mensen. De formele tuinaanleg van de Hof te Dieren staat hierbij in groot contrast met de landschapsstijl waarin landgoed de Hoge Veluwe is ingericht. Dit laat een transitie zien in de

De Veluwe als jachtlandschap

118

4. Historisch landschap

Elk landschap heeft een tijdsdimensie. Landschappen worden continu aangepast en gecreëerd in een proces van menselijke activiteit. Ze hebben dus een bepaalde vorm van ‘tijdelijkheid’. Een landschap wordt ook wel beschreven als de cumulatieve som van lagen waar mensen betekenis aan geven en op hun omgeving leggen.477 Een landschap is nooit compleet omdat het constant onder constructie staat. Dit tijdelijk aspect van landschap is belangrijk in het proces om de relatie tussen menselijke actoren en hun omgeving te begrijpen, en zoals Ingold het omschrijft is het de voortdurende oorzaak en gevolg van de omgeving.478 Een jachtlandschap is daarmee onlosmakelijk verbonden met de continue beweging door tijd. De Veluwe laat zien dat een jachtlandschap niet bestaat uit één tijdsperiode waarin jacht werd beoefend: het bestaat uit een chronologie waarin de jacht, weliswaar fluctuerend in intensiteit, een continue rol heeft gespeeld in de vorming van het landschap. Een jachtlandschap verandert daarom ook constant, zoals ook is gebleken uit het casus onderzoek van de Veluwe. Deze verandering vindt plaats in fysieke zin: de omgeving wordt aangepast naar gelang de behoefde in die tijd. Een voorbeeld hiervan is de Koningsweg die ook nog in de 20e eeuw in gebruik was op de Hoge Veluwe. Het jachtlandschap verandert ook in sociale zin: regels, gebruiken en tradities zijn onderhevig aan continue verandering. Tot slot beweegt het jachtlandschap in een mentale vorm: de betekenis die het jachtlandschap voor een individu heeft kan in het leven van dit individu veranderen, en verandert daarmee ook van betekenis bij de opsomming van meerdere individuen uit andere perioden. Een jachtlandschap zou dus ook dynamisch en temporaal genoemd kunnen worden: het is constant aan verandering onderhevig.

5. Multifunctioneel landschap

In de casus van de Veluwe is naar voren gekomen dat het landschap ook bestemd kan zijn voor meerdere functies naast de jacht. In tastbare zin beschikt een geschikt jachtlandschap over open plekken zoals heide en weides, over bossen en over water. Deze landschapstypen zijn niet alleen voor de jacht bruikbaar. Ten tijde van Koning-Stadhouder Willem III werden de heidevelden extensief begraasd door schapen, en waren veel bossen in gemeenschappelijk eigendom van markegenootschappen. Het bos werd voornamelijk gebruikt om sprokkelhout te verzamelen. Later omstreeks 1900 werden grote delen van de heidevelden en stuifzanden bebost ter bevordering van de bosbouw. Ook deze, weliswaar grootschalige aanplant, was een gebruiksvorm die goed samen ging met de functie jacht. Wat wel hieruit blijkt is dat deze functies zoals het beweiden van schapen, sprokkelhout verzamelen en bosbouw plegen, een redelijk extensieve vorm van gebruik is: geen van de functies omvat een groot aantal menselijke activiteiten. Van oudsher is de bevolkingsdruk op jachtlandschappen laag geweest, omdat het simpelweg nodig is om de jacht goed te kunnen uitoefenen. Een jachtlandschap heeft dus een divers en multifunctioneel karakter. Dit blijkt ook op sociaal niveau. De jurisdictie rondom jachtgebieden en jachtverordeningen laten ruimte voor multifunctioneel gebruik. Zo heeft de heer Raesfelt van Middachten bij het afstaan van de Rouwenberg aan Willem II vastgelegd nog wel schapen te mogen laten grazen, plaggen af te leggen en heide te maaien. Zo hielden de heren elkaar ook te vriend: beiden behaalden voordeel uit de regeling. Sociaal gezien is het landschap ook steeds multifunctioneler geworden. Waar voorheen de elites het landschap de primaire functie ‘jacht’ toeschreven, werd later aan het eind van de 19e eeuw de bosbouw even belangrijk als de jacht. Mentaal is een jachtlandschap ook multifunctioneel. Dit is simpelweg omdat een jachtlandschap er voor de leek niet als zodanig uitziet. Zeker vanaf begin 19e eeuw werden juist deze landschappen gewaardeerd om hun authenticiteit. Personen als Anton Mauve wisten dit als schilder vast te leggen.

Deze thema’s die kenmerkend zijn voor het jachtlandschap op de Veluwe kunnen worden geïntegreerd in een overkoepeld beeld van eigenschappen die kunnen gelden voor andere mogelijke jachtlandschappen. In figuur 84 staat weergegeven wat voor soort landschap een jachtlandschap is.

Figuur 84: Vijf thema’s die het kenmerkend zijn voor het jachtlandschap de Veluwe

In document De Veluwe als jachtlandschap (pagina 116-119)